5-1674/2 | 5-1674/2 |
3 JULI 2012
Nr. 1 VAN DE HEREN VANLOUWE EN BOOGAERTS
Artt. 1 tot 72
Deze artikelen vervangen door wat volgt :
« HOOFDSTUK I
Algemene bepaling
Artikel 1
Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.
HOOFDSTUK II
Wijzigingen van het Gerechtelijk Wetboek
Art. 2
In boek I, titel I, hoofdstuk I, afdeling I, van het tweede deel van het Gerechtelijk Wetboek wordt een artikel 65ter ingevoegd, luidende :
« Art. 65ter. Voor de vredegerechten en de politierechtbanken met zetel binnen het administratief arrondissement Halle-Vilvoorde worden de adviezen van de procureur des Konings bedoeld in dit hoofdstuk ingewonnen bij de procureur des Konings bij de Nederlandstalige rechtbanken in het gerechtelijk arrondissement Brussel; voor de vredegerechten en de politierechtbank met zetel binnen het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad worden deze adviezen ingewonnen bij de beide procureurs des Konings.
Voor de vredegerechten en de politierechtbanken met zetel binnen het administratief arrondissement Halle-Vilvoorde worden de opdrachten van de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg bedoeld in dit hoofdstuk vervuld door de voorzitter van de Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg; voor de vredegerechten en de politierechtbank met zetel binnen het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad worden deze opdrachten vervuld in overleg door beide voorzitters van de Nederlandstalige en de Franstalige rechtbank van eerste aanleg in het gerechtelijk arrondissement Brussel. »
Art. 3
Artikel 73 van hetzelfde Wetboek wordt aangevuld met de volgende leden :
« In het gerechtelijk arrondissement Brussel zijn er twee arrondissementsrechtbanken, twee rechtbanken van eerste aanleg, twee arbeidsrechtbanken en twee rechtbanken van koophandel, telkens een Nederlandstalige en een Franstalige.
Voor deze rechtbanken worden de in dit hoofdstuk bedoelde adviezen van de procureur des Konings of de arbeidsauditeur ingewonnen bij de procureur des Konings of de arbeidsauditeur bij deze rechtbank. »
Art. 4
Artikel 74 van hetzelfde Wetboek wordt aangevuld met het volgende lid :
« In het gerechtelijk arrondissement Brussel, bestaan de Nederlandstalige en de Franstalige arrondissementsrechtbank, naargelang het geval, uit de voorzitters van de respectievelijk Nederlandstalige en Franstalige rechtbank van eerste aanleg, arbeidsrechtbank en rechtbank van koophandel of uit de rechters die hen in deze rechtbanken vervangen. »
Art. 5
In artikel 88, § 1, van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wetten van 15 juli 1970, 17 mei 2006 en 3 december 2006, worden volgende wijzigingen aangebracht :
1º het derde lid wordt opgeheven;
2º het vierde lid wordt vervangen als volgt :
« Om de drie jaar brengt de voorzitter van elke rechtbank met zetel in het gerechtelijk arrondissement Brussel verslag uit bij de minister van Justitie omtrent de behoeften van de dienst, op grond van het aantal zaken die gedurende de laatste drie jaren zijn behandeld. »
Art. 6
Artikel 137 van hetzelfde Wetboek wordt aangevuld met het volgende lid :
« In het gerechtelijk arrondissement Brussel verricht of gelast het openbaar ministerie bij de Nederlandstalige en bij de Franstalige rechtbanken de handelingen die tot zijn bevoegdheid behoren op het gebied van opsporing, vervolging of gerechtelijk onderzoek enkel binnen het administratief arrondissement Halle-Vilvoorde, respectievelijk het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad, onverminderd artikel 23 van het Wetboek van strafvordering. »
Art. 7
Artikel 150 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 12 april 2004, waarvan de huidige tekst § 1 zal vormen, wordt aangevuld met een § 2, luidende :
« § 2. In het gerechtelijk arrondissement Brussel zijn er twee procureurs des Konings.
Een procureur des Konings oefent onder het toezicht en de leiding van de procureur-generaal het ambt van openbaar ministerie uit bij de Nederlandstalige arrondissementsrechtbank, de Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg, de Nederlandstalige rechtbank van koophandel van het arrondissement en bij de politierechtbanken met zetel in het administratief arrondissement Halle-Vilvoorde en in zaken voor de politierechtbanken in het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad wanneer de taal van de rechtspleging het Nederlands is.
Een procureur des Konings oefent onder het toezicht en de leiding van de procureur-generaal het ambt van openbaar ministerie uit bij de Franstalige arrondissementsrechtbank, de Franstalige rechtbank van eerste aanleg, de Franstalige rechtbank van koophandel van het arrondissement en bij de politierechtbanken van het arrondissement, wanneer de taal van de rechtspleging het Frans is. Deze procureur des Konings wordt bijgestaan door een eerste substituut-procureur des Konings, met het oog op het overleg bedoeld in artikel 150bis en de coördinatie van het opsporings- en vervolgingsbeleid en de strafvordering in het gerechtelijk arrondissement. »
Art. 8
In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 150ter ingevoegd, luidende :
« Art. 150ter. § 1. De procureurs des Konings van het gerechtelijk arrondissement Brussel vormen samen een coördinatiecollege, Bureau voor coördinatie genaamd, dat onder het gezag van de procureur-generaal staat.
Het Bureau voor coördinatie beslist bij consensus over alle maatregelen die nodig zijn voor :
1º de coherente uitwerking en de coördinatie van het strafrechtelijk beleid in het gerechtelijk arrondissement Brussel;
2º de goede algemene en gecoördineerde werking van het openbaar ministerie bij de Nederlandstalige en de Franstalige rechtbanken en de politierechtbanken van het gerechtelijk arrondissement Brussel;
3º de opstelling en uitvoering van samenwerkingsakkoorden tussen beide parketten met het oog op de coördinatie van, enerzijds, de opsporing en het gerechtelijk onderzoek en, anderzijds, de uitoefening van de strafvordering en strafuitvoering in het gerechtelijk arrondissement Brussel.
Indien het Bureau voor coördinatie geen consensus bereikt, neemt de procureur-generaal de noodzakelijke maatregelen om de toepassing van de wet te waarborgen.
§ 2. Het Bureau voor coördinatie kan zich voor de uitvoering van zijn opdrachten laten bijstaan door leden van het openbaar ministerie bij de Franstalige of Nederlandstalige rechtbank.
§ 3. Het Bureau voor coördinatie vergadert minstens eenmaal per maand, op eigen initiatief of op verzoek van de procureur-generaal of van de minister van Justitie. »
Art. 9
Artikel 151bis, tweede lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 4 augustus 1986, wordt aangevuld door wat volgt :
« Wanneer zij hun ambt uitoefenen in het gerechtelijk arrondissement Brussel, worden zij geplaatst onder het toezicht en de rechtstreekse leiding van de procureur des Konings die het openbaar ministerie uitoefent bij de rechtbank waarbij zij de strafvordering uitoefenen. »
Art. 10
Artikel 186bis, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 22 december 1998, en vervangen bij de wet van 25 april 2007 wordt aangevuld door wat volgt :
« In het gerechtelijk arrondissement Brussel treedt de voorzitter van de Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg op als korpschef van de vrederechters, de rechters in de politierechtbank, de toegevoegde vrederechters en de toegevoegde rechters in de politierechtbank zetelend in de vredegerechten en de politierechtbanken met zetel binnen het administratief arrondissement Halle-Vilvoorde. De voorzitters van de Nederlandstalige en de Franstalige rechtbank van eerste aanleg in het gerechtelijk arrondissement Brussel treden gezamenlijk op als korpschef van de vrederechters, rechters in de politierechtbank, toegevoegde vrederechters en toegevoegde rechters in de politierechtbank zetelend in de vredegerechten en de politierechtbank met zetel binnen het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad.
Art. 11
Artikel 196 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 22 december 1998, wordt opgeheven.
Art. 12
Artikel 206, derde lid, van hetzelfde Wetboek wordt opgeheven.
Art. 13
Artikel 216 van hetzelfde Wetboek wordt aangevuld met het volgende lid :
« Om tot werkend of plaatsvervangend raadsheer in sociale zaken te worden benoemd in het Arbeidshof met zetel te Brussel, moet men in het bezit zijn van een studiegetuigschrift of diploma van Nederlands of Frans onderwijs. De raadsheer mag slechts zitting houden in zaken van dezelfde taal als het getuigschrift of het diploma dat hij bezit. »
Art. 14
In artikel 259quater, § 6, derde lid, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 18 december 2006, worden de woorden « voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg te Brussel, van de arbeidsrechtbank te Brussel en van de rechtbank van koophandel te Brussel, van procureur des Konings bij de rechtbank van eerste aanleg te Brussel », vervangen door de woorden « voorzitter van de Nederlandstalige of Franstalige rechtbank van eerste aanleg, arbeidsrechtbank en rechtbank van koophandel te Brussel en de procureurs des Konings bij de Nederlandstalige of Franstalige rechtbank van eerste aanleg te Brussel ».
Art. 15
In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 287quinquies ingevoegd, luidende :
« Art. 287quinquies. Voor de Nederlandstalige en Franstalige rechtbanken in het gerechtelijk arrondissement Brussel worden de in deze titel bedoelde adviezen van de procureur des Konings enkel ingewonnen bij de procureur des Konings bij de in dezelfde bepaling bedoelde rechtbank. »
Art. 16
Artikel 288, achtste lid, van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 25 april 2007, wordt aangevuld door wat volgt :
« In het gerechtelijk arrondissement Brussel geschiedt de installatie van de vrederechters en de rechters in de politierechtbank met zetel in het administratief arrondissement Halle-Vilvoorde, hun plaatsvervangers, hun hoofdgriffiers, griffiers en adjunct-griffiers voor een kamer van de Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg; de installatie van de vrederechters en de rechters in de politierechtbank met zetel in het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad, hun plaatsvervangers, hun hoofdgriffiers en adjunct-griffiers geschiedt voor een kamer van de Nederlandstalige of de Franstalige rechtbank van eerste aanleg, naargelang de taal van het diploma van licentiaat of doctor in de rechten dan wel naargelang de bewezen taalkennis. »
Art. 17
Artikel 357, § 1, eerste lid van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 29 april 1999 en gewijzigd bij de wet van 17 mei 2006, wordt aangevuld met een 8º, luidende :
« 8º een weddebijslag van 2 602,89 EUR voor de magistraten bedoeld in artikel 43, § 5, van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken, die het bewijs leveren van de kennis van de andere taal dan diegene in welke zij hun examens van licentiaat in de rechten hebben afgelegd, op grond van een examen georganiseerd overeenkomstig artikel 43quinquies of artikel 43septies van dezelfde wet. »
Art. 18
Artikel 398 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 4 maart 1997, wordt aangevuld door wat volgt :
« In het gerechtelijk arrondissement Brussel heeft enkel de Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg een recht van toezicht op de vredegerechten en de politierechtbanken met zetel in het administratief arrondissement Halle-Vilvoorde. »
Art. 19
Artikel 412, § 2, 1º, van hetzelfde Wetboek wordt aangevuld door wat volgt :
« aan de vrederechters en de rechters in de politierechtbank met zetel in het administratief arrondissement Halle-Vilvoorde, door de voorzitter van de Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg van het gerechtelijk arrondissement Brussel; aan de vrederechters en de rechters in de politierechtbank met zetel in het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad, door de voorzitter van de Nederlandstalige of de Franstalige rechtbank van eerste aanleg, naargelang de taalrol waar deze rechters toe behoren. »
Art. 20
Artikel 515, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 6 april 1992, wordt aangevuld door wat volgt :
« In het gerechtelijk arrondissement Brussel wordt het advies ingewonnen van beide procureurs des Konings. »
Art. 21
In het tweede deel, boek IV, van hetzelfde Wetboek wordt een hoofdstuk XI ingevoegd met als opschrift « Algemene bepaling », dat een artikel 555quinquies bevat, luidende :
« Art. 555quinquies. In het gerechtelijk arrondissement Brussel worden de adviezen en opdrachten van de procureur des Konings zoals bedoeld in dit boek, verricht door de procureur des Konings bij de Nederlandstalige of Franstalige rechtbank van eerste aanleg, naargelang de taal van het diploma van licentiaat of doctor in de rechten van de betrokken gerechtsdeurwaarder, plaatsvervangend gerechtsdeurwaarder of kandidaat-gerechtsdeurwaarder. »
Art. 22
In artikel 569, tweede en derde lid, van hetzelfde Wetboek, respectievelijk vervangen bij de wet van 22 april 1999 en ingevoegd bij de wet van 28 juni 1984, worden de woorden « is alleen de rechtbank van eerste aanleg te Brussel » vervangen door de woorden « zijn alleen de rechtbanken van eerste aanleg te Brussel. »
Art. 23
In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 622bis ingevoegd, luidende :
« Art. 622bis. De Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg, arbeidsrechtbank, rechtbank van koophandel en arrondissementsrechtbank van het gerechtelijk arrondissement Brussel zijn bij uitsluiting bevoegd voor alle zaken waarvoor de bevoegdheid wordt bepaald door een plaats in het administratief arrondissement Halle-Vilvoorde, alsmede voor alle zaken binnen het rechtsgebied dat hun door de wet is toegekend, wanneer de taal van de rechtspleging het Nederlands is.
De Franstalige rechtbank van eerste aanleg, arbeidsrechtbank, rechtbank van koophandel en arrondissementsrechtbank van het gerechtelijk arrondissement Brussel zijn bevoegd voor alle zaken binnen het rechtsgebied dat hun door de wet is toegekend, wanneer de taal van de rechtspleging het Frans is. »
Art. 24
In artikel 627 van hetzelfde Wetboek worden de volgende wijzigingen aangebracht :
A) in het 11º, ingevoegd bij de wet van 11 april 1989, worden de woorden « voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg te Brussel » vervangen door de woorden « voorzitter van de Nederlandstalige of Franstalige rechtbank van eerste aanleg te Brussel »;
B) in het 10º en het 14º, respectievelijk ingevoegd bij de wetten van 24 april 1970 en 10 februari 1998, worden de woorden « voorzitter van de rechtbank van koophandel te Brussel » telkens vervangen door de woorden « voorzitter van de Nederlandstalige of Franstalige rechtbank van koophandel te Brussel ».
HOOFDSTUK III
Wijziging van het bijvoegsel bij het Gerechtelijk Wetboek
Art. 25
In artikel 4, punt 7, tweede lid, van het bijvoegsel bij het Gerechtelijk Wetboek Gebiedsomschrijving en zetel van hoven en rechtbanken worden de woorden « rechtbank van eerste aanleg, van de arbeidsrechtbank en van de rechtbank van koophandel » vervangen door de woorden « rechtbanken van eerste aanleg, van de arbeidsrechtbanken en van de rechtbanken van koophandel ».
HOOFDSTUK IV
Wijziging, wat het tuchtrecht voor de leden van de rechterlijke orde betreft, van het Gerechtelijk Wetboek
Art. 26
Artikel 410,§ 1, enig lid, 1º vierde streepje, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 7 juli 2002 en gewijzigd en de wet van 17 mei 2006, wordt aangevuld door wat volgt :
« de voorzitter van de Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg van het gerechtelijk arrondissement Brussel ten aanzien van de vrederechters en de rechters in de politierechtbank van de Nederlandse taalrol van dit arrondissement; de voorzitter van de Franstalige rechtbank van eerste aanleg van het gerechtelijk arrondissement Brussel ten aanzien van de vrederechters en de rechters in de politierechtbank van de Franstalige taalrol van ditzelfde arrondissement; »
HOOFDSTUK V
Wijzigingen van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken
Art. 27
In artikel 1 van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken, vervangen bij de wet van 23 september 1985, worden tussen het woord « Verviers, » en het woord « wordt » de woorden « alsook voor de Franstalige rechtbanken in het arrondissement Brussel, » ingevoegd.
Art. 28
In artikel 2 van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 23 september 1985, worden tussen het woord « Leuven, » en het woord « wordt » de woorden « alsook voor de Nederlandstalige rechtbanken in het arrondissement Brussel, » ingevoegd.
Art. 29
In artikel 3, tweede lid, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 10 oktober 1967 en gewijzigd bij de wet van 11 juli 1994, worden de woorden « Hij is eveneens van toepassing op de vorderingen die worden ingesteld voor de rechtbank van eerste aanleg, de arbeidsrechtbank, de rechtbank van koophandel en, wanneer de vordering het bedrag vastgesteld in artikel 590 van het Gerechtelijk Wetboek overschrijdt, » vervangen door de woorden « Hij is eveneens van toepassing op de vorderingen die het bedrag vastgesteld in artikel 590 van het Gerechtelijk Wetboek overschrijden en die worden ingesteld voor ».
Art. 30
In artikel 4 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wetten van 9 augustus 1963, 10 oktober 1967, 23 september 1985 en 11 juli 1994, worden volgende wijzigingen aangebracht :
1º in § 1, derde lid, worden de woorden « dat de rechtspleging in de andere taal wordt voortgezet » vervangen door de woorden « dat de rechtspleging voor de anderstalige rechtbank wordt voortgezet dan wel, indien de zaak aanhangig is voor de vrederechter of de politierechtbank, in de andere taal wordt voortgezet »;
2º in § 3 worden de woorden « Dezelfde aanvraag tot voortzetting in de andere taal » vervangen door de woorden « Dezelfde aanvraag tot voortzetting voor de anderstalige rechtbank dan wel in de andere taal ».
Art. 31
Artikel 12 van dezelfde wet wordt aangevuld met een tweede lid, luidende :
« De ambtenaren van het openbaar ministerie bij de Franstalige rechtbank van het gerechtelijk arrondissement Brussel maken voor hun daden van rechtsvervolging en van onderzoek gebruik van het Frans, indien de verdachte in het Frans taalgebied woonachtig is van het Nederlands, indien de verdachte in het Nederlands taalgebied woonachtig is; van het Frans of het Nederlands, indien de verdachte woonachtig is in het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad, naar gelang hij zich, voor zijn verklaringen, in het onderzoek, en bij ontstentenis hiervan, in het vooronderzoek, van een of andere dezer talen heeft bediend. In alle andere gevallen wordt, volgens de noodwendigheden der zaak, het Frans of het Nederlands gebruikt. »
Art. 32
Artikel 21, eerste lid, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 23 september 1985, wordt aangevuld door wat volgt :
« In voorkomend geval verwijst de rechter de zaak naar de anderstalige rechtbank, tenzij deze zaak aanhangig is voor de politierechtbank. »
Art. 33
In artikel 43 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1º in § 4, eerste lid, vervangen bij de wet van 10 oktober 1967, worden de woorden « voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg, de rechtbank van koophandel of de arbeidsrechtbank » vervangen door de woorden « voorzitter van de Nederlandstalige of Franstalige rechtbanken van eerste aanleg, rechtbanken van koophandel of de arbeidsrechtbanken » en de woorden « procureur des Konings, arbeidsauditeur » door de woorden « procureur des Konings of arbeidsauditeur bij deze rechtbanken »;
2º paragraaf 4, tweede en derde lid, ingevoegd bij de wet van 22 december 1998 en gewijzigd bij de wet van 17 juli 2000, worden vervangen door wat volgt :
« In de Nederlandstalige rechtbanken van eerste aanleg, de arbeidsrechtbanken en de rechtbanken van koophandel in het arrondissement Brussel kan niemand benoemd worden tot het ambt van voorzitter, ondervoorzitter, rechter of plaatsvervangend rechter, van procureur des Konings of substituut-procureur des Konings, van arbeidsauditeur of substituut-arbeidsauditeur bij deze rechtbanken, indien uit zijn diploma niet blijkt dat hij de examens van het licentiaat in de rechten in het Nederlands heeft afgelegd.
In de Franstalige rechtbanken van eerste aanleg, de arbeidsrechtbanken en de rechtbanken van koophandel in het arrondissement Brussel kan niemand benoemd worden tot het ambt van voorzitter, ondervoorzitter, rechter of plaatsvervangend rechter, indien uit zijn diploma niet blijkt dat hij de examens van het licentiaat in de rechten in het Frans heeft afgelegd. »;
3º in § 5, gewijzigd bij de wetten van 10 oktober 1967, 15 juli 1970, 23 september 1985 en 4 augustus 1986, worden het eerste tot het derde lid vervangen door de volgende zes leden :
« In de Nederlandstalige en Franstalige rechtbanken van eerste aanleg, de arbeidsrechtbanken en de rechtbanken van koophandel die hun zetel hebben te Brussel, zijn ten minste een derde magistraten die het bewijs leveren van ten minste een voldoende kennis van respectievelijk de Franse of de Nederlandse taal. Elk alleenzetelend magistraat in deze rechtbanken dient een voldoende kennis te bewijzen van de andere taal dan diegene in welke hij zijn examens van licentiaat in de rechten heeft afgelegd; in kamers met drie rechters dient ten minste een van de rechters deze voldoende kennis van de andere taal te bewijzen.
De procureur des Konings en de arbeidsauditeur bij de Franstalige rechtbanken dienen door hun diploma te bewijzen dat zij de examens van het licentiaat in de rechten in het Frans hebben afgelegd.
In het parket van de procureur des Konings en het parket van de arbeidsauditeur bij deze rechtbanken, zijn ten minste een derde magistraten die door hun diploma bewijzen dat zij de examens van het licentiaat in de rechten in het Frans hebben afgelegd, en ten minste een derde magistraten die door hun diploma bewijzen dat zij de examens van het licentiaat in de rechten in het Nederlands hebben afgelegd.
Bovendien moeten twee derden van alle magistraten van deze parketten het bewijs leveren van de kennis van de Nederlandse en van de Franse taal.
In elke sectie van het parket bij de Franstalige rechtbanken met zetel te Brussel, is ten minste een eerste substituut-procureur des Konings of een substituut-procureur des Konings werkzaam die door zijn diploma bewijst dat hij de examens van het licentiaat in de rechten in het Nederlands heeft afgelegd. Bovendien moeten twee substituut-procureurs des Konings, gespecialiseerd in fiscale aangelegenheden, door hun diploma bewijzen dat zij de examens van het licentiaat in de rechten, de ene in het Nederlands, de andere in het Frans, hebben afgelegd.
De eerste substituut-procureur des Konings bedoeld in artikel 150 van het Gerechtelijk Wetboek dient door zijn diploma te bewijzen dat hij de examens van het licentiaat in de rechten in het Nederlands heeft afgelegd, en moet tevens het bewijs leveren van de kennis van de Franse taal op grond van een examen door de Koning georganiseerd overeenkomstig artikel 43quinquies. »
Art. 34
In dezelfde wet wordt een artikel 43octies ingevoegd, luidende :
« Art. 43octies. Voor de magistraten bedoeld in artikel 43, § 5, wordt het bewijs van de voldoende kennis van de andere taal dan die waarin zij de examens van licentiaat in de rechten hebben afgelegd, geleverd door te slagen voor een door de Koning georganiseerd examen.
De Koning bepaalt bij een besluit dat wordt vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de inhoud van dit examen.
De examencommissie die dit examen afneemt is die bedoeld in artikel 43quinquies, derde lid. »
Art. 35
In artikel 53 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wetten van 20 december 1957, 15 februari 1961, 9 augustus 1963, 23 september 1985, 11 juli 1994 en 21 december 1994, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1º paragraaf 1, eerste lid, wordt vervangen door wat volgt :
« Niemand kan worden benoemd tot het ambt van griffier bij een in artikel 1 vermeld rechtscollege, indien hij het bewijs niet levert van de kennis van het Frans. »;
2º paragraaf 1, derde lid, wordt opgeheven;
3º paragraaf 2, eerste lid, wordt vervangen door wat volgt :
« Niemand kan worden benoemd tot het ambt van griffier bij een in artikel 2 vermeld rechtscollege, indien hij bewijs niet levert van de kennis van het Nederlands. »;
4º in § 2, tweede lid, worden de woorden « van het hof van beroep te Gent of » opgeheven;
5º paragraaf 3, eerste lid, wordt aangevuld als volgt :
« Bij de Nederlandstalige en Franstalige rechtbanken in het arrondissement Brussel dient een derde van de griffiers bij deze rechtbanken het bewijs te leveren van de kennis van beide landstalen. »
Art. 36
De kaders en de taalkaders zullen vastgelegd worden op basis van een objectieve werklastmeting van de dossiers in de respectievelijke talen, middels een uniform registratiesysteem, uiterlijk op 1 juni 2014.
