SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2016-2017 Zitting 2016-2017
________________
21 juin 2017 21 juni 2017
________________
Question écrite n° 6-1495 Schriftelijke vraag nr. 6-1495

de Annemie Maes (Ecolo-Groen)

van Annemie Maes (Ecolo-Groen)

au premier ministre

aan de eerste minister
________________
Plan d'action fédéral Dieselgate - Groupe de travail interfédéral Environnement et Santé - Discussions - Accises sur le gazole - Hausse Federaal actieplan Dieselgate - Interfederale Werkgroep Milieu en Gezondheid - Besprekingen - Accijnzen op diesel - Verhoging 
________________
accise
gazole
pollution atmosphérique
politique de l'environnement
industrie automobile
accijns
gasolie
luchtverontreiniging
milieubeleid
automobielindustrie
________ ________
21/6/2017Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 20/7/2017)
19/7/2017Antwoord
21/6/2017Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 20/7/2017)
19/7/2017Antwoord
________ ________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-1496
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-1497
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-1496
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-1497
________ ________
Question n° 6-1495 du 21 juin 2017 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 6-1495 d.d. 21 juni 2017 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

En Belgique, la qualité de l'air laisse fort à désirer, avec des répercussions sur la santé de tous. L'organisation non gouvernementale ClientEarth a récemment publié des chiffres alarmants sur Bruxelles. Une qualité déficiente de l'air est également constatée ailleurs dans notre pays.

On sait bien maintenant qu'il ne s'agit pas uniquement d'un « Dieselgate Volkswagen », mais d'un « Dieselgate voitures ». Presque toutes les marques sont en cause, avec des moteurs diesel qui, censés respecter la norme Euro 6, émettent en moyenne 625 mg/km, soit plus de huit fois le plafond. Il faut donc imposer une baisse des émissions réelles des voitures diesel. Elle aura pour effet une nette et rapide amélioration de la qualité atmosphérique, puisque les émissions de NOx et de particules (carbone suie) ne persistent que quelques semaines dans l'atmosphère.

En 2016, la commission fédérale Dieselgate a formulé 59 recommandations, dont :

« Recommandation 58 : Demande au gouvernement de déposer d’ici fin 2016 un plan d’action qui traduise chacune des recommandations en mesures et actions concrètes, avec pour chacune de celles-ci un agenda prévisionnel d’adoption et de mise en œuvre effective ;

Recommandation 59 : Demande à chaque commission compétente du Parlement de porter, pour la première fois endéans les 6 mois et ensuite chaque année, à son ordre du jour un débat sur l’état d’avancement de la concrétisation des recommandations qui concernent les compétences de ladite commission et demande au gouvernement fédéral de déposer dix jours avant un tableau de suivi de la concrétisation des recommandations et de son plan d’action. »

À ce jour, il n'existe toujours pas de plan d'action fédéral. Les compétences sont réparties sur plusieurs niveaux. Chaque entité (l'échelon fédéral et les trois Régions) s'occupe peu ou prou de la question. Une approche coordonnée est donc essentielle. Un bon instrument à cet effet serait le Groupe de travail interfédéral Environnement et Santé, qui communiquerait et rapporterait périodiquement, proactivement et dans la transparence sur les progrès de ses activités. Le groupe coupole Environnement et Santé se serait déjà réuni en décembre 2016 pour parler du Dieselgate. Mais la transparence fait défaut en ce qui concerne l'état d'avancement de ces importantes discussions.

Il reste beaucoup à faire sur les plans de la fiscalité, de l'alignement des accises sur le gazole et sur l'essence, de l'information correcte du client et des contrôles post-production.

Ainsi, l'égalisation des accises sur le gazole et sur l'essence, promise par le gouvernement pour 2018, constitue une première étape vers la suppression de l'avantage offert à ceux qui roulent au gazole. Pour celui-ci, le système du cliquet s'applique : une baisse de prix est compensée pour moitié par une hausse des accises. Le 25 avril 2017, le prix du gazole, à la suite des marchés pétroliers internationaux, a baissé de 2,9 cent, sans hausse des accises. On a expliqué que l'objectif pour 2017 avait déjà été atteint le 23 mars 2017, et que par conséquent le système ne s'applique plus aux baisses de prix postérieures.

À ce sujet, je souhaiterais poser les questions que voici :

1) Comment et quand le gouvernement fédéral va-t-il établir et diffuser son « plan d'action dieselgate » ?

2) Quels résultats le Groupe de travail interfédéral Environnement et Santé a-t-il déjà obtenus dans le domaine du dieselgate et quelles seront les démarches suivantes ?

3) Les accises sur l'essence s'élèvent à 0,6051 euro par litre, celles sur le gazole à 0,53 euro par litre. Depuis le 23 mars 2017, ces dernières sont restées inchangées, en dépit de la baisse du prix du gazole. Comment le gouvernement concilie-t-il ce constat et sa promesse d'égaliser les accises d'ici 2018 ?

 

Het is erg gesteld met de luchtkwaliteit in België. Dat heeft gezondheidseffecten voor ons allemaal. Recent nog kwam de niet gouvernementele organisatie ClientEarth naar buiten met zeer alarmerende cijfers voor Brussel. Een gelijkaardige slechte luchtkwaliteit vindt men ook in de rest van het land.

Ondertussen is het genoegzaam bekend dat dit niet alleen een Volkswagen “dieselgate” is, maar een hele “dieselwagensgate”. Het gaat over diesels van vrijwel alle automerken, met zelfs huidige Euro 6-normdiesels die gemiddeld 625 mg / km uitstoten, meer dan acht keer de limiet. Een verlaging van de reële emissies van dieselwagens moet dus afgedwongen worden. Een verlaging van de uitstoot zorgt immers snel voor een sterke verbetering van de luchtkwaliteit, gezien emissies van NOx en roet (black carbon) slechts enkele weken in de atmosfeer blijven.

De federale dieselgatecommissie heeft in de loop van 2016 negenenvijftig aanbevelingen geformuleerd, waaronder :

« Aanbeveling 58 : Vraagt de federale regering tegen eind 2016 een actieplan in te dienen dat elk van deze aanbevelingen omzet in concrete maatregelen en acties, met voor elk ervan een te verwachten agenda wat de aanneming en de daadwerkelijke uitvoering betreft ;

Aanbeveling 59 : Vraagt elke bevoegde commissie van het Parlement, de eerste maal binnen de zes maanden en vervolgens elk jaar, een debat te agenderen over de voortgang van de verwezenlijking van de aanbevelingen in verband met de bevoegdheden van die commissie, en vraagt de federale regering tien dagen voordien een opvolgingstabel in te dienen met een overzicht van de verwezenlijking van de aanbevelingen en van de uitvoering van het actieplan. »

Tot op heden is er nog steeds geen federaal actieplan. De bevoegdheden zijn verdeeld over verschillende niveaus. Elke entiteit (federaal niveau en de drie gewesten) zijn elk op hun manier in meer of mindere mate bezig met de problematiek. Een gecoördineerde aanpak is dan ook van zeer groot belang. Een goed instrument hierbij zou de Interfederale Werkgroep Milieu en Gezondheid zijn. Deze zou een periodieke, proactieve en transparante communicatie en rapportering over de voortgang van de werkzaamheden moeten publiek maken. De overkoepelende werkgroep Milieu en Gezondheid zou in december 2016 samengekomen zijn rond dieselgate. Maar er bestaat geen transparantie over wat de stand van zaken is met betrekking tot deze belangrijke besprekingen.

Er zijn nog grote stappen te zetten op het vlak van fiscaliteit, gelijkschakeling van de accijnzen op diesel ten opzichte van benzine, correcte informatie voor de klant en post-productiecontroles.

Zo is de door de federale regering beloofde gelijkschakeling van de accijnzen van benzine en diesel tegen 2018 een belangrijke stap om het bevoordelen van het rijden met diesel stop te zetten. Hierbij geldt voor diesel het kliksysteem, waarbij prijsdalingen voor de helft worden omgezet in hogere accijnzen. Op 25 april 2017 is de dieselprijs met 2,9 eurocent gedaald wegens de daling van de prijzen op de internationale oliemarkten. Hiermee is echter geen verhoging van de dieselaccijns gepaard gegaan. Hierbij werd gesteld dat de doelstelling voor 2017 al is gehaald op 23 maart 2017, waardoor het systeem daarom niet langer gebruikt wordt bij dalingen van de dieselprijs na 23 maart 2017.

Mijn vragen in dit verband zijn de volgende :

1) Op welke manier en wanneer zal de federale regering het « dieselgate actieplan » formuleren en kenbaar maken ?

2) Welke resultaten heeft de Interfederale Werkgroep Milieu en Gezondheid reeds geboekt rond dieselgate en welke verdere stappen zullen hier gezet worden ?

3) De benzineaccijns bedraagt 0,6051 euro per liter, deze voor diesel 0,53 euro per liter. Sinds 23 maart 2017 blijven de accijnzen op diesel gelijk, ondanks dieselprijsdalingen. Hoe rijmt de regering dit met de belofte tegen 2018 de accijnzen gelijk te maken ?

 
Réponse reçue le 19 juillet 2017 : Antwoord ontvangen op 19 juli 2017 :

1) & 2) L’état d’avancement des recommandations est repris dans le tableau en annexe.

3) Un système de cliquet est appliqué afin d’augmenter le droit d’accise spécial. L’on a ainsi chaque fois fixé le plafond de l’augmentation annuelle maximale pour le diesel et de la diminution maximale pour l’essence sans plomb. Comme vous l’indiquez à juste titre, ce plafond a été atteint cette année le 23 mars 2017. Pour ces raisons, plus aucune modification n’est prévue cette année. Ce système continuera d’être appliqué en 2018, selon la trajectoire établie. Le gouvernement respecte donc le schéma établi pour atteindre ledit objectif.

Recommandations Commission parlementaire spéciale Dieselgate – état d’avancement

I. Protection du consommateur

Recommandation

Destinataire

État de la situation

1. Rappelle à D’Ieteren et VW que le consommateur n’est en aucun cas responsable de ce scandale. Il serait donc injuste qu’il soit sanctionné. Il appartient à VW de faire une proposition suffisamment attrayante aux consommateurs, afin qu’ils ramènent leurs voitures. Cependant, dès lors que le consommateur a été informé du fait que son véhicule est concerné par le Dieselgate et a été dument incité par VW à réagir, il est important, afin de stopper l’impact sur la santé publique et l’environnement, qu’il ramène son véhicule dans le cadre des actions de rappel.

VW et D’Ieteren

Le gouvernement fédéral a pris contact avec l’importateur D’Ieteren.

Le message suivant fut transmis : « l’importateur D’Ieteren met tout en œuvre pour optimiser le taux de participation à l’action de rappel des véhicules affectés et immatriculés en Belgique. Tous les clients concernés ont déjà reçu deux courriers d’information. Dès qu’une solution technique est disponible, chaque client concerné reçoit un courrier personnalisé l’invitant à passer sans tarder en concession pour faire procéder à la mise à jour du logiciel de son véhicule. Deux courriers de rappel sont prévus au cas où le client ne réagirait pas à la première invitation. Le Groupe Volkswagen espère que les instances d’homologation européenne auront approuvé 100 % des solutions techniques d’ici la fin de 2016 ».

2. Demande au gouvernement fédéral de veiller à la bonne exécution des campagnes de rappel.

Consommateurs, Mobilité (Régions)

Dans le cadre de cette recommandation, le gouvernement fédéral a pris contact avec D’Ieteren. En complément des éléments évoqués au point précédent, D’Ieteren informe le gouvernement, sur demande, des actions qu’il entreprend.

Les autorités chargées des homologations, comme KBA, transmettent systématiquement aux Régions les détails relatifs aux homologations.

Le 6 juin 2017, les solutions techniques étaient disponibles en Belgique pour les 288 821 véhicules concernés (encore) immatriculés en Belgique.

Au total, 154 703 mises à jour ont été effectuées à cette date.

Le client peut reporter son rendez-vous ; l’action de retour n’impose aucun délai strict. Deux rappels seront en outre envoyés aux clients qui ne réagissent pas à l’invitation.

