Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-2880

van Freddy Van Gaever (Vlaams Belang) d.d. 28 januari 2009

aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen

Economische crisis - Belasting over de toegevoegde waarde (BTW) - Betaling van BTW op moeilijk inbare facturen - Recuperatie van de betaalde sommen tot op het ogenblik van effectieve betaling

monetaire crisis
economische recessie
BTW
betalingstermijn
faillissement

Chronologie

28/1/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 26/2/2009)
7/5/2009Antwoord

Vraag nr. 4-2880 d.d. 28 januari 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De laatste maanden zijn duizenden bedrijven in financiële moeilijkheden geraakt en zijn er honderden in faling gegaan. Facturen worden steeds later en later betaald. In vele gevallen staan bedrijven voor hoge bedragen " in het krijt " bij de belasting over de toegevoegde waarde (BTW)-administratie of hebben zij de BTW reeds betaald op facturen die moeilijk tijdig inbaar blijken te zijn.

1. Is de geachte minister ervan op de hoogte dat het hier over zeer grote bedragen gaat die wel aan uw administratie werden betaald maar die door de bedrijven niet tijdig kunnen ontvangen worden ?

2. Zou de minister akkoord kunnen gaan dat bedrijven die na zestig dagen nog geen betaling van hun facturen hebben bekomen de hierop reeds betaalde BTW zouden kunnen recupereren tot op het ogenblik van de effectieve betaling ?

Antwoord ontvangen op 7 mei 2009 :

De regelgeving inzake BTW bepaalt duidelijk de aangifteperiode waarin de belastbare handelingen moeten worden opgenomen, alsmede het tijdstip waarop het aan de Staat verschuldigde saldo moet worden voldaan. De omstandigheid dat de klant de factuur niet vereffent binnen de door de leverancier toegestane termijn of het feit dat de klant gelet op de economische recessie een uitzonderlijk lange betalings-termijn bedingt, heeft daarop inderdaad geen invloed. Anderzijds mag niet uit het oog worden verloren dat die leverancier, voor het bepalen van het aan de Schatkist verschuldigde saldo, de voorbelasting geheven van zijn inkomende handelingen in aftrek mag brengen ongeacht of hij zijn eigen leveranciers al dan niet reeds heeft betaald.

Bij niet tijdige betaling aan de Schatkist wordt een interest aangerekend van 0,8 % per maand vertraging. Indien de administratie ingeval van ernstige vertraging een bijzondere rekening moet opmaken, wordt ook een proportionele boete van 10 % op het openstaand bedrag aan BTW gevorderd.

Het voorstel van het geachte lid om aan bedrijven die na zestig dagen nog geen betaling van hun facturen hebben bekomen, toe te staan om de op de facturen reeds betaalde btw te recupereren tot op het ogenblik van de effectieve betaling, heeft geen rechtsgrond. Teruggaaf van de oorspronkelijk verschuldigde btw is, zoals bedoeld in artikel 77, § 1, 7°, van het BTW-Wetboek, slechts mogelijk op het tijdstip van faling van de klant en meer algemeen wanneer de vordering van de leverancier definitief verloren is gegaan. Dit voorstel kan ik derhalve niet aanvaarden.

Niettemin moet worden opgemerkt dat de Commissie van de Europese Gemeenschappen onlangs een voorstel van richtlijn heeft voorgelegd aan de Raad tot wijziging van richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde wat de factureringsregels betreft.

Voornoemd voorstel voorziet dat de lidstaten de kleine en middelgrote ondernemingen met een omzetcijfer van minder dan 2 000 000 euro zullen kunnen toelaten een BTW-boekhouding te voeren volgens het zogenaamde kasstelsel. Volgens deze regeling dient de leverancier of dienstverrichter de btw verschuldigd ingevolge een levering van goederen of een dienstverrichting slechts te voldoen aan de bevoegde overheid wanneer hij de betaling voor bedoelde levering of dienst heeft ontvangen; anderzijds kan hij zijn recht op aftrek slechts uitoefenen wanneer hijzelf de btw heeft betaald aan zijn leveranciers of dienstverrichters.

Dit voorstel van richtlijn zal uiteraard bij unanimiteit moeten worden aangenomen door de lidstaten vooraleer zij in werking kan treden vanaf de voorziene datum van 1 januari 2013. De besprekingen van de diverse bepalingen van deze richtlijn, die ook betrekking heeft op de factureringsregels, de uitreiking en de inhoud van facturen, de elektronische facturering en de aftrekregeling, zijn thans bezig.