SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2021-2022 Zitting 2021-2022
________________
17 novembre 2021 17 november 2021
________________
Question écrite n° 7-1401 Schriftelijke vraag nr. 7-1401

de Latifa Gahouchi (PS)

van Latifa Gahouchi (PS)

à la secrétaire d'État à l'Égalité des genres, à l'Égalité des chances et à la Diversité, adjointe au ministre de la Mobilité

aan de staatssecretaris voor Gendergelijkheid, Gelijke Kansen en Diversiteit, toegevoegd aan de minister van Mobiliteit
________________
Secteur du nettoyage - Discriminations et racisme - Lutte - Mesures - Concertation avec les entités fédérées Schoonmaaksector - Discriminatie en racisme - Bestrijding - Maatregelen - Overleg met de deelstaten 
________________
lutte contre la discrimination
racisme
entretien
Unia
bestrijding van discriminatie
racisme
onderhoud
Unia
________ ________
17/11/2021Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 16/12/2021)
29/11/2021Antwoord
17/11/2021Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 16/12/2021)
29/11/2021Antwoord
________ ________
Question n° 7-1401 du 17 novembre 2021 : (Question posée en français) Vraag nr. 7-1401 d.d. 17 november 2021 : (Vraag gesteld in het Frans)

Le secteur du nettoyage représenterait quelque cinquante-cinq mille emplois dans notre pays.

Dans les demandes de service faites aux acteurs du secteur, on observerait des réactions qui posent effectivement problème: «Pas une femme voilée», «Pas un homme», «Pas une personne issue de l'immigration», etc.

Ces stéréotypes en tous genres seraient remarqués régulièrement par les acteurs du secteur du nettoyage.

Ces discriminations dans le chef de certains clients ou au sein même des équipes de travail ont amené votre collègue du gouvernement de la Fédération Wallonie-Bruxelles (FWB) M. Daerden, en collaboration avec Unia et le Fonds sectoriel du nettoyage, à initier un projet de formation et de sensibilisation à destination des travailleurs.

Dans le secteur du nettoyage, on rencontrerait en effet jusqu'à cent quatre-vingt-neuf nationalités.

Les discriminations observées sont encore plus interpellantes dans ce domaine, qui fonctionne avec un public faiblement qualifié ou qui ne maîtrise pas la langue française.

Aborder la problématique sous l'angle de la formation me paraît être une mesure intéressante et le projet lancé en FWB montre bien la transversalité de la question.

Cette question relève de la compétence du Sénat car tous les niveaux de pouvoir doivent évidemment être attentifs à ces «dérives».

À l'intérieur du secteur, les chefs d'équipe de nettoyage sont les mieux placés pour combattre les stéréotypes.

Il est clair également que la société de nettoyage doit également prendre ses responsabilités et expliquer notamment aux clients incriminés qu'elle ne peut évidemment répondre aux demandes discriminatoires.

Dans ce secteur extrêmement concurrentiel, où les travailleurs sont particulièrement fragiles, il convient de s'unir pour les protéger du racisme.

Outre la formation évoquée précédemment, d'autres mesures devraient pouvoir être prises, aussi à d'autres niveaux de pouvoir.

Je pense notamment que peu de travailleurs ou d'agences – qui connaissent certainement mal la législation – sont capables de déposer plainte et d'entamer des procédures.

C'est bien une réponse structurelle au problème du racisme qu'il convient en l'occurrence d'apporter.

Disposez-vous d'informations complémentaires par rapport à ce dossier?

Des contacts sont-ils pris avec vos collègues des entités fédérées en la matière?

Quel est l'état de la situation?

 

De schoonmaaksector is goed voor vijfenvijftigduizend jobs in ons land.

Bij de vragen om dienstverlening worden aan de bedrijven eisen geformuleerd die problematisch zijn: 'geen gesluierde vrouw', 'geen mannen', 'geen personen met een migratieachtergrond', enz.

Dat soort stereotype vooroordelen wordt vaak opgevangen door de bedrijven in de schoonmaaksector.

Dergelijke discriminerende vragen van sommige klanten of binnen sommige schoonmaakteams hebben ertoe geleid dat de Franse Gemeenschapsminister Daerden in samenwerking met Unia en het desbetreffende sectorfonds een project voor opleiding en sensibilisering hebben opgezet voor de werknemers uit de sector.

In de schoonmaaksector zijn immers werknemers met honderdnegenentachtig verschillende nationaliteiten aan de slag.

De in dit verband vastgestelde discriminaties zijn vooral ook zorgwekkend omdat in deze sector meestal laaggeschoolden actief zijn of mensen die geen Frans spreken.

Het lijkt me een interessante maatregel om deze problematiek met opleidingen te lijf te gaan en het project dat in de Franse Gemeenschap is opgestart toont aan dat het om een transversale aangelegenheid gaat.

