Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 3-7953

van Pierre Galand (PS) d.d. 27 april 2007

aan de minister van Buitenlandse Zaken

Verenigde Staten - Gevangen Cubanen - Mensenrechten.

Chronologie

27/4/2007Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 4/6/2007)
27/4/2007Antwoord

Vraag nr. 3-7953 d.d. 27 april 2007 : (Vraag gesteld in het Frans)

Op 16 en 17 juni 1998 heeft de Cubaanse regering twee belangrijke verantwoordelijken van het FBI uitgenodigd en hun talrijke documenten overhandigd om te bewijzen dat verscheidene inwoners van Florida die betrokken zijn bij het terrorisme tegen Cuba, een reëel gevaar vormen. Ondanks die bewijzen werd tot vandaag echter nog niemand van hen lastig gevallen door de Amerikaanse overheid.

Drie maanden later, op 12 september 1998, ging het Federal Bureau of Investigation (FBI) over tot de aanhouding van vijf Cubanen: Antonio Guerrero, Fernando Gonzalez, Gerardo Hernandez, Ramon Labanino en René Gonzalez. Zij hadden zich, met gevaar voor hun eigen leven, geďnfiltreerd in criminele splintergroepjes van Cubaanse origine die verantwoordelijk waren voor verschillende gewelddadige aanslagen waarbij tal van onschuldige mensen werden gedood. In het terrorisme tegen het Cubaanse volk vielen sedert 1959 niet minder dan 3.478 doden en werden 2.099 mensen verminkt.

Na een schijnproces, gekenmerkt door talrijke rechtsschendingen, werden ze collectief veroordeeld tot vier keer levenslang plus 77 jaar. Ze zitten nu al acht jaar vast in vijf verschillende zwaarbeveiligde gevangenissen in de vier uithoeken van Amerika om consulaire bezoeken te verhinderen.

De vijf Cubanen werden herhaaldelijk onderworpen aan wrede, onmenselijke en vernederende behandelingen. Ze werden vanaf de dag van hun aanhouding tot op 3 februari, dus gedurende zeventien maanden, opgesloten in isoleercellen, zonder enig contact met de andere gevangenen of hun bewakers.

Op 27 mei 2005 laakte de Werkgroep Willekeurige Detentie van de Verenigde Naties de "willekeurige" opsluiting van de vijf Cubanen. De werkgroep onderstreepte dat er hier sprake is van een schending van de internationale normen en eiste een nieuwe proces.

Op 9 augustus 2005 beslisten drie rechters van het Hof van Beroep van Atlanta, die samen bijna 80 jaar ervaring hadden, unaniem het vonnis in eerste aanleg nietig te verklaren. Ze vroegen een nieuw proces.

De regering van de Verenigde Staten heeft op 28 september 2005 het verenigde hof van beroep, dat uit twaalf rechters bestaat, gevraagd om de beslissing van 9 augustus opnieuw in overweging te nemen, wat volgens USA-gerechtsdeskundigen een bijzonder ongewone actie is.

Op 9 augustus 2006 verklaarde het Hof van Beroep, onder zware politieke druk, de beslissing van het panel van drie rechters ongeldig en bekrachtigde het de uitgesproken straffen.

De familieleden van de vijf Cubanen waren herhaaldelijk het slachtoffer van psychologische en morele folteringen. Olga Salanueva, echtgenote van René Gonzalez, haar dochter Ivette en Adriana Pérez, echtgenote van Gerardo Hernandez hebben nog altijd geen toestemming gekregen om hun verwanten te bezoeken. Op 25 juni 2002 kreeg Adriana Perez na vijf jaar wachten een visum om haar man te bezoeken in de gevangenis van Los Angeles. Toen ze in de VS arriveerde, werd ze door het FBI aangehouden, gedurende elf uur ondervraagd en opnieuw naar Cuba uitgewezen zonder haar partner te hebben gezien. Verschillende NGO's, onder meer Amnesty International, beschouwen het weigeren van tijdelijke visa aan de echtgenoten van de gedetineerden een buitensporige strafmaatregel.

Welke informatie heeft de minister over dat dossier?

Zou hij die onrechtvaardigheid kunnen veroordelen tijdens zijn bilaterale ontmoetingen met de Verenigde Staten. Zou hij de Verenigde Staten kunnen vragen bezoekrecht te geven aan de echtgenoten van de gevangenen - in overeenstemming met de regels voor de menswaardige behandeling van gevangenen en de verplichtingen van de Staten om het gezinsleven te beschermen - en de heropening te vragen van hun proces in een andere staat dan Florida?

Antwoord ontvangen op 27 april 2007 :

Het dossier van de Cubaanse gevangen, gekend als de « Cuban Five », is mij wel bekend, in het bijzonder door de rapporten van de Werkgroep willekeurige aanhoudingen van de Verenigde Naties. In zijn advies stelt de Werkgroep duidelijk vast dat het in het geval van de « Cuban Five » gaat om een vrijheidsberoving met een arbitrair karakter. België onderschrijft de conclusies van dit advies. Wij steunen eveneens de resoluties van de bevoegde organen van de Verenigde Naties die de betrokken Staten vragen rekening te houden met de adviezen van de Werkgroep en de gepaste maatregelen te nemen om de toestand van willekeurig aangehouden personen te corrigeren.