Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-2857

van Anne-Marie Lizin (PS) d.d. 22 januari 2009

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken

Dexia - Filiaal van de bank in Israël - Financiering van de gemeenten en lokale gemeenschappen - Financiering van de nederzettingen in bezette gebieden - Illegaal karakter van de nederzettingen - Houding van de regering

Palestina
kredietinstelling
Israël
Palestijnse kwestie

Chronologie

22/1/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 26/2/2009)
14/5/2009Antwoord

Vraag nr. 4-2857 d.d. 22 januari 2009 : (Vraag gesteld in het Frans)

Dexia heeft in 2001 de controle overgenomen van de Israëlische bank Otzar Hashilton Hamekomi, die in 2007 werd herdoopt tot Dexia Public Finance Israël Ltd.

De Dexia-groep bezit 65% van het kapitaal van Otzar Hashilton Hamekomi. Dat filiaal is gespecialiseerd in de financiering van gemeenten en lokale gemeenschappen.

Otzar Hashilton Hamekomi financiert de ontwikkeling van de Israëlische nederzettingen in Palestijns bezet gebied, onder andere op de Westelijke Jordaanoever en in Oost-Jeruzalem.

Hier moet worden herinnerd aan het illegale karakter van die nederzettingen, die op het internationale niveau trouwens al een sanctie hebben opgelopen. De Veiligheidsraad van de Organisatie van de Verenigde Naties heeft het bezettingsbeleid van Israël al verschillende keren veroordeeld.

De financiering van de Israëlische nederzettingen door de Frans-Belgische groep Dexia zou in de huidige omstandigheden door sommigen kunnen worden geïnterpreteerd als een onrechtstreekse steun aan de kolonisatie.

Heeft de minister weet van die praktijk?

Welke houding zal hij hier aannemen?

Antwoord ontvangen op 14 mei 2009 :

België heeft reeds herhaaldelijk gewezen op de illegaliteit van de Israëlische kolonies in bezet Palestijns gebied. Ik heb dit standpunt ook in mijn contacten met mijn homoloog, vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken van Israël, mevrouw Tzipi Livni, herhaald.

In het Belgische recht staat geen bijzondere bepaling die de commerciële activiteiten van handelsbedrijven in de bezette gebieden beperkt. Ook het Euromediterrane partnerschap van 1995 legt geen beperkingen in die zin op. Dat akkoord is wel onderworpen aan het internationaal recht, met in begrip van het internationaal humanitaire recht, en aan de basisprincipes van het Europees verdrag, waaronder de eerbiediging van de mensenrechten en van de democratie.

De Belgische regering ziet er verder op toe dat de activiteiten van de ondernemingen waarvan zij aandeelhouder is, bepaalde ethische regels respecteren. Daarnaast ben ik bereid om eventuele leningen van Dexia Israel Bank Ltd aan Israëlische kolonies in de bezette gebieden te onderzoeken.

Ik heb Dexia schriftelijk gewezen op dit standpunt.