Art. 37
Deze wet treedt in werking zodra de werklastmeting bedoeld in artikel 36 is afgerond en de kaders en de taalkaders op basis van deze werklastmeting zijn vastgelegd. »
Verantwoording
Met het wetsvoorstel 53-2140 wordt het gerechtelijk arrondissement B-H-V niet gesplitst. De regeringspartijen (PS, CD&V, openVLD, sp.a, cdH, MR), gesteund door Ecolo en Groen opteren er immers niet voor om de splitsing door te voeren die door CD&V Senator Vandenberghe werd uitgewerkt. Zij kiezen er integendeel wél voor om verder te bouwen op de voorstellen tot « ontdubbeling » die eerder werden uitgewerkt door onder meer FDF voorzitter Maingain. Franstalige rechtbanken worden zo niet alleen bevoegd voor tweetalig Brussel, maar worden ook bevoegd in gans Halle-Vilvoorde.
Dit amendement strekt er dan ook toe het voorstel van de 8 partijen integraal te vervangen door het voorstel van de heer Vandenberghe. Op deze wijze komt er wél een splitsing van de zetel in het gerechtelijk arrondissement B-H-V.
Indieners van dit amendement erkennen dat ook aan dit voorstel Vandenberghe nog verder gesleuteld kan worden. Maar, in tegenstelling tot het voorstel van de 8 partijen, zit in dit voorstel Vandenberghe echter de fundamentele basis wél goed : er staat immers een echte splitsing ingeschreven en geen ontdubbeling waarbij, zoals de 8 partijen voorstellen, Franstalige rechtbanken recht spreken in Halle-Vilvoorde. Vanzelfsprekend staan indieners steeds open voor eventuele verbeteringen die aan dit voorstel Vandenberghe nog kunnen worden aangebracht.
Voor verdere detailtoelichting bij dit amendement en de voorgestelde wijziging verwijzen wij naar het Wetsvoorstel van de heer Hugo Vandenberghe (CD&V) nr. 4-133 van 7 augustus 2007 tot wijziging van diverse bepalingen met het oog op de oprichting van Nederlandstalige en Franstalige rechtbanken van eerste aanleg en de splitsing van het parket bij de rechtbank van eerste aanleg in het gerechtelijk arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde.
Dit voorstel werd in het verleden reeds herhaaldelijk op tafel gelegd. Zo kan bijvoorbeeld verwezen worden naar eenzelfde wetsvoorstel dat op 28 november 2003 werd ingediend door onder meer huidig staatssecretaris Verherstraeten (Stuk Kamer, nr. 51 0506/001).
Nr. 2 VAN DE HEREN VANLOUWE EN BOOGAERTS
(Subsidiair op amendement nr. 1)
Art. 57
De volgende wijzigingen aanbrengen :
1º in punt 8, de voorgestelde derde tot achtste leden doen vervallen;
2º de punten 9 tot 12 doen vervallen.
Verantwoording
De enige wijze waarop een rechtvaardige verdeling van de magistraten tussen Nederlandstalige en Franstalige taalkaders kan worden vastgesteld, is door een objectieve en correcte werklastmeting door te voeren.
De werklastmeting die door de indieners van het wetsvoorstel werd uitgewerkt, voldoet echter duidelijk niet :
— de indieners stellen een werklastmeting te willen uitvoeren, maar verbinden daar niet de logische conclusie aan dat de resultaten van deze meting zullen worden gevolgd;
— in het basiswetsvoorstel luidde het aanvankelijk nog dat men enkel « onder andere » met de werklastmeting rekening zou houden;
— bij amendering in de Kamer-commissie werden de woorden « onder andere » in de wettekst zelf geschrapt, maar werd in de toelichting daarbij aangegeven dat men nog steeds met economische, demografische en sociale gegevens en de werkbaarheid van de dienst in functie van de verschillende soorten van rechtscolleges rekening zal houden voor het bepalen van de definitieve kaders.
Anders geformuleerd : de woorden « onder andere » mogen dan al zijn geschrapt in de wettekst zelf, zogezegd om nog enkel met de werklastmeting rekening te houden; de werkelijkheid leert echter dat de werklastmeting zodanig geherdefinieerd wordt dat het geen werklastmeting meer is. Totale willekeur dus;
— ter illustratie kan bijvoorbeeld stilgestaan worden bij wat verschillende experten zeggen over het in rekening brengen van « demografische gegevens » bij de werklastmeting :
• analyse-nota van Magistraten : « Probeert men het dan toch nog op grond van de bevolkingscijfers ? Het weze gezegd : voor Brussel zijn de bevolkingscijfers niet relevant voor de bepaling van het taalkader : voor elke rechtszaak tegen de Belgische, Brusselse of Vlaamse overheid, of tegen een bedrijf dat in Brussel is gevestigd zijn de Brusselse rechtbanken bevoegd, hetzelfde geldt voor elk arbeidsgeschil voor een werknemer die in Brussel-Halle-Vilvoorde is tewerkgesteld. Enige duidelijkheid over de te hanteren criteria zou op zijn plaats zijn. »;
• Gaby Van den Bossche, voorzitster van de Brusselse arbeidsrechtbank : (De Tijd, 10 oktober 2011) : « De regeringsonderhandelaars mogen zich zeker niet blindstaren op de bevolkingscijfers in Brussel. Want al wie werkt in Brussel moet voor arbeidsconflicten bij ons aankloppen. De talrijke pendelaars uit Vlaanderen vallen dus ook onder de bevoegdheid van de Brusselse arbeidsrechtbank. »;
— bovendien is zelfs voorzien dat deze meting er niet toe mag leiden dat het respectievelijk aantal magistraten van elke taalgroep (door de indieners vastgesteld op 80 % Franstaligen en 20 % Nederlandstaligen; voor de rechtbank van koophandel zou dit respectievelijk 60 % en 40 % zijn) vermindert.
Waarom dan nog een meting uitvoeren als met de resultaten ervan toch geen rekening wordt gehouden ?
Met dit amendement wordt de oefening van de werklastmeting dan ook ten volle doorgedacht. De resultaten van de objectieve en correcte meting moeten ook verplicht worden gevolgd.
Nr. 3 VAN DE HEREN VANLOUWE EN BOOGAERTS
(Subsidiair op amendement nr. 1)
Artt. 61 tot 72
1º Artikel 61 vervangen door wat volgt :
« Art. 61. Deze wet treedt in werking zodra de werklastmeting bedoeld in artikel 57 is afgerond en de kaders en de taalkaders op basis van deze werklastmeting zijn vastgelegd. ».
2º De artikelen 62 tot 72 doen vervallen.
Verantwoording
De enige wijze waarop een rechtvaardige verdeling van de magistraten tussen Nederlandstalige en Franstalige taalkaders kan worden vastgesteld, is door een objectieve en correcte werklastmeting door te voeren. Met dit amendement wordt de oefening van de werklastmeting ten volle doorgedacht. De resultaten van de objectieve en correcte meting moeten verplicht worden gevolgd.
De indieners van het wetsvoorstel stellen een werklastmeting te willen uitvoeren, maar zijn niet bereid op de resultaten van deze meetoefening te wachten. Tegelijk wordt in het wetsvoorstel vermeld dat deze oefening op 1 juni 2014 moet zijn afgerond. Het zou toch logisch lijken — in het bijzonder gelet op de strikte deadline die de indieners naar voor schuiven (1 juni 2014) — om eerst de werklastmeting door te voeren, vervolgens op basis daarvan de taalkaders vast te stellen en de hervorming in werking te laten treden.
Verschillende magistraten hebben de door de indieners uitgewerkte overgangsregeling immers reeds een lege doos genoemd en wezen op het feit dat hiermee een enorme achterstand in de behandeling van Nederlandstalige rechtszaken zal worden gecreëerd.
De Hoge Raad voor de Justitie merkte eind mei zelfs het volgende op in haar ambtshalve advies betreffende de splitsing van het gerechtelijk arrondissement te Brussel :
« Uit de ontvangen inlichtingen van de Commissie voor de modernisering van de rechterlijke orde in het kader van het huidige rapport, blijkt dat deze geen volledige afwerking van de werklastmeting in het vooruitzicht stelt voor 2017, en dit in de beste omstandigheden. »
« De actuele personeelsbezetting is sterk afwijkend van de verhoudingen die werden vastgelegd in het regeerakkoord (40/60 voor de rechtbank van koophandel en 20/80 voor de andere rechtbanken).
De vastgelegde verhoudingen NL/FR zijn evenmin in overeenstemming met de vastgestelde instroom en uitstroom per taalrol. Dit zowel voor de magistratuur als voor het gerechtspersoneel.
Een verkeerde invulling van de personeelsformatie is van aard om tot problemen te leiden voor de goede werking van de rechtbanken. ».
Met dit amendement wordt benadrukt dat de hervorming pas ná het finaliseren van de werklastmeting in werking kan treden.
Nr. 4 VAN DE HEREN VANLOUWE EN BOOGAERTS
(Subsidiair op amendement nr. 1)
Art. 57
Punt 5 vervangen door wat volgt :
« 5º Er wordt een paragraaf 4quater ingevoegd, luidende :
« § 4quater. De procureur des Konings van Brussel moet een grondige kennis van de twee talen bewijzen overeenkomstig artikel 43quinquies, § 1, vierde lid;
De arbeidsauditeur te Brussel moet een grondige kennis van de twee talen bewijzen overeenkomstig artikel 43quinquies, § 1, vierde lid; ». »
Verantwoording
De indieners van het wetsvoorstel bepalen dat, in de tweetalige hoofdstad Brussel, de procureur des Konings van Brussel en de arbeidsauditeur voortaan altijd Franstaligen zullen moeten zijn. Een Nederlandstalige kan in de hoofdstad dus nooit meer benoemd worden tot procureur des Koning of arbeidsauditeur.
De Raad van State maakt hierover een bemerking in haar advies en wijst erop dat de indieners van het wetsvoorstel onvoldoende onderbouwen waarom hun voorstel rechtvaardig zou zijn :
« 53. In het voorgestelde artikel 43, § 4quater, wordt bepaald dat de procureur des Konings van Brussel tot de Franse « taalrol » behoort, en de adjunct-procureur des Konings tot de Nederlandse « taalrol ». De wetgevende kamers moeten deze taalvereisten kunnen verantwoorden; deze hebben namelijk tot gevolg dat deze functies in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad uitsluitend worden voorbehouden aan magistraten van wie de taal van het diploma hetzij het Frans, hetzij het Nederlands is. »
Tijdens de discussies in de Kamer heeft staatssecretaris Verherstraeten in dit verband het volgende opgemerkt :
— In eerste instantie
Hij stelde dat men de voorgestelde verdeling van de taalrollen voor de procureur des Konings en zijn adjunct te Brussel en de arbeids- en adjunct-arbeidsauditeur niet als een beroepsverbod mag interpreteren omdat er in Halle-Vilvoorde een Nederlandstalige procureur des Konings en arbeidsauditeur zullen zijn en dat de Brusselse adjunct-procureur des Konings eveneens tot de Nederlandse taalrol zal behoren.
We zouden het feit dat er een Nederlandstalige procureur in Halle-Vilvoorde (in het Nederlandse taalgebied dus) komt, als een verantwoording moeten zien voor de eentaligheid (Frans) van de Procureur en de Arbeidsauditeur in Brussel ... Eenieder kan zien dat dergelijke redenering niet opgaat, gelet op het eentalig karakter van Halle-Vilvoorde en het tweetalig karakter van Brussel.
— In tweede instantie
Later probeerde de staatssecretaris de eentaligheid van de Procureur en de Arbeidsauditeur in Brussel nog op een andere wijze te duiden. In het verslag wordt de discussie als volgt weergegeven :
De staatssecretaris voor Staatshervorming, toegevoegd aan de eerste minister, de heer Servais Verherstraeten, legt uit hoe men kan verantwoorden dat de procureur des Konings te Brussel en de adjunct-procureur des Konings respectievelijk verplicht tot de Franse en Nederlandse taalrol behoren. Hij stelt daaromtrent het volgende.
Deze verplichtingen beogen de paritaire samenstelling te garanderen van het coördinatiecomité, voorzien in artikel 150ter van het Gerechtelijk Wetboek, zoals voorgesteld. Dit coördinatiecomité maakt wezenlijk deel uit van de hervorming. Er wordt overigens melding van gemaakt in de toelichting bij het voorstel tot invoeging van een artikel 157bis van de Grondwet (Stuk Kamer, nr. 53 20141/001, blz. 5).
De pariteit binnen dit coördinatiecomité draagt bij tot het communautaire evenwicht dat globaal wordt gezocht in het institutionele akkoord van 11 oktober 2011, en in het bijzonder in deze hervorming.
(...)
De heer Ben Weyts (N-VA) stelt vast dat de staatssecretaris het geweer van schouder verandert. Tijdens de algemene bespreking heeft hij betoogd dat het voorbehouden van de functies aan Franstaligen in Brussel in evenwicht werd gehouden doordat de voorzitter van de Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg een Nederlandstalige zou zijn, net zoals de procureur des Konings te Halle-Vilvoorde. De regering heeft dus eigenlijk zelf de vergelijking met het spiegelbeeld gemaakt. Die interpretatie ter verantwoording van de voorgestelde regeling wordt nu blijkbaar verlaten en vervangen door een nog gebrekkigere verantwoording waar het coördinatiecomité bij wordt betrokken. »
Ook deze redenering raakt kant noch wal.
Immers kan worden opgemerkt dat het voorgestelde artikel 150ter van het Gerechtelijk Wetboek niet eens voorziet in een paritaire samenstelling.
Bovendien is hier duidelijk sprake van een cirkelredenering door de staatssecretaris. De procureur/arbeidsauditeur moeten Franstalig zijn omdat het coördinatiecomité paritair moet zijn (ook al is dit wettelijk niet zo voorgeschreven), en het coördinatiecomité is paritair omdat de procureur/arbeidsauditeur Franstalig zijn ...
In het verslag staat hierover ook nog het volgende te lezen « Deze laatste betoogt ook dat, als de pariteit van het coördinatiecomité de werkelijke verantwoording voor de voorgestelde regeling is, het ook mogelijk moet zijn dat de procureur te Halle-Vilvoorde een Franstalige is en zijn collega te Brussel een Nederlandstalige. Als dat niet de werkelijke reden is, dan kan men evengoed toegeven dat het louter een politiek akkoord betreft, zonder welk men geen oplossing had gehad ».
Het is duidelijk dat de twee beweerdelijke verantwoordingen duidelijk niet kunnen rechtvaardigen dat in Brussel de procureur/arbeidsauditeur steeds Franstalig zullen zijn. Er is dus nog steeds geen antwoord geboden op de zeer terechte vraag van de Raad van State om dergelijke primeur objectief en redelijk te verantwoorden.
Noodzakelijk is het in dit verband om ook te verwijzen naar artikel 4 van de Grondwet. Uit dit artikel volgt namelijk dat in een tweetalig taalgebied geen hiërarchie kan worden ingesteld tussen de talen. Beide talen staan namelijk, krachtens de Grondwet, op gelijke voet. Dit komt echter niet tot uiting in het wetsvoorstel.
Met dit amendement wordt dan ook geschrapt dat de procureur des Konings en de arbeidsauditeur in de tweetalige hoofdstad Brussel steeds Franstalig zouden moeten zijn.
Nr. 5 VAN DE HEREN VANLOUWE EN BOOGAERTS
(Subsidiair op amendement nr. 1)
Art. 57
De punten 9 tot 12 doen vervallen.
Verantwoording
Met dit akkoord wordt het gerechtelijk arrondissement niet gesplitst, maar zullen Franstalige rechters nog steeds uitspraken kunnen doen in gans Halle-Vilvoorde en krijgen we zelfs Franstalige parketmagistraten in Vlaanderen.
Dit lijkt op gespannen voet te staan met eerdere uitspraken van verschillende politici :
« Franstalige rechters in Vlaamse rechtbanken, dat kan niet. In China heb je ook geen Nederlandstalige rechters. » (Carl Decaluwe (CD&V), De Standaard online 3 oktober 2011)
« De Franstaligen hebben nu al bepaalde rechten en die lijken te volstaan » (Servais Verherstraeten (CD&V), De Standaard online 3 oktober 2011)
Uit dit voorstel blijkt dat de indiende partijen van oordeel zijn dat Vlaamse rechters die perfect Frans spreken, niet objectief kunnen zijn. Franstaligen moeten ook in Vlaanderen berecht worden door Franstalige rechters.
Met dit amendement worden de Franstalige parketmagistraten geschrapt.
Karl VANLOUWE. | |
Frank BOOGAERTS. |
Nr. 6 VAN DE HEER LAEREMANS
Artt. 1 tot 72
Deze artikelen doen vervallen.
Verantwoording
Het communautaire deelakkoord inzake het gerechtelijk arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde heeft catastrofale gevolgen voor de rechtsbedeling van de Nederlandstaligen in Brussel en zet de gerechtelijke verfransing van Halle-Vilvoorde op het spoor.
1. Huidige situatie
Voor een goed begrip moet men uiteraard zicht hebben op de huidige situatie van het gerechtelijk arrondissement. De rechtbank en het parket van Brussel-Halle-Vilvoorde zijn weliswaar tweetalig, maar toch wordt in de belangrijke Wet op het Taalgebruik in Gerechtszaken (1935) in grote mate rekening gehouden met het eentalig karakter van Halle-Vilvoorde.
Het arrondissement wordt opgedeeld in een gebied intra muros (Brussel-19), dat beschouwd wordt als tweetalig en een gebied extra muros (de 35 gemeenten van Halle-Vilvoorde) dat behandeld wordt als eentalig gebied. Wel is er een beperkte uitzondering wat betreft de faciliteitengemeenten. De vredegerechten kunnen er Franstalige vonnissen vellen, waartegen bij een Franstalige rechter beroep kan worden aangetekend. Voor het overige gebeuren dagvaardingen in Halle-Vilvoorde steeds in het Nederlands en wordt de procedure nadien in principe in het Nederlands gevoerd.
Daar kan vandaag reeds, net zoals in heel het land, van worden afgeweken, maar dan moet dat door beide partijen voor de rechter bepleit worden bij het begin van de procedure. Als hij toestemt, verzendt hij het dossier dan naar een andere kamer van de Brusselse rechtbank. Elders in Vlaanderen of Wallonië wordt het dossier dan doorgestuurd naar een anderstalige rechtbank over de taalgrens. Van deze regeling wordt niet zo vaak gebruik gemaakt, want de advocaten raden ze vanzelfsprekend af; meestal verliezen ze dan immers hun cliënt.
Sinds de splitsing van de Brusselse balie in 1985 wordt de eentaligheid van Halle-Vilvoorde ook gerespecteerd door de advocaten. Artikel 430 van het gerechtelijk Wetboek bepaalt zeer duidelijk dat enkel de advocaten van de Nederlandse Orde (bedoeld wordt de orde van Nederlandstalige advocaten) hun kantoor kunnen hebben in het administratief arrondissement Halle-Vilvoorde. Franstalige advocaten dienen hun kantoor te houden binnen de grenzen van Brussel-19.
Toch is de huidige situatie in het grote arrondissement Brussel (de officiële naam verwijst niet naar Halle-Vilvoorde) om velerlei redenen niet bevredigend. De rechtbanken zijn onoverzichtelijk groot en moeten rekening houden met verschillende bronnen van wetgeving (federaal parlement, Vlaams parlement, Brussels Hoofdstedelijk Parlement, Vlaamse en gemeenschappelijke gemeenschapscommissie, parlement van de Franse Gemeenschap, ...) ook op strafrechtelijk en fiscaal vlak. Het klassieke probleem van de gerechtelijke achterstand is in Brussel mede hierdoor, maar ook ten gevolge van slecht beheer, bijzonder groot. De Brusselse rechtbanken zijn ook bevoegd voor dossiers die niets met Brussel of Halle-Vilvoorde te maken hebben. Zo zijn er vandaag een zeer groot aantal verkeersongevallen aanhangig voor de Brusselse politierechtbank die zich in West-Vlaanderen of Luxemburg hebben afgespeeld, maar die louter omwille van de zetel van de verzekeringsmaatschappij toch in Brussel moeten beoordeeld worden.
Bovendien zijn er belangrijke tweetaligheidsvereisten, wat niet onlogisch is in een tweetalige rechtbank. Zo moet twee derde van alle magistraten binnen de rechtbanken (eerste aanleg, arbeidsrechtbank, koophandel) en het parket het bewijs leveren van de kennis van de tweede taal. In de praktijk zijn het vooral de Vlamingen die de tweetaligen aanbrengen. Ondanks een belangrijke versoepeling van de taalexamens slaagt men er steeds moeilijker in om tweetalige magistraten te vinden. Dit werd een tiental jaar geleden omzeild door Justitieminister Verwilghen via de uitbreiding van het aantal « toegevoegde magistraten », voor wie helemaal geen taalvereisten gelden. Hij kwam hiermee royaal tegemoet aan de Franstalige eisen. Minstens had men dit moeten compenseren met de invoering van een passieve basiskennis van de andere taal voor alle nieuwe magistraten, zodat men in staat zou zijn de vonnissen van de eigen rechtbank te lezen.
Wat het parket betreft, is men het er al lang over eens dat BHV een veel te grootschalig en te verscheiden gebied is (grootstedelijk versus landelijk) om efficiënt te kunnen beheren. Een parket leiden van meer dan 100 magistraten in zo'n complex gebied is een haast onuitvoerbare opdracht.
2. Drie wetsvoorstellen
Om de huidige situatie te veranderen, werden er drie wetsvoorstellen ingediend : het voorstel Maingain-Bacquelaine (FDF-MR), het voorstel-Vandenberghe (CD&V) en het voorstel- Laeremans (Vlaams Belang).
2.1. Voorstel Laeremans. Het meest recente is dat van senator Laeremans dat werd voorgesteld op 2 december 2010 en een volledige (verticale) splitsing organiseert van zowel het parket als de rechtbanken. In dit voorstel wordt een eigen parket opgericht en aparte Nederlandstalige rechtbanken voor Halle-Vilvoorde (met behoud van de faciliteiten in de zes gemeenten en dus een aantal tweetalige magistraten) en daarnaast een tweetalig parket in Brussel én gesplitste, eentalige Nederlandstalige en Franstalige rechtbanken in Brussel. Een kwart van de magistraten in Brussel zou Nederlandstalig zijn.
Tegelijk wordt in dit voorstel ook het hof van beroep opgesplitst : een tweetalig hof van beroep wordt bevoegd voor Brussel-19 en een nieuw, Nederlandstalig hof van beroep in Leuven, wordt bevoegd voor Vlaams-Brabant en Limburg. Het aantal inwoners van dit nieuwe rechtsgebied zou ongeveer even groot zijn als dat van het verkleinde beroepshof van Antwerpen (bijna 1,9 miljoen inwoners versus 1,7 miljoen in de provincie Antwerpen).
Dit wetsvoorstel was vooral een reactie op de voorstellen van de Atomiumwerkgroep, die het gerechtelijk landschap wou omvormen tot een zeer vreemde structuur : de rechtbanken van eerste aanleg en de parketten zouden georganiseerd worden per provincie en de arbeids- en handelsrechtbanken volgens het grondgebied van het hof van beroep. Niet alleen zou dit leiden tot een veel te complexe, onoverzichtelijke structuur, bovendien zou dit betekenen dat de eentalig Nederlandstalige arbeids- en handelsrechtbanken van Leuven zouden toegevoegd worden aan de tweetalige Brusselse rechtbanken. Een achteruitgang van formaat !
Dit voorstel toont aan dat het perfect mogelijk is om een werkbaar alternatief te creëren. Een rechtbank voor Halle-Vilvoorde die vergelijkbaar is met deze van Leuven en tegelijk levensvatbare Nederlandstalige rechtbanken in Brussel, die een gezonde concurrentie kunnen aangaan met de Franstalige rechtbanken. De Franstalige rechtbanken werden hierbij niet benadeeld qua aantal magistraten vergeleken met de huidige situatie. Bovendien behield Brussel 90 % van de magistraten, terwijl zijn rechtsgebied toch met 36 % zou inkrimpen. Een billijke en realistische regeling, onder andere gelet op de hogere werkdruk en de hogere criminaliteit in Brussel. In totaal zou de creatie van deze nieuwe rechtbanken en het bijkomende hof van beroep een toename vergen van een 15-tal magistraten.
