SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2020-2021 Zitting 2020-2021
________________
14 septembre 2021 14 september 2021
________________
Question écrite n° 7-1347 Schriftelijke vraag nr. 7-1347

de Latifa Gahouchi (PS)

van Latifa Gahouchi (PS)

au secrétaire d'État pour la Relance et les Investissements stratégiques, chargé de la Politique scientifique, adjoint au ministre de l'Economie et du Travail

aan de staatssecretaris voor Relance en Strategische Investeringen, belast met Wetenschapsbeleid, toegevoegd aan de minister van Economie en Werk
________________
Biens culturels et patrimoniaux africains - Époque coloniale - Restitution Afrikaanse cultuur- en erfgoederen - Koloniaal tijdperk - Teruggave 
________________
bien culturel
colonialisme
Afrique
cultuurgoed
kolonialisme
Afrika
________ ________
14/9/2021Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 14/10/2021)
13/10/2021Antwoord
14/9/2021Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 14/10/2021)
13/10/2021Antwoord
________ ________
Question n° 7-1347 du 14 septembre 2021 : (Question posée en français) Vraag nr. 7-1347 d.d. 14 september 2021 : (Vraag gesteld in het Frans)

Lors de la précédente législature, nous avons déposé deux propositions de résolution.

La première, déposée au Sénat visait la mise en place d'un groupe d'experts interfédéral, paritaire, composé de Belges, de Belges afrodescendants et mixte qui auraient pour mission de faire l'inventaire des biens culturels et patrimoniaux africains concernés et d'établir des recommandations quant à leur restitution (doc. Sénat 2018-2019, 6-487/1).

Ce texte visait aussi à obtenir la restitution des ossements et des restes humains issus des expéditions punitives lors de la période coloniale, lorsqu'une demande est formulée et l'organisation d'une grande conférence interfédérale et internationale sur ces questions, déjà en débats, en Angleterre, au Chili, en Allemagne, en France…

Au parlement bruxellois, le groupe socialiste a également déposé une proposition de résolution complémentaire, demandant notamment la création d'une Fondation, qui permette d'étudier, d'analyser et de participer à la valorisation des archives coloniales.

Rappeler le dépôt de ces deux textes c'est également assurer que la matière délicate visée est effectivement transversale. Ma question relève bien de la compétence du Sénat.

Vous avez exprimé en juillet dernier le souci de votre département d'entamer, au plus vite, le dialogue avec les autorités congolaises sur la question de la restitution des objets acquis de manière illégitime lors de l'époque coloniale et indiquant le soutien qui sera apporté à la République démocratique du Congo (RDC) afin de faciliter la conservation et la valorisation des objets qui seraient restitués matériellement.

Dans ce cadre vous avez avancé deux principes fondamentaux et aussi trois catégories d'objets concernés par cette approche.

Je renvoie à votre déclaration pour l'explication en détail de votre démarche.

Vous avez par ailleurs priorisé de renforcer les collaborations scientifiques et culturelles entre la Belgique et la RDC, dans le cadre de la restitution et plus largement dans le cadre de la conservation, de la recherche et de la valorisation de ces objets.

Disposez-vous d'un échéancier précis et des contacts sont-ils déjà envisagés avec les entités fédérées en la matière ?

Quel est l'état de la question ?

 

Tijdens de vorige legislatuur hebben we twee voorstellen van resolutie ingediend.

Het eerste, ingediend in de Senaat, beoogde de oprichting van een interfederale paritaire en gemengde groep van experten, bestaande uit Belgen, waaronder Belgen van Afrikaanse afkomst, met als opdracht de inventarisatie van de betrokken Afrikaanse cultuur- en erfgoederen op te stellen en aanbevelingen te formuleren over de teruggave ervan (doc. Senaat 2018-2019, 6-487/1).

Die tekst beoogde ook de teruggave van menselijke resten en beenderen afkomstig van strafexpedities tijdens de koloniale periode, wanneer een verzoek tot teruggave wordt ingediend, en de organisatie van een grote internationale conferentie over die onderwerpen, waarover het debat reeds aan de gang is in Engeland, Chili, Duitsland, Frankrijk,…

In het Brusselse Parlement heeft de socialistische fractie een bijkomend voorstel van resolutie ingediend, waarin onder meer de oprichting van een stichting wordt gevraagd die de mogelijkheid zou bieden het koloniale archief te bestuderen, te analyseren en mee te werken aan de valorisatie ervan.

Door het feit dat er in deze vraag aan wordt herinnerd dat die twee teksten werden ingediend, staat het vast dat deze delicate materie inderdaad transversaal is. Mijn vraag behoort dus wel degelijk tot de bevoegdheid van de Senaat.

In juli jongstleden uitte u de bekommernis van uw departement om zo snel mogelijk de dialoog met de Congolese overheden aan te gaan over de kwestie van de teruggave van voorwerpen die tijdens de koloniale periode onrechtmatig werden verkregen. U voegde daaraan toe dat de Democratische Republiek Congo (DRC) steun zal krijgen om de bewaring en de valorisering van de voorwerpen die werkelijk zouden worden teruggegeven te faciliteren.

