Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 3-3379

van Jacinta De Roeck (SP.A-SPIRIT) d.d. 23 september 2005

aan de staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

Federale overheidsdiensten - Ministeriële kabinetten - Gebruik van eerlijke handelsproducten en andere duurzame producten.

Chronologie

23/9/2005Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 27/10/2005)
5/10/2005Antwoord
5/10/2005Beslissing niet publicatie

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 3-3359
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 3-3360
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 3-3361
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 3-3362
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 3-3363
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 3-3364
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 3-3365
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 3-3366
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 3-3367
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 3-3368
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 3-3369
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 3-3370
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 3-3371
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 3-3372
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 3-3373
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 3-3374
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 3-3375
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 3-3376
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 3-3377
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 3-3378

Vraag nr. 3-3379 d.d. 23 september 2005 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Met de onderhandelingen van de WTO in december in zicht, komt het thema eerlijke handel opnieuw in de kijker te staan. Deze top wordt uitermate belangrijk omdat kersvers WTO-Directeur Generaal Pascal Lamy een delicaat evenwicht moet zoeken tussen de verschillende landbouwbelangen van Noord en Zuid. Op deze top kan een doorbraak gerealiseerd worden naar een meer evenwichtige mondiale verdeling van de export van goederen. Dat dit een aartsmoeilijke evenwichtsoefening wordt, staat buiten kijf.

Het is daarom ook nodig dat naast de burgermaatschappij, ook de overheden en instellingen duidelijk laten blijken dat zij het principe van eerlijke handel steunen. Jaarlijks zijn er evenementen en manifestaties die de noodzaak aan een meer rechtvaardige wereldhandel moeten onderstrepen. De week van de eerlijke handel (5-15 oktober) vormt het hoogtepunt van de campagnes van de ngo-sector. Naast dit publieke signaal, dient er ook een politiek signaal te komen. Uw kabinet en administratie kunnen een positief signaal geven, door te kiezen voor eerlijke producten in haar werking. De politieke wereld laat dan ook duidelijk zien, dat ze bewust producten kiest, in ruil waarvoor de producent een eerlijke prijs ontvangt.

Graag ontving ik een antwoord op de volgende vragen:

1. Welke producten en goederen, die gebruikt worden op uw kabinet en op de federale overheidsdiensten die van u afhangen, dragen een eerlijke handelslabel? Welk is hun aandeel in het totaalpakket aan verbruikte en gebruikte producten en goederen? Gebruikt uw kabinet ook niet-gelabelde eerlijke handelsproducten, of producten met een duurzaamheidslabel? Welke?

2. Sinds wanneer gebruiken uw kabinet en de federale overheidsdiensten die van u afhangen eerlijke handelsproducten? Als dit nog niet het geval is, welke is de voorziene timing om over te schakelen op het gebruik van meer eerlijke handelsproducten?

3. Indien uw kabinet en de federale overheidsdiensten die van u afhangen, wel gebruik maken van gelabelde producten, om welke producten gaat het dan? Hoe groot is de hoeveelheid gelabelde producten die uw kabinet en de federale overheidsdiensten die van u afhangen, per jaar consumeren? Kan u dit specifiëren naar de aard van het product (koffie, rijst, thee, …)?

Dezelfde vraag wordt aan alle regeringsleden gesteld.

Antwoord ontvangen op 5 oktober 2005 :

Tekst nog niet beschikbaar.