SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2007-2008 Zitting 2007-2008
________________
11 juillet 2008 11 juli 2008
________________
Question écrite n° 4-1218 Schriftelijke vraag nr. 4-1218

de Sabine de Bethune (CD&V N-VA)

van Sabine de Bethune (CD&V N-VA)

à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
________________
Podologues - Agrément - Arrêtés d'exécution Podologen - Erkenning - Uitvoeringsbesluiten 
________________
profession paramédicale
profession médicale parallèle
formation professionnelle
Institut national d'assurance maladie-invalidité
paramedisch beroep
beroep in de alternatieve geneeskunde
beroepsopleiding
Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering
________ ________
11/7/2008Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 18/8/2008)
7/10/2008Antwoord
11/7/2008Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 18/8/2008)
7/10/2008Antwoord
________ ________
Herkwalificatie van : vraag om uitleg 4-399 Herkwalificatie van : vraag om uitleg 4-399
________ ________
Question n° 4-1218 du 11 juillet 2008 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-1218 d.d. 11 juli 2008 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

La podologie est une profession paramédicale régie par l'arrêté royal du 15 octobre 2001 relatif au titre professionnel et aux conditions de qualification requises pour l'exercice de la profession de podologue et portant fixation de la liste des prestations techniques et de la liste des actes dont le podologue peut être chargé par un médecin.

Cet arrêté royal n'a toujours pas été suivi d'arrêtés d'exécution, de telle sorte que le SPF Santé publique n'a pas encore pu prendre de décision d'agrément. En principe donc, n'importe qui peut aujourd'hui exercer la profession de podologue. Il n'y aurait actuellement aucune sanction si quelqu'un exerçait cette profession sans posséder les qualifications nécessaires.

Bien que le SPF Santé publique n'a pas encore pris de décision individuelle d'agrément, l'INAMI dispose bel et bien d'une nomenclature permettant le remboursement aux patients. Seuls les patients de podologues agréés par l'INAMI pourront être remboursés des traitements reçus. Les podologues peuvent demander leur agrément au service des soins de santé de l'INAMI.

Ainsi, le traitement des patients diabétiques est réglé par l'arrêté royal du mars 2003 modifiant l'arrêté royal du 10 janvier 1991 établissant la nomenclature des prestations de rééducation visée à l'article 23, § 2, alinéa 2, de la loi relative à l'assurance obligatoire soins de santé et indemnités, coordonnée le 14 juillet 1994, portant fixation des honoraires et prix de ces prestations et portant fixation du montant de l'intervention de l'assurance dans ces honoraires et prix. Un remboursement par l'INAMI est possible pour certaines prestations podologie. Cet arrêté définit clairement les conditions auxquelles un podologue doit répondre pour être agréé par l'INAMI. Avant de délivrer un agrément, l'INAMI exige encore une déclaration du SPF Santé publique attestant que le podologue concerné entre en considération pour le titre professionnel. Si les arrêtés d'exécution requis de l'arrêté royal du 15 octobre 2001 précité étaient disponibles et si un agrément permettait dès lors de savoir clairement qui peut porter le titre professionnel de podologue, ce détour par le SPF Santé publique ne serait plus nécessaire.

Voici mes questions.

Quand seront publiés les arrêtés d'exécution de l'arrêté royal du 15 octobre 2001 ?

Y a-t-il encore d'autres professions paramédicales où des problèmes similaires se posent ?

 

De podologie is een paramedisch beroep dat wordt geregeld door het koninklijk besluit van 15 oktober 2001 betreffende de beroepstitel en de kwalificatievereisten voor de uitoefening van het beroep van podoloog en houdende vaststelling van de lijst van de technische prestaties en van de lijst van handelingen waarmee de podoloog door een arts kan worden belast.

Tot op heden zijn er van dit koninklijk besluit nog geen uitvoeringsbesluiten genomen, waardoor de FOD Volksgezondheid nog geen specifieke erkenningsbesluiten heeft kunnen afleveren. In principe kan op heden dus iedereen het beroep van podoloog uitoefenen. Op heden zullen er geen sancties volgen indien het beroep wordt uitgeoefend door iemand die bijvoorbeeld niet de nodige kwalificaties bezit.

Het gegeven dat er door de FOD Volksgezondheid nog geen individuele erkenningsbesluiten worden afgeleverd, neemt niet weg dat er wel een nomenclatuur bestaat bij het RIZIV en dit met het oog op de terugbetaling van de patiënten. Enkel de patiënten van podologen die erkend zijn door het RIZIV zullen de terugbetaling van de verstrekte behandelingen kunnen vorderen. Podologen kunnen dergelijke erkenning aanvragen bij de dienst voor Geneeskundige Verzorging van het RIZIV.