D’Ieteren et les concessionnaires mettent tout en œuvre pour assurer la mise à niveau gratuite d’un maximum de véhicules avec un minimum de désagrément pour les clients. Ils offrent des solutions comme la mise à disposition d’un véhicule de remplacement, la réalisation de la mise à jour lors d’une visite au garage planifiée pour d’autres raisons (entretien, changement de pneus, etc.).

3. Demande à D’Ieteren et VW de limiter les désagréments du consommateur (en proposant une voiture de remplacement quand c’est nécessaire) invité à ramener son véhicule dans le cadre des actions de rappel qui doivent être totalement gratuites.

VW et D’Ieteren

Le gouvernement fédéral a pris contact avec l’importateur D’Ieteren.

Le message suivant fut transmis : « La durée de l’intervention technique, qui est totalement gratuite pour le client, varie entre 30 minutes (pour les cylindrées 1,2 L et 2,0 L) et 60 minutes (pour les moteurs 1,6 L). En cas de nécessité, le concessionnaire peut proposer aux clients qui le souhaitent, une solution de mobilité adaptée ».

4. Exige que VW et D’Ieteren fournissent aux consommateurs une information publique, complète, claire et accessible.

VW et D’Ieteren

Le gouvernement fédéral a pris contact avec l’importateur D’Ieteren.

Le message suivant fut transmis : « Outre les différents courriers personnalisés adressés aux clients concernés, l’ensemble des informations relatives au Dieselgate sont accessibles via un site spécialement dédié à cet effet : www.customercare.dieteren.be. Les consommateurs peuvent également contacter la Diesel Hotline au 02/756 86 33 pour toute question complémentaire ».

5. Demande au gouvernement fédéral de veiller à l’amélioration de la qualité des informations destinées aux consommateurs afin que ces derniers sachent clairement quel contenu et quelles modifications (notamment le contenu, les modifications et les mises à jour des applications logicielles) ont été apportées à la demande du constructeur et quelles en sont les conséquences, tant lors du premier achat que lors de la revente d’un véhicule.

Consommateurs

Le 13 janvier 2017, des recommandations communes ont été signées avec le secteur. Tous les fabricants et importateurs de voitures belges ont rejoint ces recommandations communes.

Le ministre Peeters a demandé à la Commission européenne de s’attaquer au niveau européen également à la problématique de l’information en cas de mise à jour.

Si le client refuse de procéder à l’adaptation dans le cadre d’une action de retour, ce refus sera notifié sur le Car Pass. C’est ainsi que l’acquéreur d’un véhicule d’occasion sera également protégé.

La concertation avec les parties prenantes a été lancée début février 2017 en vue de la préparation des adaptations réglementaires requises. Un premier avant-projet a été préparé à ce sujet; si possible, il sera encore examiné plus en détail avec les parties prenantes avant les vacances parlementaires.

6. Il faut savoir clairement et rapidement si les solutions proposées par le constructeur automobile engendrent d’autres préjudices faisant baisser la valeur du véhicule. C’est pourquoi il faut :

a. insister pour que le KBA (Kraftfahrt–Bundesamt) fasse savoir rapidement si les solutions proposées peuvent notamment impacter la puissance, la consommation et le niveau d’émissions du véhicule ;

b. demander de soumettre plusieurs véhicules par modèle à un test avant et après la remise en conformité pour vérifier si celle-ci affecte les prestations (puissance, émissions, consommation) du véhicule.

Consommateurs, Mobilité (Régions)

Les mises à jour sont également soumises à homologation. L’autorité chargée de l’homologation vérifie les paramètres concernés. L’homologation d’une mise à jour implique dès lors que l’autorité chargée de l’homologation confirme les (nouvelles) caractéristiques de performances. Concrètement, KBA a confirmé pour les mises à jour homologuées que les caractéristiques de performances correspondaient encore après la mise à jour aux « valeurs catalogue » d’origine. D’après nos informations, KBA a testé des véhicules tant avant qu’après la mise à jour. L’autorité belge n’est dès lors plus tenue de le faire.

7. Demande au gouvernement fédéral d’évaluer l’efficacité de la class action telle qu’actuellement régie par le Code de droit économique et, si nécessaire, d’élargir et de simplifier l’accès à celle-ci.

Consommateurs

L’évaluation de la class action est prévue dans l’accord de gouvernement. Il va de soi que l’évaluation ne peut avoir lieu qu’à condition de disposer d’une certaine expérience dans le domaine de la procédure. Cinq procédures sont en cours actuellement. L’administration a organisé un sondage auprès des parties prenantes et rédigé un projet de rapport d’évaluation. Un constat important concerne le fait que l’évaluation est prématurée car les affaires n’ont pas encore été traitées par le tribunal.

Test-Achats a introduit une class action contre VW. Deux audiences ont déjà eu lieu. Il importe d’analyser en profondeur la décision du juge sur la recevabilité dans le cadre de cette question. Les débats relatifs à la recevabilité seraient poursuivis dans le courant du mois d’octobre.

8. Demande au gouvernement fédéral d’évaluer les dispositions du Code de droit économique relatives à la protection du consommateur pour garantir la protection de toutes les personnes lésées, utilisant leur véhicule pour un usage privé ou professionnel.

Consommateurs

Dans ce cas spécifique (utilisation d’un véhicule), il est évident que tous les utilisateurs de ces véhicules peuvent être lésés, qu’ils utilisent leur véhicule à des fins privées ou professionnelles.

Une étude complémentaire a été menée par l’Inspection économique. À cette occasion, les pratiques utilisées lors des actions de retour et en cas de mises à jour de logiciel ont été éprouvées à la lumière des règles légales (en particulier les pratiques commerciales loyales à l’égard du consommateur).

Le sondage sur la class action contenait aussi un volet sur une extension éventuelle de la protection aux autres personnes que les consommateurs.

Les organisations des classes moyennes demandent que leur soit étendue la class action.

9. Demande au gouvernement fédéral d’étudier, après consultation des secteurs, les modalités de la mise en place d’un dispositif légal pour les lanceurs d’alerte (réservé à la dénonciation de pratiques illégales) et de protection juridique de ceux-ci.

Emploi

Le droit du travail en vigueur (CCT 109) offre déjà des possibilités de protection pour certains cas (licenciement manifestement déraisonnable) sans qu’il ne soit spécifiquement question de lanceurs d’alerte.

10. Demande au gouvernement fédéral de veiller à ce que les consommateurs reçoivent une information de qualité leur permettant d’évaluer en connaissance de cause les impacts financiers et environnementaux lors de l’achat d’un véhicule.

Consommateurs

Environnement

Les méthodes de mesure garantissant des données chiffrées fiables et réalistes sont fixées au niveau européen. La législation est en cours de révision.

Si la recommandation a pour objectif de garantir que les informations correspondent aux valeurs de mesure, le ministre en charge a déjà pris des mesures nous permettant d’intervenir en cas d’informations éventuellement erronées.

La loi du 29 juin 2016 portant dispositions diverses en matière d’Économie prévoit la possibilité de soumettre un produit à l’analyse ou au contrôle d’un laboratoire indépendant aux frais de l’entreprise, s’il existe des indices suffisants que ce produit est l’objet d’une pratique commerciale déloyale qui contient des informations fausses sur ses principales caractéristiques ou les résultats et les caractéristiques essentielles des tests ou contrôles effectués sur le produit.

Désormais, il est possible de retirer des produits du marché :

– si une entreprise n’apporte pas, dans les délais, les preuves concernant l'exactitude matérielle des données qu'elle communique dans le cadre d'une pratique commerciale ; ou

– si l’entreprise ne se soumet pas à l’analyse ou au contrôle par un laboratoire indépendant.

L’étiquette CO2 (directive 1999/94/CE) est en cours de révision. À partir du 1er septembre 2017, si les valeurs du test WLTP sont disponibles, elles seront affichées sur l’étiquette. Après une période de transition de deux ans (1er septembre 2019), seules les valeurs WLTP figureront sur l’étiquette. Un nouveau label va également être intégré, le label 0 pour les véhicules émettant moins de 1 g CO2/km. Nous pensons qu’une dynamique et harmonisation au niveau européen pour la révision des étiquettes des voitures est nécessaire. Raison pour laquelle nous préparons actuellement un point AOB en vue de le présenter à la DGE du mois d’octobre. Les points suivants y seront exposés :

– le besoin d’une dynamique au niveau européen pour l’harmonisation des étiquettes dans l’UE ;

– l’importance d’intégrer les véhicules électriques et d’autres types de carburant ;l

– l’affichage d’autres polluants atmosphériques sur l’étiquette ;

– enlever l’obligation de l’impression d’un guide papier.

11. Demande au gouvernement fédéral de mettre en place, avec le secteur automobile, un Code de bonne conduite comprenant également un mécanisme de sanctions.

Consommateurs

Cette recommandation fait écho à la recommandation 5 (informations fournies au consommateur). Il n'y a pas de régime de sanction spécifique figurant dans les recommandations communes. Il est prévu dans une évaluation périodique pour suivre la mise en œuvre effective des recommandations.

12. Exige du Groupe VW que les dysfonctionnements et les responsabilités soient pleinement établis au sein du groupe et d’en référer aux autorités compétentes.

VW et D’Ieteren

Le gouvernement fédéral a relayé cette préoccupation, par l’intermédiaire de D’Ieteren.

13. Demande au gouvernement fédéral de préserver les consommateurs de tout impact fiscal suite au Dieselgate.

Finances (+ Régions)

Le ministre en charge suit ce dossier de près.

14. Demande aux autorités d’assurer le suivi de l’engagement de VW de rembourser les éventuelles surcharges fiscales générées par toute fraude au CO2 si celle-ci venait à être avérée, comme indiqué dans son courrier adressé aux 28 ministres des Finances de l’UE en novembre 2015.

Finances

KBA a examiné si des données erronées relatives aux valeurs d’émission et à la consommation de carburant des véhicules produits n’avaient pas été communiquées lors du processus d’homologation. Les tests réalisés ont révélé qu’aucune fausse valeur de CO2 n’a pu être constatée. Les certificats délivrés par KBA pourraient apporter la confirmation en la matière.

15. Demande au gouvernement d’évaluer l’opportunité de mettre en place, plus précisément sur la base des dispositifs existants, un monitoring de l’évolution des valeurs (à la suite du Dieselgate) sur le marché belge lors de la revente des véhicules touchés. Si une perte de valeur est établie, suite aux adaptations techniques liées au Dieselgate, les constructeurs doivent veiller à ce qu’il y ait une compensation adéquate.

Consommateurs

Le gouvernement a examiné l’opportunité de mettre en place un monitoring de l’évolution des valeurs.

Cette recommandation est certes intéressante mais le ministre en charge considère qu’il est impossible de mettre cela en œuvre sans une analyse scientifique approfondie. L’évolution des prix dépendra en effet de davantage de facteurs que les seuls effets du dieselgate. En voici quelques-uns :

– le prix des nouveaux modèles ;

– des mesures fiscales liées à l’émission des véhicules ;

– l’offre excédentaire ou la pénurie sur le marché ;

– la diminution de la différence de prix entre diesel et essence.

Des messages apparaissent déjà dans la presse selon lesquels il n’est plus intéressant d’acheter des véhicules diesel à moins de parcourir de très nombreux kilomètres. Ces articles ont vraisemblablement déjà une influence sur la valeur des véhicules diesel d’occasion, indépendamment du Dieselgate.

Compte tenu de ces éléments, le ministre compétent considère qu’il n’est pas avisé de mettre en place un monitoring en raison du manque de corrélation suffisamment manifeste entre le Dieselgate et le prix de vente d’occasion des véhicules touchés.

16. Toutes les recommandations précédentes s’appliqueront également en cas de scandales similaires chez d’autres constructeurs.


Le gouvernement fédéral a pris note de cette recommandation.

II. Santé publique

Recommandation

Destinataire

État de la situation

17. Demande au gouvernement fédéral de lutter contre toutes les émissions nocives (et leurs effets) ; de miser sur une réduction, non seulement des émissions de NOx, mais aussi de particules fines et d’ozone, ainsi que de tout autre polluant.

Santé publique

Voir augmentation des accises diesel (ministre des Finances). + adaptation de la fiscalité pour les véhicules de société (défavorable aux véhicules diesel) + normes d’émissions des véhicules à moteur (NRMM + EURO).

