Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 3-7952

van Amina Derbaki Sbaï (Onafhankelijke) d.d. 27 april 2007

aan de vice-eersteminister en minister van Financiën

Koninklijk Conservatorium van Brussel - Gebouwen - Verval - Renovatie.

Chronologie

27/4/2007Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 4/6/2007)

Vraag nr. 3-7952 d.d. 27 april 2007 : (Vraag gesteld in het Frans)

Als muziekliefhebber en gebruiker van de concertzaal van het Koninklijk Conservatorium van Brussel ben ik zo vrij u kennis te geven van mijn verbazing en afkeuring over de staat waarin dat eerbiedwaardige gebouw van het architectonische en culturele erfgoed van Brussel zich bevindt.

Het huidige verval van deze zaal, met haar buitengewone akoestiek, waar men de grootste solisten en internationale ensembles kan gaan beluisteren en waar onder meer de Koningin Elisabethwedstrijd en talrijke concerten van Bozar plaatsvinden, lijkt mij de hoofstad van Europa onwaardig.

Er worden al wel sedert jaren werken aangekondigd, maar we kunnen alleen maar vaststellen dat er nog altijd niets is gebeurd. Gevolgen : ingestorte plafonds; waterinsijpeling in de concertzaal, waardoor een concert moest worden onderbroken; het Cavaillé-Coll-orgel, dat uniek is in de wereld, biedt niet meer dezelfde geluidskwaliteit door de staat waarin het zich bevindt; van de buitenmuren brokkelen stenen af, de verf bladert af en grote spaanders hangen langs de muren; maar er is nog erger, namelijk asbest in de kelders !

Dat is de toestand van het Conservatorium, dat jaarlijks tal van opvoeringen organiseert en duizenden toeschouwers ontvangt, onder andere de Koningin Elisabethwedstrijd die op 7 mei 2007 begint, zonder nog te spreken over de studenten uit de hele wereld en beroemde gasten die komen als toeschouwers, juryleden en … musici.

Bij koninklijk besluit van 2 augustus 2002 tot wijziging en aanvulling van het koninklijk besluit van 2 augustus 1972 houdende goedkeuring van de lijst der terreinen, gebouwen en aanhorigheden, als bedoeld in artikel 19 van de wet van 1 april 1971 houdende de oprichting van een Regie der Gebouwen, worden de gebouwen van het Conservatorium, in afwachting van een definitieve regeling voor het toekomstige eigendomsstatuut, toevertrouwd aan de Regie der Gebouwen. De Regie kan echter slechts kleine dringende beveiligingswerkzaamheden uitvoeren. De twee conservatoria die er gehuisvest zijn, hangen respectievelijk af van de Vlaamse en de Franse gemeenschap. We hebben hier dus te maken met een ingewikkelde situatie en een versnippering van de bevoegdheden.

In januari 2005 heeft het Conservatorium een lijst opgemaakt van de noden en de algemene staat van de lokalen. Die lijst werd naar de Regie der Gebouwen en naar de staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Monumenten en Landschappen, de heer Emir Kir, gestuurd. Het logische gevolg dat aan die procedure werd gegeven bestaat uit twee fasen.

De eerste fase start in juni 2005: overleg en akkoord over een "draaiboek" dat einde 2006 zou uitmonden in een openbare aanbesteding van de Regie der Gebouwen.

Tweede fase: een persoon "belast met de studie" zou een globaal plan opstellen voor de werken die in fasen moeten worden uitgevoerd. Dat plan zou uiterlijk einde 2007 moeten worden voorgelegd. Op basis van die studie kan een financiële evaluatie worden gemaakt met het oog op het opnemen van het Conservatorium in het Beliris-programma.

Het is jammer dat het plan er maar niet komt, of toch zeker niet binnen de periode die in januari 2005 werd afgesproken, omdat de Regie der Gebouwen, om die eerste fase te kunnen voltooien, de aanbesteding had moeten uitschrijven op basis van een studie die ze eerst zelf had moeten uitvoeren.

Kan de minister mij uitleggen wat de reden is van de onverschillige houding van de Regie der Gebouwen, die als gevolg heeft dat de eerste fase, namelijk het uitschrijven van de aanbesteding, niet kan worden gerealiseerd?