Zo wordt de behandeling van diabetespatiënten geregeld in het koninklijk besluit van 10 maart 2003 tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 januari 1991 tot vaststelling van de nomenclatuur van de revalidatieverstrekkingen bedoeld in artikel 23, § 2, tweede lid, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, tot vaststelling van de honoraria en prijzen van die verstrekkingen en tot vaststelling van het bedrag van de verzekeringstegemoetkoming in die honoraria en prijzen. Voor bepaalde podologische verstrekkingen is een terugbetaling door het RIZIV mogelijk. In dit besluit wordt duidelijk weergegeven aan welke voorwaarden een podoloog moet voldoen om erkend te worden bij het RIZIV. Het is wel zo dat het RIZIV, vooraleer men een erkenning doet, alsnog een verklaring wil van de FOD Volksgezondheid waaruit moet blijken dat de betrokken podoloog in aanmerking komt voor de beroepstitel. Als de nodige uitvoeringsbesluiten van het voormelde koninklijk besluit van 15 oktober 2001 beschikbaar zouden zijn en als dus via een erkenning duidelijk zou blijken wie de beroepstitel van podoloog mag dragen, dan zou deze omweg via de FOD Volksgezondheid ook niet meer nodig zijn.

Daarom volgende vragen :

Wanneer zullen er uitvoeringsbesluiten van het koninklijk besluit van 15 oktober 2001 verschijnen ?

Zijn er nog dergelijke paramedische beroepen waar gelijkaardige problemen opduiken ?

 
Réponse reçue le 7 octobre 2008 : Antwoord ontvangen op 7 oktober 2008 :

Il est exact que la procédure d'agrément des professions paramédicales n'avait pas été mise en œuvre jusqu'à présent.

Toutefois, mon administration effectue à ce jour des travaux d'automatisation par la rénovation de son support informatique. L'espoir étant de faciliter le traitement des dossiers, de gagner un peu de temps mais aussi d'acquérir la satisfaction des intéressés. Tablant sur cette amélioration, mon administration m'a proposé un plan par étape de mise en œuvre des agréments des professions paramédicales. J'ai déjà pu présenter, en Conseil des ministres, les deux titres prioritaires que sont les assistants pharmaco-techniques et les diététiciens. Dès publication de ces arrêtés, l'administration aura douze mois pour mettre en œuvre ces titres, soit intégrer la liste de ces professionnels actuellement présents dans les registres de l'Institut national d'assurance maladie-invalidité (INAMI), mettre cette liste à jour, écrire à chacun, collecter et traiter les réponses, imprimer les agréments et visas, et les délivrer, mais aussi mettre en place un processus continu pour le traitement de nouvelles demandes et créer le système de contrôle.

J'ai demandé ensuite d'effectuer la même opération pour les ergothérapeutes et présenterai un arrêté au Conseil des ministres en ce sens.

L'INAMI et le Service public fédéral (SPF) se sont par ailleurs mis d'accord pour proposer la suite des mises en œuvre de l'agrément des professions paramédicales. Je me prononcerai dès réception de cette note. Il faut toutefois compter, dans le meilleur des cas, que l'administration ne pourra, avec ses moyens actuels, mettre que deux professions en œuvre tous les douze mois.

Pour ce qui est de la podologie, j'examinerai et objectiverai dans quelle mesure cette profession doit être classée parmi les priorités.

Het is juist dat de erkenningsprocedure voor de paramedische beroepen tot op heden niet werd opgestart.

Mijn administratie voert momenteel echter wel automatiseringswerken uit via de renovatie van haar ondersteunend informaticasysteem. We hopen aldus te komen tot een eenvoudigere dossierbehandeling, zodat er wat tijd kan worden gewonnen en zodat de betrokkenen veel tevredener zijn. Uitgaande van die verbetering heeft mijn administratie me een stappenplan voorgesteld voor de invoering van de erkenning van de paramedische beroepen. Ik heb op de Ministerraad reeds de twee prioritaire titels kunnen voorstellen, met name de farmaceutisch technisch assistenten en de diëtisten. Zodra die koninklijke besluiten werden gepubliceerd, krijgt de administratie twaalf maanden om die titels in te voeren, dat betekent, de lijst van die momenteel actieve beroepsbeoefenaars opnemen in de registers van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (RIZIV), die lijst up to date brengen, iedereen aanschrijven, de antwoorden verzamelen en verwerken, de erkenningen en de visa printen en afleveren, maar ook een continue procedure opstarten voor de behandeling van nieuwe aanvragen en het controlesysteem opzetten.

Ik heb vervolgens gevraagd dezelfde operatie uit te voeren voor de ergotherapeuten en ik zal op de Ministerraad een besluit in die zin voorstellen.

Het RIZIV en de federale overheidsdienst (FOD) zijn het trouwens eens geworden om het vervolg voor te stellen van de aanwending van de erkenning van de paramedische beroepen. Zodra ik die nota ontvang zal ik me erover uitspreken. Men moet er echter wel rekening mee houden dat de administratie met haar huidige middelen in het beste geval slechts om de twaalf maanden twee beroepen zal kunnen erkennen.

Wat de podologie betreft, zal ik onderzoeken en objectiveren in welke mate of dat beroep als een prioriteit moet worden beschouwd.