18. Demande au gouvernement fédéral de poursuivre l’analyse des effets sur la santé publique des émissions excessives de NOx par les véhicules diesel et d’en tirer notamment les conséquences en termes d’objectifs de santé susceptibles de prévenir et d’en réduire l’impact.

Santé publique

L’administration fédérale de l’environnement a contribué aux travaux de la Cellule nationale environnement-santé (projet Villes et Pollution et projet BeMoMo–Belgian Morbidity Mortality). Le rapport arrivera en juillet 2017.

Plusieurs études scientifiques ont démontré l’impact significatif des émissions variant d’un auteur à l’autre. Le gouvernement tient à rappeler que le fédéral n’est compétent que pour traiter des épisodes de pollution très graves (gestion de crises, pour lesquels sont principalement compétent les ministres de la Santé publique & Intérieur)

19. Demande au gouvernement fédéral de renforcer les analyses d’impact des particules fines sur la santé publique, avec une attention particulière pour toutes les personnes à risque.

Santé publique

Le SPF Santé publique, Sécurité de la chaîne alimentaire et Environnement continuera à suivre et soutenir l’état d’avancement de la recherche scientifique internationale sur l’impact des particules fines sur la santé publique.

III. Environnement

Recommandation

Destinataire

État de la situation

20. Demande au gouvernement fédéral d’évaluer les effets sur l’environnement causés par tout type de véhicules.

Environnement (+ Régions)

Ne relève pas de la compétence de la ministre de l’Environnement en ce qui concerne les engins routiers.

La ministre de l’Environnement est par contre compétente pour les engins mobiles non routiers, elle veille en particulier à l’application des règlements européens en la matière.

21. Demande au gouvernement fédéral d’intensifier ses efforts en vue d’une réduction des émissions de substances polluantes, en ce compris les oxydes d’azote, en concertation avec les Régions.

Environnement (+ Régions)

De manière générale la lutte contre la pollution de l’air est une compétence régionale, le fédéral est compétent pour les normes environnementales des produits (biens matériels mobiles) dont les véhicules routiers.

Voir augmentation des accises diesel (ministre des Finances).

Normes d’émissions des véhicules à moteur :

le règlement Euro 5 et Euro 6 règlement (CE) nº 715/2007 (émissions des véhicules particuliers et utilitaires légers) ;

le règlement Euro V et Euro VI (UE) n° 595/2009 (émissions des véhicules utilitaires lourds) ;

le règlement n° 2016/1628 (les limites d'émission pour les gaz polluants et les particules polluantes NRMM).

IV. Europe

Recommandation

Destinataire

État de la situation

22. Demande au gouvernement fédéral d’intensifier, au niveau européen, la publication et l’affichage des émissions de NOx des véhicules.

Environnement (+ Régions)

L’étiquette CO2 (directive 1999/94/CE) est en cours de révision. À partir du 1er septembre 2017, si les valeurs du test WLTP sont disponibles, elles seront affichées sur l’étiquette. Après une période de transition de deux ans (1er septembre 2019), seules les valeurs WLTP figureront sur l’étiquette. Un nouveau label va également être intégré, le label 0 pour les véhicules émettant moins de 1 g CO2/km. À partir du 1er septembre 2017, il n’y aura plus qu’un seul modèle d’étiquette standardisé pour tout type de carburants.

Nous pensons qu’une dynamique et harmonisation au niveau européen pour la révision des étiquettes des voitures est nécessaire. Raison pour laquelle nous préparons actuellement un point AOB en vue de le présenter à la DGE du mois d’octobre. Les points suivants y seront exposés :

le besoin d’une dynamique au niveau européen pour l’harmonisation des étiquettes dans l’UE ;

l’importance d’intégrer les véhicules électriques et d’autres types de carburant ;

l’affichage d’autres polluants atmosphériques sur l’étiquette ;

enlever l’obligation de l’impression d’un guide papier.

23. Demande de veiller à l’adoption d’une norme européenne contraignant les constructeurs à informer correctement les consommateurs sur la consommation de carburant, les émissions de CO2 et les émissions de NOx et de particules fines de leurs véhicules en se rapprochant le plus possible des conditions réelles sur route telles que prévues dans le RDE.

Environnement (+ Régions)

Cette demande est un élément de la position belge pour la révision à venir de la directive Car Labelling 1999/94/CE.

24. Cet affichage, qui devra être déterminé au niveau européen, peut s’inspirer de l’écoscore existant, mais veillera à demeurer lisible pour le consommateur et à tenir compte de la variété des modèles automobiles existants.

Environnement (+ Régions)

Ce point est également repris dans l’accord de coopération relatif à la mise en œuvre du protocole de Göteborg révisé, mais directement au niveau belge et fait partie de la révision de la directive Car Labelling 1999/94/CE.

25. Demande au gouvernement fédéral de plaider pour que le niveau européen veille à ce que l’impact sur l’environnement et la santé publique soient mieux pris en compte lors du processus de décision au niveau européen dans le cadre de l’effort consenti en matière de lutte contre les émissions de NOx, de CO2 et de particules fines du secteur automobile.

Mobilité + Environnement (+ Régions)

Différentes réglementations ont été votées et sont en cours de discussion au sujet des émissions de polluants.

Le deuxième paquet RDE concernant les NOx a été voté fin 2015 et entrera en vigueur en septembre 2017 pour les nouveaux types de véhicules et en septembre 2019 pour tous les véhicules neufs.

La réglementation WLTP, votée en juin 2016, permet de tester le véhicule de manière plus adaptée à notre conduite actuelle. Les contraintes sur tous les polluants sont donc augmentées. Le test entrera en vigueur en septembre 2017 pour les nouveaux types de véhicules et en septembre 2018 pour tous les véhicules neufs.

Le troisième paquet RDE vise, entre autres, les particules fines, il a été voté le 20 décembre 2016.

Le quatrième paquet RDE concernant la conformité en service ainsi que le cas particulier des véhicules hybrides est en cours de discussion, il sera voté fin de l’année 2017.

26. Demande au gouvernement fédéral d’entamer un dialogue au niveau européen avec l’industrie automobile en vue de dégager une série de mesures que le secteur pourrait prendre en guise de compensation des dépassements des normes d’émission de ces dernières années. Cette démarche pourrait impliquer une compensation financière et / ou toutes autres solutions concrètes et efficaces pour la protection de la santé publique et de l’environnement.

Finances + Environnement (+ Régions)

Pour ce point, nous vous renvoyons vers les ministres régionaux et fédéraux en charge des véhicules et de la mobilité.

27. Demande au gouvernement fédéral de plaider en faveur d’un durcissement, au niveau européen, des tests RDE et de les élargir au CO2, aux particules fines ainsi qu’à d’autres polluants.

Mobilité + Environnement (+ Régions)

Le troisième paquet de la réglementation RDE voté en décembre 2016 prend en compte les particules fines. Les dates d’applications proposées sont septembre 2017 pour les nouveaux types et septembre 2018 pour tous les véhicules neufs.

28. Demande au gouvernement fédéral de préconiser une meilleure supervision des services d’homologation au niveau européen et d’y plaider en faveur d’un contrôle amélioré et indépendant.

Mobilité (Régions)

Cette matière est intégralement régionalisée. La révision de la directive-cadre est en cours, ce sont les Régions qui sont compétentes pour répondre à cette partie de la directive.

29. Demande au gouvernement fédéral de promouvoir, au niveau européen, des dispositions permettant de s’assurer que des avantages octroyés aux clients d’un État membre dans le cadre d’un manquement aux obligations européennes en matière de protection du consommateur seront d’application dans tous les États membres de l’Union européenne.

Consommateurs

La commissaire Jourova a déjà déclaré qu’elle entendait veiller à ce que VW offre un « fair treatment » aux clients européens, soit un « dédommagement raisonnable ».

En tout état de cause, puisqu’il s’agit de règles européennes, il n’y a aucune raison de réserver des traitements différents aux États membres.

Suite à ces discussions, VW a adopté une « trust building measure », offrant une garantie supplémentaire. Jusqu’à deux ans après la mise à jour, il sera remédié gratuitement aux éventuels problèmes touchant onze pièces directement liées au traitement des gaz d’échappement. Pour l’heure, aucune nouvelle action n’est requise.

30. Demande au gouvernement fédéral de promouvoir, au niveau européen, des mesures permettant d’assurer la traçabilité des véhicules automobiles par les autorités des États membres de l’UE afin d’assurer un meilleur suivi en cas de revente transfrontalière.

Mobilité (+Régions)

Au niveau européen, le gouvernement fédéral soutient les initiatives prises pour l'échange électronique de données international de véhicules, comme la proposition de règlement visant à simplifier le transfert des véhicules à moteur au sein du marché interne, précédemment immatriculés dans un autre État membre.

31. Demande au gouvernement fédéral d’œuvrer au renforcement des normes européennes en matière de NOx et de particules fines, de sorte que le deuxième facteur de conformité (marge de dérogation) soit déjà revu à la baisse pour les nouvelles voitures arrivant sur le marché à partir de 2020.

Mobilité + Environnement (+ Régions)

Le texte voté du deuxième paquet RDE pour les NOx prévoit un facteur de conformité inférieur pour les NOx pour toutes les nouvelles voitures à partir de 2021. Ce facteur pourra ensuite être revu de manière annuelle.

Concernant les particules fines, le facteur de conformité sera d’application à partir de septembre 2018 pour toutes les nouvelles voitures et ce facteur pourra être revu annuellement.

32. Demande au gouvernement fédéral, en concertation avec les Régions, de collaborer de manière constructive à l’introduction rapide d’un test RDE pour les particules fines (PEMS-PM).

Mobilité + Environnement (+ Régions)

Le SPF Mobilité et Transports, en collaboration avec les Régions, a voté pour une adoption rapide du troisième paquet RDE en décembre 2016. Ce texte introduit les particules fines dans les tests RDE.

33. Demande au gouvernement fédéral, en concertation avec les Régions, de veiller à ce qu’un cadre européen permette aux organes chargés de l’homologation et du contrôle des véhicules de disposer de l’ensemble des accès et des informations permettant de vérifier la conformité légale des logiciels embarqués afin, lors des tests d’homologation, de contrôler le logiciel et de vérifier à quel moment quels réglages sont actifs.

Mobilité (+Régions)

La définition de « defeat device » est en discussion. Les Régions sont responsables de tout ce qui est relatif à la procédure d’homologation.

34. Encourage la Commission européenne à réaliser une « révision majeure » des procédures d’homologation des véhicules dans l’Union européenne, et soutient ses démarches en ce sens, telles qu’annoncées le 27 janvier 2016.

Mobilité (+Régions)

La révision de la directive-cadre est actuellement en discussion au Working Party Technical Harmonisation.

Le fédéral participe de manière active ce groupe. Les Régions sont responsables de la procédure d’homologation.

35. Demande au gouvernement fédéral de plaider au niveau européen pour garantir des procédures de test et d’homologations fiables afin de s'assurer de critères environnementaux pertinents.

Mobilité + Environnement (+ Régions)

Au niveau de la procédure des tests, le WLTP et les différents paquets RDE tels qu’expliqués précédemment reprennent des critères environnementaux pertinents.

36. Demande au gouvernement fédéral de plaider au niveau européen pour créer un cadre normatif permettant de procéder à des contrôles post-production pour s’assurer que les véhicules qui ont été testés avant de lancer la production sont bien les mêmes en termes de performance environnementale, et d’y plaider pour la mise en place d’un système de contrôles aléatoires et contraignants tout au long du cycle de vie des véhicules pour garantir la qualité de l’air.

Mobilité (+Régions)

Ce sujet est traité dans le quatrième paquet de la réglementation RDE. Ce dernier paquet devrait permettre à des associations indépendantes de l’homologation de tester le véhicules en conditions réelles et ainsi vérifier si les émissions de NOx et particules fines annoncées par le constructeur et l’homologation sont bien respectées. Le vote de ce dernier paquet est prévu pour fin 2017.

La conformité de production joue également un rôle, c’est une matière régionalisée.

37. Demande à l’Office allemand de motorisation (KBA) de fournir aux États membres les données indispensables pour l’estimation des préjudices environnementaux et fiscaux.

KBA

Le gouvernement a pris acte de cette recommandation.

