Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-55

van Geert Lambert (SP.A-SPIRIT) d.d. 6 november 2007

aan de minister van Buitenlandse Zaken

Wapensystemen met verarmd uranium – Verbod – Ontwerpverdrag van de Verenigde Naties – Rol van België

radioactieve verontreiniging
radioactieve stof
verboden wapen
wapenbeperking
uranium
radioactief afval
wapenindustrie
VN-conventie

Chronologie

6/11/2007Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 6/12/2007)
20/12/2007Dossier gesloten

Heringediend als : schriftelijke vraag 4-1187

Vraag nr. 4-55 d.d. 6 november 2007 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Het Belgisch Parlement nam op 22 maart 2007 als eerste ter wereld een wet aan die wapensystemen met verarmd uranium verbiedt, namelijk de wet van 11 mei 2007 tot aanvulling van de wapenwet, wat betreft het verbod op wapensystemen met verarmd uranium.

De gevaarlijke eigenschappen van deze wapens verantwoorden dit verbod. Uraniumwapens maken immers geen onderscheid tussen burgerlijke en militaire slachtoffers. Zij hebben een grote penetratie- en vernietigingskracht ingevolge de fysische eigenschappen van uranium, dat een hoge densiteit heeft en zelfontbrandend is. Daar deze wapens geproduceerd worden uit kernafval veroorzaken zij ook radioactieve straling en besmetting. Zo werden tijdens de Amerikaanse inval in Irak 300 gebieden radiologisch besmet door verarmd uranium. Elk stadium van de productie en het gebruik van uraniumwapens, van de mijn tot het slagveld, veroorzaakt milieuvervuiling.

Inmiddels ijvert de International Coalition to Ban Uranium Weapons voor een internationaal verdrag inzake het verbod van ontwikkeling, productie, opslag, overdracht en gebruik van uraniumwapens.

Graag vernam ik van de geachte minister of België, zoals Costa Rica nu al doet, actief zal optreden als sponsor van dit ontwerpverdrag binnen de Verenigde Naties.