Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-218

van Jurgen Ceder (Vlaams Belang) d.d. 24 januari 2008

aan de minister van Landsverdediging

Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis - Gelden - Gebruik van een privé bankinstelling

museum
overheidsfinanciën
federale wetenschappelijke en culturele instellingen
particuliere bank
bankdeposito

Chronologie

24/1/2008Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 28/2/2008)
22/2/2008Antwoord

Vraag nr. 4-218 d.d. 24 januari 2008 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Volgens het koninklijk besluit van 15 juli 1997 houdende maatregelen tot consolidatie van de financiële activa van de overheid, genomen met toepassing van de artikelen 2, §1, en 3, §1, 6º, en §2 van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie, moet het Legermuseum zijn beschikbare gelden op zicht plaatsen op een rekening van de Schatkist bij het Bestuur der Postcheques, en niet bij een privé bankinstelling. Het Rekenhof heeft hier al op gewezen in zijn 163ste Boek.

Om welke privé bankinstelling gaat het hier? Hebben verantwoordelijken van het Legermuseum of de FOD Landsverdediging banden met deze bank? Op basis van welke criteria heeft het Legermuseum deze bankinstelling uitgekozen? Werd er een studie gemaakt over de voorwaarden? Is het geld intussen op een rekening van de Schatkist geplaatst bij het Bestuur der Postcheques?

Antwoord ontvangen op 22 februari 2008 :

Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te willen vinden op de door hem gestelde vraag.

Voor de oprichting van de Staatsdienst met afzonderlijk beheer beschikte het Museum inderdaad over een rekening bij de KBC Bank. De bedoeling was om sommige financiële verrichtingen met het buitenland te vergemakkelijken

Deze bankrekening werd afgeschaft in de loop van het dienstjaar 2006.