38. Insiste auprès des instances européennes, sur la nécessité de prévoir des sanctions pour les constructeurs automobiles dont les véhicules ne répondent pas aux normes d’émissions, telles que prévues par les futures normes européennes.

Instances européennes

Le gouvernement a pris acte de cette recommandation.

39. Demande au gouvernement fédéral d’initier une réflexion au sein des instances européennes en charge de la comitologie afin de renforcer le rôle et le contrôle du Parlement européen tout au long des travaux, comme prévu dans le nouvel accord institutionnel européen et souligne l’importance d’une concertation préalable entre le ministre compétent et son fonctionnaire délégué dans les différents comités et autres institutions techniques ; le fonctionnaire délégué étant tenu de respecter le mandat qui lui est confié par le ministre, étant donné que celui-ci est politiquement responsable.

Mobilité (+Régions)

Une procédure a été mise au point : avant chaque vote, une note et une proposition de position de vote est envoyée au cabinet et est validée.

40. Demande au gouvernement fédéral de plaider, au niveau européen, pour une meilleure harmonisation des cycles de tests.

Mobilité + Environnement (+ Régions)

Le nouveau cycle de tests concernant les mesures d’émissions (WLTP) a été voté en juin 2016, il entrera en application en septembre 2017 pour les nouveaux types de véhicules et en septembre 2018 pour tous les véhicules.

41. Demande au gouvernement fédéral de plaider au minimum pour l’application des normes de l’Organisation mondiale de la santé (OMS) en matière de particules fines dans le cadre d’une harmonisation au niveau européen.

Environnement +Santé (+Régions)

Le gouvernement a pris acte de cette recommandation. Il est prévu d’atteindre cet objectif d’ici 2050 dans le cadre de la stratégie Clean Air For Europe (CAFE).

42. Demande au gouvernement fédéral de promouvoir, au niveau européen, des normes d’émission davantage respectueuses de la santé publique et de l’environnement.

Mobilité + Environnement +Santé publique (+Régions)

L’introduction conjointe de tests en conditions réelles (RDE) et d’un nouveau cycle de tests concernant les mesures d’émissions (WLTP) a pour but de diminuer les émissions émanant du transport routier. Les décisions prises actuellement dans le cadre européen sont analysées et font l’objet d’une étude d’impact par la Commission afin de connaître leurs impacts sur la santé publique et l’environnement.

V. Contrôles

Recommandation

Destinataire

État de la situation

43. Demande au gouvernement fédéral de poursuivre les investigations nécessaires contre tout constructeur suspecté de dépassement des normes d’émissions et de tirer les conclusions nécessaires de ces investigations, après analyse de l’opportunité, comme, par exemple, de se porter partie civile, partie lésée, etc.

Consommateurs + Finances + Mobilité + Environnement (+ Régions)

Le contrôle de la conformité relève de la compétence « mobilité ». La compétence « protection du consommateur » intervient ici en seconde ligne, à savoir lorsqu’il convient de fournir des informations au consommateur.

Pour l’heure, plus aucune action n’est requise.

44. Demande au gouvernement fédéral de prendre en considération les résultats des tests organisés par les services d’homologation ainsi que par des organisations de consommateurs en Belgique et dans d’autres pays d’Europe.

Consommateurs (+ Mobilité + Régions)

La surveillance du marché pour les véhicules des catégories M, N et O (voiture, camions, camionnettes, remorques) est en cours de discussion au niveau européen et n’a donc, par conséquent, pas encore débuté.

45. Demande que les autorités compétentes mènent des contrôles pour vérifier si d’autres constructeurs utilisent des logiciels illégaux afin de dissimuler le niveau réel des émissions polluantes de leurs véhicules.

Mobilité (+ Régions)

La surveillance du marché pour les véhicules des catégories M, N et O (voiture, camions, camionnettes, remorques) est en cours de discussion au niveau européen.

La conformité de production peut également jouer un rôle, c’est une matière régionalisée.

46. Recommande aux autorités compétentes d’établir un système alternatif permettant d’assurer la transparence et la traçabilité des véhicules concernés (Car Pass).

Consommateurs (+ Mobilité + Régions)

Travaux en cours. Cf. commentaire figurant à la recommandation 5.

Le SPFT-M examine toutes éventuelles mesures à prendre pour renforcer la transparence et la traçabilité des véhicules concernés au niveau belge.

47. Recommande de veiller à la coopération interfédérale dans le traitement de ce dossier.

Premier + Mobilité + Environnement

Le gouvernement partage cette préoccupation. Les ministres responsables tâchent de maintenir le meilleur dialogue possible avec leurs homologues des entités fédérées.

Le SPF répond immédiatement aux questions relatives à ses compétences.

VI. Mobilité

Recommandation

Destinataire

État de la situation

48. Demande une politique qui encourage les citoyens à utiliser les alternatives à la voiture individuelle (mobilité douce, transport en commun, covoiturage) et demande au gouvernement fédéral de la traduire dans les politiques concernées.

Mobilité (+ Régions)

Le ministre s’est clairement exprimé en faveur d’une politique qui encourage les alternatives à la voiture individuelle et en particulier les modes doux et le train.

49. Demande au gouvernement fédéral d’assurer une mobilité durable incluant la co-modalité, mettant l’accent sur la mobilité en chaîne aussi durable que possible et veillant à ce que les différents modes de transport concordent.

Mobilité (+ Régions)

L’objectif est de mettre l’interopérabilité et la chaîne de mobilité au centre des stratégies des entreprises de transport public (TEC, De Lijn, STIB, SNCB), en particulier pour le rail.

Il conviendrait aussi d’améliorer l’intégration tarifaire des opérateurs (TEC, De Lijn, SNCB, Stib).

Dans le cadre du CEMM (Conseil exécutif de la mobilité), je travaille avec les ministres concernés à l’élaboration de mesures allant dans ce sens. À titre d’exemple, nous œuvrons à une intégration plus poussée des services MOBIB entre les opérateurs de transport.

50. Demande au gouvernement fédéral de miser sur les systèmes de transport intelligents, de sorte que le niveau d’émission puisse baisser grâce à cette technologie.

Mobilité (+ Régions)

Le comité de pilotage belge pour les STI a été mis en place et établit un plan STI national concerté, à partir des plans régionaux et fédéral, pour fin 2017.

Le SPF M&T assure le suivi des actions prévues dans le plan de développement de l’ISA (système d’adaptation intelligente de la vitesse). Grâce à la réduction des vitesses et un style de conduite plus constant (moins accélérer), ce système n’est pas seulement avantageux pour la sécurité routière, mais contribue certainement aussi à une diminution d’émissions.

51. Demande au gouvernement fédéral de mettre en œuvre l’accord de gouvernement dans un délai raisonnable en créant, en concertation avec les partenaires sociaux, un cadre légal pour un budget de la mobilité, dans lequel les voitures de société peuvent être un des choix possibles, mais dans lequel sont également prévus suffisamment d’incitants afin de faire un choix aussi écologique que possible. Cette initiative doit être neutre sur le plan budgétaire pour les travailleurs et les employeurs.

Emploi + Mobilité (+ Régions) + Finances

Une décision a été prise au niveau du gouvernement.

Le ministre des Finances élaborera une proposition visant à instaurer un budget de la mobilité.

L’allocation positive permettra d’offrir au bénéficiaire d’un véhicule de société une possibilité de choix entre l’utilisation réelle du véhicule de société auquel il a contractuellement droit et l’échange de ce véhicule contre un budget qu’il pourra utiliser pour d’autres formes de mobilité.

52. Demande au gouvernement fédéral d’encourager au maximum le recours au vélo, tant pour les déplacements entre le domicile et le lieu de travail que pour les déplacements de courte et moyenne distance.

Mobilité (+ Régions)

En 2016, un cadre légal a été élaboré pour les vélos électriques rapides (speed pedelec). Le principe fondamental était la promotion de ce mode de transport durable sans compromettre la sécurité routière. Ce cadre a offert aux utilisateurs la clarté et la sécurité juridique.

Naturellement, ce n’est pas la législation qui a rendu populaire le vélo électrique mais le cadre réglementaire belge a sans doute fourni les conditions idéales pour ces nouveaux modes de déplacement.

Des propositions de mesures fiscales et sociales en faveur des déplacements entre le domicile et le lieu de travail et de courte et moyenne distance effectués en vélo, pedelec ou speed pedelec ont été évaluées.

A ainsi été élaborée une proposition prévoyant l’extension aux vélos électriques, en ce compris les vélos électriques rapides (speed pedelec), de l’actuel régime fiscal de faveur relatif aux indemnités vélo pour les déplacements domicile-lieu de travail, à la mise à disposition de vélos d’entreprise aux travailleurs, à la déductibilité à 120 % des vélos d’entreprise ainsi qu’aux frais professionnels forfaitaires avantageux pour chaque kilomètre parcouru en vélo.

Enfin, une réflexion est également en cours afin d’harmoniser les règles fiscales et sociales pour l’usage des vélos d’entreprise.

53. Invite les partenaires sociaux à réviser la convention collective sur le télétravail afin de développer ce mode de travail flexible qui apporte une solution partielle aux problèmes de mobilité.

Partenaires sociaux (+Emploi ?)

Dans la loi TFM, nous avons élaboré un cadre légal pour le télétravail occasionnel. La CCT 85 du CNT prévoit déjà un cadre relatif au télétravail structurel.

54. Demande au gouvernement fédéral, par le biais de contrats de gestion, de poser des exigences de quantité et de qualité mesurables au profit de tous les clients du chemin de fer belge et avec pour objectif l’augmentation du nombre de voyageurs et d’y consacrer les moyens nécessaires.

Mobilité (+ Régions)

Les contrats de gestion qui seront conclus en 2017, d’une part, entre la SNCB et l’État belge et, d’autre part, entre Infrabel et l’État belge contiendront des objectifs SMART clairs s’inscrivant dans six thèmes stratégiques qui ont été épinglés par le pouvoir politique, à savoir la sécurité, la ponctualité, la capacité / l’offre, l’efficience, la satisfaction des clients et l’entreprise sociétalement responsable. Grâce à des KPI clairement définis et à l’organisation de dialogues sur la performance avec les entreprises qu’il organisera, le SPF M&T veillera à ce que les canaux permettant de réaliser les objectifs soient suivis de près et fassent éventuellement l’objet d’adaptations si nécessaire.

La rémunération variable des dirigeants tiendra compte de la réalisation ou non de ces objectifs.

55. Demande au gouvernement fédéral d’encourager le transport par train et par voie navigable pour les marchandises afin de désengorger en grande partie le transport routier de marchandises.

Mobilité (+ Régions)

Le 15 juin 2017, la loi du 5 mai 2017 concernant le soutien au trafic diffus pour la période de 2017-2020 et portant prolongement du soutien au transport combiné pour la période 2017-2020 est parue au Moniteur belge. Les deux systèmes de subsides visent à maintenir ou augmenter la part du rail dans le transport de marchandises, dans une optique environnementale.

La Commission européenne a approuvé l’aide de l’État belge le 6 juin 2017.Le soutien au transport de marchandises par voie d’eau navigable est une compétence régionale.

56. Demande aux différentes autorités de procéder à un échange de vues avec l’industrie automobile et d’autres secteurs responsables d’émissions sur la mise en œuvre de l’Accord sur le climat (COP 21) et de les encourager à développer une vision et à mettre en place une stratégie afin d’atteindre les objectifs en matière de climat.

Environnement + Mobilité (+ Régions)

Des échanges de vues entre tous les stakeholder (l’industrie automobile, les ONG et les autorités) sont organisés par le SPF ENVI à l’occasion de la révision de la réglementation européenne sur les normes d’émissions de CO2 pour les véhicules légers. Cet échange a eu lieu le 26 juin 2017, les conclusions n’ont pas encore été reportées.

VII. Fiscalité

Recommandation

Destinataire

État de la situation

57. Demande au gouvernement d’avoir une politique de mobilité traduisant un réel shift modal vers la mobilité douce, les transports en commun et les carburants moins polluants et demande dès lors au gouvernement une écologisation fiscale au niveau fédéral afin de promouvoir concrètement les technologies les moins polluantes et les moyens de transports alternatifs et afin d’augmenter de cette manière leur part dans l’offre des moyens de transport en Belgique (« vervoersmix »).