2.2. Voorstel Vandenberghe. Het wetsvoorstel Vandenberghe (dat ook naar voor werd geschoven als model in de nota « De Wever ») is gebaseerd op de splitsing van de Brusselse balie : de tweetalige rechtbanken worden opgedeeld in een Nederlandstalige rechtbank die bevoegd is voor Brussel en Halle-Vilvoorde en een Franstalige rechtbank die bevoegd is voor Brussel (en waarnaar ook Franstalige strafzaken uit Halle-Vilvoorde kunnen overgeheveld worden, zoals vandaag ook gebeurt). Vandaar dat wordt gesproken van een asymmetrische of horizontale splitsing.
Het parket wordt verticaal gesplitst in een Nederlandstalig parket voor Halle-Vilvoorde en een tweetalig parket voor Brussel. Zeer merkwaardig en onaanvaardbaar in dit voorstel is dat de rechtsvordering voor Nederlandstalige Brusselaars zou worden uitgevoerd door het parket van Halle-Vilvoorde. Op die manier zou het Brussels parket niet volwaardig ten dienste staan van de Brusselse Nederlandstaligen, die daardoor een soort tweederangsburgers zouden worden.
Een van de belangrijkste argumenten van Vandenberghe tegen een verticale splitsing is dat op deze wijze de Vlaamse aanwezigheid in Brussel sterk wordt verzwakt. Dit argument is niet overtuigend. In december 2010 telde de Nederlandse Orde (dat zijn de Vlaamse advocaten bij de Brusselse rechtbank) 2 481 advocaten, waarvan er liefst 1 912 kantoor hielden in Brussel en slechts 569 in Halle-Vilvoorde. Met 1 912 advocaten blijft de Nederlandstalige Brusselse balie nog steeds groter dan de Antwerpse (1 836 advocaten). De Vlamingen moeten dan ook geen schrik hebben dat ze bij een verticale splitsing onvermijdelijk zouden gemarginaliseerd worden in Brussel. Veel hangt af van de wijze waarop deze splitsing zou voltrokken worden en van de grootte van de nieuwe Nederlandstalige rechtbank in Brussel.
Een handhaving van het huidige gerechtelijke arrondissement verhindert dat er een op provinciale basis georganiseerde rechtbank zou komen in Vlaams-Brabant (zoals dat inmiddels werd overeengekomen in het akkoord over Veiligheid en Justitie van 28 oktober — zie verder). Bovendien wordt tevens verhinderd dat Vlaanderen op termijn autonoom zou kunnen worden op vlak van Justitie over het grondgebied van het gehele gewest. Halle-Vilvoorde blijft immers een aanhangsel van Brussel.
2.3. Voorstel Maingain. Het wetsvoorstel van FDF'er Maingain en zijn liberale fractievoorzitter Bacquelaine behoudt het unitaire parket (weliswaar met een functionele tweedeling) en deelt de rechtbanken op (men spreekt over « le dédoublement ») in eentalige rechtbanken, die beiden op volstrekt gelijke wijze bevoegd zijn voor zowel Brussel als Halle-Vilvoorde. De tweetaligheidsvereisten voor de magistraten worden daarbij volledig afgeschaft. Dit « dédoublement » zou een gigantische uitbreiding betekenen van de faciliteiten in gerechtszaken en de eentaligheid van Halle-Vilvoorde helemaal op de helling zetten.
Opmerkelijk : in het voorstel wordt niet gevraagd om de procedure voor de taalwijziging te vergemakkelijken; ze wordt enkel op een analoge wijze gebracht als bij de andere rechtbanken. Het wetsvoorstel van de FDF-voorzitter is overigens erg summier. Er wordt over taalkaders niet gesproken. Een toename van het aantal Franstalige magistraten wordt niet geëist.
3. Het akkoord van de regeringspartijen en hun bondgenoten met betrekking tot de hervorming van het gerechtelijk arrondissement Brussel
3.1. Splitsing van parket en arbeidsauditoraat
Het enige positieve punt van dit akkoord is dat er een apart parket wordt opgericht voor Halle-Vilvoorde, zodat er een veiligheidsbeleid kan ontwikkeld worden dat op maat van de streek geschreven is. Maar dit nieuwe parket wordt meteen zwaar geïnfecteerd met de aanwezigheid van Franstalige parketmagistraten, die de uitdrukkelijke taak hebben om dossiers van anderstaligen te kanaliseren naar de Franstalige rechtbank. Dit is om verscheidene redenen totaal onaanvaardbaar. Ook de taalregeling voor het Brussels parket, dat voortaan altijd onder leiding van een Franstalige procureur zal staan, kan echt niet door de beugel.
Een gelijkaardige regeling wordt getroffen voor het auditoraat : een apart Nederlandstalig auditoraat voor Halle-Vilvoorde, met een Franstalige waakhond. En een Brusselse auditeur die altijd Franstalig zal zijn.
3.1.1. Parket en auditoraat van Halle-Vilvoorde : meteen geïnfecteerd
Het Parket van Halle-Vilvoorde zal bestaan uit « 20 % van het huidig kader van het parket van Brussel (BHV), met inbegrip van de toegevoegde magistraten. Dit parket is samengesteld uit Nederlandstalige magistraten waarvan 1/3 tweetalig is. » En dan komt het : « Met het oog op het prioritair behandelen van de Franstalige zaken, zullen functioneel tweetalige Franstalige magistraten, overeenstemmend met 1/5 van het aantal Nederlandstalige magistraten van HV, van het parket van Brussel gedetacheerd worden. Zij zullen deze zaken behandelen zodra de verdachte voor de Franse taal zal hebben gekozen. Zij staan onder het gezag van de procureur des Konings van HV voor wat de uitvoering van het strafrechtelijk beleid betreft, maar onder het hiërarchisch gezag van de procureur des Konings te Brussel. »
Concreet : het kader van het parket van BHV bedroeg enkele maanden geleden 92 statutairen en 29 toegevoegden of 121 mensen. Een vijfde daarvan bedraagt 24. Het parket van Halle-Vilvoorde zal dus 24 Nederlandstalige parketmagistraten tellen, waarvan er 8 « functioneel » tweetalig zijn. Voor de nieuwe procureur geldt een « grondige » (en dus zwaardere) tweetaligheidsverplichting. Daar bovenop komen er 5 gedetacheerde tweetalige Franstaligen, die rechtstreeks hun orders zullen krijgen van de Franstalige Brusselse procureur. In de praktijk krijgen we dus een Franstalige afdeling binnen het Nederlandstalig parket van Halle-Vilvoorde, die rechtstreeks wordt gestuurd vanuit Brussel. Dit roept heel ernstige bezwaren op.
1. We krijgen dus een verschillend vervolgingsbeleid in Halle-Vilvoorde naargelang men Nederlands- of Franstalig is. Franstalige zaken moeten immers prioritair behandeld worden. Waarop kan zulke prioriteit gebaseerd zijn ? Zijn Franstalige daders in enig opzicht belangrijker dan Nederlandstalige ? Waarom wordt hier een beleid van twee maten en twee gewichten geïnstalleerd ?
2. Waarom moeten Franstalige delinquenten die een misdrijf plegen in Halle-Vilvoorde, maar die heel vaak woonachtig zijn in Halle-Vilvoorde, zo noodzakelijk vervolgd worden door Franstalige parketmagistraten, die dan bovendien nog onder de hiërarchie staan van de Franstalige procureur van Brussel ? Wat is er dan mis met Nederlandstalige parketmagistraten die een tweetaligheidsproef hebben afgelegd en die trouwens vandaag reeds met een ploeg dit werk in Halle-Vilvoorde verrichten ? Waarom zoveel wantrouwen (en misprijzen) voor Nederlandstalige magistraten ? En waarom moeten die Franstalige magistraten slechts « functioneel tweetalig » zijn en niet « grondig tweetalig », terwijl ze toch in een eentalig Nederlandstalig gebied werken ?
3. Waarom kunnen die Franstalige parketmagistraten dan niet onder de hiërarchie staan van de procureur des Konings van Halle-Vilvoorde ? Door twee hiërarchieën in te bouwen, creëert men vooral veel anarchie. Dit staat haaks op de noodzaak aan een eenvormig veiligheidsbeleid in Halle-Vilvoorde. Nergens anders in het land is het mogelijk dat de ene procureur de andere zo kan saboteren. Nergens anders is het mogelijk dat een procureur tuchtrechtelijk bevoegd is voor magistraten van een andere procureur.
4. Deze regeling druist helemaal in tegen het territorialiteitsbeginsel en miskent het Nederlandstalig karakter van Halle-Vilvoorde volkomen. Zelfs in faciliteitengemeenten wordt vandaag geen Franstalig personeel benoemd, maar enkel mensen met een Nederlandstalig diploma, die in een aantal gevallen het bewijs moeten leveren van de kennis van het Frans. Gezien de faciliteitenproblematiek is het inderdaad niet onlogisch dat een deel van de Vlaamse magistraten Frans kent, maar dit verantwoordt allerminst de aanstelling van Franstalige magistraten.
5. De regeling zal er voor zorgen dat het hele onderzoek in dossiers met een anderstalige dader van meet af aan bij een Franstalige onderzoeksrechter komt en grotendeels in het Frans zal gevoerd worden, ook al zijn tal van andere elementen Nederlandstalig. Voorbeeld : een Roemeens dieventrio uit Halle breekt in bij Nederlandstalige gezinnen uit Dworp en de getuigen zijn Nederlandstalig. Toch zal het onderzoek grotendeels in het Frans gevoerd worden en de (Nederlandstalige) politie zal aangezet worden zoveel mogelijk onderzoeksdaden in het Frans te verrichten. Deze regeling zal onmiskenbaar bijdragen tot de verfransing van Halle-Vilvoorde.
6. De Franstalige onderzoeks- en strafrechters van Brussel zijn van oudsher veel lakser dan hun Nederlandstalige collega's. Franstalige verdachten en vreemdelingen zullen dan ook systematisch kiezen voor de Franstalige procedure, zelfs al spreken ze vlot Nederlands, al wonen ze in Halle-Vilvoorde en zijn ook de slachtoffers Nederlandstalig. De gevolgen zullen gauw merkbaar zijn. Wanneer een verdachte wordt aangehouden en voor de Franstalige procedure kiest, wordt de kans veel groter dan hij meteen weer op straat staat en kan verder gaan met zijn criminele activiteiten. Het is dus allerminst zeker dat er op het terrein in Halle-Vilvoorde veel ten goede zal veranderen.
7. Ook de Orde van Vlaamse Balies protesteert met klem tegen deze detachering van vijf Franstalige parketmagistraten en geeft een zeer terecht bijkomend argument : « Het tweetalige Brusselse parket kampt nu al met een tekort aan magistraten. Tweetalige Franstaligen zijn broodnodig in het Brussels parket. De achterstand aldaar zal ondanks de splitsing morgen niet opgelost zijn. »
Jos Colpin, eerste substituut en gewezen woordvoerder van het Brussels parket reageert in een interview in de Juristenkrant van 26 oktober 2011 bijzonder scherp : « Hoe halen ze het in hun hoofd ? Die mensen hangen af van de procureur in Brussel; hoe zal de korpschef in Halle-Vilvoorde dan een deftig personeelsbeleid kunnen voeren ? Dit alles geeft de indruk dat men in feite een veredelde adjunct van de procureur des Konings van Brussel wil creëren. Ik hoop dat het niet zo loopt. Bovendien, we hebben die Franstaligen in Halle-Vilvoorde niet nodig. De Nederlandstaligen hebben er voldoende kennis van het Frans om zelf Franstalige zaken te behandelen, zoals dat nu ook al het geval is en de laatste tientallen jaren altijd geweest is. Ik vermoed hier een politieke bedoeling achter, namelijk een steeds grotere voet tussen de deur houden in Halle-Vilvoorde als stap naar de uitbreiding van Brussel. »
De regels voor het parket gelden mutatis mutandis ook voor het arbeidsauditoraat. Vier van de zeven Nederlandstaligen bij het Brusselse auditoraat verhuizen naar Halle-Vilvoorde, waar zij het gezelschap krijgen van een Franstalige gedetacheerde, die onder de hiërarchie blijft staan van de (steeds) Franstalige auditeur van Brussel.
3.1.2. Parket en auditoraat van Brussel : afbouw van de tweetaligheid
« In afwachting van het vastleggen van de kaders, onder andere volgens de werklastmeting, zal het parket van Brussel voortaan samengesteld zijn uit één vijfde Nederlandstaligen en vier vijfde Franstaligen. Op het geheel van de magistraten zal één derde tweetalig zijn. »
Samen gelezen met het vorige hoofdstuk (parket Halle-Vilvoorde) houdt deze regeling in dat het parket van Brussel een kader behoudt van 97 magistraten, waarvan 19 Nederlandstaligen en 78 Franstaligen. Wij hadden liever een verhouding 25/75 gezien (cf. het wetsvoorstel-Laeremans) in plaats van 20/80, maar gezien het heel hoge Franstalige werkvolume in strafrechtelijke aangelegenheden in Brussel, kunnen we hiermee leven. Toch is die 20 % Nederlandstaligen een absoluut minimum. Als men daaronder zakt, dreigen de Nederlandstalige parketmagistraten helemaal gemarginaliseerd te raken. Dit staat op termijn ook daadwerkelijk te gebeuren, vermits het definitieve kader zal afhangen van de werklastmeting. Voor ons is 20 % een absolute ondergrens.
Wel zijn we het ten zeerste oneens met de afbouw van de tweetaligheidsverplichtingen bij het parket van 2/3 naar amper 1/3. Vermits Brussel een tweetalige stad is en het Brussels parket moet werken met zowel de Nederlandstalige als de Franstalige rechtbank én met Nederlandstalige en Franstalige politiemensen, blijft er nood aan een veralgemeende tweetaligheidsverplichting bij de parketmagistraten. Vermits de 1/3-regel « in globo » geldt en niet per taalgroep, blijft er nauwelijks enige stimulans over om Franstaligen aan te zetten een tweetaligheidsexamen af te leggen. Minstens zou men aan alle parketmagistraten een passieve kennis moeten opleggen van de andere landstaal, zodat men in staat zou zijn de anderstalige documenten en vonnissen te begrijpen.
Zo mogelijk nog erger is dat het Brussels parket in de toekomst altijd geleid zal worden door een Franstalige procureur, bijgestaan door een Nederlandstalige adjunct. Deze regeling is discriminatoir en haast racistisch, want ze houdt in dat een Nederlandstalige, hoe bekwaam hij ook is, in zijn eigen hoofdstad nooit nog kan doorgroeien tot het ambt van procureur des Konings. En dat het grootste en belangrijkste parket van het land, met jurisdictie over de internationale instellingen, nooit meer kan geleid worden door iemand die de taal spreekt van de meerderheid van het land.
Dit wordt verantwoord met het argument dat de procureur van Halle-Vilvoorde altijd een Nederlandstalige is, maar dit is een vals argument. Beide situaties zijn niet te vergelijken en kunnen dus onmogelijk aan mekaar gekoppeld worden. Brussel is immers de tweetalige hoofdstad van het land, waar Nederlandstaligen en Franstaligen op voet van gelijkheid zouden moeten staan. Vandaag zijn de taalrol van de procureur-generaal van Brussel en van de procureur aan mekaar gekoppeld : zij kunnen nooit van dezelfde taalrol zijn. Bovendien moet een Nederlandstalige altijd opgevolgd worden door een Franstalige en omgekeerd. In de toekomst zal het dus mogelijk zijn dat zowel de procureur des Konings als de procureur-generaal van Brussel Franstalig zullen zijn, zodat de Vlamingen veel minder vat zullen hebben op het veiligheidsbeleid in de hoofdstad. Deze regeling is dus de zoveelste illustratie dat Brussel aan het verglijden is van een tweetalige stad naar een dominant Franstalige stad, waar de Nederlandstaligen gedegradeerd zijn tot tweederangsburgers.
De regels voor het Brussels parket gelden mutatis mutandis ook voor het arbeidsauditoraat. Een vijfde van de leden zal Nederlandstalig zijn en vier vijfde Franstalig. Dit betekent dat er drie Nederlandstalige parketmagistraten achterblijven in Brussel en dat de Franstaligen hun 12 magistraten kunnen behouden. Ook hier wordt de tweetaligheid afgebouwd naar 1/3 en krijgen we voorgoed een Franstalige auditeur. Onze kritiek op deze regeling is identiek aan onze reactie op de regeling voor het parket.
3.1.3. Aantal parketmagistraten
De omvang van het nieuwe parket van Halle-Vilvoorde lijkt op zich redelijk, ook in verhouding met Brussel. Een parket van 24 leden (onnodig verhoogd met 5 Franstalige gedetacheerden) lijkt inderdaad voldoende. Brussel behoudt op die manier een kader van 97 personen, wat ruim viermaal hoger ligt dan de 24 van Halle-Vilvoorde. Gezien de zeer hoge criminaliteitscijfers, de bendevorming, het zware banditisme en de vele illegalen in de hoofdstad lijkt dit een correcte verdeling.
Ook in vergelijking met Leuven kan niet gesteld worden dat Halle-Vilvoorde misdeeld wordt. Leuven telt 490 000 inwoners en heeft momenteel 18 parketmagistraten. Met 24 Nederlandstalige magistraten zal Halle-Vilvoorde (600 000 inwoners) geen tekort hebben.
Het parket van Brussel-19 zal versterkt uit deze operatie komen. Momenteel heeft het parket een kader van 92 statutairen (61F-31N) en 29 toegevoegden (20F-9N) of een totaal van 121 mensen. In de praktijk zijn er evenwel al geruime tijd 20 statutaire plaatsen vacant (2 Nederlandstaligen en 18 Franstaligen). Op dit moment bedraagt het totaal aantal effectieven dus 101.
Aan Franstalige kant slaagt men er zeer moeilijk in om tweetalige parketmagistraten te vinden zodat aan de 2/3-verplichting kan voldaan worden. Momenteel zijn er 27 tweetalige Franstaligen op een Franstalig kader van 61 of een tekort van 14. Het systeem van toegevoegde magistraten werd trouwens gecreëerd om die tweetaligheidsverplichting te omzeilen. Met de nieuwe regeling (waarbij nog slechts 1/3 van alle parketmagistraten tweetalig moet zijn), zullen de Franstalige vacatures snel opgevuld kunnen worden : niemand van de nieuw aangeworvenen hoeft immers nog tweetalig te zijn.
Bij een volledig ingevuld kader zal Brussel over 97 parketmagistraten beschikken, nauwelijks 4 minder dan het huidige aantal. Maar door de afsplitsing van Halle-Vilvoorde zal het werkingsgebied natuurlijk veel kleiner zijn. Hopelijk zal dit in Brussel leiden tot een verhoogde efficiënte en tot minder seponeringen.
Wij zijn op zich in ieder geval geen tegenstander van de relatieve versterking van het Brussels parket. Dit onderdeel komt overeen met ons eigen wetsvoorstel. Alleen hadden wij een hoger percentage Nederlandstaligen voorzien (25 %), het behoud van de tweetaligheid op twee derde en een veralgemeende passieve kennis van de tweede landstaal.
Door de oprichting van een eigen, grotendeels Nederlandstalig parket in Halle-Vilvoorde stellen we vast dat het globale aantal Nederlandstalige parketmagistraten met dit akkoord niet zal dalen. Als onze interpretatie van de cijfers juist is, zullen we in Halle-Vilvoorde over 24 parketmagistraten beschikken en in Brussel over 19. Dat geeft 43 of 3 meer dan het huidige kader (5 meer dan het huidige aantal magistraten in functie). Maar ! Het gaat om voorlopige kaders : de kans is reëel dat het aantal Nederlandstalige parketmagistraten in Brussel over drie jaar zal dalen als blijkt dat er verhoudingsgewijs niet genoeg Nederlandstalige strafzaken zijn in Brussel. Dat kan voor ons niet. Voor de goede werking van het Brussels parket is 20 % Nederlandstaligen een absoluut minimum.
Grootste winnaar in dit verhaal zijn de Franstaligen. Hun kader wordt uitgebreid van 81 naar 83 (78 in Brussel en 5 in Halle-Vilvoorde), maar in werkelijkheid zal hun aantal stijgen van 63 naar 83. Een reële vooruitgang dus met 20 parketmagistraten of meer dan 30 %. Niemand van de nieuw aangestelden zal tweetalig moeten zijn. Ook in de toekomst hoeft het aantal tweetalige Franstaligen niet uitgebreid te zijn, vermits men ervan kan uitgaan dat de Vlamingen (ook al zijn ze slechts met 20 %) het gros van de tweetaligen zullen leveren.
Bij het auditoraat stellen we een status quo vast aan Vlaamse kant (3 in Brussel en 4 in Halle-Vilvoorde) en een beperkte uitbreiding van het Franstalige kader (12 in Brussel en 1 in Halle-Vilvoorde of +1). Door de ondergraving van de tweetaligheidsverplichting en de versnelde opvulling van de kaders zal het aantal Franstalige effectieven stijgen van 9 naar 13.
3.2. 'Dédoublement » van de rechtbanken volgens model-Maingain
Ronduit rampzalig is dat voor de rechtbanken gewerkt wordt met het model-Maingain en niet met het model-Vandenberghe, laat staan met het splitsingsmodel van het Vlaams Belang : er komt dus geen splitsing tussen Brussel en Halle-Vilvoorde, maar een ontdubbeling in eentalige rechtbanken, die gelijkelijk bevoegd zijn voor heel BHV. De tekst van het akkoord is heel duidelijk : « De rechtbank van eerste aanleg, de rechtbank van koophandel, de arbeidsrechtbank en de arrondissementsrechtbank zullen ontdubbeld worden in een Franstalige en een Nederlandstalige rechtbank die voor heel het gerechtelijk arrondissement van Brussel, samengesteld uit de 54 gemeenten van BHV, bevoegd zijn. »
Voor alle duidelijkheid : de arrondissementsrechtbank is geen echte rechtbank, maar een verwijzingskamer die moet aanduiden welke rechtbank (eerste aanleg, koophandel of arbeid) bevoegd is. In de praktijk gaan we dus van drie tweetalige rechtbanken met eentalige kamers naar zes eentalige rechtbanken, die alle zes bevoegd worden voor zowel de 19 Brusselse gemeenten als alle 35 gemeenten van Halle-Vilvoorde.
Dit is voor de Vlamingen een rampscenario, want het gaat hier om een regelrechte dijkbreuk ten voordele van de Franstaligen. Vandaag wordt Halle-Vilvoorde immers beschouwd als een eentalig Nederlandstalig gebied, waarvoor de procedures in het Nederlands verlopen. De dagvaarding van de inwoners uit Halle-Vilvoorde (dat wil zeggen : de officiële oproep om te verschijnen via een gerechtsdeurwaarder) gebeurt steevast in het Nederlands. En wanneer twee inwoners uit Halle-Vilvoorde beslissen om samen naar de rechtbank te stappen (de zogeheten vrijwillige verschijning) moet dit in de regel ook voor een Nederlandstalige kamer van de Brusselse rechtbank. De uitzonderingen daarop zijn beperkt :
— vonnissen van de vrederechter met betrekking tot inwoners van de faciliteitengemeenten kunnen Franstalig zijn. In dat geval zijn het Franstalige kamers van de rechtbank van eerste aanleg die oordelen in beroep;
— in strafrechtelijke zaken kan een verwijzing naar een Franstalige kamer of naar een Brusselse politierechtbank gevraagd worden, maar de (Nederlandstalige) rechter beschikt over een beoordelingsmarge en kan peilen naar de daadwerkelijke taalkennis van de gedaagde. Zeker voor de politierechtbanken van Halle en Vilvoorde gebeurt dit tamelijk consequent, tot ergernis van nogal wat Franstaligen, die liever voor een milde Franstalige politierechter verschijnen;
— in burgerlijke zaken kan een taalwijziging aangevraagd worden, maar de beide partijen moeten het eens zijn, men moet dit verdedigen voor de rechter en die moet deze vraag in de regel inhoudelijk beoordelen. Advocaten raden zo'n taalwijziging meestal af.
Vandaag kan een verweerder (iemand die gedagvaard wordt) uit een faciliteitengemeente eenzijdig een verzending naar een Franstalige rechter vragen, maar ook hier beschikt de rechter over een ruime beoordelingsmarge, waarbij hij zich kan baseren op de concrete taalkennis van de gedaagde.
