BELGISCHE SENAAT | ||||
________ | ||||
Buitengewone zitting 2010 | ||||
________ | ||||
8 oktober 2010 | ||||
________ | ||||
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-212 | ||||
de Guido De Padt (Open Vld) |
||||
aan de vice-eersteminister en minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid |
||||
________ | ||||
Arbeidsmarkt - Meerkost van oudere werknemers - Discriminatie - Maatregelen | ||||
________ | ||||
arbeidsmarkt werkgelegenheidsstatistiek oudere werknemer geografische spreiding arbeidsbezoldiging discriminatie op grond van leeftijd |
||||
________ | ||||
|
||||
________ | ||||
________ | ||||
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-212 d.d. 8 oktober 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands) | ||||
Meer jongeren aan de slag krijgen, betekent in België nog altijd meer ouderen zonder werk. De discriminatie van de oudere werknemer is vooral te wijten aan het feit dat onze oudere werknemers duurder zijn dan de jongere. Ten eerste zijn de lonen in de meeste bedrijfssectoren nog altijd gekoppeld aan de leeftijd van de werknemer. Die collectieve arbeidsovereenkomsten zijn onwettig, want strijdig met de Europese regelgeving die discriminatie wegens leeftijd verbiedt en zelfs strafbaar stelt. In enkele sectoren, bijvoorbeeld in de banksector, is de leeftijd vervangen door de jaren anciënniteit. In sommige gevallen wordt de anciënniteit echter meegedragen naar een nieuwe job. Het resultaat is echter hetzelfde: de oudere werknemer is duurder. Ouderen worden bij een herstructurering dan ook eerst ontslagen en komen daarna niet meer aan de bak. Nog andere arbeidsvoorwaarden, bijvoorbeeld het aantal vakantiedagen, zijn gebonden aan de anciënniteit. Ook het ontslagrecht is leeftijdsgebonden. Een werknemer van 45 heeft eventueel recht op outplacement en een reclasseringspremie overeenkomstig met zes maanden loon. De opzegtermijn van bepaalde bedienden wordt mee berekend op basis van de leeftijd. Er is ook het brugpensioen, waarbij de onderneming nog jaren moet betalen voor een oudere werknemer die vertrokken is. Kortom, de oudere werknemer is te duur. Beloning moet in rechtstreekse verhouding staan tot de toegevoegde economische waarde van de werknemer, volgens zijn kwalificatie en ervaring. Zo ligt de lat voor oud en jong gelijk. Daarin kan de anciënniteit een rol spelen, als ze inderdaad een meerwaarde voor de werknemer tot gevolg heeft. Graag kreeg ik het antwoord op volgende vragen: 1) Heeft de minister cijfers, per gewest, over het aantal vijftigplussers dat in ons land in 2007, 2008, 2009 en de eerste helft van 2010, werd ontslagen in het kader van herstructureringen? Hoeveel ontslagen werknemers gingen inmiddels terug aan de slag? 2) Kan zij meedelen welke arbeidsvoorwaarden tot gevolg hebben dat oudere werknemers in ons land duurder zijn dan jongere? Welke meerkost, eventueel aangetoond met een vergelijking tussen een 25- en 55-jarige werknemer, betekent dit voor de werkgever? 3) Erkent zij dat de verloning op basis van leeftijd een discriminatie inhoudt die indruist tegen de Europese regelgeving en strafbaar gesteld is? Kan zij haar antwoord staven? 4) Ziet zij heil in een beloningssysteem gebaseerd op de toegevoegde economische waarde van werknemer? Kan zij haar antwoord motiveren? |
||||
Antwoord ontvangen op 21 juni 2011 : | ||||
|