Dans l’attente, demande au gouvernement fédéral d’examiner l’élargissement des paramètres de la fiscalité pour les voitures de société, considérant l’impact du NOx et d’autres polluants provenant de la mobilité sur la santé publique et l’environnement, en concertation avec les Régions et dans le cadre d’une alternative crédible et réaliste qui ne pénalise ni les travailleurs, ni les employeurs.

Les véhicules « zéro émission » (véhicules électriques ou autres) représentent une piste d’opportunité pour l’avenir. Nous invitons le gouvernement fédéral à investiguer le potentiel de gain des véhicules alternatifs moins polluants en favorisant la recherche et le développement dans ces différents domaines et en inscrivant cette démarche dans une stratégie d’électricité « bas carbone ».

Finances + Environnement (+ Régions)

Une réforme est actuellement en préparation concernant le budget mobilité.

Des propositions de mesures fiscales en faveur des déplacements entre le domicile et le lieu de travail et de courte et moyenne distance effectués en vélos, pedelec ou speed pedelec sont en cours d’évaluation.

La différence dans les accises entre le diesel et l’essence s’est considérablement réduite ces dernières années suite à l’exécution de l’accord de gouvernement et cette tendance / effort / évolution se poursuivra dans un avenir proche.

VIII. Suivi

Recommandation

Destinataire

État de la situation

58. Demande au gouvernement fédéral de déposer d’ici fin 2016 un plan d'action qui traduise chacune des recommandations en mesures et actions concrètes, avec pour chacune de celles-ci un agenda prévisionnel d'adoption et de mise en œuvre effective.

Premier

Le gouvernement a pris acte de cette recommandation et en réalise le suivi.

59. Demande à chaque commission compétente du Parlement de porter, pour la première fois endéans les six mois et ensuite chaque année, à son ordre du jour un débat sur l'état d'avancement de la concrétisation des recommandations qui concernent les compétences de ladite commission et demande au gouvernement fédéral de déposer dix jours avant un tableau de suivi de la concrétisation des recommandations et de son plan d'action.

Parlement +Premier +ministres compétents

Le gouvernement a pris acte de cette recommandation.



1) & 2) In de tabel in bijlage wordt de stand van zaken gegeven voor de aanbevelingen.

3) Er wordt gewerkt met een cliquetsysteem om de bijzondere accijns te verhogen. Daarbij is er telkens een plafond vastgelegd van de maximale stijging per jaar voor diesel en de maximale daling voor ongelode benzine. Dit jaar werd dit plafond, zoals u correct aangeeft, bereikt op 23 maart 2017. Om die redenen zijn er dit jaar verder geen wijzigingen meer voorzien. Ook in 2018 wordt verder gewerkt met dit systeem volgens het vastgelegde traject. De regering respecteert dus het vastgestelde schema voor het bereiken van deze doelstelling.

Aanbevelingen Bijzondere Parlementaire Commissie Dieselgate – Stand van zaken

I. Bescherming van de consument

Aanbeveling

Bestemmeling

Stand van zaken

1. Herinnert D’Ieteren en VW eraan dat de consument in geen geval verantwoordelijk is voor dat schandaal. Het zou dus onrechtvaardig zijn dat hij gestraft zou worden. VW moet de consumenten een voldoende aantrekkelijk voorstel doen, zodat ze hun voertuig zouden binnenbrengen. Aangezien de consument ervan op de hoogte is gebracht dat zijn voertuig betrokken is bij Dieselgate en er door VW op voldoende wijze werd toe aangespoord om te reageren, is het echter belangrijk, teneinde de impact op de volksgezondheid en het milieu te stoppen, dat hij zijn voertuig binnenbrengt in het kader van de terugroepacties.

VW en D’Ieteren

De federale regering heeft contact opgenomen met de invoerder D’Ieteren.

Het volgende antwoord werd gegeven : « D’Ieteren doet er alles aan om zo optimaal mogelijk deel te nemen aan de actie waarbij getroffen voertuigen die in België zijn ingeschreven, worden teruggeroepen. Alle betrokken klanten hebben reeds twee informatiebrieven ontvangen. Zodra een technische oplossing beschikbaar is, ontvangt elke klant een gepersonaliseerde brief waarin hij wordt uitgenodigd om zo snel mogelijk bij zijn concessiehouder langs te gaan om de update van de software van zijn voertuig te laten uitvoeren. Er worden twee herinneringsbrieven gestuurd mocht de klant niet reageren op de eerste uitnodiging. De Groep Volkswagen hoopt dat de Europese controle-instanties tegen eind 2016 100 % van de technische oplossingen hebben goedgekeurd. »

2. Vraagt de federale regering erop toe te zien dat de terugroepacties naar behoren worden uitgevoerd.

Consumenten, Mobiliteit (Gewesten)

In het kader van deze aanbeveling heeft de federale regering contact opgenomen met D’Ieteren. Als aanvulling bij de elementen die in het vorige punt staan, informeert D’Ieteren de regering, op verzoek, van de acties die zij ondernemen. De details van de goedkeuringen worden systematisch door de goedkeurende overheden, zoals KBA, bezorgd aan de Gewesten.

Op 6 juni 2017 waren de technische oplossingen in België beschikbaar voor de 288 821 betrokken voertuigen die (nog) in België waren ingeschreven.

In totaal werden tot dan 154 703 updates uitgevoerd.

De klant kan zijn afspraak uitstellen en er bestaat geen strikte deadline voor de terugroepactie. Naar de klanten die niet reageren op de uitnodiging worden nog twee herinneringen gestuurd.

D’Ieteren en de dealers stellen alles in het werk voor het gratis updaten van zoveel mogelijk voertuigen, met een minimale hinder voor de klanten. Er zijn oplossingen mogelijk zoals de terbeschikkingstelling van een vervangwagen, uitvoering van de update tijdens een werkplaatsbezoek dat al gepland was om andere redenen (onderhoud, wisselen van banden, ...).

3. Vraagt aan D’Ieteren en VW de ongemakken te beperken voor de consument (door indien nodig een vervangwagen voor te stellen) die wordt verzocht zijn voertuig binnen te brengen in het kader van de terugroepacties, die volledig kosteloos dienen te zijn. 

VW en D’Ieteren

De federale regering heeft contact opgenomen met de invoerder D’Ieteren.

We ontvingen de volgende boodschap : « De duur van de technische interventie, die volledig kosteloos is voor de klant, varieert van 30 minuten (voor wagens met cylinderinhoud 1,2 en 2,0 L) tot 60 minuten (voor 1,6 L motoren). Indien nodig kan de concessiehouder de klanten die dat wensen een aangepaste mobiliteitsoplossing aanbieden. »

4. Eist dat VW en D’Ieteren aan de consumenten openbare, volledige, duidelijke en toegankelijke informatie verstrekken.

VW en D’Ieteren

De federale regering heeft contact opgenomen met de invoerder D’Ieteren.

We ontvingen de volgende boodschap : « Naast de verschillende gepersonaliseerde brieven die de betrokken klanten ontvangen, wordt alle informatie over Dieselgate beschikbaar gesteld op een speciaal hiertoe gecreëerde website : www.customercare.dieteren.be. De consumenten kunnen ook contact opnemen met de Diesel Hotline op het nummer 02/756 86 33 voor alle bijkomende vragen. »

5. Vraagt de federale regering erop toe zien dat de kwaliteit van de informatie die bestemd is voor de consumenten wordt verbeterd, zodat zij duidelijk weten welke inhoud en welke wijzigingen (met name de inhoud en softwarewijzigingen en -updates) op vraag van de constructeur zijn aangebracht en welke gevolgen daaruit voorvloeien, zowel bij de eerste aankoop als bij de doorverkoop van een voertuig.

Consumenten

Op 13 januari 2017 werden gemeenschappelijke aanbevelingen ondertekend met de sector. Alle Belgische autofabrikanten en invoerders hebben zich aangesloten bij deze gemeenschappelijke aanbevelingen.

Minister Peeters heeft aan de Europese Commissie gevraagd om de problematiek van informatie bij updates ook Europees aan te pakken.

Wanneer de klant de aanpassing in het kader van een terugroepactie weigert te laten uitvoeren, zal dit worden vermeld op de Car Pass. Zo wordt ook de koper van een tweedehandsvoertuig beschermd.

Het overleg met de stakeholders werd begin februari 2017 opgestart met het oog op de voorbereiding van de nodige reglementaire aanpassingen. Een eerste voorontwerp hierover is voorbereid; indien mogelijk, wordt dit nog voor het parlementair reces verder besproken met de stakeholders.

6. Er moet snel duidelijke informatie komen in verband met de vraag of de door de autoconstructeur voorgestelde oplossingen aanleiding geven tot andere schade die de waarde van het voertuig doet dalen. Daarom moet :

a. erop worden aangedrongen dat het KBA (Kraftfahrt – Bundesamt) snel laat weten of de voorgestelde oplossingen onder meer een impact kunnen hebben op het vermogen, het verbruik en het emissieniveau van het voertuig ;

b. gevraagd worden verschillende voertuigen per model te onderwerpen aan een test vóór en na het herstel van de gelijkvormigheid om na te gaan of die reparatie de prestaties (vermogen, uitstoot, verbruik) van het voertuig beïnvloedt.

Consumenten, Mobiliteit (gewesten)

Ook voor updates wordt een homologatie gegeven. De homologerende overheid kijkt de betrokken parameters na. De goedkeuring van een update impliceert dan ook dat de homologerende overheid de (nieuwe) prestatiekarakteristieken bevestigt.

Concreet heeft KBA voor de goedgekeurde updates bevestigd dat de prestatiekarakteristieken na de update nog steeds overeenkomen met de oorspronkelijke « cataloguswaarden ». KBA heeft volgens onze informatie wagens zowel voor als na de update getest. De Belgische overheid hoeft dat dus niet meer te doen.

7. Vraagt de federale regering de doeltreffendheid te evalueren van de class action zoals die momenteel wordt geregeld in het Wetboek van economisch recht en, indien noodzakelijk, de toegang daartoe uit te breiden en te vereenvoudigen.

Consumenten

De evaluatie van de class action is voorzien in het regeerakkoord. Het spreekt vanzelf dat de evaluatie pas kan gebeuren wanneer er enige ervaring met de procedure is. Op heden zijn vijf procedures lopende. De administratie heeft een bevraging van stakeholders georganiseerd en een ontwerp van evaluatieverslag opgesteld. Een belangrijk vaststelling is dat de evaluatie te vroeg komt omdat er nog geen zaken voor de rechtbank zijn afgehandeld.

Er is een « class action » ingeleid door Test-Aankoop tegen VW. Er zijn reeds twee rechtszittingen geweest. Het is van belang de uitspraak van de rechter over de ontvankelijkheid grondig te analyseren in het kader van deze vraag. De debatten over de ontvankelijkheid zouden in de loop van de maand oktober 2017 worden verdergezet.

8. Vraagt de federale regering de bepalingen van het Wetboek van economisch recht aangaande de consumentenbescherming te evalueren, teneinde ervoor te zorgen dat alle benadeelde personen die hun voertuig privé of beroepshalve gebruiken worden beschermd.

Consumenten

In dit specifieke geval (gebruik van een voertuig) is het evident dat alle gebruikers van deze wagens kunnen benadeeld zijn, onafhankelijk of ze hun wagen als consument of professioneel gebruiken.

Er is een bijkomend onderzoek gevoerd door de Economische Inspectie waarbij de praktijken bij terugroepacties en bij software updates aan de wettelijke regels (in het bijzonder de eerlijke handelspraktijken jegens de consument) werden getoetst.

In de bevraging over de class action zit ook het luik van een eventuele uitbreiding naar de bescherming van andere personen dan consumenten.

Vanuit middenstandsorganisaties wordt gevraagd de class action naar hen uit te breiden.

9. Vraagt de federale regering om, na de sectoren te hebben geraadpleegd, de nadere voorwaarden te bestuderen om te voorzien in een wettelijke regeling voor klokkenluiders (bestemd voor het aanklagen van illegale praktijken) en in rechtsbescherming voor hen.