Dit verandert zeer drastisch : de Franstalige rechtbanken worden gelijk bevoegd met de Nederlandstalige voor alle 35 gemeenten van Halle-Vilvoorde. Verschil blijft dat dagvaardingen in Halle-Vilvoorde nog steeds in het Nederlands moeten gebeuren en dat procedures via dagvaarding bijgevolg altijd bij de Nederlandstalige rechtbank moeten starten, maar :
— twee inwoners uit Halle-Vilvoorde kunnen voortaan rechtstreeks naar de Franstalige rechtbank stappen (vrijwillig verschijnen), zelfs zonder dat zij Franstalig zijn, maar bijvoorbeeld omdat deze Franstalige rechtbank sneller werkt. Dit is helemaal nieuw. Er is geen enkele appreciatie of controle meer door een Nederlandstalige rechter;
— bij de procedure met een dagvaarding wordt een gezamenlijke vraag tot taalwijziging veel gemakkelijker gemaakt. Een eenvoudig verzoekje aan de griffie volstaat. De rechter moet dan binnen de 15 dagen een beslissing nemen en mag enkel nagaan of er inderdaad een akkoord is. Dit wordt dus een formaliteit. Deze regeling wordt zelfs uitgebreid tot heel het land. Vandaag is zo'n taalwijziging de hoge uitzondering; in de toekomst gaat dit legio worden in heel Vlaanderen;
— wanneer de verweerder een inwoner is van een faciliteitengemeente, kan hij veel gemakkelijker de taalwijziging eisen en bijgevolg de verzending naar de Franstalige rechtbank. Zelfs indien de eiser Nederlandstalig is en helemaal geen taalwijziging wil. De beoordelingsmarge van de rechter wordt heel sterk ingeperkt : hij mag alleen nog kijken naar de dossierstukken en naar de eventuele taal van de arbeidsverhouding. De taalkennis van de gedaagde mag niet meer getoetst worden. Voorbeeld : als u een auto verkoopt aan een inwoner van Wemmel en er zijn wat meer mailtjes in het Frans dan in het Nederlands, dan mag u het als verkoper voortaan voor de Franstalige rechter gaan uitleggen in plaats van de Nederlandstalige, zelfs al spreekt de koper perfect Nederlands;
— nog veel straffer is dat men overweegt om deze extra faciliteiten uit te breiden naar heel het land : « De wenselijkheid om dit stelsel uit te breiden naar het geheel van de gerechtelijke arrondissementen zal worden onderzocht door de commissie voor de modernisering van de rechterlijke orde. » Blijkbaar verstaat men onder modernisering tegenwoordig een terugkeer naar de periode voor 1935. Dit zou inderdaad de invoering betekenen van nieuwe francofone privileges in heel Vlaanderen;
— bij het minste taalconflict kan men in beroep gaan bij de « verenigde Nederlandstalige en Franstalige arrondissementsrechtbanken ». De voorzitter heeft doorslaggevende stem. Het voorzitterschap van dit college wisselt volgens een regelmatige beurtrol. Concreet gevolg : iemand die gedagvaard wordt voor de Vilvoordse politierechtbank en Nederlands spreekt, maar toch liever in het Frans voor de Brusselse politierechtbank verschijnt, zal nu veel gemakkelijker de doorverwijzing kunnen afdwingen.
Besluit : waar de Franstalige rechtbank vandaag slechts uitzonderlijk bevoegd is voor personen uit Halle-Vilvoorde, worden de Nederlandstalige en de Franstalige rechtbank in de toekomst bijna volledig gelijkgeschakeld. Dit betekent dat Halle-Vilvoorde juridisch verglijdt van een eentalig Nederlandstalig gebied naar een tweetalig gebied. De juridische verfransing van heel Halle-Vilvoorde wordt hiermee op gang gebracht.
Wanneer men in deze omstandigheden de Franstalige rechtbanken ook nog eens extra middelen geeft ten opzichte van de Nederlandstalige (meer rechters en griffiers, zie verder) dan zal dit leiden tot een zwaar concurrentievoordeel, waardoor Franstalige rechtbanken de Nederlandstalige zelfs in Halle-Vilvoorde gaan wegconcurreren.
Tot op heden is het wettelijk niet toegelaten dat leden van de Franse Orde van Advocaten zich vestigen in Halle-Vilvoorde, maar de kans is groot dat dit verbod binnen afzienbare tijd zal sneuvelen. Daarover staat niets in het akkoord te lezen, maar doordat beide rechtbanken in de toekomst quasi gelijk bevoegd zullen zijn over Halle-Vilvoorde, rolt men als het ware de rode loper uit voor een massale toestroom van Franstalige advocaten in Halle-Vilvoorde en voor klachten bij het Grondwettelijk Hof wegens zogezegde discriminatie.
3.3. Waanzinnige taalkaders in de rechtbanken; Vlamingen zeer zwaar gediscrimineerd
Tot op heden is er in het gerechtelijk arrondissement Brussel wettelijk een minimale aanwezigheid verzekerd van één derde Nederlandstalige en één derde Franstalige magistraten in de drie Brusselse rechtbanken, het parket en het arbeidsauditoraat. De rest van het kader wordt ingevuld op basis van het werkvolume. Deze wetgeving voldoet en is correct.
Bij de arbeidsrechtbank en bij de rechtbank van koophandel wordt deze wetgeving goed nageleefd. Dit leidt tot een kader van 9 Nederlandstalige arbeidsrechters en 17 Franstaligen. Bij koophandel bedraagt het werkvolume aan Nederlandstalige kant 45 % en kennen we vandaag een kader van 44 % Nederlandstaligen (11 op 24) en 56 % Franstaligen. Bij het arbeidsauditoraat is er een kader van 7 Nederlandstaligen en 12 Franstaligen en bij het huidige parket een kader van 31 vaste Nederlandstaligen en 9 toegevoegden versus 62 vaste Franstaligen (waarvan 18 niet ingevuld) en 20 toegevoegden.
Bij de rechtbank van eerste aanleg wordt de minimale aanwezigheid van één derde Nederlandstaligen reeds geruime tijd op een perfide wijze omzeild via het systeem van de toegevoegde magistraten. Bij de vaste kaders is er namelijk een verhouding van 35 Nederlandstaligen en 70 Franstaligen (waarvan 5 plaatsen vacant), maar bij de toegevoegden zijn er 31 Franstaligen versus 5 Nederlandstaligen. Op een totaal van 136 ingevulde plaatsen zijn er momenteel 96 Franstaligen of ruim 71 % en amper 40 Nederlandstaligen of 28,4 %. Bij de grootste rechtbank van Brussel zijn de Nederlandstaligen vandaag dus reeds met 5 % te weinig.
Veel is evenwel nog niet genoeg. De Franstaligen zijn er aan de onderhandelingstafel in geslaagd een compleet waanzinnige taalverhouding af te dwingen van nog amper 20 % Nederlandstaligen en 80 % Franstaligen bij diezelfde rechtbank van eerste aanleg en bij de arbeidsrechtbank, en 40 % N en 60 % F bij de rechtbank van koophandel. Dit betekent een extreme achteruitgang van het aantal Nederlandstalige magistraten en griffiebedienden, zonder dat daar een ernstige objectieve reden voor is.
Deze verhoudingen zijn, zeker wat de eerstgenoemde rechtbanken betreft, in de verste verte niet in overeenstemming met het werkvolume noch met de bevolkingssituatie in BHV. Een verhouding 20/80 kan hoogstens aanvaard worden voor Brussel-19, maar hoegenaamd niet voor heel BHV.
3.3.1. Rechtbank van eerste aanleg
Vandaag zijn er in deze rechtbank 40 Nederlandstalige magistraten actief en 96 Franstalige op een effectief kader van 136. Dat is 28,4 versus 71,6 %. Eigenlijk gaat het om 101 Franstaligen op een globaal kader van 141, want er zijn 5 Franstalige vacatures bij het vaste kader niet ingevuld. Formeel heeft er geen werklastmeting plaatsgevonden, maar op basis van de nieuw binnengekomen burgerlijke zaken en de vonnissen in strafzaken in 2010, kan men zich een zeker idee vormen van het werkvolume.
Burgerlijke zaken 2010 | Strafr. vonnissen 2010 | Totaal | ||||
N | 9 885 | 32,74 % | 2 209 | 26,33 % | 12 094 | 31,35 % |
F | 20 308 | 67,26 % | 6 180 | 73,67 % | 26 488 | 68,65 % |
T | 30 193 | 100 % | 8 389 | 100 % | 38 582 | 100,0 % |
Het gros van de dossiers bij de rechtbank van eerste aanleg zijn burgerlijke dossiers (ruim 30 000 in 2010). Daarvan bedroeg het aantal nieuw ingeschreven Nederlandstalige dossiers 32,7 %. Het aantal vonnissen in strafzaken bedroeg 8 389, waarvan 26,3 % Nederlandstalig. Als men deze cijfers optelt, komt men nog steeds aan een percentage van 31,35 % Nederlandstalige dossiers. De huidige reductie van het percentage Nederlandstalige magistraten naar 28 % met behulp van toegevoegden is dus onrechtvaardig en niet te verantwoorden. Maar het is helemaal te gek om de verhoudingen nog verder scheef te trekken naar 20 % versus 80 %.
Nochtans wordt deze verhouding fel verdedigd door Luc Hennart, de Franstalige voorzitter van deze rechtbank. De heer Hennart is in dit verhaal allerminst een neutrale persoon die een correct verhaal vertelt. Hij voert met veel ijver een Franstalige politieke agenda, waarbij hij de zware vermindering van de tweetaligheidsvereisten voor magistraten (van 2/3 naar 1/3, zowel bij parket als bij de rechtbanken) fel toejuicht. Zijn openhartigheid zorgde voor grote verontwaardiging bij magistraten en advocaten op een debat van het Vlaams Pleitgenootschap op 7 november. In een interview in De Standaard van 7 oktober verklaarde Hennart over de werklast : « De verhoudingen in de vonnissen is op dit moment eerder 75/25. Maar als je de achterstand aan Franstalige kant meetelt, kom je aan een veel hoger cijfer dan 80 %. Zeker voor de straf- en jeugdzaken. »
Deze uitspraak is geen klein beetje strijdig met de waarheid. We zijn daarvoor in het jongste jaarverslag gaan kijken, waar heel andere cijfers te vinden zijn. De verhouding 75/25 is een afronding naar beneden van de vonnissen in strafzaken : 25,7N in 2007, 28,8 in 2008 en 27,4 % in 2009. Maar in burgerlijke zaken (veel meer dossiers en meestal veel meer werk per dossier) bedroeg het percentage Nederlandstalige vonnissen in die jaren respectievelijk 36,1, 35,4 en 37,3 %. Zelfs in jeugdzaken schommelt het aantal Nederlandstalige vonnissen rond de 25 % (resp. 25,2, 25,5 en 24,03). En in de tabellen van de achterstand zien we geen onoverkomelijke verschillen.
Bovendien kan de achterstand nooit een criterium zijn voor de verantwoording van nieuwe taalverhoudingen. In het beste geval kan dit een tijdelijke verhoging van het aantal effectieven verantwoorden. Maar de Franstaligen mogen niet op structurele wijze beloond worden en de Vlamingen mogen zeker niet gestraft worden voor de tragere, minder efficiënte werking in de Franstalige kamers.
We tillen heel zwaar aan deze cijfermanipulatie. Het is absoluut onaanvaardbaar dat de voorzitter van een rechtbank cijfers verdraait voor politieke doeleinden en daarmee een belangrijk deel van de burgers groot onrecht aandoet.
De concrete gevolgen van de invoering van de 80/20-verhouding zijn uiterst verregaand op vlak van het personeelsbestand van deze rechtbank. Het personeelsbestand wordt aan Franstalige kant vier keer groter dan aan Vlaamse kant.
Aantal vaste zetelende magistraten 2010 | Na BHV-akkoord | Verschil | |
N | 35 + 5 | 28 | - 12 (in werkelijkheid 19 te weinig) |
F | 70 + 31 | 113 | + 12 (19 te veel) |
T | 141 | 141 |
Vandaag zouden de Nederlandstaligen op basis van de 1/3-regel moeten beschikken over 47 magistraten op de 141. Het zijn er in werkelijkheid slechts 40 of 7 te weinig. Na de invoering van de 20/80-regeling zouden er opnieuw 12 Nederlandstaligen moeten sneuvelen. Er blijven dan nog 28 over op een totaal van 141. Dat zijn er 19 te weinig volgens de 1/3-regeling.
Aan Franstalige kant zijn er vandaag 96 ingevulde plaatsen, terwijl het er maximaal 94 hadden mogen zijn. Vijf vacatures zijn niet ingevuld. Na invoering van de 20/80 regeling zullen ze beschikken over 113 magistraten op 141 of 19 meer dan hun vandaag eigenlijk toekomt.
Bij de griffie is de slachting nog veel groter. Daar speelt het werkvolume vandaag minder mee. Vermits er meer Nederlandstaligen slagen voor de (reeds afgezwakte) tweetaligheidsvereisten, zijn zij verhoudingsgewijs sterker vertegenwoordigd, zeker bij de statutairen. Dat is de Franstaligen al zeer lang een doorn in het oog. Voor de griffies van de nieuwe eentalige rechtbanken geldt dezelfde 20/80-regeling.
Griffie | Statutair | Contractueel | Totaal | |||
Nu | Na | Nu | Na | Nu | Na | |
N | 112 | 38 (- 74) | 58 | 40 (- 18) | 170 | 78 (- 92) |
F | 76 | 150 (+ 74) | 140 | 158 (+ 18) | 216 | 308 (+ 92) |
T | 188 | 198 | 386 |
Bij de rechtbank van eerste aanleg verdwijnen 92 van de 170 Nederlandstalige griffiebedienden, of meer dan de helft.
3.3.2. Arbeidsrechtbank
Vandaag zijn er in deze rechtbank 9 Nederlandstalige magistraten actief en 16 Franstaligen op een kader van 26. Er is één Franstalige vacature. De Nederlandstaligen hebben dus ruim 34,6 % van de magistraten. Het werkvolume bedroeg in 2010 26,79 % en in 2011 (tot 30 september) 30,48 %. Ook hier is er dus geen enkele objectieve reden waarom men zou moeten terugvallen op 20 %.
Aantal zaken 2011 | Aantal zaken 2010 | |
N | 5 827 26,79 % | 30,48 % |
F | 15 923 73,21 % | 69,52 % |
T | 21 750 100 % | 100 % |
Ook hier zouden de gevolgen op vlak van personeelsbezetting zeer verregaand zijn. Het aantal Nederlandstalige magistraten zou bijna halveren (van 9 naar 5), terwijl het kader voor de Franstaligen zou stijgen van 17 naar 21.
Aantal vaste magistraten arbeidsrechtbank | |||
2010 | Na BHV-akkoord | Verschil | |
N | 9 | 5 | - 4 |
F | 17 | 21 | + 4 |
T | 26 | 26 |
Bij de griffie is de slachting aan Nederlandstalige kant buitengewoon groot. Maar liefst 2/3 van de Nederlandstalige griffiers zal vervangen worden door Franstaligen. Het aantal Nederlandstaligen zakt van 50 naar amper 16 of een terugval met 34 mensen.
Griffie | Statutair | Contractueel | Totaal | |||
Nu | Na | Nu | Na | Nu | Na | |
N | 33 | 9 (- 24) | 17 | 7 (- 10) | 50 | 16 (- 34) |
F | 13 | 37 (+ 24) | 17 | 27 (+ 10) | 30 | 64 (+ 34) |
T | 46 | 34 | 80 |
Aan de situatie inzake de arbeidsrechtbank werd al enige aandacht besteed in de media, dank zij het dappere verweer van mevrouw Gaby Van den Bossche, de voorzitter van de Brusselse arbeidsrechtbank. In een vrije tribune in de krant De Standaard van 11 oktober hekelde deze voorzitter dat zij tijdens de onderhandelingen op geen enkel moment geconsulteerd was in deze nochtans uiterst belangrijke aangelegenheid. Ze waarschuwde dat de 20/80-regeling « onherstelbare schade » zou teweegbrengen : « Indien de nieuwe Nederlandstalige rechtbank met een capaciteit van 20 % van de magistraten een werkvolume van minstens 30 % dient te behandelen, brengt dit met zich dat elk jaar een derde van de ingeleide zaken niet zal kunnen worden behandeld. Dat er met andere woorden een achterstand zal ontstaan. Elke twee jaar wordt zo een achterstand gecreëerd van een jaar — terwijl er nu al een achterstand van twee jaar bestaat in de geschillen over arbeidsovereenkomsten. »
Mevrouw van den Bossche voegt er aan toe dat het werkvolume van de meest arbeidsintensieve dossiers, de arbeidsovereenkomsten en de collectieve schuldenregeling, aan Nederlandstalige kant meer dan 40 % bedraagt.
Ze verzette zich ten slotte met klem tegen het akkoord om de werklast pas drie jaar na de opstart van het nieuwe systeem te gaan meten. « Die werklastmeting wordt al jaren beloofd zonder resultaat — en dat is niet de fout van de Nederlandstalige Brusselse magistraten, die er vragende partij voor zijn. »
3.3.3. Rechtbank van koophandel
In de rechtbank van koophandel is het aandeel Nederlandstalige zaken al jarenlang een pak groter dan in de andere rechtbanken. In 2010 ging het volgens de voorzitter van deze rechtbank om 45 % van in totaal 15 687 zaken. Daar staat momenteel een personeelskader tegenover van 11 Nederlandstalige magistraten op 24, versus 13 Franstaligen of 45,8 %.
Anders dan bij eerste aanleg en arbeid, heeft men zich akkoord verklaard om het personeelskader voorlopig vast te leggen op 40/60 in plaats van 20/80. Maar ook deze vermindering is ongegrond. Er is geen enkele reden waarom het Nederlandstalig kader zou verminderd worden naar 10, terwijl het werkvolume duidelijk 11 magistraten verantwoordt.
Aantal zaken 2010 | Aantal magistraten | |||
2011 | Na BHV-bis | Verschil | ||
N | 8 628 45 % | 11 | 10 | - 1 |
F | 7 059 55 % | 13 | 14 | + 1 |
T | 15 687 100 % | 24 | 24 |
Ook bij een verhouding 60/40 moet vastgesteld worden dat het Nederlandstalig griffiepersoneel aanzienlijk wordt uitgedund : het aantal Nederlandstalige personeelsleden zakt met 17. Met een 45/55 verhouding zou de vermindering aan Nederlandstalige kant beperkt blijven tot 12.
Griffie | Statutair | Contractueel | Totaal | |||
Nu | Na | Nu | Na | Nu | Na | |
N | 37 | 21 (- 16) | 19 | 18 (- 1) | 56 | 39 (- 17) |
F | 16 | 32 (+ 16) | 26 | 27 (+ 1) | 42 | 59 (+ 17) |
T | 53 | 45 | 98 |
3.3.4. Politierechtbank
Ook de Brusselse politierechtbank wordt opgedeeld volgens de 20/80-verhouding. Maar ondanks het feit dat de territoriale bevoegdheid van deze rechtbank beperkt is tot Brussel-19 (Halle en Vilvoorde hebben hun eigen politierechtbanken), is deze verhouding niet in overeenstemming met de reële werklast. Bij de strafzaken heeft men een verhouding van 10 %N versus 90 %F, maar bij de burgerlijke verkeerszaken is de verhouding volgens de deken van de politierechtbank momenteel 35 %N — 65 %F. Hoewel deze dossiers veel minder talrijk zijn, genereren zij wel de meeste werklast. Het gaat immers vaak om uitgebreide verzekeringsdossiers, waar schadevergoedingen moeten berekend worden. Volgens de deken kan de globale verhouding in de werklast Nederlands-Frans geraamd worden op 30 %N en 70 %F. Ook hier gaat het dus niet op te werken met een arbitraire 80/20-verhouding.
Bij een opdeling van de politierechtbank boeken de Franstaligen verhoudingsgewijs de grootste vooruitgang. Gezien het tweetalige verloop van de zittingen heeft deze functie in het verleden immers vooral Nederlandstalige magistraten aangetrokken. Er bestaat bovendien geen taalkader zoals bij de andere rechtbanken. Bij een opdeling naar eentalige politierechtbanken zal het gros van de plaatsen naar Franstaligen gaan.
Aantal magistraten | |||
2010 | Na BHV-bis | Verschil | |
N | 11 | 3 | — 8 |
F | 3 | 11 | + 8 |
T | 14 | 14 |
Griffie | Statutair | Contractueel | Totaal | |||
Nu | Na | Nu | Na | Nu | Na | |
N | 16 | 6 (- 10) | 10 | 4 (- 6) | 26 | 10 (- 16) |
F | 13 | 23 (+ 10) | 11 | 17 (+ 6) | 24 | 40 (+ 16) |
T | 29 | 21 | 50 |
Momenteel zijn er in Brussel 14 politierechters werkzaam, waarvan er 11 Nederlandstalig zijn. De opdeling van de rechtbank en de toepassing van de 20/80-verhouding zal tot gevolg hebben dat het aantal Nederlandstalige rechters zal dalen van 11 naar 3 en dat het aantal Franstaligen zal stijgen van 3 naar 11. Het aantal Nederlandstalige griffiebedienden zal zakken van 26 naar 10. De Franstaligen hebben komaf willen maken met het Nederlandstalig overwicht en zijn dan ook laaiend enthousiast over dit onderdeel van het gerechtelijk BHV- akkoord. Op de webstek van de Franstalige liberalen kraait Brussels MR-parlementslid en fractievoorzitter Vincent De Wolf victorie : « Il garantira aux francophones d'être traités par des magistrats francophones, et ce alors qu'une grande majorité des magistrats actuels étaient néerlandophones. La nouvelle répartition des magistrats permettra aux justiciables francophones d'être jugés sous un délai raisonnable. »
Een uiterst gortige uitspraak, vermits hier wordt gesuggereerd dat de Franstaligen momenteel onrechtvaardig behandeld worden en langer moeten wachten op een vonnis. Al deze rechters zijn nochtans houder van een examen « grondige tweetaligheid ». Zij mogen en kunnen dus zitting houden in de beide talen. Net zoals bij de Brusselse vrederechters zijn hun zittingen volledig tweetalig en wisselen Nederlandstalige en Franstalige dossiers mekaar voortdurend af. Bovendien is de achterstand bij de politierechtbank de voorbije jaren weggewerkt. Het is dus helemaal niet zo dat er aan Franstalige kant een grotere achterstand is dan aan Nederlandstalige kant.
Ook de politierechters zelf stellen zeer ernstige vragen bij deze opdeling. Zij vergelijken de werking van de politierechtbank met die van de vredegerechten. Nagenoeg alle dossiers zijn er in de praktijk meertalig. Zij vragen om de politierechtbank analoog te behandelen als de Brusselse vredegerechten, met name : behoud van de huidige, tweetalige situatie.
3.3.5. Globale Nederlandstalige achteruitgang
In totaal vermindert het aantal Nederlandstalige magistraten met 25 (12+4+1+8) ten opzichte van het huidige aantal. Als we evenwel rekening houden met het actuele tekort van 7 Nederlandstalige magistraten bij de rechtbank van eerste aanleg ten aanzien van de wettelijke minimumnorm, kunnen we zelfs stellen dat er een Vlaamse achteruitgang op komst is met 32 magistraten.
Bij de griffies is er een globale Nederlandstalige achteruitgang van maar liefst 159 personeelsleden (92+34+17+16). Het totaal aantal Nederlandstalige griffiebedienden zakt van 302 naar 143, wat dus neerkomt op meer dan een halvering. Indien men bij de opdeling rekening zou houden met een correcte verhouding 33/66 in plaats van 20/80 bij eerste aanleg en arbeid en met 45/55 in plaats van 40/60 bij koophandel, dan zouden er 67 Nederlandstalige griffiebedienden minder moeten sneuvelen.
Het spiegelbeeld van deze cijfers is uiteraard de vooruitgang aan Franstalige kant. Zij winnen 25 (en eigenlijk zelfs 32) magistraten en 159 griffiebedienden.
Algemene opmerking : de in deze toelichting gehanteerde kaders dateren van enkele maanden geleden. Meer recent was er sprake van :
— bij de rechtbank van eerste aanleg : 41 Nederlandse magistraten, waarvan nog 28 zouden overblijven en een aantal van 99 Franstaligen, dat zou stijgen naar 112;
— bij de arbeidsrechtbank : 9 Nederlandstaligen, waarvan nog 5 zouden overblijven en een aantal van 18 Franstaligen, dat zou stijgen naar 22;
— Nederlandstalige onderzoeksrechters : daling van 5 naar 3;
— Nederlandstalige jeugdrechters : van 4 naar 2;
— Slechts 1 Nederlandstalige strafrechter.
