Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 3-3159

van Hugo Vandenberghe (CD&V) d.d. 9 augustus 2005

aan de staatssecretaris voor het Gezin en Personen met een handicap, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

Kinderverwaarlozing - Aantal vaststellingen - Tegenmaatregelen.

Chronologie

9/8/2005Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 9/9/2005)
8/9/2005Antwoord
8/9/2005Beslissing niet publicatie

Vraag nr. 3-3159 d.d. 9 augustus 2005 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Een deurwaarder trof eind juli 2005 in Deurne een ernstig verwaarloosde kleuter aan. Het kind lag in zijn eigen uitwerpselen.

De kleuter werd in het ziekenhuis meteen door een pediater onderzocht en onmiddellijk opgenomen. Het kind bleek een enorme achterstand te hebben. Het was al drie jaar, maar had de ontwikkeling van een kind van anderhalf. Het bleek spasmen te hebben in de slokdarm, had een openhartoperatie achter de rug en leed aan een lichte vorm van het syndroom van Down. De ouders waren niet onmiddellijk te bespeuren.

Intussen zitten de ouders in de cel. Ook een ouder broertje werd door de jeugdrechter geplaatst.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen :

1. Hoeveel ernstig verwaarloosde kinderen worden jaarlijks in ons land aangetroffen ? Hoeveel daarvan worden door de jeugdrechter geplaatst ?

2. Welke maatregelen wil de regering nemen om het aantal gevallen van kinderverwaarlozing in ons land terug te dringen ?

Antwoord ontvangen op 8 september 2005 :

Tekst nog niet beschikbaar.