Werk

Het huidige arbeidsrecht (CAO 109) biedt al beschermingsmogelijkheden voor dergelijke gevallen (kennelijk onredelijk ontslag), zonder dat het specifiek over klokkenluiders gaat.

10. Vraagt de federale regering erop toe te zien dat de consumenten degelijke informatie krijgen zodat ze zich bij de aankoop van een auto met kennis van zaken een oordeel kunnen vormen over de financiële en milieu-impact.

Consumenten

Leefmilieu

De meetmethoden om voor betrouwbare en realistische cijfers te zorgen worden op Europees niveau vastgelegd. De wetgeving is in herziening.

Indien het de bedoeling van de aanbeveling is om te garanderen dat de informatie moet overeenkomen met de meetwaarden, heeft de bevoegde minister reeds maatregelen genomen om te kunnen optreden tegen eventuele niet correcte informatie.

In de wet van 29 juni 2016 diverse bepalingen inzake economie werd de mogelijkheid voorzien om een product op kosten van de onderneming te onderwerpen aan de ontleding of controle door een onafhankelijk laboratorium. Indien er voldoende aanwijzingen zijn dat het product het voorwerp is van een misleidende handelspraktijk die gepaard gaat met onjuiste informatie omtrent zijn voornaamste kenmerken of de resultaten en wezenlijke kenmerken van erop verrichte tests of controles.

Producten kunnen voortaan ook uit de handel worden genomen indien :

– een onderneming niet binnen tijdig de bewijzen levert betreffende de materiële juistheid van de gegevens die zij meedeelt in het kader van een handelspraktijk ; of

– de ontleding of controle door een onafhankelijk laboratorium door de betrokken onderneming niet wordt uitgevoerd.

Het CO2-etiket (richtlijn 1999/94/EG) wordt momenteel herzien. Vanaf 1 september 2017 zullen de waarden van de WLTP-test, voor zover beschikbaar, op het etiket worden vermeld. Na een overgangsperiode van twee jaar (1 september 2019) zullen enkel de WLTP-waarden op het etiket staan. Er komt ook een nieuw label : het 0-label voor voertuigen die minder dan 1 g CO2/km uitstoten. Volgens ons is een dynamiek en harmonisering op Europees niveau vereist voor de herziening van de voertuigetiketten. Daarom bereiden we momenteel een punt AOB voor dat zal worden voorgelegd aan de DGE van de maand oktober 2017. De volgende punten zullen aan bod komen :

– de behoefte aan dynamiek op Europees niveau voor de harmonisering van de etiketten in de EU ;

– het belang om ook rekening te houden met elektrische voertuigen en andere brandstoftypes ;

– de vermelding van andere luchtverontreinigende stoffen op het etiket ;

– het opheffen van de verplichting om een papieren gids af te drukken.

11. Vraagt de federale regering om samen met de automobielsector een gedragscode op te stellen, die eveneens een sanctieregeling bevat.

Consumenten

Deze aanbeveling sluit aan bij aanbeveling 5 (informatie aan de consumenten).

Er is geen specifieke sanctieregeling opgenomen in de gemeenschappelijke aanbevelingen. Er is wel voorzien in periodieke evaluatie om de effectieve toepassing van de aanbevelingen op te volgen.

12. Eist van de VW-Groep dat hij de disfuncties en de verantwoordelijkheden binnen de groep duidelijk vaststelt en hiervan verslag uitbrengt bij de bevoegde instanties.

VW en D’Ieteren

De federale regering heeft deze bekommernis via D’Ieteren doorgegeven.

13. Vraagt de federale regering de consumenten te behoeden voor iedere fiscale weerslag ten gevolge van Dieselgate.

Financiën (+ Gewesten)

De bevoegde minister volgt dit dossier zeer nauw op.

14. Vraagt de instanties om toe te zien op de door VW aangegane verbintenis om eventuele fiscale overlast veroorzaakt door CO2-fraude, mocht dit worden aangetoond, terug te betalen, zoals aangegeven in de brief die de groep in november 2015 naar de 28 EU-ministers van Financiën heeft verstuurd.

Financiën

De KBA heeft onderzocht of er tijdens het proces van goedkeuring geen onjuiste gegevens met betrekking tot de uitstootwaarden en het brandstofverbruik van de geproduceerde voertuigen werden meegedeeld. Uit de gevoerde testen bleek dat er geen onjuiste CO2-waarden vastgesteld konden worden. Attesten uitgereikt door KBA kunnen hierover nog uitsluitsel geven.

15. Vraagt de regering na te gaan of het opportuun is om, meer bepaald op basis van de bestaande voorzieningen, een monitoring in te stellen van de evolutie van de Belgische marktwaarden (als gevolg van Dieselgate) bij de doorverkoop van de door Dieselgate getroffen voertuigen. Indien waardeverlies wordt vastgesteld door de technische aanpassingen die als gevolg van Dieselgate werden aangebracht, moeten de constructeurs ervoor zorgen dat in een gepaste compensatie wordt voorzien.

Consumenten

De regering heeft de opportuniteit onderzocht van een monitoring van de evolutie van de waarden.

Hoewel het om een interessante aanbeveling gaat, meent de bevoegde minister dat het onmogelijk is hiertoe over te gaan zonder een grondige wetenschappelijke analyse. De prijsevolutie zal immers van meer factoren afhangen dan van de effecten van Dieselgate. Mogelijke factoren zijn :

– de prijs van nieuwe modellen ;

– fiscale maatregelen gelinkt aan de uitstoot van wagens ;

– overaanbod of schaarste op de markt ;

– daling van het prijsverschil tussen diesel en benzine.

In de pers verschijnen regelmatig al berichten dat het niet meer interessant is om nog diesels te kopen, tenzij je echt veel kilometers aflegt. Dergelijke artikels hebben waarschijnlijk zelf al een invloed op de waarde van tweedehandse dieselwagens, los van Dieselgate.

Rekening houdend met deze elementen, is de bevoegde minister van mening dat het niet aangewezen is een monitoring uit te voeren, wegens het gebrek aan een onvoldoende duidelijk correlatie tussen Dieselgate en de tweedehandsprijs voor getroffen wagens.

16. Alle vorige aanbevelingen zullen ook gelden in geval van gelijksoortige schandalen bij andere constructeurs.


De federale regering heeft nota genomen van deze aanbeveling.

II. Volksgezondheid

Aanbeveling

Bestemmeling

Stand van zaken

17. Vraagt de federale regering de strijd aan te gaan met alle vormen van schadelijke uitstoot (en de gevolgen ervan) en in te zetten op een beperking van de uitstoot van NOx, maar ook van fijnstof en ozon, alsook van andere vervuilende stoffen.

Volksgezondheid

Zie verhoging van de accijnzen op diesel (minister van Financiën) + emissienormen voor motorvoertuigen (NRMM + EURO).

18. Vraagt de federale regering verder onderzoek te doen naar de impact van overdreven NOx-uitstoot door dieselwagens op de volksgezondheid en hieruit de nodige gevolgen te trekken in termen van gezondheidsdoelstellingen die de impact van schadelijke uitstoot kunnen beperken en voorkomen.

Volksgezondheid

De federale administratie Leefmilieu zal bijdragen aan de werkzaamheden van de Nationale Cel leefmilieu-gezondheid (project Steden en Vervuiling en project BeMoMo–Belgian Morbidity Mortality). Het verslag zal in juli 2017 worden bezorgd. De regering benadrukt dat de federale overheid enkel bevoegd is voor de behandeling van zeer ernstige vervuilingsepisodes (crisisbeheer waarvoor hoofdzakelijk de ministers van Volksgezondheid en Binnenlandse Zaken bevoegd zijn).

19. Vraagt de federale regering de analyses naar de impact van fijnstof op de gezondheid te versterken, met bijzondere aandacht voor alle risicogroepen.

Volksgezondheid

De FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de voedselketen en Leefmilieu zal de stand van het internationaal wetenschappelijk onderzoek inzake de impact van fijn stof op de gezondheid blijven opvolgen en ondersteunen.

III. Milieu

Aanbeveling

Bestemmeling

Stand van zaken

20. Vraagt de federale regering de impact van alle soorten voertuigen op het milieu na te gaan.

Leefmilieu (+ Gewesten)

Valt niet onder de bevoegdheid van de minister van Leefmilieu wat de mobiele machines betreft.

De minister van Leefmilieu is daarentegen wel bevoegd voor de niet voor de weg bestemde mobiele machines, zij ziet meer in het bijzonder toe op de toepassing van de Europese verordeningen ter zake.

21. Vraagt de federale regering haar inspanningen op te voeren om in overleg met de Gewesten de uitstoot van vervuilende stoffen (met inbegrip van stikstofoxides) te beperken.

Leefmilieu (+ Gewesten)

Op algemene wijze is de strijd tegen luchtvervuiling een gewestelijke bevoegdheid. De federale overheid is bevoegd voor de milieunormen van de producten (mobiele materiële goederen), waaronder de wegvoertuigen.

Zie verhoging van de accijnzen op diesel (minister van Financiën).

Emissienormen voor motorvoertuigen :

– de verordening Euro 5 en Euro 6 (EG) nr. 715/2007 (emissies van lichte personen- en bedrijfsvoertuigen) ;

– de verordening Euro V en Euro VI (EU) nr. 595/2009 (emissies van zware bedrijfsvoertuigen) ;

– de verordening nr. 2016/1628 (de emissiegrenswaarden voor verontreinigende gassen en deeltjes voor NRMM).

IV. Europa

Aanbeveling

Bestemmeling

Stand van zaken

22. Vraagt de federale regering om op Europees niveau de publicatie en de vermelding van de NOx-uitstoot van voertuigen op te voeren.

Leefmilieu (+ Gewesten)

Het CO2-etiket (richtlijn 1999/94/EG) wordt momenteel herzien. Vanaf 1 september 2017 zullen de waarden van de WLTP-test, voor zover beschikbaar, op het etiket worden vermeld. Na een overgangsperiode van twee jaar (1 september 2019) zullen enkel de WLTP-waarden op het etiket staan. Er komt ook een nieuw label : het 0-label voor voertuigen die minder dan 1 g CO2/km uitstoten. Vanaf 1 september 2017 zal er nog slechts één gestandaardiseerd etiketmodel zijn voor elk brandstoftype.

Volgens ons is een dynamiek en harmonisering op Europees niveau vereist voor de herziening van de voertuigetiketten. Daarom bereiden we momenteel een punt AOB voor dat zal worden voorgelegd aan de DGE van de maand oktober 2017. De volgende punten zullen aan bod komen :

– de behoefte aan dynamiek op Europees niveau voor de harmonisering van de etiketten in de EU ;

– het belang om ook rekening te houden met elektrische voertuigen en andere brandstoftypes ;

– de vermelding van andere luchtverontreinigende stoffen op het etiket ;

– het opheffen van de verplichting om een papieren gids af te drukken.

23. Vraagt toe te zien op de aanneming van een Europese norm die de constructeurs verplicht de consumenten correct te informeren over het brandstofverbruik alsook over de uitstoot van CO2, NOx en fijnstof van hun voertuig, zulks door zo nauw mogelijk aan te sluiten bij de reële omstandigheden op de weg, zoals ze zijn bepaald in de RDE.

Leefmilieu (+ Gewesten)

Deze vraag maakt deel uit van het Belgische standpunt voor de komende herziening van de richtlijn Car Labelling 1999/94/EG.

24. Die vermelding, die op Europees niveau zal moeten worden bepaald, kan worden ingegeven door de bestaande ecoscore; wel zal erop moeten worden toegezien dat die leesbaar blijft voor de consument en zal rekening moeten worden houden met de variëteit in de bestaande automodellen.

Leefmilieu (+ Gewesten)

Dit punt is ook opgenomen in het samenwerkingsakkoord betreffende de uitvoering van het herziene protocol van Göteborg, maar rechtstreeks op het Belgische niveau en vormt een onderdeel van de herziening van de richtlijn Car Labelling 1999/94/EG.

25. Vraagt de federale regering ervoor te pleiten dat het Europese echelon erop toeziet dat bij het besluitvormingsproces op Europees vlak beter met de impact op het milieu en de volksgezondheid rekening wordt gehouden, in het kader van de inspanning die wordt geleverd om in de automobielsector de uitstoot van NOx, CO2 en fijnstof tegen te gaan.