3.3.6. Beoordeling
De 20/80-regeling komt er op neer dat de Franstalige rechtbank van eerste aanleg en arbeidsrechtbank VIERMAAL groter zullen zijn dan hun Nederlandstalige tegenhanger, terwijl het werkvolume slechts tweemaal groter is. Het gaat hier om het meest stuitende en meest onrechtvaardige en tegelijk ook meest absurde onderdeel van het gerechtelijke BHV-akkoord. Mocht het FDF zoiets enkele maanden geleden openlijk voorgesteld hebben, dan zouden de Vlamingen in koor geroepen hebben dat het om een belachelijke provocatie ging.
De dupe van deze dramatische historie is in de eerste plaats de Vlaamse burger in Brussel en Halle-Vilvoorde, die in de toekomst veel langer dan vandaag op een gerechtelijke uitspraak zal moeten wachten. Maar deze buitensporig onrechtmatige bevoordeling van de Franstaligen zal ook leiden tot een toenemende verfransingsdruk. De Franstalige rechtbanken zullen immers stukken concurrentiëler zijn en dus veel sneller kunnen functioneren dan de Nederlandstalige, waardoor steeds meer mensen, ook Vlamingen, geneigd zullen zijn naar de Franstalige rechtbank te stappen.
De Tijd bracht op 20 oktober 2011 uit dat de Vlaamse onderhandelaars gebrieft waren door de kabinetschef van toenmalig Justitieminister De Clerck, maar dat deze cijfers niet met de realiteit overeenstemmen. Men krijgt een gevoel van plaatsvervangende schaamte als men zoiets verneemt, want het getuigt toch wel van manifeste onbekwaamheid van de minister als hij er niet in slaagt aan de onderhandelaars de juiste cijfers mee te delen van zijn eigen diensten. Een onderhandelaar getuigt anoniem : « Hadden we geweten dat de cijfers fout waren, hadden we zelf navraag gedaan. Dit is echt vervelend. We voelen ons gepakt. » Hiermee geconfronteerd verklaarde de toenmalige minister dat : « Als er in het parlement cijfers opduiken die objectief tegen te spreken zijn, [dan] kan er nog worden gedebatteerd. Bovendien komt er een werklastmeting die over drie jaar exacte cijfers zal opleveren. »
Die drie jaar zijn in werkelijkheid ruim vier jaar, vermits de drie jaar pas een aanvang nemen na de inwerkingtreding van de wet (ten vroegste 1 januari 2013). Intussen is het kwaad geschied en zal er in de Vlaamse rechtbanken een onaanvaardbare achterstand ontstaan zijn. De OVB heeft dan ook overschot van gelijk als ze een onmiddellijke werklastmeting eist en in afwachting daarvan de handhaving van de bestaande kaders.
3.4. Blokkering van Justitie op federaal niveau; blokkering van een moderne Justitie in Vlaams-Brabant
Het is volkomen verkeerd om de procedures voor een aanvraag tot taalwijziging te vergemakkelijken. Men zou deze mogelijkheid integendeel beter afschaffen. Dit druist immers in tegen de territoriale basisfilosofie van de Wet op het Taalgebruik in Gerechtszaken. Justitie dreigt hierdoor helemaal in de greep te komen van de « personalisering », zonder dat nog rekening moet gehouden worden met de omgeving waar men woont en de gebruiken die in deze streek bestaan. Terecht wijst de OVB op de vele problemen die zo'n versoepelde taalwijziging met zich mee zal brengen. In welke taal moet zo'n vonnis bijvoorbeeld uitgevoerd worden ? En wat met de geschillen die vandaag verplicht voor een territoriaal vastgestelde rechtbank gebracht worden ?
Nog veel erger is dat Justitie, ten gevolge van de in heel het land sterk versoepelde aanvraagprocedure tot taalwijziging, meer dan ooit geblokkeerd wordt op federaal niveau. Het zal immers veel moeilijker worden om te evolueren naar een Vlaamse Justitie, met eigen rechtsregels en een eigen strafprocedure. Overal in Vlaanderen zullen Franstaligen immers claimen dat ze « recht » hebben op een Franstalige rechtbank en bijgevolg op de toepassing van federaal recht en federale procedures. Iedere evolutie naar een eigen Vlaamse Justitie wordt daarmee gefnuikt.
Jaren geleden riep oud-CD&V-voorzitter Marc van Peel dat de splitsing van Justitie dringender was dan die van BHV. Vandaag wordt het gerechtelijk arrondissement BHV grondwettelijk gebetonneerd en is de splitsing van Justitie verder weg dan ooit. Zodra men inderdaad overgaat tot de grondwettelijke betonnering van de zogenaamde gerechtelijke rechten van de Franstaligen in Vlaanderen, zal het de facto onmogelijk zijn om binnen de Belgische context ooit nog een echte splitsing van Justitie door te drukken.
Op 28 oktober 2011 werd door de regeringsonderhandelaars een deelakkoord goedgekeurd rond Justitie en veiligheid, waarin beslist werd om de rechtbanken en parketten te hergroeperen op provinciale leest. We zouden daardoor terugvallen van 27 naar 13 arrondissementen. Een zeer goede zaak, ware het niet dat Vlaams-Brabant hierbij niet erkend wordt als een volwaardige provincie. Halle-Vilvoorde blijft een aanhangsel van Brussel en Leuven blijft een klein en bijgevolg niet efficiënt arrondissement. Vlaams-Brabant mist hierdoor de trein van de modernisering.
Wanneer de BHV-regeling daadwerkelijk wordt vergrendeld met een tweederde meerderheid, betekent dit dat Vlaams-Brabant nooit zal kunnen evolueren zoals de andere Vlaamse provincies. Een discriminatie om « u » tegen te zeggen.
Wat nu ter tafel ligt, is een absolute ramp voor de Vlamingen. Zowel in Brussel als in Halle-Vilvoorde wordt de situatie veel erger dan ze vandaag al is. Brussel wordt in de praktijk een dominant Franstalige stad, waar de Nederlandstaligen een volstrekt ondergeschikte rol toebedeeld krijgen. En Halle-Vilvoorde verglijdt naar een tweetalige situatie, zelfs op het niveau van het parket. De Franstalige rechtbanken krijgen bovendien de mensen en de middelen om de Vlaamse rechtbanken kapot te concurreren.
Het akkoord over de hervorming van het gerechtelijk arrondissement moet dan ook resoluut worden afgewezen, wat het doel is van dit amendement.
Nr. 7 VAN DE HEER LAEREMANS
Artt. 1 tot 72
Deze artikelen vervangen door wat volgt :
« HOOFDSTUK I
Algemene bepaling
Artikel 1
Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.
HOOFDSTUK II
Wijzigingen van het Gerechtelijk Wetboek
Art. 2
In boek I, titel I, hoofdstuk I, afdeling I, van het tweede deel van het Gerechtelijk Wetboek wordt een artikel 65ter ingevoegd, luidende :
« Art. 65ter. Voor de vredegerechten en de politierechtbank met zetel in het gerechtelijk arrondissement Brussel worden de opdrachten van de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg bedoeld in dit hoofdstuk vervuld in overleg door beide voorzitters van de Nederlandstalige en de Franstalige rechtbank van eerste aanleg. »
Art. 3
Artikel 73 van hetzelfde Wetboek wordt aangevuld met een tweede lid, luidende :
« In het gerechtelijk arrondissement Brussel zijn er twee arrondissementsrechtbanken, twee rechtbanken van eerste aanleg, twee arbeidsrechtbanken en twee rechtbanken van koophandel, telkens een Nederlandstalige en een Franstalige. »
Art. 4
Artikel 74 van hetzelfde Wetboek wordt aangevuld met het volgende lid :
« In het gerechtelijk arrondissement Brussel, bestaan de Nederlandstalige en de Franstalige arrondissementsrechtbanken, naargelang het geval, uit de voorzitters van de respectievelijk Nederlandstalige en Franstalige rechtbank van eerste aanleg, arbeidsrechtbank en rechtbank van koophandel of uit de rechters die hen in deze rechtbanken vervangen. »
Art. 5
In artikel 88, § 1, van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wetten van 15 juli 1970, 17 mei 2006 en 3 december 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1º het derde lid wordt opgeheven;
2º het vierde lid wordt vervangen door wat volgt :
« Om de drie jaar brengt de voorzitter van elke rechtbank met zetel in het gerechtelijk arrondissement Brussel verslag uit bij de minister van Justitie omtrent de behoeften van de dienst, op grond van het aantal zaken die gedurende de laatste drie jaren zijn behandeld. ».
Art. 6
Artikel 150 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 12 april 2004, waarvan de huidige tekst paragraaf 1 zal vormen, wordt aangevuld met een paragraaf 2, luidende :
« § 2. In het gerechtelijk arrondissement Brussel oefent de procureur des Konings onder het toezicht en de leiding van de procureur-generaal het ambt van openbaar ministerie uit bij de Nederlandstalige en bij de Franstalige rechtbanken. »
Art. 7
Artikel 186bis, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 25 april 2007 en gewijzigd bij de wet van 13 juni 2006, wordt aangevuld als volgt :
« In het gerechtelijk arrondissement Brussel treedt de voorzitter van de Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg op als korpschef van de rechters en de toegevoegde rechters in de Nederlandstalige politierechtbank. De voorzitter van de Franstalige rechtbank van eerste aanleg treedt op als korpschef van de rechters en de toegevoegde rechters in de Franstalige politierechtbank. De voorzitters van de Nederlandstalige en de Franstalige rechtbank van eerste aanleg treden gezamenlijk op als korpschef van de vrederechters en de toegevoegde vrederechters. »
Art. 8
Artikel 196 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 22 december 1998, wordt opgeheven.
Art. 9
Artikel 206, derde lid, van hetzelfde Wetboek wordt opgeheven.
Art. 10
Artikel 211 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 22 december 1998 en gewijzigd bij de wet van 14 december 2004, wordt vervangen door wat volgt :
« Art. 211. Voor het hof van beroep te Brussel wordt een vierde van de Kamervoorzitters aangewezen door de Nederlandstalige groep van de algemene vergadering en drie vierde door de Franstalige groep.
Voor het hof van beroep te Brussel worden zevenentwintig raadsheren en vierentwintig plaatsvervangende raadsheren voorgedragen door de Franstalige benoemingscommissie van de Hoge Raad voor de Justitie en negen raadsleden en acht plaatsvervangende raadsheren door de Nederlandstalige benoemingscommissie van dezelfde Raad.
De voordracht van een openstaande plaats van raadsheer of plaatsvervangend raadsheer geschiedt door de benoemingscommissie die de magistraat heeft voorgedragen ten gevolge van wiens vertrek de plaats is opengevallen. »
Art. 11
Artikel 216 van hetzelfde Wetboek wordt aangevuld met het volgende lid :
« Om tot werkend of plaatsvervangend raadsheer in sociale zaken te worden benoemd in het arbeidshof met zetel te Brussel, moet men in het bezit zijn van een studiegetuigschrift of diploma van Nederlands of Frans onderwijs. De raadsheer mag slechts zitting houden in zaken van de andere taalrol als hij beschikt over een getuigschrift op basis van het in artikel 43quinquies, § 1, vierde lid, van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken, bedoelde grondige taalexamen. »
Art. 12
In artikel 259ter, § 3, derde lid, van hetzelfde Wetboek worden de woorden « goedgekeurd met een meerderheid van twee derden van de leden van de algemene vergadering » vervangen door de woorden : « goedgekeurd met een tweederdemeerderheid van de leden uit de betrokken taalgroep. »
Art. 13
In artikel 259quater, § 6, derde lid, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 18 december 2006, worden de woorden « van voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg te Brussel, de arbeidsrechtbank te Brussel en van de rechtbank van koophandel te Brussel », vervangen door de woorden « van de voorzitter van de Nederlandstalige of Franstalige rechtbank van eerste aanleg, arbeidsrechtbank en rechtbank van koophandel te Brussel ».
Art. 14
Artikel 288, achtste lid, van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 25 april 2007, wordt aangevuld als volgt :
« In het gerechtelijk arrondissement Brussel geschiedt de installatie van de rechters in de Nederlandstalige politierechtbank, hun plaatsvervangers, hun hoofdgriffiers en adjunct-griffiers voor een kamer van de Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg. Van de rechters in de Franstalige politierechtbank, hun plaatsvervangers, hun hoofdgriffiers en adjunct-griffiers geschiedt de installatie voor een kamer van de Franstalige rechtbank van eerste aanleg. De installatie van de vrederechters, hun plaatsvervangers, hun hoofdgriffiers en adjunct-griffiers geschiedt voor een kamer van de Nederlandstalige of de Franstalige rechtbank van eerste aanleg, naargelang de taal van het diploma van licentiaat of doctor in de rechten dan wel naargelang de bewezen taalkennis. »
Art. 15
Artikel 357, § 1, eerste lid van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 29 april 1999 en gewijzigd bij de wet van 17 mei 2006, wordt aangevuld met de bepaling onder 8º, luidende :
« 8º een weddebijslag van 2 602,89 EUR voor de magistraten bedoeld in artikel 43, § 5, van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken, die het bewijs leveren van de kennis van de andere taal dan diegene in welke zij hun examens van licentiaat in de rechten hebben afgelegd, op grond van een examen georganiseerd overeenkomstig artikel 43quinquies of artikel 43septies van diezelfde wet. »
Art. 16
Artikel 410, § 1, enig lid, 1º, vierde streepje, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 7 juli 2002 en gewijzigd en de wet van 17 mei 2006, wordt aangevuld als volgt :
« de voorzitter van de Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg van het gerechtelijk arrondissement Brussel ten aanzien van de vrederechters van de Nederlandse taalrol en de rechters in de Nederlandstalige politierechtbank van dit arrondissement; de voorzitter van de Franstalige rechtbank van eerste aanleg van het gerechtelijk arrondissement Brussel ten aanzien van de vrederechters van de Franse taalrol en de rechters in de Franstalige politierechtbank van ditzelfde arrondissement; ».
Art. 17
In artikel 430, § 2, derde lid, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 22 november 2001, worden de woorden « en in het administratief arrondissement Halle-Vilvoorde » geschrapt.
Art. 18
In artikel 569, tweede en derde lid, van hetzelfde Wetboek, respectievelijk vervangen bij de wet van 22 april 1999 en ingevoegd bij de wet van 28 juni 1984, worden de woorden « is alleen de rechtbank van eerste aanleg te Brussel » vervangen door de woorden « zijn alleen de rechtbanken van eerste aanleg te Brussel. ».
Art. 19
In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 622bis ingevoegd, luidende :
« Art. 622bis. De Nederlandstalige politierechtbank, rechtbank van eerste aanleg, arbeidsrechtbank, rechtbank van koophandel en arrondissementsrechtbank van het gerechtelijk arrondissement Brussel zijn bij uitsluiting bevoegd voor alle zaken waarbij de taal van de rechtspleging het Nederlands is. De Franstalige politierechtbank, rechtbank van eerste aanleg, arbeidsrechtbank, rechtbank van koophandel en arrondissementsrechtbank van het gerechtelijk arrondissement Brussel zijn bevoegd voor alle zaken waarbij de taal van de rechtspleging het Frans is. »
Art. 20
In artikel 627 van hetzelfde Wetboek worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1º in het 11º, ingevoegd bij de wet van 11 april 1989, worden de woorden « voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg te Brussel » vervangen door de woorden « voorzitter van de Nederlandstalige of Franstalige rechtbank van eerste aanleg te Brussel »;
2º in de 10º en 14º, respectievelijk ingevoegd bij de wetten van 24 april 1970 en 10 februari 1998, worden de woorden « voorzitter van de rechtbank van koophandel te Brussel » telkens vervangen door de woorden « voorzitter van de Nederlandstalige of Franstalige rechtbank van koophandel te Brussel ».
HOOFDSTUK III
Wijziging van het bijvoegsel bij het Gerechtelijk Wetboek
Art. 21
In artikel 3 van het bijvoegsel van het Gerechtelijk Wetboek — Gebiedsomschrijving en zetel van hoven en rechtbanken worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1º punt 7 wordt opgeheven;
2º het artikel, waarvan de huidige tekst paragraaf 1 zal vormen, wordt aangevuld met een paragraaf 2, luidende :
« § 2. In Brussel worden twee politierechtbanken opgericht, een Nederlandstalige en een Franstalige. Deze rechtbanken hebben rechtsmacht over het grondgebied van het gerechtelijk arrondissement Brussel. »
Art. 22
In artikel 4 van hetzelfde bijvoegsel worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1º punt 7 wordt vervangen door wat volgt :
« 7ºDe twee kantons Anderlecht, de zes kantons van Brussel, het kanton Elsene, de kantons Etterbeek, Jette, Oudergem, de twee kantons Schaarbeek, de kantons Sint-Gillis, Sint-Jans-Molenbeek, Sint-Joost-ten-Node, Sint-Pieters-Woluwe, Ukkel, Vorst vormen een gerechtelijk arrondissement.
De zetels van de rechtbanken van eerste aanleg, de arbeidsrechtbanken en de rechtbanken van koophandel zijn gevestigd in de stad Brussel. »;
2º er wordt een punt 7bis ingevoegd luidende :
« 7bis. De kantons Asse, Grimbergen, Halle, Herne-Sint-Pieters-Leeuw, Kraainem-Sint-Genesius-Rode, Lennik, Meise, Overijse-Zaventem, en Vilvoorde vormen het gerechtelijk arrondissement Halle-Vilvoorde. De zetel van de rechtbank van eerste aanleg, van de arbeidsrechtbank en van de rechtbank van koophandel is gevestigd te Halle. ».
Art. 23
Artikel 5 van hetzelfde bijvoegsel wordt vervangen door wat volgt :
« Er is een hof van beroep :
1º te Antwerpen, waarvan het rechtsgebied de provincie Antwerpen omvat;
2º te Brussel, waarvan het rechtsgebied het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest omvat; dit hof wordt onderverdeeld in een Nederlandstalige en een Franstalige afdeling;
3º te Gent, waarvan het rechtsgebied de provincies Oost-Vlaanderen en West-Vlaanderen omvat;
4º te Leuven, waarvan het rechtsgebied de provincies Vlaams-Brabant en Limburg omvat;
5º te Luik, waarvan het rechtsgebied de provincies Luik, Namen en Luxemburg omvat;
6º te Bergen, waarvan het rechtsgebied de provincies Henegouwen en Waals-Brabant omvat. »
HOOFDSTUK IV
Wijzigingen van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken
Art. 24
In artikel 1 van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken, vervangen bij de wet van 23 september 1985, worden tussen het woord « Verviers, » en het woord « wordt » de woorden « alsook voor de Franstalige rechtbanken in het arrondissement Brussel, » ingevoegd.
Art. 25
In artikel 2 van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 23 september 1985, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1º in de bestaande tekst, die paragraaf 1 wordt, worden na de woorden « in het arrondissement Leuven, » de woorden « en in de provincie Vlaams-Brabant alsook voor de Nederlandstalige rechtbanken in het arrondissement Brussel, » ingevoegd;
2º er wordt een paragraaf 2 toegevoegd, luidende :
« § 2. Voor beroepsprocedures tegen vonnissen van de vrederechter wordt de rechtspleging voor de rechtbank van eerste aanleg van Halle-Vilvoorde in het Frans gevoerd wanneer de taal van de procedure in eerste aanleg het Frans was. »
Art. 26
Artikel 3 van dezelfde wet wordt opgeheven.
Art. 27
Artikel 4, § 1, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wetten van 9 augustus 1963, 10 oktober 1967, 23 september 1985 en 11 juli 1994, wordt vervangen door wat volgt :
« § 1. De bevoegdheid van de rechtbanken in het arrondissement Brussel wordt als volgt geregeld.
Een Nederlandstalige rechtbank is bevoegd, wanneer de verweerder woonachtig is in het Nederlandse taalgebied; een Franstalige rechtbank is bevoegd, wanneer de verweerder woonachtig is in het Franse taalgebied.
De Nederlandstalige en de Franstalige rechtbanken zijn gelijkelijk bevoegd en de eiser heeft de keuze, wanneer de verweerder woonachtig is in een gemeente van het Brusselse gerechtelijk arrondissement of geen gekende woonplaats in België heeft. In dat geval wordt de rechtspleging voortgezet in de taal van de akte ter inleiding van het geding, tenzij de verweerder, vóór enig verweer en enige exceptie, zelfs van onbevoegdheid, vraagt dat de rechtspleging voor de anderstalige rechtbank wordt voortgezet. »
Art. 28
Artikel 5 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 11 juli 1999, wordt opgeheven.
Art. 29
Artikel 6, § 2, eerste lid, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 23 september 1985, wordt aangevuld door wat volgt :
« Indien deze taal verschilt van de taal die werd gebruikt voor het opmaken van de akte tot inleiding van het geding, verwijst de rechter de zaak naar de anderstalige rechtbank, tenzij deze zaak aanhangig is voor de vrederechter. »
Art. 30
Artikel 12 van dezelfde wet wordt aangevuld met een tweede lid, luidende :
« De ambtenaren van het openbaar ministerie van het gerechtelijk arrondissement Brussel maken voor hun daden van rechtsvervolging en van onderzoek gebruik van het Frans, indien de verdachte in het Frans taalgebied woonachtig is; van het Nederlands, indien de verdachte in het Nederlands taalgebied woonachtig is; van het Frans of het Nederlands, indien de verdachte woonachtig is in het arrondissement Brussel, naar gelang hij zich, voor zijn verklaringen, in het onderzoek, en bij ontstentenis hiervan, in het vooronderzoek, van een of andere dezer talen heeft bediend. In alle andere gevallen wordt, volgens de noodwendigheden der zaak, het Frans of het Nederlands gebruikt. »
Art. 31
Artikel 15 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 11 juli 1994 en de wet van 23 september 1985, wordt vervangen door wat volgt :
« Art. 15. — § 1. Voor de politierechtbanken van Halle en Vilvoorde wordt geheel de rechtspleging in het Nederlands gevoerd.
§ 2. Van deze regel wordt afgeweken wanneer de verdachte in de gemeente Drogenbos, Kraainem, Linkebeek, Sint-Genesius-Rode, Wemmel of Wezembeek-Oppem woonachtig is en daartoe het verzoek doet in de bij artikel 16, § 2, voorgeschreven vormen.
In dat geval draagt de rechter de zaak over aan een rechter benoemd in de Franstalige politierechtbank van Brussel, alsook aan zijn rechtbank. »
Art. 32
In artikel 16 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1º paragraaf 1 wordt vervangen door wat volgt :
« § 1. In het arrondissement Brussel is de Nederlandstalige politierechtbank of correctionele rechtbank bevoegd wanneer de verdachte in het Nederlandse taalgebied woont; de Franstalige politierechtbank of correctionele rechtbank is bevoegd wanneer de verdachte in het Franse taalgebied woont.
