Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 3-7808

van Jacinta De Roeck (SP.A-SPIRIT) d.d. 30 maart 2007

aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

LEIFartsen - Vergoeding - Advies bij euthanasie.

Chronologie

30/3/2007Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 7/5/2007)

Vraag nr. 3-7808 d.d. 30 maart 2007 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De wet van 28 mei 2002 betreffende de euthanasie schrijft voor dat het oordeel van een tweede, en bij niet-terminale patiënten zelfs van een derde, arts vereist is.

Omwille van hun expertise en hun specifieke kennis wordt hierbij regelmatig een beroep gedaan op LEIFartsen of, aan Franstalige kant, op artsen van het FORUM EOL. In tegenstelling tot hun collega's, verbonden aan palliatieve thuisequipes, krijgen deze LEIFartsen geen vergoeding hiervoor. Hun opdracht is nochtans psychisch zeer belastend en stelt hoge kwaliteitseisen.

1. Op welke motivatie is het gebrek aan vergoeding van deze medische prestaties, geleverd door specifiek opgeleide artsen, gestoeld?

2. Voorziet de geachte minister een wijziging in zijn beleid terzake? Indien wel, welke vergoeding wordt aan LEIFartsen in het vooruitzicht gesteld wanneer ze optreden als tweede of derde arts bij een euthanasieverzoek? Welke voorwaarden zullen daarbij gesteld worden (zoals bijvoorbeeld het opmaken van een gedetailleerd registratierapport)?

3. Momenteel beschikt België over de tweejaarlijkse rapporten van de Federale Controle- en Evaluatiecommissie Euthanasie als objectieve gegevensbron rond de praktijk van euthanasie in ons land. Wordt er binnen het beleid werk gemaakt van de uitbouw van een meer uitgebreide databank hieromtrent, naar Nederlands boorbeeld, gebaseerd op de rapporten van de SCENartsen (Nederlandse tegenhanger van de LEIFartsen)? Indien wel, via welke kanalen beoogt hij de nodige gedetailleerde informatie te bekomen?