SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2020-2021 Zitting 2020-2021
________________
15 septembre 2021 15 september 2021
________________
Question écrite n° 7-1350 Schriftelijke vraag nr. 7-1350

de Latifa Gahouchi (PS)

van Latifa Gahouchi (PS)

à la secrétaire d'État à l'Égalité des genres, à l'Égalité des chances et à la Diversité, adjointe au ministre de la Mobilité

aan de staatssecretaris voor Gendergelijkheid, Gelijke Kansen en Diversiteit, toegevoegd aan de minister van Mobiliteit
________________
Violences sexuelles - Victime - Centres de prise en charge des violences sexuelles (CPVS) Seksueel geweld - Slachtoffer - Zorgcentra na Seksueel Geweld (ZSG) 
________________
violence sexuelle
victime
Institut pour l'égalité des femmes et des hommes
seksueel geweld
slachtoffer
Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen
________ ________
15/9/2021Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 14/10/2021)
25/10/2021Antwoord
15/9/2021Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 14/10/2021)
25/10/2021Antwoord
________ ________
Question n° 7-1350 du 15 septembre 2021 : (Question posée en français) Vraag nr. 7-1350 d.d. 15 september 2021 : (Vraag gesteld in het Frans)

Depuis 2017, il existe en Belgique trois Centres de prise en charge des violences sexuelles (CPVS). Ces centres sont reliés aux hôpitaux et offrent tous les services aux victimes de violences sexuelles. Les victimes peuvent s'adresser à ces centres pour des examens médicaux et des enquêtes médico-légales, le traitement de traumatismes, des conseils et, si la victime le souhaite, une assistance de la police et du parquet. Outre le personnel médical, les centres collaborent avec des inspecteurs des mœurs des services de police, le magistrat de parquet attaché aux Centres de prise en charge et un laboratoire d'analyse ADN désigné par le parquet.

Dans la mesure où la lutte contre les violences sexuelles implique le niveau fédéral ainsi que les entités fédérées (notamment via la prévention et la sensibilisation) la transversalité de cette question est établie.

Le Conseil des ministres décidait en juin 2020 de créer trois nouveaux centres à Charleroi, Anvers et Louvain. L'objectif étant d'arriver à un CPVS par province, soit dix centres pour la Belgique. Le fait que les victimes puissent être aidées près de chez elles augmente les chances qu'elles cherchent effectivement à obtenir cette aide.

Où en est-on dans l'implémentation de ces nouveaux centres ? Quels sont les quatre derniers lieux retenus pour la création d'un CPVS ?

Initialement la coopération se faisait avec une seule zone de police. Récemment, pour une plus grande efficacité l'objectif était d'étendre la coopération du centre avec toutes les zones de police de leur arrondissement judiciaire.

Aujourd'hui comment se passe cette coopération ? Est-elle optimale ?

De plus en plus de victimes trouvent leur chemin jusqu'aux centres de prise en charge des violences sexuelles.

En 2017, deux victimes en moyenne s'y présentaient chaque jour. Qu'en est-il aujourd'hui disposez-vous de chiffres précis relatifs aux prises en charge et par centre ? Quel est le profil des victimes ?

Enfin, un centre d'expertise sur la violence sexuelle devait voir le jour au sein de l'Institut pour l'égalité ? des femmes et des hommes. Ce centre a-t-il été créé ? Quelles sont ses missions ?

 

Sinds 2017 bestaan er in België drie Zorgcentra na Seksueel Geweld (ZSG). Die centra zijn verbonden aan ziekenhuizen en bieden alle diensten aan de slachtoffers van seksueel geweld. De slachtoffers kunnen zich wenden tot die centra voor medische onderzoeken, waaronder gerechtelijke onderzoeken, traumabehandeling, advies en, als het slachtoffer dat wenst, bijstand van de politie en van het parket. De centra beschikken over medisch personeel en werken ook samen met inspecteurs van de zedenpolitie, met de parketmagistraat bij de Zorgcentra en met een labo voor DNA-analyse aangeduid door het parket.

Aangezien de strijd tegen seksueel geweld zowel het federale niveau als de deelstaten (via preventie en sensibilisering) aangaan, staat het vast dat deze vraag transversaal is.

De ministerraad besliste in juni 2020 om drie nieuwe centra op te richten, in Charleroi, Antwerpen en Leuven, in het kader van de doelstelling van een ZSG per provincie, hetzij tien centra in België. Als de slachtoffers dichtbij huis kunnen worden geholpen, vergroot de kans dat ze die hulp effectief zullen zoeken.