Indien de verdachte woonachtig is in een gemeente van het gerechtelijk arrondissement Brussel, wordt de bevoegdheid van de politierechtbank of de correctionele rechtbank bepaald door de taal waarin hij zijn verklaringen in het onderzoek en, bij ontstentenis hiervan, in het vooronderzoek, heeft afgelegd. In alle andere gevallen is, volgens de noodwendigheden van de zaak, de Nederlandstalige of de Franstalige politierechtbank of correctionele rechtbank bevoegd. »;
2º paragraaf 2, vijfde lid, wordt vervangen door het volgende lid :
« Wanneer de verdachte de taal van de rechtspleging niet begrijpt, zal dit feit vermeld worden in het proces-verbaal van de onderzoeksmagistraat of op het zittingsblad der terechtzitting. Indien de verdachte de taal van de andere rechtbank wel begrijpt, wordt de zaak ambtshalve naar de anderstalige rechtbank verwezen. Anders wordt een beroep gedaan op een tolk. »
Art. 33
Artikel 21, eerste lid, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 23 september 1985, wordt aangevuld door wat volgt :
« In voorkomend geval verwijst de rechter de zaak naar de anderstalige rechtbank. »
Art. 34
Artikel 23bis van dezelfde wet wordt vervangen door wat volgt :
« Art. 23bis. Voor de strafuitvoeringsrechtbanken in de rechtsgebieden van de hoven van beroep te Antwerpen, te Gent en te Leuven en voor de Nederlandstalige strafuitvoeringsrechtbank in het rechtsgebied van het hof van beroep te Brussel wordt de rechtspleging in het Nederlands gevoerd. Voor de strafuitvoeringsrechtbanken in de rechtsgebieden van de hoven van beroep te Bergen en te Luik en voor de Franstalige strafuitvoeringsrechtbank in het rechtsgebied van het hof van beroep te Brussel wordt de rechtspleging in het Frans gevoerd, behoudens de in artikel 23ter, tweede lid, bepaalde uitzondering. »
Art. 35
In artikel 43 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1º in paragraaf 2, eerste lid, worden de woorden « in het arrondissement Leuven » vervangen door de woorden « in de provincie Vlaams-Brabant »;
2º in dezelfde paragraaf 2 worden een vierde en een vijfde lid toegevoegd, luidende :
« Voor de toepassing van de beroepsprocedure zoals voorzien in artikel 2, § 2, van deze wet worden in de rechtbank van eerste aanleg van Halle-Vilvoorde twee of meer werkende en twee plaatsvervangende rechters of toegevoegde rechters benoemd, die op grond van het in artikel 43quinquies, § 2, vierde lid, bedoelde examen het bewijs hebben geleverd van de kennis van de Franse taal.
Voor de behandeling van de gevallen bedoeld in de artikelen 7bis, § 2, en 15, tweede lid, worden in de politierechtbanken te Halle of te Vilvoorde een of meer werkende en plaatsvervangende rechters of toegevoegde rechters benoemd, die op grond van het in artikel 43quinquies, derde lid, bedoelde examen het bewijs hebben geleverd van de kennis van de Franse taal. »;
3º paragraaf 3 wordt opgeheven;
4º paragraaf 4, eerste lid, vervangen bij de wet van 10 oktober 1967, wordt vervangen door wat volgt :
« § 4. In het arrondissement Brussel kan niemand tot het ambt van voorzitter van de Nederlandstalige of Franstalige rechtbanken van eerste aanleg of koophandel of van de arbeids- of politierechtbanken of van procureur des Konings, arbeidsauditeur, werkend of plaatsvervangend vrederechter benoemd worden, indien hij niet bewijst Nederlands en Frans te kennen op grond van het in artikel 43quinquies § 1, vierde lid, bedoelde examen. »;
5º paragraaf 4, tweede en derde lid, ingevoegd bij de wet van 22 december 1998 en gewijzigd bij de wet van 17 juli 2000, worden vervangen door wat volgt :
« In de Nederlandstalige rechtbanken van eerste aanleg, de arbeidsrechtbanken en de rechtbanken van koophandel in het arrondissement Brussel kan niemand benoemd worden tot het ambt van voorzitter, ondervoorzitter, rechter of plaatsvervangend rechter, indien uit zijn diploma niet blijkt dat hij de examens van het licentiaat in de rechten in het Nederlands heeft afgelegd.
In de Franstalige rechtbanken van eerste aanleg, de arbeidsrechtbanken en de rechtbanken van koophandel in het arrondissement Brussel kan niemand benoemd worden tot het ambt van voorzitter, ondervoorzitter, rechter of plaatsvervangend rechter, indien uit zijn diploma niet blijkt dat hij de examens van het licentiaat in de rechten in het Frans heeft afgelegd.
Bovendien moeten de opeenvolgende procureurs des Konings, alsook de hoogste eerste substituut in rang en de opeenvolgende arbeidsauditeurs, luidens hun diploma, behoren tot een verschillend taalstelsel. »;
6º paragraaf 4bis wordt opgeheven;
7º in paragraaf 5, gewijzigd bij de wetten van 10 oktober 1967, 15 juli 1970, 23 september 1985 en 4 augustus 1986, worden het eerste tot het derde lid vervangen door de volgende vier leden :
« In de Nederlandstalige en Franstalige rechtbanken van eerste aanleg, de arbeidsrechtbanken en de rechtbanken van koophandel die hun zetel hebben te Brussel, zijn ten minste een derde magistraten die het bewijs leveren van ten minste een voldoende kennis van respectievelijk de Franse of de Nederlandse taal op grond van het in artikel 43quinquies § 1, derde lid, bedoelde examen. Elk alleenzetelend magistraat in deze rechtbanken dient een voldoende kennis te bewijzen van de andere taal dan diegene in welke hij zijn examens van licentiaat in de rechten heeft afgelegd; in kamers met drie rechters dient ten minste een van de rechters deze voldoende kennis van de andere taal te bewijzen.
In het parket van de procureur des Konings en het parket van de arbeidsauditeur zijn ten minste een vierde magistraten die door hun diploma bewijzen dat zij de examens van het licentiaat in de rechten in het Frans hebben afgelegd, en ten minste een vierde magistraten die door hun diploma bewijzen dat zij de examens van het licentiaat in de rechten in het Nederlands hebben afgelegd.
Niemand kan benoemd of aangesteld worden in het parket van de procureur des Konings of de arbeidsauditeur te Brussel, indien hij niet minstens het bewijs levert van de passieve kennis van de andere landstaal, zoals bedoeld in artikel 43quinquies § 1, tweede lid. Bovendien moet twee derden van alle magistraten van het Brussels parket en van het arbeidsauditoraat het bewijs leveren van een voldoende kennis van de Nederlandse en de Franse taal, op grond van het in artikel 43quinquies, § 1, derde lid, bedoelde examen.
In elke sectie van het parket bij de Franstalige rechtbanken met zetel te Brussel, is ten minste een eerste substituut-procureur des Konings of een substituut-procureur des Konings werkzaam die door zijn diploma bewijst dat hij de examens van het licentiaat in de rechten in het Nederlands heeft afgelegd. Bovendien moeten twee substituut-procureurs des Konings, gespecialiseerd in fiscale aangelegenheden, door hun diploma bewijzen dat zij de examens van het licentiaat in de rechten, de ene in het Nederlands, de andere in het Frans, hebben afgelegd. »;
8º paragraaf 12, eerste lid, wordt opgeheven;
9º in dezelfde paragraaf 12 worden in het tweede lid, dat voortaan het eerste lid zal worden, de woorden « buiten die voorzien in de vorige alinea » geschrapt.
Art. 36
In artikel 43bis van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 10 oktober 1967, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1º in paragraaf 2, gewijzigd bij de wet van 26 juni 1974, worden de woorden « en in het hof van beroep te Antwerpen » vervangen door de woorden « , in het hof van beroep te Antwerpen en in het hof van beroep te Leuven »;
2º in paragraaf 3, gewijzigd bij de wet van 23 september 1985, wordt het woord « dertien » telkens vervangen door het woord « tien »;
3º in dezelfde paragraaf wordt het derde lid vervangen door wat volgt :
« Niemand kan benoemd of aangesteld worden tot raadsheer bij het hof van beroep te Brussel indien hij niet minstens het bewijs levert van de passieve kennis van respectievelijk de Franse of de Nederlandse taal op grond van het in artikel 43quinquies § 1, tweede lid, bedoelde examen. Bovendien moet ten minste twee derden van de raadsheren het bewijs leveren van een voldoende kennis van respectievelijk de Franse of de Nederlandse taal op grond van het in artikel 43quinquies § 1, derde lid, bedoelde examen. »;
4º in paragraaf 4 wordt het derde lid vervangen door wat volgt :
« De procureur-generaal bij het hof van beroep te Brussel en de federale procureur behoren tot een verschillend taalstelsel. »;
5º in dezelfde paragraaf wordt tussen het achtste en het negende lid het volgende lid ingevoegd :
« In het parket-generaal van Brussel zijn ten minste een vierde magistraten die door hun diploma bewijzen dat zij de examens van het licentiaat in de rechten in het Frans hebben afgelegd, en ten minste een vierde magistraten die door hun diploma bewijzen dat zij de examens van het licentiaat in de rechten in het Nederlands hebben afgelegd. »;
6º in dezelfde paragraaf wordt het laatste lid vervangen door wat volgt :
« Niemand kan benoemd worden tot magistraat bij het parket van het hof van beroep van Brussel indien hij niet minstens het bewijs levert van de passieve kennis van respectievelijk de Franse of de Nederlandse taal op grond van het in artikel 43quinquies § 1, tweede lid, bedoelde examen. Bovendien moet ten minste twee derden van de parketmagistraten het bewijs leveren van een voldoende kennis van respectievelijk de Franse of de Nederlandse taal op grond van het in artikel 43quinquies § 1, derde lid, bedoelde examen. ».
Art. 37
In artikel 43ter van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 10 oktober 1967, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1º in paragraaf 2, gewijzigd bij de wet van 26 juni 1974, worden de woorden « en in Arbeidshof te Antwerpen » vervangen door de woorden « , in het Arbeidshof te Antwerpen en in het Arbeidshof te Leuven »;
2º in paragraaf 3, gewijzigd bij de wet van 23 september 1985, wordt een eerste lid ingevoegd luidende :
« In het arbeidshof van Brussel en bij het auditoraat-generaal zijn ten minste een vierde magistraten die door hun diploma bewijzen dat zij de examens van het licentiaat in de rechten in het Frans hebben afgelegd, en ten minste een vierde magistraten die door hun diploma bewijzen dat zij de examens van het licentiaat in de rechten in het Nederlands hebben afgelegd. »;
3º in dezelfde paragraaf 3 wordt het huidige tweede lid vervangen door wat volgt :
« Niemand kan benoemd worden tot magistraat bij het arbeidshof van Brussel indien hij niet minstens het bewijs levert van de passieve kennis van respectievelijk de Franse of de Nederlandse taal op grond van het in artikel 43 quinquies, § 1, tweede lid, bedoelde examen.
Bovendien moet ten minste twee derden van de magistraten bij het auditoraat-generaal en twee derden van de raadsheren het bewijs leveren van een voldoende kennis van respectievelijk de Franse of de Nederlandse taal op grond van het in artikel 43quinquies, § 1, derde lid, bedoelde examen. »
Art. 38
Artikel 43quinquies van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 18 juli 2002, wordt vervangen door wat volgt :
« Art. 43quinquies. — § 1. De kennis van de andere taal dan die waarin de examens van licentiaat in de rechten werden afgelegd, wordt bewezen door te slagen in een examen, aangepast aan de vereisten van de betrokken functie, al naargelang deze al dan niet een passieve, deels actieve of actieve taalkennis inhoudt. Daartoe wordt voorzien in drie soorten examens.
Het eerste examen is een examen handelend over zowel de passieve mondelinge als de passieve schriftelijke kennis van de andere taal. Het bewijs van deze kennis wordt vereist, onverminderd hetgeen is bepaald in het derde lid, in al die gevallen waarin deze wet de passieve kennis van de andere taal vereist.
Het tweede examen is een examen handelend over zowel de actieve en passieve mondelinge kennis als de passieve schriftelijke kennis van de andere taal. Het bewijs van deze kennis wordt vereist, onverminderd hetgeen is bepaald in het vierde lid, in al die gevallen waarin deze wet de kennis van de andere taal vereist.
Het derde examen is een examen handelend over zowel de actieve en passieve mondelinge kennis als de actieve en passieve schriftelijke kennis van de andere taal. Het bewijs van deze kennis wordt vereist in hoofde van de magistraten bedoeld in de artikelen 43, § 4, eerste lid, 43, § 4bis, tweede lid, 43bis, § 4, eerste lid, 45bis en 49, § 2, eerste en derde lid; evenals in hoofde van de magistraten die, overeenkomstig artikel 43, § 5, vierde en vijfde lid, de procedure verder zetten, alsook in hoofde van de magistraten bedoeld in de artikelen 43bis, § 1, tweede lid, 43bis, § 3, derde lid, 43ter, § 1, tweede lid, 43ter, § 3, tweede lid, 43quater, vierde lid, 46 en 49, § 3, wanneer zij, overeenkomstig de bepalingen van deze wet, zetelen in de andere taal dan de taal van hun diploma en in hoofde van de vrederechters bedoeld in artikel 7, § 1bis van deze wet. Diezelfde kennis van het tweede type wordt vereist in hoofde van de magistraten die tijdelijk de functie uitoefenen van de korpsoversten waarvan de kennis van de andere taal wordt vereist. »
Art. 39
In artikel 53 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wetten van 20 december 1957, 15 februari 1961, 9 augustus 1963, 23 september 1985, 11 juli 1994 en 21 december 1994, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1º paragraaf 1, eerste lid, wordt vervangen door wat volgt :
« Niemand kan worden benoemd tot het ambt van griffier bij een in artikel 1 vermeld rechtscollege, indien hij het bewijs niet levert van de kennis van het Frans. »;
2º paragraaf 1, derde lid, wordt opgeheven;
3º paragraaf 2, eerste lid, wordt vervangen door wat volgt :
« Niemand kan worden benoemd tot het ambt van griffier bij een in artikel 2 vermeld rechtscollege, indien hij het bewijs niet levert van de kennis van het Nederlands. »;
4º in paragraaf 2, tweede lid, wordt de eerste zin opgeheven;
5º paragraaf 3, eerste lid, wordt vervangen door wat volgt :
« Bij de Nederlandstalige en Franstalige rechtbanken in het arrondissement Brussel dient de helft van de griffiers het bewijs te leveren van de kennis van beide landstalen. »;
6º paragraaf 3, tweede en derde lid, worden opgeheven;
7º paragraaf 3, vierde lid, wordt vervangen door wat volgt :
« Niemand kan benoemd worden bij het hof van beroep of het arbeidshof in het gerechtelijk arrondissement Brussel zonder het bewijs te leveren van de kennis van het Nederlands en het Frans.
Minstens een vierde van de griffiers dient het bewijs te leveren te behoren, luidens hun diploma, tot het Nederlandse taalstelsel. Minstens een vierde van de griffiers dient het bewijs te leveren te behoren, luidens hun diploma, tot het Franse taalstelsel. ».
HOOFDSTUK V
Wijzigingen van de wet van 3 april 1953 betreffende de rechterlijke inrichting
Art. 40
In de tabel die voorkomt in artikel 1 van de wet van 3 april 1953 betreffende de rechterlijke inrichting, laatst gewijzigd bij de wet van 25 april 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1º er wordt een nieuwe zetel toegevoegd :
« Leuven : een eerste voorzitter, negen kamervoorzitters, vijfentwintig raadsheren, tweeëntwintig plaatsvervangende raadsheren, een procureur-generaal, negen advocaten-generaal, zeven substituten-procureur-generaal, een hoofdgriffier, twee griffiers-hoofden van dienst, twintig griffiers »;
2º de zetel Antwerpen wordt vervangen door :
« Antwerpen : een eerste voorzitter, tien kamervoorzitters, negenentwintig raadsheren, zesentwintig plaatsvervangende raadsheren, een procureur-generaal, tien advocaten-generaal, zeven substituten-procureur-generaal, een hoofdgriffier, twee griffiers-hoofden van dienst, vierentwintig griffiers »;
3º de zetel Brussel wordt vervangen door :
« Brussel : een eerste voorzitter, negen kamervoorzitters, zesentwintig raadsheren, tweeëndertig plaatsvervangende raadsheren, een procureur-generaal, tien advocaten-generaal, acht substituten-procureur-generaal, een hoofdgriffier, twee griffiers-hoofden van dienst, twintig griffiers »;
4º de zetel Bergen wordt vervangen door :
« Bergen : een eerste voorzitter, acht kamervoorzitters, vierentwintig raadsheren, tweeëntwintig plaatsvervangende raadsheren, een procureur-generaal, negen advocaten-generaal, zeven substituten-procureur-generaal, een hoofdgriffier, twee griffiers-hoofden van dienst, twintig griffiers ».
Art. 41
In tabel III van de bijlage bij dezelfde wet, gewijzigd bij de wetten van 11 juli 1994, 27 december 1994, 21 november 1996, 20 juli 1998, 28 maart 2000, 16 juli 2002, 11 maart 2004, 14 december 2004 en 12 maart 2007 worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1º er wordt een nieuwe zetel toegevoegd :
« Zetel Halle-Vilvoorde : een voorzitter, drie ondervoorzitters, zestien rechters, vijf plaatsvervangende rechters, een procureur des Konings, zeventien substituten-procureur des Konings, een hoofdgriffier »;
2º de zetel Brussel wordt vervangen door :
« Zetel Brussel-Nederlandstalig : een voorzitter, drie ondervoorzitters, zestien rechters, vier plaatsvervangende rechters, een hoofdgriffier;
Zetel Brussel-Franstalig : een voorzitter, elf ondervoorzitters, achtenvijftig rechters, zeventien plaatsvervangende rechters, een hoofdgriffier;
Parket Brussel : een procureur des Konings, tachtig substituten-procureurs des Konings ».
Art. 42
In de tabel « Aantal eerste-substituut-procureurs des Konings in de rechtbanken van eerste aanleg » van de bijlage bij dezelfde wet, gewijzigd bij de wetten van 20 juli 1998, 11 maart 2004, en 14 december 2004, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1º er wordt een nieuwe zetel toegevoegd :
« Zetel Halle-Vilvoorde : vijf »;
2º de zetel Brussel wordt vervangen door :
« Parket Brussel : zeventwintig ».
HOOFDSTUK VI
Wijzigingen van de wet van 7 juli 1969 tot vaststelling van de personeelsformatie van de arbeidshoven en -rechtbanken
Art. 43
In artikel 1 van de wet van 7 juli 1969 tot vaststelling van de personeelsformatie van de arbeidshoven en -rechtbanken worden in de tabel « Arbeidshoven », vervangen bij de wet van 12 januari 1993 en in de tabel « Arbeidsrechtbanken », vervangen bij de wet van 6 juli 1967 en gewijzigd bij de wetten van 13 november 1979, 23 september 1985, 23 juni 1989, 28 december 1990, 12 januari 1993, 27 december 2006 en 25 april 2007, de volgende wijzigingen aangebracht :
1º in de tabel « Arbeidshoven » wordt een nieuwe zetel toegevoegd :
« Leuven : een eerste voorzitter, twee voorzitters, vijf raadsheren, twee advocaten-generaal, twee substituten-generaal, een hoofdgriffier, een griffier-hoofd van dienst, acht griffiers »;
2º in de tabel « Arbeidshoven » wordt de zetel Antwerpen vervangen door :
« Zetel Antwerpen : een eerste voorzitter, twee voorzitters, vijf raadsheren, twee advocaten-generaal, twee substituten-generaal, een hoofdgriffier, een griffier-hoofd van dienst, acht griffiers »;
3º in de tabel « Arbeidshoven » wordt de zetel Brussel vervangen door :
« Zetel Brussel : een eerste voorzitter, twee voorzitters, vijf raadsheren, twee advocaten-generaal, twee substituten-generaal, een hoofdgriffier, een griffier-hoofd van dienst, zeven griffiers »;
4º in de tabel « Arbeidshoven » wordt de zetel Bergen vervangen door :
« Zetel Bergen : een eerste voorzitter, twee voorzitters, vijf raadsheren, twee advocaten-generaal, twee substituten-generaal, een hoofdgriffier, een griffier-hoofd van dienst, acht griffiers »;
5º in de tabel « Arbeidsrechtbanken » wordt een nieuwe zetel toegevoegd :
« Halle-Vilvoorde : een voorzitter, een ondervoorzitter, vier rechters, een arbeidsauditeur, een eerste substituut-arbeidsauditeur, drie substituten-arbeidsauditeur, een hoofdgriffier, een griffier-hoofd van dienst, zeven griffiers »;
6º in de tabel « Arbeidsrechtbanken » wordt de zetel Brussel vervangen door :
« Zetel Brussel-Nederlandstalig : een voorzitter, een ondervoorzitter, drie rechters, een hoofdgriffier, een griffier-hoofd van dienst, zes griffiers.
Zetel Brussel-Franstalig : een voorzitter, drie ondervoorzitters, dertien rechters, een hoofdgriffier, twee griffiers-hoofd van dienst, zeventien griffiers.
Arbeidsauditoraat Brussel : een arbeidsauditeur, vijf eerste substituten-arbeidsauditeur, tien substituten-arbeidsauditeur. »
HOOFDSTUK VII
Wijzigingen van de wet van 15 juli 1970 tot vaststelling van de personeelsformatie van de rechtbanken van koophandel en tot wijziging van de wet van 10 oktober 1967 houdende het Gerechtelijk Wetboek
Art. 44
In de tabel die voorkomt in artikel 1 van de wet van 15 juli 1970 tot vaststelling van de personeelsformatie van de rechtbanken van koophandel en tot wijziging van de wet van 10 oktober 1967 houdende het Gerechtelijk Wetboek, vervangen bij de wet van 25 juli 1974 en gewijzigd bij de wetten van 23 september 1985, 28 december 1990, 30 maart 1994, 20 juli 1998 en 25 april 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1º er wordt een nieuwe zetel toegevoegd :
« Zetel Halle-Vilvoorde : een voorzitter, een ondervoorzitter, vier rechters, een hoofdgriffier, een griffier-hoofd van dienst, zes griffiers »;
2º de zetel Brussel wordt vervangen door :
« Zetel Brussel-Nederlandstalig : een voorzitter, een ondervoorzitter, drie rechters, een hoofdgriffier, een griffier-hoofd van dienst, vier griffiers;
Zetel Brussel-Franstalig : een voorzitter, twee ondervoorzitters, tien rechters, een hoofdgriffier, twee griffier-hoofd van dienst, vijftien griffiers. »
Art. 45
In de tabel die voorkomt in artikel 2 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 13 april 2005, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1º er wordt een nieuwe zetel ingevoegd :
« Zetel Halle-Vilvoorde : drieënvijftig rechters in handelszaken. »;
2º de zetel Brussel wordt vervangen door :
« Zetel Brussel-Nederlandstalig : vierendertig.
Zetel Brussel-Franstalig : honderdendrie. »
HOOFDSTUK VIII
Wijzigingen van de wet van 14 december 1970 tot vaststelling van de personeelsformatie van de plaatsvervangende rechters in de arbeidsrechtbanken en in de rechtbanken van koophandel
Art. 46
In het enig artikel van de wet van 14 december 1970 tot vaststelling van de personeelsformatie van de plaatsvervangende rechters in de arbeidsrechtbanken en in de rechtbanken van koophandel, gewijzigd bij de wetten van 23 september 1985 en 18 april 1989, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1º er wordt een nieuwe zetel toegevoegd :
« Zetel Halle-Vilvoorde : vier arbeidsrechtbanken, zeven rechtbanken van koophandel »;
2º de zetel Brussel wordt vervangen door :
« Zetel Brussel-Nederlandstalig : drie arbeidsrechtbanken, vier rechtbanken van koophandel;
Zetel Brussel-Franstalig : negen arbeidsrechtbanken, twaalf rechtbanken van koophandel. »
HOOFDSTUK IX
Wijzigingen van de wet van 16 juli 1970 tot vaststelling van de personeelsformatie van de politierechtbanken
Art. 47
In de tabel die voorkomt in het enig artikel van de wet van 16 juli 1970 tot vaststelling van de personeelsformatie van de politierechtbanken, gewijzigd bij de wet van 25 april 2007, 5 augustus 2006 en 22 mei 2006, wordt de zetel Brussel vervangen door :
« Zetel Brussel-Nederlandstalig : twee rechters, een hoofdgriffier, twee griffiers;
Zetel Brussel-Franstalig : zes rechters, een hoofdgriffier, acht griffiers. »
HOOFDSTUK X
Wijzigingen van de wet van 2 juli 1975 tot vaststelling van de personeelsformatie van de rechtbanken van eerste aanleg
Art. 48
In de tabel die voorkomt in artikel 1 van de wet van 2 juli 1975 tot vaststelling van de personeelsformatie van de rechtbanken van eerste aanleg, gewijzigd bij de wetten van 20 juli 1998, 14 december 2004, 17 mei 2006, 22 mei 2006 en 25 april 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1º er wordt een nieuwe zetel toegevoegd :
« Zetel Halle-Vilvoorde : een hoofdgriffier, drie griffiers-hoofd van dienst, vijfentwintig griffiers »;
2º de zetel Brussel wordt vervangen door :
« Zetel Brussel-Nederlandstalig : een hoofdgriffier, twee griffiers-hoofd van dienst, zestien griffiers
Zetel Brussel-Franstalig : een hoofdgriffier, zes griffiers-hoofd van dienst, vijftig griffiers. »
HOOFDSTUK XI
Wijzigingen van het koninklijk besluit van 29 januari 2007 tot vaststelling van de territoriale bevoegdheid van de strafuitvoeringsrechtbanken
Art. 49
In artikel 1 van het koninklijk besluit van 29 januari 2007 tot vaststelling van de territoriale bevoegdheid van de strafuitvoeringsrechtbanken, vervangen bij het koninklijk besluit 12 december 2008, wordt het woord « Hasselt » geschrapt.