Mobiliteit + Leefmilieu (+ Gewesten)

Er werden verschillende regelgevingen gestemd en deze worden momenteel besproken in verband met de uitstoot van verontreinigende stoffen.

Het tweede RDE-pakket betreffende de NOx werd gestemd eind 2015 en treedt in werking in september 2017 voor de nieuwe voertuigtypes en in september 2019 voor alle nieuwe voertuigen.

De WLTP-verordening, gestemd in juni 2016, laat toe om het voertuig te testen op een manier die beter is aangepast aan onze huidige rijstijl. De beperkingen op alle verontreinigende stoffen zijn dus verhoogd. De test zal in werking treden in september 2017 voor de nieuwe voertuigtypes en in september 2018 voor alle nieuwe voertuigen.

Het derde RDE-pakket is onder meer gericht op fijn stof. Het werd gestemd op 20 december 2016.

Het vierde RDE-pakket betreft de overeenstemming tijdens het gebruik alsook het specifieke geval van de hybridevoertuigen. Het wordt momenteel besproken en zal eind 2017 worden gestemd.

26. Vraagt de federale regering om op Europees niveau een dialoog aan te vatten teneinde met de automobielnijverheid, met als doel te komen tot een aantal maatregelen die de sector zou kunnen nemen ter compensatie van de normoverschrijdingen van de afgelopen jaren. Die benadering zou een financiële compensatie kunnen impliceren en / of alle andere concrete en doeltreffende oplossingen ter bescherming van de volksgezondheid en het milieu.

Financiën + Leefmilieu (+ Gewesten)

Voor dit punt verwijzen we naar de federale en regionale ministers bevoegd voor voertuigen en mobiliteit.

27. Vraagt de federale regering te pleiten voor een aanscherping, op Europees niveau, van de RDE-tests en die tests uit te breiden tot CO2, fijnstof en andere verontreinigende stoffen.

Mobiliteit + Leefmilieu (+ Gewesten)

Het derde RDE-pakket dat in december 2016 werd gestemd, houdt rekening met fijn stof. De voorgestelde data voor de inwerkingtreding zijn september 2017 voor de nieuwe voertuigtypes en september 2018 voor alle nieuwe voertuigen.

28. Vraagt de federale regering te pleiten voor een betere supervisie op de homologatiediensten op Europees niveau en er te pleiten voor een betere en onafhankelijke keuring.

Mobiliteit (Gewesten)

Deze materie is volledig geregionaliseerd. De herziening van de kaderrichtlijn is lopende; het zijn de Gewesten die bevoegd zijn om te beantwoorden aan dit deel van de richtlijn.

29. Vraagt de federale regering op Europees niveau te pleiten voor bepalingen om ervoor te zorgen dat voordelen die, in het raam van een inbreuk op de Europese verplichtingen inzake consumentenbescherming, worden toegekend aan de betrokken klanten in een EU-lidstaat, eveneens van toepassing zullen zijn in alle andere lidstaten van de Europese Unie.

Consumenten

Commissaris Jourova heeft al verklaard dat zij er wil voor zorgen dat VW de Europese klanten een « fair treatment » te geven, lees « een redelijke vergoeding ».

In elk geval, vermits het gaat om Europese regels is er geen reden waarom consumenten uit verschillende lidstaten op een andere manier zouden behandelen worden.

Ten gevolge van deze gesprekken heeft VW een « trust building measure » genomen waarbij het een extra garantie geeft. Tot twee jaar na de update zullen eventuele problemen met elf onderdelen die een direct verband hebben met de uitlaatgasbehandeling, gratis verholpen worden.

Voorlopig is geen verdere actie meer nodig.

30. Vraagt de federale regering op Europees niveau aan te sturen op maatregelen met het oog op de traceerbaarheid van de voertuigen door de nationale instanties van de EU-lidstaten, teneinde te voorzien in een betere follow-up bij grensoverschrijdende verkoop.

Mobiliteit (+ Gewesten)

Op Europees vlak ondersteunt de federale regering de initiatieven die genomen worden voor internationale elektronische uitwisseling van voertuiggegevens, zoals het voorstel voor een verordening tot vereenvoudiging van de overbrenging van in een andere lidstaat ingeschreven motorvoertuigen binnen de interne markt.

31. Vraagt de federale regering werk te maken van een aanscherping van de Europese normen inzake de uitstoot van NOx en fijnstof, meer bepaald zodat de tweede gelijkvormigheidsfactor (afwijkingsmarge) voor de nieuwe voertuigen die vanaf 2020 op de markt komen, al neerwaarts wordt herzien.

Mobiliteit + Leefmilieu (+ Gewesten)

De gestemde tekst van het tweede RDE-pakket voorziet voor de NOx in een lagere conformiteitsfactor voor de NOx voor alle nieuwe voertuigen vanaf 2021. Deze factor is vervolgens jaarlijks herzienbaar.

Wat het fijn stof betreft, zal de conformiteitsfactor van toepassing zijn vanaf september 2018 voor alle nieuwe voertuigen en deze factor is jaarlijks herzienbaar.

32. Vraagt de federale regering, in overleg met de Gewesten, constructief samen te werken aan de snelle invoering van een RDE-test voor fijnstof (PEMS-PM).

Mobiliteit + Leefmilieu (+ Gewesten)

De FOD Mobiliteit en Vervoer heeft, in samenwerking met de gewesten, gestemd voor de snelle goedkeuring van het derde RDE-pakket in december 2016. Deze tekst introduceert het fijn stof in de RDE-testen.

33. Vraagt de federale regering, in overleg met de Gewesten, te waken over de invoering van een Europees raamwerk aan de hand waarvan de instanties voor de homologatie en de keuring van de voertuigen kunnen beschikken over alle vormen van toegang en informatie om de wettelijke overeenstemming van de ingebouwde software te controleren, teneinde de software bij de homologatietests te controleren en na te gaan welke instellingen wanneer actief zijn.

Mobiliteit (+ Gewesten)

De definitie van « defeat device » is in bespreking. De Gewesten zijn verantwoordelijk voor alles wat te maken heeft met de goedkeuringsprocedure.

34. Moedigt de Europese Commissie ertoe aan een « ingrijpende herziening » van de homologatieprocedures van de voertuigen in de Europese Unie door te voeren, en steunt de demarches die zij in die zin op 27 januari 2016 in uitzicht heeft gesteld.

Mobiliteit (+ Gewesten)

De herziening van de kaderrichtlijn wordt momenteel besproken in de Working Party Technical Harmonisation.

De federale overheid neemt actief deel aan deze groep. De Gewesten zijn verantwoordelijk voor de goedkeuringsprocedure.

35. Vraagt de federale regering op Europees niveau te pleiten voor een waarborg inzake betrouwbare testen homologatieprocedures, zodat men verzekerd is van relevante milieucriteria.

Mobiliteit + Leefmilieu (+ Gewesten)

Op het vlak van de procedure voor de testen, hernemen de WLTP en de diverse RDE-pakketten, zoals eerder toegelicht, de relevante milieucriteria.

36. Vraagt de federale regering op Europees niveau te pleiten voor een normerend raamwerk waarbinnen kan worden voorzien in post-productiecontroles om zich ervan te vergewissen dat de voertuigen die vóór de productie zijn getest, wel degelijk dezelfde zijn op het vlak van milieuprestaties, en er met het oog op de waarborg van de luchtkwaliteit te pleiten voor de invoering van een systeem van willekeurige en bindende controles gedurende de hele levenscyclus van de voertuigen.

Mobiliteit (+ Gewesten)

Dit onderwerp wordt behandeld in het vierde pakket van de RDE-reglementering. Dit laatste pakket zou de onafhankelijke goedkeuringsinstanties moeten toelaten om de voertuigen in reële omstandigheden te testen en zo te controleren of de NOx-uitstoot en de uitstoot van fijn stof zoals opgegeven door de fabrikant en de goedkeuring kloppen. De stemming van dit laatste pakket is gepland tegen einde 2017.

De overeenstemming van productie speelt ook een rol, het is een geregionaliseerde materie.

37. Vraagt het Duitse Kraftfahrt–Bundesamt (KBA) de lidstaten de gegevens ter beschikking te stellen die noodzakelijk zijn om de schade voor het milieu en de fiscale schade te ramen.

KBA

De regering heeft akte genomen van deze aanbeveling.

38. Dringt bij de Europese instanties aan op de noodzaak te voorzien in sancties voor de automobielconstructeurs wier voertuigen niet voldoen aan de emissienormen, zoals bepaald bij de toekomstige Europese normen.

Europese instanties

De regering heeft akte genomen van deze aanbeveling.

39. Vraagt de federale regering een denkoefening binnen de Europese comitologie-instanties op te starten om de rol van en de controle door het Europees Parlement tijdens de werkzaamheden te versterken, zoals bepaald in de nieuwe Europese institutionele overeenkomst, en beklemtoont het belang van een voorafgaand overleg tussen de bevoegde minister en de ambtenaar die gemachtigd is hem te vertegenwoordigen in de verschillende comités en andere technische instellingen ; de gemachtigde ambtenaar moet het hem door de minister verleende mandaat in acht nemen, aangezien de minister daarvoor de politieke verantwoordelijkheid draagt.

Mobiliteit (+ Gewesten)

De laatste hand werd gelegd aan een procedure : vóór elke stemming wordt er een nota en een voorstel van stemstandpunt naar het kabinet verstuurd en goedgekeurd.

40. Vraagt de federale regering op Europees niveau aan te dringen op een betere harmonisatie van de testcycli.

Mobiliteit + Leefmilieu (+ Gewesten)

De nieuwe cyclus van testen voor de metingen van de uitstoot (WLTP) werd gestemd in juni 2016, deze zal van kracht worden in september 2017 voor de nieuwe voertuigtypes en in september 2018 voor alle voertuigen.

41. Vraagt de federale regering om op zijn minst te pleiten voor de toepassing van de WHO-normen inzake fijnstof, in het kader van een harmonisatie op Europees vlak.

Leefmilieu + Volksgezondheid (+ Gewesten)

De regering heeft akte genomen van deze aanbeveling.

42. Vraagt de federale regering op Europees niveau emissienormen te promoten die meer rekening houden met de volksgezondheid en het milieu.

Mobiliteit + Leefmilieu + Volksgezondheid (+ Gewesten)

De gezamenlijke invoering van testen in reële omstandigheden (RDE) en van een nieuwe cyclus van testen voor de metingen van de uitstoot (WLTP) heeft tot doel de uitstoot uitgaande van het wegvervoer te verminderen. De beslissingen die momenteel binnen het Europees kader worden genomen, worden geanalyseerd en maken het voorwerp uit van een effectenrapportage door de COM teneinde de effecten ervan op de volksgezondheid en het milieu te kennen.

V. Controles

Aanbeveling

Bestemmeling

Stand van zaken

43. Vraagt de federale regering de vereiste onderzoeken voort te zetten naar elke constructeur die ervan verdacht wordt de emissienormen te overschrijden, en uit die onderzoeken de nuttige conclusies te trekken, na te hebben nagegaan of het opportuun is zich bijvoorbeeld burgerlijke of benadeelde partij te stellen, enz.

Consumenten + Financiën + Mobiliteit + Leefmilieu (+ Gewesten)

De controle op de conformiteit ligt binnen de bevoegdheid « mobiliteit ». De bevoegdheid « consumenten » komt hier in tweede lijn, namelijk wanneer er informatie aan de consument moet worden gegeven.

Voorlopig geen actie meer nodig.

44. Vraagt de federale regering rekening te houden met de resultaten van tests die werden uitgevoerd door de homologatiediensten en door de consumentenverenigingen in België en in andere landen van Europa.

Consumenten (+ Mobiliteit + Gewesten)

Het toezicht op de markt voor voertuigen van de categorieën M, N en O (auto, vrachtwagens, bestelwagens, aanhangwagens) wordt momenteel besproken op Europees niveau en dit toezicht is bijgevolg nog niet van start gegaan.

45. Vraagt de bevoegde overheden controles uitvoeren om na te gaan of andere constructeurs illegale software gebruiken om de echte vervuilende-uitstootwaarden van hun voertuigen te verhullen.

