Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-3295

van Freddy Van Gaever (Vlaams Belang) d.d. 2 april 2009

aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen

Belasting over de toegevoegde waarde (BTW) - Voorschotten - Te hoge boetes - Kwijtschelding

BTW
inning der belastingen
vooruitbetaling
geldboete
fiscaal recht
belastingteruggave

Chronologie

2/4/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 8/5/2009)
8/7/2009Antwoord

Vraag nr. 4-3295 d.d. 2 april 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Het blijkt dat de belasting over de toegevoegde waarde (BTW)-administratie nogal kwistig boetes uitdeelt aan bedrijven die niet tijdig hun BTW-voorschotten betalen. Deze voorschotten steunen op de historische omzet van deze bedrijven. Wegens de crisis, welbekend bij de geachte minister, kennen vele bedrijven echter een omzetdaling van 20 tot 40 en meer procent.

De aangerekende voorschotten zijn in vele gevallen véél hoger dan wat de bedrijven werkelijk aan BTW verschuldigd zijn. De werkelijkheid blijkt uit de cijfers van de boekhouding.

Is de geachte minister bereid, wanneer blijkt dat de door de administratie opgeëiste voorschotten hoger liggen dan wat werkelijk verschuldigd is, deze boetes onmiddellijk kwijt te schelden ? Is hij evenzo bereid om de bedragen die teveel werden gestort onmiddellijk terug te betalen ?

Antwoord ontvangen op 8 juli 2009 :

De indiening van kwartaalaangiften inzake BTW als bedoeld in artikel 18, § 2, van het koninklijk besluit nr. 1 van 29 december 1992 met betrekking tot de regeling voor de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde, is het vrijwillig engagement van de belastingplichtige die aan de terzake gestelde voorwaarden voldoet.

Om gemachtigd te zijn om slechts om de drie maanden een aangifte in te dienen, moet de betrokken belastingplichtige onder meer het bedrag van de te betalen voorschotten overeenkomstig de in artikel 19, § 2, van voormeld koninklijk besluit vermelde, forfaitaire wijze bepalen en betalen. De aldus bepaalde voorschotten vallen bijgevolg soms in het voordeel soms in het nadeel van de belastingplichtige uit.