Hoe ver staat het met de uitrol van die nieuwe centra? Op welke vier overblijvende plaatsen zal nog een ZSG worden opgericht?

Aanvankelijk gebeurde de samenwerking met een enkele politiezone. Onlangs werd, met het oog op een grotere efficiëntie, de doelstelling uitgebreid tot de samenwerking met alle politiezones van het betrokken gerechtelijk arrondissement.

Hoe verloopt die samenwerking vandaag? Is ze optimaal?

Steeds meer slachtoffers vinden hun weg naar de Zorgcentra na Seksueel Geweld.

In 2017 meldden zich gemiddeld twee slachtoffers per dag aan. Hoe is de situatie vandaag? Beschikt u over precieze cijfers over de zorgverlening per centrum? Welk profiel hebben de slachtoffers?

Tot slot, een expertisecentrum voor seksueel geweld zou moeten worden opgericht binnen het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen. Werd dat centrum opgericht? Wat zijn de opdrachten ervan?

 
Réponse reçue le 25 octobre 2021 : Antwoord ontvangen op 25 oktober 2021 :

Conformément aux engagements pris sous cette législature, le déploiement des CPVS se poursuit actuellement. De nouveaux CPVS devraient ainsi voir le jour à Charleroi et Anvers en novembre prochain. Roulers et Louvain devraient également accueillir de nouveaux CPVS en 2022 ainsi que Genk, Arlon et Namur en 2023. L’approche multidisciplinaire constitue évidemment un élément central du fonctionnement d’un CPVS et une coopération optimale avec la police locale demeure un objectif constant. Le CPVS de Gand prévoit déjà une coopération avec l’ensemble des zones de police de l’arrondissement judiciaire. La volonté est d’aller dans la même direction au sein de l’ensemble des CPVS.

Les trois CPVS existants ont pris en charge 3 151 victimes de violences sexuelles entre 2018 et 2020. En outre, 672 victimes s’y sont présentées au cours du premier semestre 2021. 28 % des victimes étaient mineures et 90 % des victimes étaient des femmes selon les données arrêtées au 31 mars 2021.

Un centre d’expertise multidisciplinaire doit s’ancrer au sein de l’Institut pour l’égalité des femmes et des hommes afin de renforcer et d’amplifier le travail déjà réalisé par l’Institut autour des violences basées sur le genre ainsi que de développer des axes novateurs en lien avec le prochain PAN 2021-2025. Les missions de centre devraient être le suivi et l’évaluation des politiques de lutte contre les violences basées sur le genre. Il serait également chargé de récolter des données, de mener des recherches et de coordonner des formations. La lutte contre les violences sexuelles fera partie intégrante de ce centre.

Overeenkomstig de verbintenissen die tijdens deze legislatuur werden aangegaan, worden de ZSG's momenteel verder ontplooid. In Charleroi en Antwerpen moeten nieuwe ZSG's het licht zien volgend jaar in november. Ook in Roeselare en Leuven zouden in 2022 nieuwe ZSG's moeten komen, net als in Genk, Aarlen en Namen in 2023. De multidisciplinaire aanpak is uiteraard een centraal element in de werking van een ZSG en een optimale samenwerking met de lokale politie blijft een constante doelstelling. Het Gentse ZSG voorziet al in een samenwerking met alle politiezones van het gerechtelijk arrondissement. Het is de bedoeling om in alle ZSG's dezelfde richting uit te gaan.

De drie bestaande ZSG's hebben tussen 2018 en 2020 3 151 slachtoffers van seksueel geweld opgevangen. Daarnaast hebben zich 672 slachtoffers gemeld in de eerste helft van 2021. Volgens de gegevens op 31 maart 2021 was 28 % van de slachtoffers minderjarig. 90 % van de slachtoffers waren vrouwen.

Binnen het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen moet een multidisciplinair expertisecentrum worden verankerd om het reeds door het Instituut verrichte werk op het gebied van gendergerelateerd geweld te versterken en uit te breiden en innoverende benaderingen te ontwikkelen in lijn met het volgende NAP 2021-2025. De taken van dit centrum moeten bestaan in het controleren en evalueren van het beleid ter bestrijding van gendergerelateerd geweld. Het zou ook belast worden met het verzamelen van gegevens, het verrichten van onderzoek en het coördineren van opleidingen. De strijd tegen seksueel geweld zal integraal deel uitmaken van dit centrum.