Mobiliteit (+ Gewesten)

Het toezicht op de markt voor de voertuigen van de categorieën M, N en O (wagens, vrachtwagens, bestelwagens, aanhangwagens) wordt momenteel besproken op Europees niveau.

De productieconformiteit kan ook een rol spelen, het is een geregionaliseerde materie.

46.Beveelt de bevoegde overheden aan een alternatief systeem op te zetten om de transparantie en de traceerbaarheid van de betrokken voertuigen te waarborgen (Car Pass).

Consumenten (+ Mobiliteit + Gewesten)

Hieraan wordt gewerkt. Zie de commentaar op aanbeveling 5.

De FOD-M onderzoekt alle eventuele maatregelen die kunnen worden genomen om de transparantie en de traceerbaarheid van de betrokken voertuigen op Belgisch niveau te vergroten.

47. Beveelt aan toe te zien op de interfederale samenwerking bij de behandeling van dit dossier.

Premier + Mobiliteit + Leefmilieu

De regering deelt deze bekommernis. De verantwoordelijke ministers proberen de best mogelijke dialoog in stand te houden met hun ambtsgenoten van de deelgebieden.

De FOD antwoordt onmiddellijk op de vragen die verband houden met zijn bevoegdheden.

VI. Mobiliteit

Aanbeveling

Bestemmeling

Stand van zaken

48. Vraagt om een beleid dat de burgers ertoe aanzet gebruik te maken van alternatieven voor het individuele voertuig (zachte mobiliteit, openbaar vervoer, carpooling), en vraagt de federale regering die beleidslijnen op te nemen in het betrokken beleid.

Mobiliteit (+ Gewesten)

De minister heeft uitgesproken ten voordele van een beleid dat de alternatieven voor het individueel gebruik van de wagen, en vooral dan de zachte vervoersmodi zoals de trein, aanmoedigt.

49. Vraagt de federale regering te voorzien in een duurzame mobiliteit, met inbegrip van co-modaliteit, die de klemtoon legt op de zo duurzaam mogelijke ketenmobiliteit en die erop toeziet dat de verschillende vervoerswijzen op elkaar zijn afgestemd.

Mobiliteit (+ Gewesten)

Het doel is om de interoperabiliteit en de mobiliteitsketen centraal te plaatsen in het beleid van de openbare vervoersmaatschappijen (TEC, De Lijn, MIVB, NMBS), en in het bijzonder voor het spoor.

Het is ook aangewezen de tariefintegratie van de exploitanten (TEC, De Lijn, NMBS, MIVB) te verbeteren.

In het raam van het Executief Comité van de ministers van Mobiliteit (ECMM), werk ik samen met de betrokken ministers aan de uitwerking van maatregelen in die zin. Zo ijveren wij bijvoorbeeld voor een meer doorgedreven integratie van de MOBIB-diensten tussen de vervoersexploitanten.

50. Vraagt de federale regering in te zetten op Intelligent Transport Systems, zodat het emissieniveau dankzij die technologie kan dalen.

Mobiliteit (+ Gewesten)

De Belgische stuurgroep voor de TSI werd opgericht en deze stelt tegen einde 2017 een overlegd nationaal TSI-plan op waarbij men uitgaat van de gewestelijke en federale plannen.

De FOD M&V staat in voor de follow-up van de acties die voorzien zijn in het ontwikkelingsplan van ISA (intelligent snelheidsaanpassingssysteem). Dankzij de vermindering van de snelheden en een meer gelijkmatige rijstijl (minder optrekken) is dit systeem niet enkel voordelig voor de verkeersveiligheid, maar draagt het zeker ook bij tot een vermindering van de uitstoot.

51. Vraagt de federale regering om binnen een redelijke termijn uitvoering te geven aan het regeerakkoord door, in overleg met de sociale partners, een wettelijk kader voor een mobiliteitsbudget te creëren, waarbinnen de bedrijfswagens een van de mogelijke keuzes kan zijn, maar waarbinnen ook voldoende incentives zitten om een zo milieuvriendelijk mogelijke keuze te maken. Dit moet gebeuren binnen een budgettair neutraal kader voor de werknemers en werkgevers.

Werk + Mobiliteit (+ Gewesten) + Financiën

Er is een beslissing genomen op regeringsniveau.

Een voorstel tot invoering van een mobiliteitsbudget zal worden uitgewerkt door de minister van Financiën.

De positieve toekenning zal het mogelijk maken om aan de begunstigde van een bedrijfsvoertuig een keuzemogelijkheid te bieden tussen het reële gebruik van het bedrijfsvoertuig waarop hij contractueel recht heeft of het voertuig in te ruilen voor een budget dat hij kan aanwenden voor andere vormen van mobiliteit.

52. Vraagt de federale regering het gebruik van de fiets maximaal te stimuleren, zowel voor woon-werkverkeer als voor kleine en middellange afstanden.

Mobiliteit (+ Gewesten)

In 2016 werd een wettelijk kader uitgewerkt voor de snelle elektrische fietsen (speed pedelec). Uitgangspunt hierbij was het bevorderen van deze duurzame vorm van mobiliteit zonder de verkeersveiligheid in het gedrang te brengen. Met dit kader werd duidelijkheid en rechtszekerheid geboden aan de gebruikers.

Het is vanzelfsprekend niet de wetgeving die de elektrische fiets populair heeft gemaakt, maar wellicht heeft het Belgische regelgevende kader de ideale voorwaarden geschapen voor deze nieuwe verplaatsingsmodi.

Er werden voorstellen voor fiscale en sociale maatregelen ten gunste van de woon-werkverplaatsingen en van korte en middellange afstand met de fiets, pedelec of speed pedelec geëvalueerd.

Hierbij werd een voorstel uitgewerkt waarbij de bestaande fiscale gunstregeling met betrekking tot fietsvergoedingen voor woon-werkverkeer, het terbeschikking stellen van bedrijfsfietsen aan werknemers, de 120 % aftrekbaarheid van de bedrijfsfietsen en de gunstige forfaitaire beroepskost per afgelegde kilometer per fiets, uitgebreid wordt naar elektrische fietsen, inclusief de snelle elektrische fietsen (de zogenaamde speed pedelecs).

Tot slot is er ook een denkoefening gaande om de fiscale en sociale regels voor het gebruik van bedrijfsfietsen te harmoniseren.

53. Nodigt de sociale gesprekspartners uit de collectieve arbeidsovereenkomst over het telewerk te herzien om die soepele vorm van arbeid uit te bouwen, die voor de mobiliteitsproblemen een gedeeltelijke oplossing biedt.

sociale partners (+Werk ?)

In de wet hebben we een wettelijk kader uitgewerkt voor occasioneel telewerk. Er bestaat al een kader in CAO 85 van de NAR in verband met structureel telewerk.

54. Vraagt de federale regering via beheersovereenkomsten voor alle klanten van de Belgische spoorwegen meetbare kwantiteits- en kwaliteitseisen te stellen, met als doel het aantal klanten te doen toenemen en om er de nodige middelen aan te besteden.

Mobiliteit (+ Gewesten)

De beheerscontracten die in de loop van 2017 zullen worden afgesloten tussen enerzijds de NMBS en de Belgische Staat en anderzijds tussen Infrabel en de Belgische Staat zullen duidelijke SMART-doelstellingen bevatten rond zes strategische thema’s die vanuit de politiek naar voren werden geschoven, namelijk veiligheid, stiptheid, capaciteit / aanbod, efficiëntie, klantentevredenheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen. Via duidelijk vastgelegde KPI’s en de organisatie door de FODMV van performantiedialogen met de vennootschappen, waakt de FODMV erover dat de groeipaden om de doelstellingen te realiseren, van dichtbij worden opgevolgd en dat er eventueel wordt bijgestuurd daar waar dit nodig zou blijken. De variabele verloning van de leidinggevenden zal rekening houden met het al dan niet realiseren van deze doelstellingen.

55. Vraagt de federale regering het goederenvervoer per trein en over het water te promoten, om het goederenverkeer over de weg grotendeels te ontlasten.

Mobiliteit (+ Gewesten)

De wet van 5 mei 2017 betreffende de steun voor verspreid vervoer voor de periode 2017-2020 en tot verlenging van de steun voor gecombineerd vervoer voor de periode 2017-2020 is op 15 juni 2017 verschenen in het Belgische Staatsblad. De twee subsidiesystemen streven ernaar om, vanuit milieuoogpunt, het aandeel van het spoor in het goederenvervoer in stand te houden of te verhogen.

De Europese Commissie heeft de Belgische staatssteun op 6 juni 2017 goedgekeurd. De steun aan het goederenvervoer over de bevaarbare waterwegen is een gewestbevoegdheid.

56. Vraagt de verschillende overheden met de auto-industrie en andere emissie-uitstotende sectoren van gedachten te wisselen over de implementatie van het Klimaatakkoord (COP21) en hen aan te zetten tot het ontwikkelen van een visie en het uitzetten van een strategie om de klimaatdoelstellingen te halen.

Leefmilieu + mobiliteit (+ Gewesten)

Er worden gedachtewisselingen tussen alle stakeholders (de automobielindustrie, de ngo’s en de autoriteiten) georganiseerd door de FOD Leefmilieu ter gelegenheid van de herziening van de Europese regelgeving over de normen voor de CO2-uitstoot voor lichte voertuigen. Deze gedachtewisseling vond plaats op 26 juni 2017. De conclusies werden nog niet gerapporteerd.

VII. Fiscaliteit

Aanbeveling

Bestemmeling

Stand van zaken

57. Vraagt de regering een mobiliteitsbeleid te voeren om een echte modal shift te bewerkstelligen naar zachte mobiliteit, het openbaar vervoer en de minder vervuilende brandstoffen en vraagt de regering derhalve een fiscale vergroening op het federaal niveau door te voeren, teneinde de minst vervuilende technologieën en de alternatieve vervoerswijzen concreet en effectief te promoten en aldus hun aandeel in de Belgische vervoersmix te doen stijgen.

Vraagt de federale regering, in afwachting daarvan, een onderzoek in te stellen naar de verruiming van de fiscaliteitsparameters voor de bedrijfswagens, rekening houdend met de impact van NOx en andere mobiliteitsgerelateerde vervuilende stoffen op de volksgezondheid en het milieu, in overleg met de Gewesten en in het kader van een geloofwaardig en realistisch alternatief dat de werknemers, noch de werkgevers sanctioneert. « Zero emission »-voertuigen (elektrische en andere voertuigen) vormen een opportuniteit voor de toekomst. Wij nodigen de federale regering uit het winstpotentieel van de minder vervuilende alternatieve voertuigen na te gaan door het onderzoek en de ontwikkeling op die verschillende vlakken te bevorderen en door dat initiatief in te bedden in een beleidskeuze voor lagekoolstofelektriciteit.

Financiën + Leefmilieu (+ Gewesten)

Er wordt momenteel een kader inzake het mobiliteitsbudget uitgewerkt. 

Er worden voorstellen voor fiscale maatregelen ten gunste van de woon-werkverplaatsingen en van korte en middellange afstand met de fiets, pedelec of speed pedelec geëvalueerd.

Het verschil in accijnzen op diesel en benzine werd de voorbije jaren in uitvoering van het regeerakkoord aanzienlijk verkleind en deze trend / inspanning / evolutie zal verder doorgetrokken worden in de nabije toekomst.

VIII. Opvolging

Aanbeveling

Bestemmeling

Stand van zaken

58. Vraagt de federale regering tegen eind 2016 een actieplan in te dienen dat elk van deze aanbevelingen omzet in concrete maatregelen en acties, met voor elk ervan een te verwachten agenda wat de aanneming en de daadwerkelijke uitvoering betreft.

Premier

De regering heeft akte genomen van deze aanbeveling en zorgt voor de opvolging ervan.

59. Vraagt elke bevoegde commissie van het Parlement, de eerste maal binnen zes maanden en vervolgens elk jaar, een debat te agenderen over de voortgang van de verwezenlijking van de aanbevelingen in verband met de bevoegdheden van die commissie, en vraagt de federale regering tien dagen voordien een opvolgingstabel in te dienen met een overzicht van de verwezenlijking van de aanbevelingen en van de uitvoering van het actieplan.

Parlement +Premier +betrokken ministers

De regering heeft akte genomen van deze aanbeveling.