In dat kader hebt u twee fundamentele principes, naast drie categorieën voorwerpen die voor die aanpak in aanmerking komen, naar voor geschoven.

Ik verwijs naar uw verklaring voor de uitleg over de details van uw initiatief.

U hebt voorts voorrang gegeven aan de versterking van de wetenschappelijke en culturele samenwerking tussen België en de DRC, in het kader van de bewaring, het onderzoek en de valorisatie van die voorwerpen.

Beschikt u over een precies tijdsschema en zijn er al contacten gepland met de deelstaten over dit onderwerp?

Wat is de stand van zaken?

 
Réponse reçue le 13 octobre 2021 : Antwoord ontvangen op 13 oktober 2021 :

Je tiens tout d’abord à préciser mon approche quant à la restitution des objets dans le cadre du passé colonial (1885-1960) entre l'État belge et la République démocratique du Congo (RDC).

Mon approche repose sur les principes suivants :

  1. Séparation de la question du transfert de propriété de la question de la restitution matérielle : trop souvent, les discussions concernant les objets issus du passé colonial ont été bloquées par des arguments liés aux conditions de conservation. Mon approche permet notamment de contourner ces blocages, d’apporter une réponse à la question symbolique et essentielle de la propriété (par un transfert immédiat de la propriété des objets dont il a été démontré qu’ils ont été acquis de manière illégitime) et de construire les conditions pour la conservation et le renforcement des collaborations scientifiques et culturelles.

  2. Reconnaissance juridique du caractère aliénable : cette reconnaissance concerne l’ensemble des objets dont il n’a pas encore pu être déterminé que la Belgique les a acquis de façon légitime. J’ai d’ailleurs prévu d’accélérer les études de provenance avec des équipes scientifiques mixtes (belgo-congolaise).

  3. Approche basée sur le dialogue entre les autorités de la RDC et de la Belgique : le dialogue entre les deux pays est le fil rouge de la démarche puisque le transfert matériel des objets (au-delà de la cession de la propriété) doit s'inscrire dans un cadre diplomatique bilatéral.

Les échanges qui vont intervenir incessamment avec les autorités congolaises à propos de cette approche et de sa mise en œuvre devraient conduire à la conclusion d’un accord de coopération dans lequel notre pays pourrait également s’engager à apporter un soutien à la République démocratique du Congo afin de faciliter la conservation et la valorisation des objets qui seraient restitués matériellement.

En collaboration avec le cabinet des Affaires étrangères, nous entamons ce dialogue avec les autorités congolaises afin d’avancer ces prochaines semaines vers la concrétisation de cette approche.

Eerst en vooral zou ik mijn benadering van de restitutie van voorwerpen in de context van het koloniale verleden (1885-1960) tussen de Belgische staat en de Democratische Republiek Congo (DRC) willen verduidelijken.

Mijn aanpak is gebaseerd op de volgende principes:

  1. Scheiding van de kwestie van de eigendomsoverdracht en de kwestie van de materiële teruggave: maar al te vaak zijn discussies over voorwerpen uit het koloniale verleden geblokkeerd door argumenten in verband met de conserveringsvoorwaarden. Mijn aanpak maakt het mogelijk deze blokkades te omzeilen, een antwoord te geven op de symbolische en essentiële kwestie van de eigendom (door een onmiddellijke overdracht van de eigendom van voorwerpen waarvan is aangetoond dat zij op onrechtmatige wijze zijn verkregen) en de voorwaarden te scheppen voor de instandhouding en de versterking van de wetenschappelijke en culturele samenwerking.

  2. Wettelijke erkenning van het vervreemdbaar karakter: deze erkenning betreft alle voorwerpen waarvan nog niet kon worden vastgesteld dat België ze rechtmatig heeft verkregen. Ik heb me ook voorgenomen om de herkomststudies te versnellen met gemengde (Belgisch-Congolese) wetenschappelijke teams.

  3. Benadering op basis van dialoog tussen de autoriteiten van de DRC en België: de dialoog tussen beide landen vormt de rode draad van het proces, aangezien de materiële overdracht van de voorwerpen (naast de eigendomsoverdracht) in een bilateraal diplomatiek kader moet plaatsvinden.

De gesprekken die binnenkort met de Congolese autoriteiten over deze aanpak en de uitvoering ervan zullen worden gevoerd, zouden moeten leiden tot de sluiting van een samenwerkingsovereenkomst waarbij ons land zich er tevens toe zou kunnen verbinden steun te verlenen aan de Democratische Republiek Congo om de conservatie en de opwaardering van de materieel te restitueren voorwerpen te vergemakkelijken.

In samenwerking met het kabinet van Buitenlandse Zaken brengen wij deze dialoog met de Congolese autoriteiten op gang om in de komende weken vooruitgang te boeken bij de verwezenlijking van deze aanpak.