Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 3-4938

van Hugo Vandenberghe (CD&V) d.d. 11 april 2006

aan de vice-eersteminister en minister van Justitie

Belastingaanslag - Bezwaarschriften.

Chronologie

11/4/2006Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 15/5/2006)
24/4/2006Antwoord
24/4/2006Beslissing niet publicatie

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 3-4939

Vraag nr. 3-4938 d.d. 11 april 2006 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In het ontwerp van programmawet staat dat de bezwaartermijn voor de belastingaangifte van drie naar zes maanden wordt verlengd.

Tot de hervorming van de fiscale procedure in 1999 had de burger of een bedrijf zes maanden de tijd om bezwaar in te dienen tegen een belastingaanslag in de personen- of de vennootschapsbelasting. De wet van 15 maart 1999 bracht de termijn terug tot drie maanden.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen :

1. Hoeveel bezwaarschriften werden sedert 1999 door de burgers ingediend tegen een belastingaanslag in de personen- of de vennootschapsbelasting ? Graag had ik ook een opsplitsing per kanton bekomen.

2. Hoeveel bezwaarschriften werden sedert 1999 door de bedrijven ingediend tegen een belastingaanslag in de personen- of de vennootschapsbelasting ? Graag had ik ook een opsplitsing per kanton bekomen.

3. Welke waren de meest geformuleerde bezwaren ?

4. Hoeveel van de bezwaren werd uiteindelijke geseponeerd ?

5. Met hoeveel van de ingediende bezwaarschriften werd rekening gehouden ?

Antwoord ontvangen op 24 april 2006 :

Deze parlementaire vraag valt onder de bevoegdheid van mijn collega de minister van Financiën.