Art. 50
Artikel 2 van hetzelfde koninklijk besluit wordt opgeheven.
Art. 51
Artikel 3 van hetzelfde koninklijk besluit wordt vervangen door wat volgt :
« Art. 3. De strafuitvoeringsrechtbank in het rechtsgebied van het hof van beroep te Leuven is bevoegd voor de veroordeelden die gedetineerd zijn in de strafinrichtingen gelegen te Leuven en te Hasselt. »
Art. 52
Artikel 4 van hetzelfde koninklijk besluit wordt vervangen door wat volgt :
« Art. 4. De Nederlandstalige strafuitvoeringsrechtbank in het rechtsgebied van het hof van beroep te Brussel is bevoegd voor de veroordeelden die gedetineerd zijn in de strafinrichtingen gelegen in het arrondissement Brussel indien het vonnis of arrest waarbij de zwaarste straf is opgelegd, opgesteld is in het Nederlands.
De Franstalige strafuitvoeringsrechtbank in het rechtsgebied van het hof van beroep te Brussel is bevoegd voor de veroordeelden die gedetineerd zijn in de strafinrichtingen gelegen in het arrondissement Brussel indien het vonnis of arrest waarbij de zwaarste straf is opgelegd, opgesteld is in het Frans. »
Art. 53
In artikel 6 van hetzelfde koninklijk besluit worden de volgende woorden toegevoegd : « Andenne en Namen ».
Art. 54
In artikel 7 van hetzelfde koninklijk besluit worden de woorden « Bergen, Doornik, Jamioulx en Namen » vervangen door de woorden « Bergen, Doornik, Jamioulx, Nijvel en Itter ».
HOOFDSTUK XII
Wijzigingen van het koninklijk besluit van 10 augustus 2001 betreffende de instelling van afdelingen in de arbeidshoven, de arbeidsrechtbanken, de rechtbanken van koophandel en de politierechtbanken
Art. 55
Artikel 1, § 1, van het koninklijk besluit van 10 augustus 2001 betreffende de instelling van afdelingen in de arbeidshoven, de arbeidsrechtbanken, de rechtbanken van koophandel en de politierechtbanken wordt vervangen door wat volgt :
« § 1. De kamers van het Arbeidshof te Antwerpen houden zitting te Antwerpen en oefenen rechtsmacht uit over het grondgebied van de provincie Antwerpen.
De kamers van het Arbeidshof te Leuven worden in twee afdelingen ingedeeld; de ene houdt zitting te Leuven en oefent rechtsmacht uit over het grondgebied van de provincie Vlaams-Brabant; de andere houdt zitting te Hasselt en oefent rechtsmacht uit over het grondgebied van de provincie Limburg. »
Art. 56
Artikel 2 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een paragraaf 7, luidende :
« § 7. De kamers van de arbeidsrechtbank van Halle-Vilvoorde worden in twee afdelingen ingedeeld; de ene houdt zitting te Halle en oefent rechtsmacht uit over het grondgebied van de kantons Asse, Halle, Herne-Sint-Pieters-Leeuw, Kraainem-Sint-Genesius-Rode, Lennik; de andere houdt zitting te Vilvoorde en oefent rechtsmacht uit over het grondgebied van de kantons Grimbergen, Meise, Overijse-Zaventem en Vilvoorde. »
Art. 57
Artikel 3 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een paragraaf 3, luidende :
« § 3. De kamers van de rechtbank van koophandel van Halle-Vilvoorde worden in twee afdelingen ingedeeld; de ene houdt zitting te Halle en oefent rechtsmacht uit over het grondgebied van de kantons Asse, Halle, Herne-Sint-Pieters-Leeuw, Kraainem-Sint-Genesius-Rode, Lennik; de andere houdt zitting te Vilvoorde en oefent rechtsmacht uit over het grondgebied van de kantons Grimbergen, Meise, Overijse-Zaventem en Vilvoorde. ».
Verantwoording
Het huidig voorstel voorziet niet in een integrale splitsing van de Brusselse Justitie.
Dit amendement vervangt de bepalingen van het voorstel door de bepalingen van het wetsvoorstel tot oprichting van een gerechtelijk arrondissement Halle-Vilvoorde, van Nederlandstalige en Franstalige rechtbanken in het arrondissement Brussel en van het hof van beroep te Leuven, ingediend in de Senaat door de heren Bart Laeremans en Jurgen Ceder (stuk S. 5-755), en voert een integrale, verticale splitsing door van het parket en gerecht en wat betreft dit laatste zowel op het vlak van eerste aanleg als op het vlak van beroep.
De principes van de integrale splitsing, waarin dit amendement voorziet, :
1. Halle-Vilvoorde vormt samen met Leuven en Limburg een nieuw ressort, waardoor Vlaanderen voortaan over drie beroepshoven beschikt. Het hof van beroep van Leuven houdt zitting in Leuven, Hasselt en Asse (Halle-Vilvoorde). Waals-Brabant wordt ondergebracht in het ressort van het hof van beroep van Bergen, dat vandaag enkel Henegouwen beslaat. De kaders van Antwerpen en Bergen worden aan deze hervorming aangepast op basis van bevolkingsaantallen en werkvolume. In totaal vergt de creatie van dit nieuwe hof van beroep een kaderuitbreiding met zeven plaatsen voor Nederlandstalige magistraten. Uiteraard gaat het hier om voorstellen waarbij de behoeften enigszins geschat werden. Een breder debat hierover is zeker wenselijk. Het gaat hier vanzelfsprekend niet om de meest essentiële elementen uit het voorstel.
2. Het Brussels hof van beroep en het arbeidshof zien hun territorium beperkt tot het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Er wordt in een voldoende groot aantal magistraten voorzien : het hof van beroep behoudt 64 % van zijn magistraten, ondanks de daling van het aantal rechtsonderhorigen met meer dan de helft. Er wordt immers ook rekening gehouden met de extra bevoegdheden en taken die dit hof vandaag reeds uitoefent (bijvoorbeeld de behandeling van alle vorderingen tegen beslissingen van de CREG) en het ruimer takenpakket van de rechtbanken in een stad (onder andere op strafrechtelijk vlak).
Er wordt in een verzekerde aanwezigheid voorzien van Nederlandstalige magistraten : een vierde van deze magistraten dient een Nederlandstalig diploma behaald te hebben. Er is een Nederlandstalige en een Franstalige afdeling. De voorzitters van het hof van beroep, het arbeidshof, de procureur-generaal en de federale procureur zijn afwisselend Nederlandstalig en Franstalig. De procureur-generaal en de federale procureur behoren tot een verschillend taalstelsel. Alle magistraten moeten minstens een passieve taalkennis bewijzen. Twee derden van de magistraten moeten een voldoende kennis bewijzen van de andere landstaal.
3. Het arrondissement Brussel wordt beperkt tot het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. In dat arrondissement blijft enkel de situatie van de (tweetalige) vredegerechten onveranderd. Er komen Nederlandstalige en Franstalige politie- en arbeidsrechtbanken, rechtbanken van eerste aanleg en koophandel, die met mekaar in concurrentie gaan. Vermits deze rechtbanken eentalig zijn, worden de taalvereisten versoepeld (een derde tweetaligen in elke rechtbank in plaats van twee derden). De kaders verhouden zich ten aanzien van de Franstalige kaders in principe van 1 versus 3. Wellicht is het aantal Nederlandstalige dossiers in Brussel vandaag lager dan 25 % van het totaal, maar het is noodzakelijk dat de Nederlandstalige rechtbanken voldoende levensvatbaar zijn om te kunnen concurreren met de Franstalige. De Nederlandstalige rechtbanken zullen bovendien heel wat dossiers krijgen die slaan op de inwoners van Halle-Vilvoorde. Zo is het zeer aannemelijk dat nogal wat bedrijven buiten Brussel de Brusselse rechtbanken van koophandel bevoegd zullen verklaren.
Parket en auditoraat zijn tweetalig en zijn zowel verbonden aan de Vlaamse als de Franstalige rechtbanken. Minstens een vierde van de parketmagistraten is Nederlandstalig, maar dit aantal kan ook hoger liggen wanneer er onvoldoende tweetalige kandidaat-parketmagistraten gevonden worden met een Franstalig diploma. De vereisten inzake functionele taalkennis (twee derden) worden gehandhaafd en de procureur alsook de hoogste eerste substituut in rang zijn afwisselend Nederlandstalig en Franstalig. Alle magistraten van parket en auditoraat moeten minstens het bewijs leveren van de passieve kennis van de andere taal. Daartoe wordt een nieuw examen ingericht. In Brussel zouden er, ook bij een volledig opgevuld kader van 81 parketmagistraten, 20 toegevoegde magistraten actief blijven, waardoor het parket na de splitsing in reële cijfers even groot blijft als vandaag. Dat is een uitdrukkelijke politieke keuze, gelet op de zeer hoge criminaliteit in Brussel.
De rechtbanken en parketten van Brussel behouden 90 % van hun effectieven, ondanks de vermindering van het aantal rechtsonderhorigen met 36 %.
4. Halle-Vilvoorde wordt een volwaardig arrondissement met eigen rechtbanken van eerste aanleg en koophandel en een arbeidsrechtbank. Net zoals de politierechtbanken houden zij zitting in Vilvoorde en Halle, waar ze hun hoofdzetel hebben. De kaders van deze rechtbanken houden het midden tussen deze van het arrondissement Leuven en dat van Gent. In totaal noodzaakt de creatie van een nieuw arrondissement Halle-Vilvoorde de uitbreiding van de globale kaders met acht plaatsen voor Nederlandstalige magistraten. Vanzelfsprekend blijft de discussie hierover open. De bestaande taalwetgeving wordt gehandhaafd, ook wat betreft de faciliteiten. Met dat verschil dat het beroep tegen Franstalige vonnissen van de vrederechters (in het Frans) zal behandeld worden door rechters van Halle-Vilvoorde. We zouden dit vanzelfsprekend liever anders zien, maar we willen met dit voorstel in de eerste plaats aantonen dat een verticale splitsing van het gerechtelijk arrondissement een haalbare kaart is, zonder dat daar noemenswaardige prijzen voor worden betaald. Wel wordt komaf gemaakt met de al te ruime mogelijkheden voor Franstaligen (ook buiten de faciliteitengemeenten) om voor de politierechtbank een doorverwijzing naar Brussel te eisen.
Nr. 8 VAN DE HEER LAEREMANS
Art. 2
Dit artikel doen vervallen.
Verantwoording
De rol van een adjunct-procureur des Konings (en adjunct-arbeidsauditeur) is overbodig gelet op de, door de indiener van dit amendement gewenste, volledige, verticale splitsing van het huidige gerechtelijk arrondissement Brussel.
Nr. 9 VAN DE HEER LAEREMANS
Art. 3
In het voorgestelde artikel 58ter de woorden « het administratief arrondissement Halle-Vilvoorde » en de woorden « het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad » vervangen door respectievelijk de woorden « het gerechtelijk arrondissement Halle-Vilvoorde » en de woorden « het gerechtelijk arrondissement Brussel-Hoofdstad ».
Verantwoording
Het voorliggend wetsontwerp beperkt zich tot de opdeling van het huidig gerechtelijk arrondissement in twee administratieve arrondissementen. Van een echte splitsing is dus helaas geen sprake.
De indiener van dit amendement beoogt een verticale splitsing van het huidige gerechtelijk arrondissement Brussel in een volwaardig gerechtelijk arrondissement Halle-Vilvoorde en een gerechtelijk arrondissement Brussel-Hoofdstad dat beperkt wordt tot het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Het gerechtelijk arrondissement Brussel-Hoofdstad wordt gevormd door : de twee kantons Anderlecht, de zes kantons van Brussel, het kanton Elsene, de kantons Etterbeek, Jette, Oudergem, de twee kantons Schaarbeek, de kantons Sint-Gillis, Sint-Jans-Molenbeek, Sint-Joost-ten-Node, Sint-Pieters-Woluwe, Ukkel, Vorst.
Het gerechtelijk arrondissement Halle-Vilvoorde wordt gevormd door de kantons Asse, Grimbergen, Halle, Herne-Sint-Pieters-Leeuw, Kraainem-Sint-Genesius-Rode, Lennik, Meise, Overijse-Zaventem, en Vilvoorde.
Nr. 10 VAN DE HEER LAEREMANS
Art. 3
Het voorgestelde artikel 58ter, tweede lid, 1º, vervangen door wat volgt :
« 1º — de procureur des Konings van Brussel bedoeld in artikel 150, § 2, 2º, wat enerzijds de Franstalige politierechtbanken en de vredegerechten betreft met zetel in het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad en anderzijds de Franstalige rechtbanken van Brussel,
— de adjunct-procureur des Konings van Brussel bedoeld in artikel 150, § 2, 2º, wat de Nederlandstalige politierechtbanken betreft met zetel in het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad; ».
Verantwoording
Indien men inderdaad het vernederende systeem van een adjunct-procureur des Konings wenst te handhaven moet men hem wel een volwaardige adviesbevoegdheid verlenen inzake de Nederlandstalige politierechtbanken in Brussel-Hoofdstad.
Nr. 11 VAN DE HEER LAEREMANS
Art. 3
Het voorgestelde artikel 58ter, tweede lid, 3º, vervangen door wat volgt :
« 3º de procureur des Konings van Halle-Vilvoorde bedoeld in artikel 150, § 2, 1º, en de adjunct procureur des Konings van Brussel bedoeld in artikel 150, § 2, 2º, wat de andere Nederlandstalige rechtbanken van Brussel dan de politierechtbanken betreft. ».
Verantwoording
Indien men inderdaad het vernederende systeem van een adjunct-procureur des Konings wenst te handhaven dan moet deze samen met de procureur des Konings van Halle-Vilvoorde adviesbevoegdheid krijgen wat betreft de Brusselse Nederlandstalige rechtbanken, andere dan de politierechtbanken (in een voorgaand amendement stellen we voor dat de adjunct-procureur wat betreft de Nederlandstalige politierechtbanken in Brussel-Hoofdstad deze adviesbevoegdheid alleen uitoefent).
Nr. 12 VAN DE HEER LAEREMANS
Art. 4
In het voorgestelde artikel 60bis de woorden « In het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad » vervangen door de woorden « In het gerechtelijk arrondissement Brussel-Hoofdstad ».
Verantwoording
Het voorliggend wetsontwerp beperkt zich tot de opdeling van het huidig gerechtelijk arrondissement in twee administratieve arrondissementen. Van een echte splitsing is dus helaas geen sprake.
De indiener van dit amendement beoogt een verticale splitsing van het huidige gerechtelijk arrondissement Brussel in een volwaardig gerechtelijk arrondissement Halle-Vilvoorde en een gerechtelijk arrondissement Brussel-Hoofdstad dat beperkt wordt tot het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Het gerechtelijk arrondissement Brussel-Hoofdstad wordt gevormd door : de twee kantons Anderlecht, de zes kantons van Brussel, het kanton Elsene, de kantons Etterbeek, Jette, Oudergem, de twee kantons Schaarbeek, de kantons Sint-Gillis, Sint-Jans-Molenbeek, Sint-Joost-ten-Node, Sint-Pieters-Woluwe, Ukkel, Vorst.
Het gerechtelijk arrondissement Halle-Vilvoorde wordt gevormd door de kantons Asse, Grimbergen, Halle, Herne-Sint-Pieters-Leeuw, Kraainem-Sint-Genesius-Rode, Lennik, Meise, Overijse-Zaventem, en Vilvoorde.
Nr. 13 VAN DE HEER LAEREMANS
Art. 5
Dit artikel doen vervallen.
Verantwoording
De indiener van dit amendement beoogt een verticale splitsing van het huidige gerechtelijk arrondissement Brussel in een volwaardig gerechtelijk arrondissement Halle-Vilvoorde en een gerechtelijk arrondissement Brussel dat beperkt wordt tot het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het op te richten gerechtelijk arrondissement Halle-Vilvoorde dient in dat opzicht te beschikken over een eigen arrondissementsrechtbank.
Nr. 14 VAN DE HEER LAEREMANS
(Subsidiair op amendement nr. 13)
Art. 5
Dit artikel vervangen door wat volgt :
« Art. 5. In het gerechtelijk arrondissement Brussel, wordt de in dit artikel toegewezen bevoegdheid van de arrondissementsrechtbank uitgeoefend door de Nederlandstalige arrondissementsrechtbank wat betreft de politierechtbanken met zetel in het administratief arrondissement Halle-Vilvoorde, de Nederlandstalige politierechtbank van Brussel en de vredegerechten met zetel in het administratief arrondissement Halle-Vilvoorde, door de Franstalige arrondissementsrechtbank wat betreft de Franstalige politierechtbank van Brussel en door de Franstalige arrondissementsrechtbank en de Nederlandstalige arrondissementsrechtbank zetelend in verenigde kamers overeenkomstig artikel 75bis, wat betreft de vredegerechten met zetel in het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad. ».
Verantwoording
De bevoegdheid van de arrondissementsrechtbank wordt wat betreft de vredegerechten met zetel in Halle-Vilvoorde uitgeoefend door de Nederlandstalige arrondissementsrechtbank en wat betreft de vredegerechten met zetel in Brussel-Hoofdstad door de Franstalige arrondissementsrechtbank en de Nederlandstalige arrondissementsrechtbank zetelend in verenigde kamers.
Nr. 15 VAN DE HEER LAEREMANS
Art. 6
In het voorgestelde artikel 72bis de woorden « het administratief arrondissement Halle-Vilvoorde » en de woorden « het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad » vervangen door respectievelijk de woorden « het gerechtelijk arrondissement Halle-Vilvoorde » en de woorden « het gerechtelijk arrondissement Brussel-Hoofdstad ».
Verantwoording
Het voorliggend wetsvoorstel beperkt zich tot de opdeling van het huidig gerechtelijk arrondissement in twee administratieve arrondissementen. Van een echte splitsing is dus helaas geen sprake.
De indiener van dit amendement beoogt een verticale splitsing van het huidige gerechtelijk arrondissement Brussel in een volwaardig gerechtelijk arrondissement Halle-Vilvoorde en een gerechtelijk arrondissement Brussel-Hoofdstad dat beperkt wordt tot het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Het gerechtelijk arrondissement Brussel-Hoofdstad wordt gevormd door : de twee kantons Anderlecht, de zes kantons van Brussel, het kanton Elsene, de kantons Etterbeek, Jette, Oudergem, de twee kantons Schaarbeek, de kantons Sint-Gillis, Sint-Jans-Molenbeek, Sint-Joost-ten-Node, Sint-Pieters-Woluwe, Ukkel, Vorst.
Het gerechtelijk arrondissement Halle-Vilvoorde wordt gevormd door de kantons Asse, Grimbergen, Halle, Herne-Sint-Pieters-Leeuw, Kraainem-Sint-Genesius-Rode, Lennik, Meise, Overijse-Zaventem, en Vilvoorde.
Nr. 16 VAN DE HEER LAEREMANS
Art. 6
In het voorgestelde artikel 72bis de woorden « de voorzitter van de Franstalige rechtbank van eerste aanleg wordt evenwel telkenmale bij eenvoudig verzoek aan de voorzitter van de Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg betrokken bij de door hem aangeduide beslissingen in het uitoefenen van deze opdrachten. » doen vervallen.
Verantwoording
De opdrachten van de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg moeten, autonoom en zonder inmenging van de voorzitter van de Franstalige rechtbank van eerste aanleg, kunnen uitgeoefend worden.
Nr. 17 VAN DE HEER LAEREMANS
Art. 7
Dit artikel vervangen door wat volgt :
« Art. 7. In artikel 4 van het bijvoegsel van het Gerechtelijk Wetboek — Gebiedsomschrijving en zetel van hoven en rechtbanken worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1º punt 7 wordt vervangen als volgt :
« De twee kantons Anderlecht, de zes kantons van Brussel, het kanton Elsene, de kantons Etterbeek, Jette, Oudergem, de twee kantons Schaarbeek, de kantons Sint-Gillis, Sint-Jans-Molenbeek, Sint-Joost-ten-Node, Sint-Pieters-Woluwe, Ukkel, Vorst vormen het gerechtelijk arrondissement Brussel-Hoofdstad.
De zetels van de rechtbanken van eerste aanleg, de arbeidsrechtbanken en de rechtbanken van koophandel zijn gevestigd in de stad Brussel. »;
2º er wordt een punt 7bis ingevoegd dat luidt als volgt :
« De kantons Asse, Grimbergen, Halle, Herne-Sint-Pieters-Leeuw, Kraainem-Sint-Genesius-Rode, Lennik, Meise, Overijse-Zaventem, en Vilvoorde vormen het gerechtelijk arrondissement Halle-Vilvoorde.
De zetel van de rechtbank van eerste aanleg, van de arbeidsrechtbank en van de rechtbank van koophandel is gevestigd te Halle. ».
Verantwoording
Het voorliggend wetsontwerp beperkt zich tot de opdeling van het huidig gerechtelijk arrondissement in twee administratieve arrondissementen. Van een echte splitsing is dus helaas geen sprake.
De indiener van dit amendement beoogt een verticale splitsing van het huidige gerechtelijk arrondissement Brussel in een volwaardig gerechtelijk arrondissement Halle-Vilvoorde en een gerechtelijk arrondissement Brussel-Hoofdstad dat beperkt wordt tot het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Artikel 4 van het bijvoegsel bij het Gerechtelijk Wetboek bepaalt dat de zetel van de rechtbanken van eerste aanleg en koophandel en de arbeidsrechtbank gelegen is te Brussel. Gelet op de voorgestelde tweeledigheid van deze rechtbanken, dient de terminologie in deze bepaling te worden aangepast.
Nr. 18 VAN DE HEER LAEREMANS
Art. 12
In het voorgestelde artikel 121, tweede lid, de woorden « administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad » vervangen door de woorden « gerechtelijk arrondissement Brussel-Hoofdstad ».
Verantwoording
De indiener van dit amendement beoogt een verticale splitsing van het huidige gerechtelijk arrondissement Brussel in een volwaardig gerechtelijk arrondissement Halle-Vilvoorde en een gerechtelijk arrondissement Brussel-Hoofdstad dat beperkt wordt tot het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Nr. 19 VAN DE HEER LAEREMANS
Art. 13
De woorden « onverminderd artikel 150, §§ 2 en 3 » vervangen door de woorden « onverminderd artikel 150, § 2 ».
Verantwoording
De indiener van dit amendement verzet zich tegen de detachering van Franstalige parketmagistraten naar Halle-Vilvoorde, hetgeen voorzien wordt door het voorgestelde artikel 150 § 3. Hij stelt dus voor om de verwijzing naar het bewuste artikel te schrappen. Het artikel zelf wordt door een ander amendement van de indiener opgeheven.
Nr. 20 VAN DE HEER LAEREMANS
Art. 14
Dit artikel doen vervallen.
Verantwoording
Artikel 14 voorziet dat in burgerlijke zaken voor de Nederlandstalige rechtbanken, de procureur des Konings van Halle-Vilvoorde of de gedetacheerde Franstalige magistraat, zijn ambtsplichten vervult indien het aanknopingspunt van de territoriale bevoegdheid gelegen is in het administratief arrondissement Halle-Vilvoorde; indien de zaak voor de Nederlandstalige rechtbanken of Franstalige rechtbanken aanhangig is gemaakt en het aanknopingspunt is gelegen in het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad, dan voert de procureur des Konings van Brussel deze ambtsplichten uit.
Deze bepaling is overbodig gelet op de feit dat de indiener van dit amendement voorziet in de oprichting van twee volwaardige, onafhankelijke, gerechtelijke arrondissementen.
Nr. 21 VAN DE HEER LAEREMANS
Art. 15
In het voorgestelde artikel 150, §§ 2 en 3, de volgende wijzigingen aanbrengen :
1º paragraaf 2 vervangen door wat volgt : « § 2. In het gerechtelijk arrondissement Brussel-Hoofdstad oefent de procureur des Konings onder het toezicht en de leiding van de procureur-generaal het ambt van openbaar ministerie uit bij de Nederlandstalige en bij de Franstalige rechtbanken. »;
2º paragraaf 3 doen vervallen.
