Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 3-1168

van Sabine de Bethune (CD&V) d.d. 15 juli 2004

aan de staatssecretaris voor Informatisering van de Staat, toegevoegd aan de minister van Begroting en Overheidsbedrijven

Kinderrechten - Regeringsbeleid - Legislatuur 2003-2007 - Beleidsdoelstellingen.

Chronologie

15/7/2004Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 19/8/2004)
2/8/2004Antwoord
2/8/2004Beslissing niet publicatie

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 3-1153
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 3-1154
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 3-1155
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 3-1156
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 3-1157
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 3-1158
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 3-1159
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 3-1160
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 3-1161
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 3-1162
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 3-1163
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 3-1164
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 3-1165
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 3-1166
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 3-1167
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 3-1169
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 3-1170
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 3-1171
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 3-1172
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 3-1173

Vraag nr. 3-1168 d.d. 15 juli 2004 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In juli 2003 trad een nieuwe federale regering aan. Echter, in het regeerakkoord wordt nergens verwezen naar de noodzaak van een federaal kinderrechtenbeleid. Dit is ten zeerste betreurenswaardig.

Immers, sinds 15 januari 1992 is in België het VN-Verdrag inzake de rechten van het kind van kracht.

Daarnaast bepaalt de wet tot instelling van een jaarlijkse rapportage over de toepassing van het Verdrag inzake de rechten van het kind (wet van 4 september 2002, Belgisch Staatsblad van 17 oktober 2002), dat de regering het Federaal Parlement jaarlijks op de hoogte houdt van haar beleid terzake.

Dit verslag wordt uitgebracht in de vorm van een voortgangsnota met een specifiek actieplan en houdt een evaluatie in van de maatregelen die werden genomen. Het omvat, naast een verslag over het kinderrechtenbeleid van de regering in zijn geheel, ook deelverslagen per departementen over de maatregelen die werden genomen en de actiemogelijkheden (artikel 2 van de wet van 4 september 2002).

Dit wettelijk kader bepaalt voldoende dat het federale kinderrechtenbeleid een horizontaal beleid is. Elke federale minister, regeringslid, staatssecretaris en overheidsdienst heeft binnen het eigen bevoegdheidspakket de verantwoordelijkheid om het kinderrechtenbeleid te bewaken en een kindvriendelijke dimensie toe te passen.

Graag had ik vernomen:

1) Wat zijn uw beleidsdoelstellingen naar kinderrechten toe voor deze legislatuur?

2) Hoe hebben deze zich geconcretiseerd in 2003?

Dezelfde vraag wordt aan alle regeringsleden gesteld.

Antwoord ontvangen op 2 augustus 2004 :

Tekst nog niet beschikbaar.