BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2011-2012
________
28 december 2011
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-4011

de Guido De Padt (Open Vld)

aan de minister van Justitie
________
Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn (OCMW) - Schuldbemiddeling - Aantal dossiers - Verbetering van de dienstverlening
________
schuldenlast
OCMW
________
28/12/2011Verzending vraag
30/1/2012Antwoord
________
Herindiening van : schriftelijke vraag 5-497
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-4011 d.d. 28 december 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Wanneer een natuurlijk persoon zich in een situatie van overmatige schuldenlast bevindt en hij niet in staat is om die schuldenlast op duurzame wijze af te betalen, kan hij aan de beslagrechter een verzoekschrift richten om een collectieve schuldenregeling aan te vragen. Indien de persoon toegelaten wordt, zal de beslagrechter een schuldbemiddelaar aanstellen.

De taak van schuldbemiddelaar valt dikwijls op de schouders van het Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn (OCMW). Wanneer de OCMW's echter een te groot aantal dossiers te verwerken krijgen, overschrijden zij de grens om de dossiers op een grondige en kwalitatieve manier te beheren. Door de stijging van het aantal hulpvragen en het niet in de mogelijkheid verkeren om meer personeel in te zetten, kan er op middellange termijn geen beterschap komen.

In dit kader een aantal vragen:

1) Hoeveel OCMW's werden, met een uitsplitsing per gewest, in 2007, 2008, 2009 en 2010 belast met de taak van schuldbemiddeling?

2) In hoeveel dossiers werden ze in 2007, 2008, 2009 en 2010 als schuldbemiddelaar aangewezen?

3) Welke maatregelen kunnen in deze genomen worden opdat de dossiers naar behoren zouden kunnen worden behandeld? Wordt overwogen de OCMW's supplementaire steun te bieden voor deze opdrachten, vooral wanneer bijkomend personeel in dienst moet worden genomen?

Antwoord ontvangen op 30 januari 2012 :

Bemiddeling inzake collectieve schuldregeling is een gewestelijke materie. Ik verwijs het geachte lid graag door naar de respectievelijke bevoegde ministers.