Noordpoolgebied - Grondstoffen - Veiligheidsproblematiek
grondstof
Arctica
fossiele brandstof
opwarming van het klimaat
gas
territoriale bevoegdheid
territoriaal recht
15/9/2008 | Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 16/10/2008) |
20/10/2008 | Antwoord |
Op 2 augustus 2007 plantte een Russische duikboot een titanium vaandel met nationale vlag in de Noordelijke Ijszee op 4 200 meter diep. Een week later kondigde Canada de bouw van militaire installaties in het Hoge Noorden aan. Denemarken heeft zijn expeditie-inspanningen in Groenland aanzienlijk geïntensiveerd. Rusland vliegt met bommenwerpers langs de Noordelijke NAVO-zone. Het lijstje loopt op.
Steeds meer berichtgeving wijst op de verscherping van de tot nog toe latente veiligheidskwesties in het Noordpoolgebied, en dit door de aanwezigheid van enorme voorraden fossiele brandstoffen, verder aangewakkerd door de door de opwarming ontstane nieuwe zeestraten (door het smelten van de ijskappen) die tussen de verschillende poolstaten gewijzigde geostrategische en economische verhoudingen (zullen) scheppen. Gezien de energiereserves, regent het er momenteel territoriale claims waarbij de verschillende stellingnames leiden tot hoogoplopende diplomatieke territoriale twisten tussen Rusland, de Verenigde Staten, Canada, Noorwegen en Denemarken.
In een recent rapport met welbestudeerde inschattingen van de US Geological Survey bleek dat ten Noorden van de Poolcirkel 13 % van ’s werelds oliereserves (90 miljard vaten) bevindt en maar liefst 30 % (1 670 biljoen kubieke meter) van de mondiale gasvoorraden. Gezien de toegankelijkheid van deze reserves door het smelten van de ijskappen steeds groeit, zal de strijd voor deze grondstoffen enkel toenemen.
Graag kreeg ik ruime, actuele en gefundeerde antwoorden op volgende vragen :
1.Hoeveel nieuwe zeestraten vormen zich rond het Noordpoolgebied ?
2.Welke is de exacte houding van bovengenoemde staten ten aanzien van de Noord-West-passage en de Noord-Oost-passage ?
3.Welke landen uiten/uitten welke claims op deze twee straten ?
4.Welke is het veiligheidsrisico van deze straten ?
5.Welke mogelijke conflicten zijn aan deze nieuwe straten en passages verbonden ?
6.Welke territoriale claims zijn inzake bodems gelinkt aan de continentale plateaus? Wie claimt wat van bovengenoemde staten ?
7.Inzake bodemkwesties is er een akkoord, of één in de maak, betreffende exploitatie en afbakening van zowel gebieden boven de zeespiegel en de bodem ?
8.Welke afbakening is volgens België de juiste ?
9.Hoe ver gaat de claim van Rusland op de Lomonosov-rug ?
10.Zijn er actueel nieuwe militaire installaties of basissen in opbouw, in welke vorm dan ook, van bovengenoemde landen ?
11.Zijn er nieuwe ontginningsgebieden in de het Noordpoolgebied waar de exploitatie van gas of olie net begonnen zijn ?
12.Wat is de houding van België als NAVO-lid ten aanzien van deze ontwikkelingen ?
13.Hoe ver staat Finland met zijn ambities tot lidmaatschap van de NAVO ?
14.Wat is de houding van België ten aanzien van deze ontwikkelingen ?
15.Hoe schat de geachte minister de ontwikkelingen de komende jaren in op vlak van territoriale disputen, op vlak van energievoorziening en op vlak geostrategische relaties tussen bovengenoemde staten ?
Gelet op de specificiteit van zijn vragen wordt het geachte lid voorgesteld deze te richten tot de minister van Buitenlandse Zaken, die in deze materie bevoegd is.