SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2010-2011 Zitting 2010-2011
________________
28 janvier 2011 28 januari 2011
________________
Question écrite n° 5-1041 Schriftelijke vraag nr. 5-1041

de Guido De Padt (Open Vld)

van Guido De Padt (Open Vld)

au ministre de la Justice

aan de minister van Justitie
________________
Etat de l’infrastructure routière - Dégâts - Plaintes auprès des autorités compétentes - Nombres et conséquences Staat van de wegeninfrastructuur - Schade - Klachten bij de bevoegde overheden - Aantallen en gevolgen 
________________
réseau routier
sécurité routière
statistique officielle
recours en responsabilité administrative
wegennet
verkeersveiligheid
officiële statistiek
vordering tot administratieve aansprakelijkheid
________ ________
28/1/2011Verzending vraag
12/5/2011Antwoord
28/1/2011Verzending vraag
12/5/2011Antwoord
________ ________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1042 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1042
________ ________
Question n° 5-1041 du 28 janvier 2011 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-1041 d.d. 28 januari 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Nos routes ont également pâti des rudes conditions hivernales. Çà et là, le revêtement est jonché de trous qui endommagent les véhicules. Après les premières grandes offensives hivernales, les dégâts occasionnés à nos routes se font de plus en plus clairs. La conjonction du gel, de la neige et du sel a sérieusement mis à mal le revêtement. Après avoir déterminé l'étendue des dégâts, il incombe aux autorités d'assurer la sûreté de la chaussée publique et de réaliser les travaux nécessaires. Elles doivent en effet prendre des mesures pour prévenir les situations dangereuses.

Les conducteurs qui subissent des dégâts matériels en raison de l'état pitoyable de nos chaussées sont parfois tentés de déposer plainte contre l'autorité compétente. Ils estiment que l'autorité a manqué à ses devoirs, ce qui leur a porté préjudice, et cherchent donc à obtenir réparation. Ils doivent cependant prouver que l'autorité concernée est demeurée en défaut, qu'ils ont subi un dommage et que le manquement de l'autorité constitue la cause directe de leur préjudice. Il s'agit du lien de causalité entre le manquement et le préjudice. C'est le juge compétent qui statuera à ce sujet.

Il peut s'avérer nécessaire d'examiner le nombre de plaintes introduites au cours de ces dernières années car ces statistiques peuvent refléter l'ampleur du problème. En outre, il est utile de connaître les suites juridiques qui ont été données à ces plaintes ainsi que les décisions des juges.

À cet égard, je souhaiterais obtenir une réponse aux questions suivantes :

1) Le ministre peut-il communiquer le nombre de plaintes déposées contre les autorités compétentes entre 2007 et 2010 concernant les dégâts encourus à la suite du mauvais état de l'infrastructure routière et pour lesquelles la responsabilité de l'autorité a été mise en cause ? Je souhaiterais une ventilation par autorité compétente et selon la nature de la plainte. Sur quelles bases ces plaintes reposaient-elles ?

2) Le ministre peut-il fournir un aperçu du traitement juridique des plaintes mentionnées sous 1) ? Quelles suites y a-t-on données et quelle a été la décision exacte du juge ? Sur quelles bases les jugements étaient-ils motivés ?

 

Door het barre winterweer krijgen ook onze wegen het hard te verduren. Her en der zijn er in het wegdek putten die de auto's geen deugd doen. Na de eerste grote winterprikken wordt de schade aan onze wegen stilaan duidelijk. Het vriesweer in combinatie met sneeuwval en het strooien van zout, heeft het wegdek flink toegetakeld. Na het opmeten van de schade, is het de verantwoordelijkheid van de overheden om de openbare weg veilig te houden en de nodige werkzaamheden uit te voeren. De overheid moet immers maatregelen nemen om gevaarlijke situaties te voorkomen.

Chauffeurs die materiële schade oplopen ten gevolge van de erbarmelijke staat van onze wegen, zijn soms geneigd een klacht tegen de bevoegde overheid in te dienen. Ze menen dat de overheid in gebreke is gebleven, dat zij daardoor schade geleden hebben en proberen daarom verhaal te zoeken. Ze moeten wel aantonen dat de betrokken overheid in gebreke is gebleven, dat zij schade hebben geleden en dat het gebrek van de overheid de oorzaak is van hun schade. Dat is het oorzakelijke verband tussen het in gebreke blijven en de schade. Het is de bevoegde rechter die daarover oordeelt.

Het kan nuttig zijn een zicht te krijgen op het aantal ingediende klachten in de afgelopen jaren, omdat dit een weerspiegeling kan zijn van de omvang van het probleem. Daarnaast is het ook nuttig te weten welk juridisch gevolg aan die klachten wordt gegeven en wat de rechters precies uitspreken.

In dit kader graag een antwoord op volgende vragen:

1) Kan de minister meedelen hoeveel klachten tegen de bevoegde overheden werden geregistreerd in de periode 2007 - 2010 betreffende schade ten gevolge van de slechte staat van de wegeninfrastructuur, waarbij de overheid aansprakelijkheid werd geacht? Graag kreeg ik een uitsplitsing per bevoegde overheid en aard van de klacht. Op welke gronden waren die klachten gestoeld?

2) Kan de minister een overzicht geven van de juridische afhandeling van de in vraag 1) vermelde klachten? Welke gevolgen werden daaraan gegeven en wat werd er precies uitgesproken? Op welke gronden werden de vonnissen gemotiveerd?

 
Réponse reçue le 12 mai 2011 : Antwoord ontvangen op 12 mei 2011 :

Cette question parlementaire ne relève pas de ma compétence.

Conformément à l’article 6 de la loi spéciale du 8 août 1980 de réformes institutionnelles et à l’article 4 de la loi spéciale du 12 janvier 1989 relative aux Institutions bruxelloises, les régions sont compétentes pour les routes et leurs dépendances.

Deze parlementaire vraag valt niet onder mijn bevoegdheid.

Overeenkomstig artikel 6 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen en artikel 4 van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse Instellingen zijn de gewesten bevoegd voor de wegen en hun aanhorigheden.