Deze vraag valt binnen de bevoegdheid van de Senaat omdat alle bevoegdheidsniveaus uiteraard aandacht moeten hebben voor dergelijke ontsporingen.

Binnen de sector zullen de ploegbazen in de schoonmaak beter gewapend zijn om dit soort van stereotypen tegen te gaan.

Het is ook duidelijk dat de schoonmaakfirma haar verantwoordelijkheid moet opnemen en onder meer aan de klanten met dergelijke verzoeken moet uitleggen dat ze uiteraard geen gevolg kan geven aan zulke discriminerende vragen.

In deze uiterst competitieve sector waar werknemers bijzonder kwetsbaar zijn, komt het erop aan eendrachtig te zijn om racisme te kunnen afweren.

Naast de eerder vermelde opleiding kunnen ook andere maatregelen genomen worden, op andere beleidsniveaus.

Ik denk dat weinig werknemers of bedrijven, die de wetgeving hoogstwaarschijnlijk niet goed kennen, in staat zijn om hierover klacht in te dienen of gerechtelijke procedures aan te spannen.

In dit geval moet er een structureel antwoord geboden worden op de problematische uitingen van racisme.

Beschikt u over bijkomende informatie in dit verband?

Neemt u hierover contact op met uw collega's in de deelstaten?

Wat is de stand van zaken?

 
Réponse reçue le 29 novembre 2021 : Antwoord ontvangen op 29 november 2021 :

1) Une publication du «Minderhedenforum» de 2015 souligne que dans le secteur des titres services, 16 % des utilisateurs préfèrent être servis par un travailleur non-immigré. Selon cette même étude, 67 % des entreprises de titre-service ayant répondu à la demande l’ont acceptée, directement ou indirectement, malgré les interdictions légales en ce sens. Le problème est donc effectivement interpelant, et pleinement pris en considération.

2) Dans le cadre de l’élaboration du plan d’action national contre le racisme, un processus impliquant les différents niveaux de gouvernements, y compris le niveau fédéral et celui des États, a été réalisé afin d’accroître le soutien et de maximiser l’impact du plan.

Ce plan prévoit des mesures pour la promotion et la reconnaissance de la diversité sur le lieu de travail. Plusieurs objectifs opérationnels ont été fixés, dont l’évaluation et le développement des systèmes d’autorégulation et d’autocontrôle, notamment au sein du secteur des titres-services, ou encore l’évaluation du cadre juridique actuel en vue de renforcer son efficacité. De façon générale, les possibilités de formation des professionnels sont examinées.

3) Actuellement les travaux de divers groupes de travail techniques en vue de traduire les objectifs stratégiques définis dans la note de démarrage du 25 septembre 2020 en objectifs opérationnels et en actions concrètes viennent de se terminer. Des négociations politiques sont en cours depuis le mois de mai pour discuter et valider les propositions des groupes de travail techniques.

De façon générale, ces questions font l’objet de réflexions communes avec les administrations d’égalité des chances des entités fédérées, vers lesquelles je vous renvoie pour davantage d’informations.

1) In een publicatie van het Minderhedenforum uit 2015 wordt erop gewezen dat in de dienstenchequesector 16 % van de gebruikers de voorkeur heeft te worden bediend door een niet-immigrerende werknemer. Volgens dezelfde studie heeft 67 % van de dienstenchequebedrijven op het verzoek gereageerd, direct of indirect, ondanks het wettelijke verbod ter zake. Het probleem is dus wel degelijk een uitdaging, die ten volle in aanmerking wordt genomen.

2) Als onderdeel van de ontwikkeling van het nationaal actieplan tegen racisme is een proces uitgevoerd waarbij de verschillende overheidsniveaus, waaronder het federale en het deelstaatniveau, betrokken waren om het draagvlak te vergroten en de impact van het plan te maximaliseren.

Het plan omvat maatregelen voor de bevordering en erkenning van diversiteit op de werkplek. Er zijn verscheidene operationele doelstellingen vastgesteld, waaronder de evaluatie en ontwikkeling van zelfregulerings- en zelfcontrolesystemen, met name in de sector van de dienstencheques, en de evaluatie van het huidige rechtskader met het oog op de versterking van de doeltreffendheid ervan. In het algemeen worden de opleidingsmogelijkheden voor beroepsbeoefenaren onderzocht.

3) Momenteel zijn de werkzaamheden van diverse technische werkgroepen, om de in de startnota van 25 september 2020 omschreven strategische doelstellingen om te zetten in operationele doelstellingen en concrete acties, afgerond. Sinds mei zijn politieke onderhandelingen aan de gang om de voorstellen van de technische werkgroepen te bespreken en te valideren.

Over het algemeen wordt over deze kwestie gezamenlijk nagedacht met de gelijke kansen administraties van de federale entiteiten, waarnaar ik u voor meer informatie verwijs.