BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2009-2010
________
5 maart 2010
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 4-7058

de Sabine de Bethune (CD&V)

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen
________
Actieplatform van Beijing - Krachtlijn "Vrouwen en Gewapende Conflicten" - Implementatie - Stand van zaken voor vier EU-indicatoren - Jaar 2009
________
positie van de vrouw
conferentie VN
gelijke behandeling van man en vrouw
rechten van de vrouw
oorlog
gendermainstreaming
________
5/3/2010Verzending vraag
6/5/2010Einde zittingsperiode
________
Herkwalificatie van : vraag om uitleg 4-1504
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 4-7058 d.d. 5 maart 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Een van de krachtlijnen van het Actieplatform van Bejing (1995) heeft betrekking op Vrouwen en Gewapende Conflicten. Op initiatief van het Franse Europese Voorzitterschap (2008) werden vier indicatoren ontwikkeld, die tevens werden goedgekeurd door de Europese Raad in december 2008, teneinde de door de lidstaten van de Europese Unie (EU) geboekte vooruitgang ter zake te meten.

De eerste indicator betreft de verhouding van mannen en vrouwen met een specifieke gendertraining bij het diplomatiek personeel en de burgerlijke en de militaire staf die door de lidstaten en Europese Gemeenschapsinstellingen worden ingezet in peacekeeping-operaties van de Verenigde Naties en in missies van de European Security and Defence Policy (ESDP).

De tweede indicator betreft de verhouding van vrouwen en mannen onder de leidinggevenden van diplomatieke missies, Europese delegaties en staf die deelnemen aan UN-peacekeeping-operaties en ESDP-missies, inbegrepen militaire en politiestaf.

De derde indicator betreft de financiering (als totaal bedrag en als percentage van de ontwikkelingsbudgetten) waarin door de lidstaten en de Europese Unie werd voorzien om gelijke kansen tussen mannen en vrouwen in (post)conflictlanden te ondersteunen, alsook het budget dat werd ingezet voor vrouwelijke slachtoffers van geweld en de deelname van vrouwen aan vredesopbouw en reconstructie.

De vierde indicator betreft de M/V-verhouding en het land van oorsprong van erkende asielzoekers en personen die de subsidiaire bescherming genieten.

Daarom had ik aan de geachte minister willen vragen:

- Is hij op de hoogte van deze EU-indicatoren en volgens welke procedure worden die binnen zijn departement opgevolgd?

- Wat is de stand van zaken voor zijn departement wat de eerste indicator voor het jaar 2009 betreft?

- Wat is de stand van zaken voor zijn departement wat de tweede indicator voor het jaar 2009 betreft?

- Wat is de stand van zaken voor zijn departement wat de derde indicator voor het jaar 2009 betreft?