SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2011-2012 Zitting 2011-2012
________________
23 décembre 2011 23 december 2011
________________
Question écrite n° 5-4052 Schriftelijke vraag nr. 5-4052

de Guido De Padt (Open Vld)

van Guido De Padt (Open Vld)

à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de Beliris et des Institutions culturelles fédérales

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen
________________
Hôpitaux - Facturation sur support magnétique - Décompte mensuel Ziekenhuizen - Factuur op magnetische drager - Maandelijkse afrekening 
________________
établissement hospitalier
hospitalisation
facturation
ziekenhuis
ziekenhuisopname
facturering
________ ________
23/12/2011Verzending vraag
22/3/2012Antwoord
23/12/2011Verzending vraag
22/3/2012Antwoord
________ ________
Herindiening van : schriftelijke vraag 5-870 Herindiening van : schriftelijke vraag 5-870
________ ________
Question n° 5-4052 du 23 décembre 2011 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-4052 d.d. 23 december 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Les patients ou ex-patients qui ont été hospitalisés pendant une certaine période se plaignent souvent, et à juste titre, du délai de facturation élevé qui suit leur séjour. L'explication se retrouve dans les instructions « Support magnétique » de l'Institut national d'assurance maladie-invalidité (INAMI). Ces consignes stipulent que le décompte a lieu mensuellement, indépendamment du jour du décompte. Ensuite, le dispensateur de soins ou l'institution est tenu de ne transférer qu'un seul fichier de facturation par mois à l'organisme assureur national concerné.

Ce n'est qu'au moment où toutes les données relatives à une hospitalisation sont collectées que la facturation est envoyée. Ce système comporte des conséquences importantes, puisque la facture d'un séjour effectué au début du mois n'arrive que deux mois plus tard, ce qui implique de surcroît une préfinancement de deux mois pour l'hôpital. Dans certains cas exceptionnels, il est possible d'introduire une facturation supplémentaire (13e).

Je souhaiterais obtenir une réponse aux questions suivantes :

1) La ministre juge-t-elle nécessaire de revoir cette mesure ? Considère-t-elle également qu'une entreprise (publique) doit être capable de gérer ses ressources propres de manière optimale ? Dans la négative, pourquoi ?

2) La ministre considère-t-elle qu'une augmentation du nombre de fichiers de facturation par tiers payant transmis mensuellement est possible ? Dans la négative, pourquoi ?

 

Patiënten of ex-patiënten die gedurende een bepaalde tijd werden opgenomen in een ziekenhuis hebben dikwijls (terechte) opmerkingen over de lange facturatietijd na hun verblijf. De reden hiervoor is terug te vinden in de instructies " Magnetische drager " van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (RIZIV). Deze onderrichtingen bepalen dat afrekening per maand gebeurt, onafgezien de dag van de afrekening. Vervolgens moet de zorgverlener of inrichting zich houden aan de richtlijn om per maand één facturatiebestand over te maken aan de betrokken nationale verzekeringsinstelling.

Pas nadat alle gegevens betreffende een verblijf verzameld zijn, wordt de facturatie verstuurd. Dit brengt belangrijke consequenties met zich mee, daar de facturatie van een verblijf in het begin van de maand twee maanden op zich laat wachten. Wat tevens een voorfinanciering van twee maanden betekent voor het ziekenhuis. In uitzonderlijke gevallen kan een bijkomende (13e) facturatie worden ingediend.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Acht de geachte minister een herziening van deze maatregel noodzakelijk? Is zij ook van mening dat een (openbaar) bedrijf in staat moet zijn om haar eigen middelen optimaal te beheren? Zo nee, waarom niet?

2) Acht de geachte minister een uitbreiding van het maandelijks over te maken aantal facturatiebestanden per derdebetaler mogelijk? Zo nee, waarom niet?

 
Réponse reçue le 22 mars 2012 : Antwoord ontvangen op 22 maart 2012 :

En réponse à votre question, je peux vous communiquer ce qui suit.

J’estime qu’il est pour l’instant inopportun d’adapter le mode actuel de facturation et de financement des hôpitaux.

Il est exact que les hôpitaux présentent en moyenne un retard de facturation de deux mois en raison de dispositions réglementaires.

L’hôpital établit en principe une facture par période de séjour clôturée. Il existe une exception à ce principe, à savoir les hospitalisations de plus de trente jours : dans ce cas, des factures intermédiaires sont en effet établies et le 31 décembre de chaque année une facture intermédiaire est établie pour tous les séjours.

Si, comme vous le proposez, il fallait scinder la facturation d’une même hospitalisation en plusieurs factures, il serait difficile de rassembler par la suite les diverses factures en un seul ensemble. Or, disposer d’un tel ensemble est nécessaire pour l’établissement du forfait par admission, la détection de situations de cumul non autorisées de même que pour le calcul du budget des moyens financiers des hôpitaux.

Plusieurs factures pour une même hospitalisation n’offrent pas davantage de transparence pour le patient.

Afin que les hôpitaux disposent de suffisamment de cash-flow, un système de financement est instauré depuis 2002 en vertu duquel l’hôpital reçoit 80 % du budget sous la forme d’avances mensuelles directement payées par les organismes assureurs. La partie restante est portée en compte par l’hôpital à l’organisme assureur via la facture patient sur la base d’un « montant par admission » et d’un « montant par jour ».

La proposition de facturation mensuelle est convenue au sein des organes de l’Institut national d’assurance maladie-invalidité (INAMI), avec, dans le cas présent, l’accord des organisations représentatives des hôpitaux.

En ce qui concerne les hôpitaux psychiatriques, ce sont ces organisations elles-mêmes qui plaident encore pour le maintien de la facturation trimestrielle.

Als antwoord op uw vraag, kan ik u het volgende meedelen.

Ik acht een aanpassing van de huidige financierings- en facturatiewijze van de ziekenhuizen momenteel niet opportuun.

Het is correct dat er bij de ziekenhuizen omwille van reglementaire bepalingen een gemiddelde vertraging in de facturatie is van twee maanden.

Het ziekenhuis maakt in principe een factuur op per afgesloten verblijfsperiode. Een uitzondering zijn de hospitalisaties van meer dan dertig dagen: in dat geval worden er inderdaad tussentijdse facturen opgemaakt, evenals op 31 december van elk jaar wordt voor alle verblijven een tussentijdse factuur opgemaakt.

Indien men, zoals u voorstelt, de facturatie van eenzelfde opname in meerdere facturen zou opsplitsen, zou het moeilijk zijn om nadien de diverse facturen terug tot één geheel te brengen. Nochtans moet men over een dergelijk geheel beschikken om het forfait per opname te kunnen vaststellen, niet-toegestane cumulsituaties op te merken, en ook om het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen te berekenen.

Meerdere facturen voor eenzelfde ziekenhuisopname zijn evenmin transparant voor de patiënt.

Opdat de ziekenhuizen over voldoende cash flow zouden beschikken is er sinds 2002 een financieringssysteem waardoor het ziekenhuis 80 % van het budget onder de vorm van maandelijkse voorschotten rechtstreeks betaald krijgt door de verzekeringsinstellingen. Het overige gedeelte wordt via de patiëntenfactuur door het ziekenhuis aangerekend aan de verzekeringsinstelling op basis van een ‘bedrag per opname en een “bedrag per dag”.

Het voorstel van maandelijkse facturatie is overeengekomen in de organen van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (RIZIV), met in dit geval het akkoord van de representatieve ziekenhuisorganisaties.

Wat de psychiatrische ziekenhuizen betreft, pleiten deze organisaties er nog steeds zelf voor om de driemaandelijkse facturering te behouden.