Verantwoording
Halle-Vilvoorde wordt bij een, door de indiener van dit amendement vooropgestelde, verticale splitsing een volwaardig arrondissement en beschikt volgens artikel 150 van het Gerechtelijk Wetboek dus over een eigen procureur des koning. Een regeling voor de, door het voorliggende wetsvoorstel gecreëerde, administratieve arrondissementen Halle-Vilvoorde en Brussel is dus overbodig
De voorgestelde § 3 wordt opgeheven omdat deze voorziet in de detachering van Franstalige parketmagistraten naar het arrondissement Halle-Vilvoorde.
Het enige positieve punt van het gerechtelijk BHV-akkoord is dat er een apart parket wordt opgericht voor Halle-Vilvoorde, zodat er een veiligheidsbeleid kan ontwikkeld worden dat op maat van de streek geschreven is. Maar dit nieuwe parket wordt meteen zwaar geïnfecteerd met de aanwezigheid van Franstalige parketmagistraten, die de uitdrukkelijke taak hebben om dossiers van anderstaligen te kanaliseren naar de Franstalige rechtbank. Dit is totaal onaanvaardbaar.
In de praktijk krijgen we dus een Franstalige afdeling binnen het Nederlandstalig parket van Halle-Vilvoorde, die rechtstreeks wordt gestuurd vanuit Brussel. Dit roept heel ernstige bezwaren op.
1. We krijgen dus een verschillend vervolgingsbeleid in Halle-Vilvoorde naargelang men Nederlands- of Franstalig is. Franstalige zaken moeten immers prioritair behandeld worden. Waarop kan zulke prioriteit gebaseerd zijn ? Zijn Franstalige daders in enig opzicht belangrijker dan Nederlandstalige ? Waarom wordt hier een beleid van twee maten en twee gewichten geïnstalleerd ?
2. Waarom moeten Franstalige delinquenten die een misdrijf plegen in Halle-Vilvoorde, maar die heel vaak woonachtig zijn in Halle-Vilvoorde, zo noodzakelijk vervolgd worden door Franstalige parketmagistraten, die dan bovendien nog onder de hiërarchie staan van de Franstalige procureur van Brussel ? Wat is er dan mis met Nederlandstalige parketmagistraten die een tweetaligheidsproef hebben afgelegd en die trouwens vandaag reeds met een ploeg dit werk in Halle-Vilvoorde verrichten ? Waarom zoveel wantrouwen (en misprijzen) voor Nederlandstalige magistraten ? En waarom moeten die Franstalige magistraten slechts « functioneel tweetalig » zijn en niet « grondig tweetalig », terwijl ze toch in een eentalig Nederlandstalig gebied werken ?
3. Waarom kunnen die Franstalige parketmagistraten dan niet onder de hiërarchie staan van de procureur van Halle-Vilvoorde ? Door twee hiërarchieën in te bouwen, creëert men vooral veel anarchie. Dit staat haaks op de noodzaak aan een eenvormig veiligheidsbeleid in Halle-Vilvoorde. Nergens anders in het land is het mogelijk dat de ene procureur de andere zo kan saboteren. Nergens anders is het mogelijk dat een procureur tuchtrechtelijk bevoegd is voor magistraten van een andere procureur.
4. Deze regeling druist helemaal in tegen het territorialiteitsbeginsel en miskent het Nederlandstalig karakter van Halle-Vilvoorde volkomen. Zelfs in faciliteitengemeenten wordt vandaag geen Franstalig personeel benoemd, maar enkel mensen met een Nederlandstalig diploma, die in een aantal gevallen het bewijs moeten leveren van de kennis van het Frans. Gezien de faciliteitenproblematiek is het inderdaad niet onlogisch dat een deel van de Vlaamse magistraten Frans kent, maar dit verantwoordt allerminst de aanstelling van Franstalige magistraten.
5. De regeling zal er voor zorgen dat het hele onderzoek in dossiers met een anderstalige dader van meet af aan bij een Franstalige onderzoeksrechter komt en grotendeels in het Frans zal gevoerd worden, ook al zijn tal van andere elementen Nederlandstalig. Voorbeeld : een Roemeens dieventrio uit Halle breekt in bij Nederlandstalige gezinnen uit Dworp en de getuigen zijn Nederlandstalig. Toch zal het onderzoek grotendeels in het Frans gevoerd worden en de (Nederlandstalige) politie zal aangezet worden zoveel mogelijk onderzoeksdaden in het Frans te verrichten. Deze regeling zal onmiskenbaar bijdragen tot de verfransing van Halle-Vilvoorde.
6. De Franstalige onderzoeks- en strafrechters van Brussel zijn van oudsher veel lakser dan hun Nederlandstalige collega's. Franstalige verdachten en vreemdelingen zullen dan ook systematisch kiezen voor de Franstalige procedure, zelfs al spreken ze vlot Nederlands, al wonen ze in Halle-Vilvoorde en zijn ook de slachtoffers Nederlandstalig. De gevolgen zullen gauw merkbaar zijn. Wanneer een verdachte wordt aangehouden en voor de Franstalige procedure kiest, wordt de kans veel groter dan hij meteen weer op straat staat en kan verder gaan met zijn criminele activiteiten. Het is dus allerminst zeker dat er op het terrein in Halle-Vilvoorde veel ten goede zal veranderen.
7. Ook de Orde van Vlaamse Balies protesteert met klem tegen deze detachering van vijf Franstalige parketmagistraten en geeft een zeer terecht bijkomend argument : « Het tweetalige Brusselse parket kampt nu al met een tekort aan magistraten. Tweetalige Franstaligen zijn broodnodig in het Brussels parket. De achterstand aldaar zal ondanks de splitsing morgen niet opgelost zijn. »
De heer Jos Colpin, eerste substituut en gewezen woordvoerder van het Brussels parket reageert in een interview in de Juristenkrant van 26 oktober jl. bijzonder scherp : « Hoe halen ze het in hun hoofd ? Die mensen hangen af van de procureur in Brussel; hoe zal de korpschef in Halle-Vilvoorde dan een deftig personeelsbeleid kunnen voeren ? Dit alles geeft de indruk dat men in feite een veredelde adjunct van de procureur des Konings van Brussel wil creëren. Ik hoop dat het niet zo loopt. Bovendien, we hebben die Franstaligen in Halle-Vilvoorde niet nodig. De Nederlandstaligen hebben er voldoende kennis van het Frans om zelf Franstalige zaken te behandelen, zoals dat nu ook al het geval is en de laatste tientallen jaren altijd geweest is. Ik vermoed hier een politieke bedoeling achter, namelijk een steeds grotere voet tussen de deur houden in Halle-Vilvoorde als stap naar de uitbreiding van Brussel. »
Nr. 22 VAN DE HEER LAEREMANS
Art. 15
In het voorgestelde artikel 150, § 2, 2º, de woorden « Onverminderd de bevoegdheden van het coördinatiecomité bedoeld in artikel 150ter, treedt de adjunct-procureur des Konings van Brussel op onder het gezag en de leiding van de procureur des Konings van Brussel. In die omstandigheden staat hij hem bij, in het bijzonder voor de relaties met het parket van Halle-Vilvoorde, de goede werking van de Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg, de Nederlandstalige rechtbank van koophandel en de Nederlandstalige politierechtbank van het administratief arrondissement Brussel, en de relaties met de Nederlandstalige magistratuur en het Nederlandstalig personeel van het parket te Brussel. » vervangen door de woorden « Naargelang hun taalrol staat de procureur des koning, hetzij de adjunct-procureur, in voor de relaties met het parket van Halle-Vilvoorde, de goede werking van de Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg, de Nederlandstalige rechtbank van koophandel en de Nederlandstalige politierechtbank van het administratief arrondissement Brussel, en de relaties met de Nederlandstalige magistratuur en het Nederlandstalig personeel van het parket te Brussel. »
Verantwoording
Indien de functie van adjunct-procureur toch wordt behouden dan moet hij minstens op dezelfde hoogte staan als de procureur des koning. De opeenvolgende procureurs en ajuncten moeten van een verschillende taalrol zijn.
Nr. 23 VAN DE HEER LAEREMANS
Art. 15/1 (nieuw)
Een artikel 15/1 invoegen, luidende :
« Art. 15/1. In artikel 150bis van hetzelfde Wetboek worden de woorden « De procureurs des Konings vormen samen een raad, raad van procureurs des Konings genoemd. » vervangen door de woorden : De procureurs des Konings en de adjunct-procureur des Koning van Brussel vormen samen een raad, raad van procureurs des Konings genoemd. ».
Verantwoording
Indien men inderdaad het vernederende systeem van een adjunct-procureur des Konings wenst te handhaven dan moet men hem wel laten zetelen in de Raad van procureurs des Konings.
Nr. 24 VAN DE HEER LAEREMANS
Art. 16
Dit artikel doen vervallen.
Verantwoording
Er is geen nood aan een coördinatiecomité, respectievelijk samengesteld uit de procureurs des Konings en de arbeidsauditeurs van het gerechtelijk arrondissement Brussel, teneinde de coördinatie tussen het parket en het arbeidsauditoraat van Brussel en het parket en het arbeidsauditoraat van Halle-Vilvoorde te verzekeren.
Halle-Vilvoorde verdient een eigen parket en arbeidsauditoraat die onafhankelijk van het Brusselse parket en arbeidsauditoraat dienen te werken, zonder infectie door Franstalige gedetacheerde parketmagistraten. Het coördinatiecomité zou onder andere een belangrijke rol moeten spelen bij het overleg tussen de parketten en arbeidsauditoraten met betrekking tot de rol van deze Franstalige gedetacheerde parketmagistraten.
De indiener van dit amendement verzet zich tegen bovengenoemde detachering en meent dat Halle-Vilvoorde een volledig onafhankelijk vervolgingsbeleid moet kunnen ontwikkelen. Een coördinatiecomité is aldus volstrekt overbodig.
Nr. 25 VAN DE HEER LAEREMANS
Art. 17
In het voorgestelde artikel 151bis, tweede lid, de volgende wijzigingen aanbrengen :
1º de woorden « het administratief arrondissement Halle-Vilvoorde » en de woorden « het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad » vervangen door respectievelijk de woorden « het gerechtelijk arrondissement Halle-Vilvoorde » en de woorden « het gerechtelijk arrondissement Brussel-Hoofdstad »;
2º de woorden « , onverminderd artikel 150, § 3 » doen vervallen.
Verantwoording
Het voorliggend wetsontwerp beperkt zich tot de opdeling van het huidig gerechtelijk arrondissement in twee administratieve arrondissementen. Van een echte splitsing is dus helaas geen sprake.
De indiener van dit amendement beoogt een verticale splitsing van het huidige gerechtelijk arrondissement Brussel in een volwaardig gerechtelijk arrondissement Halle-Vilvoorde en een gerechtelijk arrondissement Brussel dat beperkt wordt tot het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Het, in artikel 17 van het wetsvoorstel voorgestelde, artikel 150, § 3 van het Gerechtelijk Wetboek voorziet in de detachering van Franstalige parketmagistraten naar Halle-Vilvoorde. Gelet op een ander amendement van de indiener dat deze detachering opheft, is een verwijzing naar de betrokken bepaling zonder voorwerp.
Nr. 26 VAN DE HEER LAEREMANS
Art. 18
Dit artikel doen vervallen.
Verantwoording
Halle-Vilvoorde wordt bij een, door de indiener van dit amendement vooropgestelde, verticale splitsing een volwaardig arrondissement en beschikt volgens artikel 152 van het Gerechtelijk Wetboek dus over een eigen arbeidsauditeur. Een regeling voor de, door het voorliggende wetsvoorstel gecreëerde, administratieve arrondissementen Halle-Vilvoorde en Brussel is dus overbodig.
Nr. 27 VAN DE HEER LAEREMANS
(Subsidiair op amendement nr. 26)
Art. 18
In het voorgestelde artikel 152, § 2, 2º, de woorden « Onverminderd de bevoegdheden van het coördinatiecomité bedoeld in artikel 150ter, treedt de adjunct-arbeidsauditeur van Brussel, op onder het gezag en de leiding van de arbeidsauditeur van Brussel. In die omstandigheden staat hij hem bij, in het bijzonder voor de relaties met het arbeidsauditoraat van Halle-Vilvoorde, de goede werking van de Nederlandstalige arbeidsrechtbank, en voor de relaties met de Nederlandstalige magistratuur en het Nederlandstalig personeel van het arbeidsauditoraat van Brussel. » vervangen door de woorden « Naargelang hun taalrol staat de arbeidsauditeur, hetzij de adjunct-arbeidsauditeur, in voor de relaties met het arbeidsauditoraat van Halle-Vilvoorde, de goede werking van de Nederlandstalige arbeidsrechtbank, en voor de relaties met de Nederlandstalige magistratuur en het Nederlandstalig personeel van het arbeidsauditoraat van Brussel. ».
Verantwoording
Indien de functie van adjunct-arbeidsauditeur toch wordt behouden dan moet hij minstens op dezelfde hoogte staan als, gelijkwaardig zijn met, de arbeidsauditeur.
Nr. 28 VAN DE HEER LAEREMANS
Art. 19
Dit artikel vervangen door wat volgt :
« Art. 19. Artikel 186bis, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 25 april 2007 en gewijzigd bij de wet van 13 juni 2006, wordt aangevuld als volgt :
« In het gerechtelijk arrondissement Brussel treedt de voorzitter van de Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg op als korpschef van de rechters en de toegevoegde rechters in de Nederlandstalige politierechtbank. De voorzitter van de Franstalige rechtbank van eerste aanleg treedt op als korpschef van de rechters en de toegevoegde rechters in de Franstalige politierechtbank. De voorzitters van de Nederlandstalige en de Franstalige rechtbank van eerste aanleg treden gezamenlijk op als korpschef van de vrederechters en de toegevoegde vrederechters. ». »
Verantwoording
Artikel 186bis van het Gerechtelijk Wetboek voorziet erin dat voor de toepassing van de benoemingsvoorwaarden voor leden van de rechterlijke orde, de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg optreedt als korpschef van de vrederechters, de rechters in de politierechtbank, de toegevoegde vrederechters en politierechters van zijn gerechtelijk arrondissement.
Gelet op het feit dat de indiener voorziet in een daadwerkelijke splitsing van het gerechtelijk arrondissement Brussel in een arrondissement Halle-Vilvoorde en een arrondissement Brussel is een regeling voor de, door het voorliggende wetsvoorstel gecreëerde, administratieve arrondissementen Halle-Vilvoorde en Brussel overbodig en is er een enkel een aanvulling van artikel 186bis nodig voor het gerechtelijk arrondissement Brussel (waaronder de indiener van dit amendement dus verstaat : de twee kantons Anderlecht, de zes kantons van Brussel, het kanton Elsene, de kantons Etterbeek, Jette, Oudergem, de twee kantons Schaarbeek, de kantons Sint-Gillis, Sint-Jans-Molenbeek, Sint-Joost-ten-Node, Sint-Pieters-Woluwe, Ukkel, Vorst).
Ingevolge de oprichting van een Nederlandstalige en een Franstalige rechtbank van eerste aanleg in Brussel dient artikel 186bis te worden aangevuld : de korpschef voor de politierechters en de toegevoegde politierechters is de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg van hun taalgroep. Inzake de vrederechters en de toegevoegde vrederechters oefenen de beide voorzitters van de rechtbanken van eerste aanleg hun adviserende functie als korpschef uit in het kader van de benoemingsprocedure bedoeld in artikel 259ter en volgende van het Gerechtelijk Wetboek en de evaluatieprocedure bedoeld in artikel 259novies en volgende. Zij dienen overleg te plegen hierover, maar kunnen ook elk afzonderlijk een advies afleveren.
Nr. 29 VAN DE HEER LAEREMANS
(Subsidiair op amendement nr. 28)
Art. 19
Het voorgestelde artikel 186bis, derde en vierde lid, doen vervallen.
Verantwoording
De voorzitter van de Franstalige rechtbank van eerste aanleg heeft niets te zoeken in Halle-Vilvoorde.
Nr. 30 VAN DE HEER LAEREMANS
(Subsidiair op amendement nr. 28)
Art. 19
Het voorgestelde artikel 186bis, derde en vierde lid, vervangen door wat volgt :
« De voorzitter van de Franstalige rechtbank van eerste aanleg wordt, met betrekking tot de vrederechters en de toegevoegde vrederechters die zetelen in de vredegerechten van het gerechtelijk kanton met zetel in Kraainem en Sint-Genesius-Rode en van het gerechtelijk kanton met zetel in Meise, evenwel telkenmale bij eenvoudig verzoek aan de voorzitter van de Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg betrokken bij de door hem aangeduide beslissingen met het oog op een consensus. ».
Verantwoording
Enkel wat betreft de vrederechters en toegevoegde vrederechters in de faciliteitgemeenten kan de voorzitter van de Franstalige rechtbank van eerste aanleg betrokken worden bij beslissingen van de voorzitter van de Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg.
Nr. 31 VAN DE HEER LAEREMANS
Art. 22
In het voorgestelde artikel 216, derde lid, zoals aangevuld, de woorden « De raadsheer mag slechts zitting houden in zaken van dezelfde taal als het getuigschrift of het diploma dat hij bezit. » vervangen door de woorden « De raadsheer mag slechts zitting houden in zaken van de andere taalrol als hij beschikt over een getuigschrift op basis van het in artikel 43quinquies, § 1, vierde lid, van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken, bedoelde grondige taalexamen ».
Verantwoording
Een raadsheer mag in principe enkel zitting houden in zaken van dezelfde taal als het getuigschrift of het diploma dat hij bezit. Ingevolge dit amendement kan een raadsheer zetelen in een kamer van de andere taalgroep indien hij het grondige taalexamen heeft afgelegd dat geldt voor de functie van voorzitter van een rechtbank of vrederechter.
Nr. 32 VAN DE HEER LAEREMANS
Art. 22/1 (nieuw)
Een artikel 22/1 invoegen, luidende :
« Art. 22/1. Artikel 211 van hetzelfde wetboek, vervangen bij de wet van 22 december 1998 en gewijzigd bij de wet van 14 december 2004, wordt vervangen als volgt :
« Art. 211. Voor het hof van beroep te Brussel wordt een vierde van de Kamervoorzitters aangewezen door de Nederlandstalige groep van de algemene vergadering en drie vierde door de Franstalige groep.
Voor het hof van beroep te Brussel worden zevenentwintig raadsheren en vierentwintig plaatsvervangende raadsheren voorgedragen door de Franstalige benoemingscommissie van de Hoge Raad voor de Justitie en negen raadsleden en acht plaatsvervangende raadsheren door de Nederlandstalige benoemingscommissie van dezelfde Raad.
De voordracht van een openstaande plaats van raadsheer of plaatsvervangend raadsheer geschiedt door de benoemingscommissie die de magistraat heeft voorgedragen ten gevolge van wiens vertrek de plaats is opengevallen. ». »
Verantwoording
Artikel 211 regelt de taalverhoudingen bij het hof van beroep van Brussel. Aangezien de indiener van dit amendement het ressort wenst te beperken tot de grenzen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, dient het aantal magistraten te worden verminderd. Er wordt in een taalverhouding 3/1 voorzien : drie vierden van de magistraten zouden Franstalig zijn en een vierde Nederlandstalig. Deze verhouding wordt ook doorgetrokken naar de kamervoorzitters en de plaatsvervangende raadsheren
Nr. 33 VAN DE HEER LAEREMANS
Art. 22/2 (nieuw)
Een artikel 22/2 invoegen, luidende :
« Art. 22/2. In artikel 259ter, § 3, derde lid, worden de woorden « goedgekeurd met een meerderheid van twee derden van de leden van de algemene vergadering » vervangen door de volgende woorden : « goedgekeurd met een tweederdemeerderheid van de leden uit de betrokken taalgroep ». »
Verantwoording
Artikel 259ter stelt in paragraaf 3 dat voor een benoeming tot raadsheer of plaatsvervangend raadsheer de minister van Justitie een advies moet vragen aan de algemene vergadering van het hof van beroep of het arbeidshof waar de benoeming moet geschieden. Dit advies moet in het hof van beroep van Brussel tot op heden geleverd worden met een meerderheid van twee derden. In dit voorstel volstaat voortaan een meerderheid van twee derden in de betrokken taalgroep.
Nr. 34 VAN DE HEER LAEREMANS
Art. 24
De woorden « administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad » vervangen door de woorden « gerechtelijk arrondissement Brussel ».
Verantwoording
De indiener van dit amendement beoogt een verticale splitsing van het huidige gerechtelijk arrondissement Brussel in een volwaardig gerechtelijk arrondissement Halle-Vilvoorde en een gerechtelijk arrondissement Brussel dat beperkt wordt tot het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Nr. 35 VAN DE HEER LAEREMANS
Art. 26
Het 2º doen vervallen.
Verantwoording
De indiener wenst dat de procureur des Koning van Brussel en de adjunct-procureur des Konings, alternerend, van een verschillende taalrol zijn. De voorgestelde regeling waarbij de procureur des Koning altijd een Franstalige is en waarbij de Nederlandstalige adjunct-procureur des Koning een ondergeschikte is, is onaanvaardbaar.
Nr. 36 VAN DE HEER LAEREMANS
Art. 29
In het voorgestelde artikel 318, tweede en derde lid, de volgende wijzigingen aanbrengen :
1º in het tweede lid de woorden « wordt bepaald door de procureur des Konings van Halle-Vilvoorde en de procureur des Konings van Brussel of de adjunct-procureur des Konings van Brussel » vervangen door de woorden « wordt bepaald door de procureur des Konings van Halle-Vilvoorde en de adjunct-procureur des Konings van Brussel. »;
2º in het derde lid de woorden « wordt bepaald door de arbeidsauditeur van Halle-Vilvoorde en de arbeidsauditeur van Brussel of de adjunct-arbeidsauditeur van Brussel » vervangen door de woorden « wordt bepaald door de arbeidsauditeur van Halle-Vilvoorde en de adjunct-arbeidsauditeur van Brussel ».
Verantwoording
Indien men inderdaad het vernederende systeem van een adjunct-procureur en adjunct-auditeur wenst te handhaven dan moet men hen wel een volwaardige bevoegdheid toekennen.
Nr. 37 VAN DE HEER LAEREMANS
Art. 33
Dit artikel vervangen door wat volgt :
« Art. 33. Artikel 398 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 4 maart 1997, wordt aangevuld met vier leden, luidende :
« In het gerechtelijk arrondissement Brussel heeft de Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg een recht van toezicht op de Nederlandstalige politierechtbanken met zetel in het gerechtelijk arrondissement Brussel.
In het gerechtelijk arrondissement Brussel heeft de Franstalige rechtbank van eerste aanleg een recht van toezicht op de Franstalige politierechtbanken met zetel in met zetel in het gerechtelijk arrondissement Brussel.
In het gerechtelijk arrondissement Brussel hebben de Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg en de Franstalige rechtbank van eerste aanleg gezamenlijk een recht van toezicht op de vredegerechten met zetel in het gerechtelijk arrondissement Brussel
Bij gebrek aan consensus in geval van de toepassing van het vorige lid, neemt de eerste voorzitter van het hof van beroep van Brussel de nodige maatregelen. ». »
Verantwoording
Ingevolge de, door de indiener van dit amendement voorgestelde, verticale splitsing van het huidige gerechtelijk arrondissement Brussel wordt Halle-Vilvoorde een volwaardig gerechtelijk arrondissement met een eigen rechtbank van eerste aanleg, dat aldaar zelf toezicht kan houden op de politierechtbanken.
Enkel wat betreft het gerechtelijk arrondissement Brussel, dat voor de indiener samenvalt met het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, is er een bijzondere toezichtregeling nodig.
Nr. 38 VAN DE HEER LAEREMANS
Art. 34
Dit artikel doen vervallen.
Verantwoording
Ingevolge de, door de indiener van dit amendement voorgestelde, verticale splitsing van het huidige gerechtelijk arrondissement Brussel wordt Halle-Vilvoorde een volwaardig gerechtelijk arrondissement met eigen politierechtbanken, een rechtbank van eerste aanleg, een arbeidsrechtbank en een rechtbank van koophandel. Een bijzondere toezichtregeling is aldus overbodig.
Nr. 39 VAN DE HEER LAEREMANS
(Subsidiair op amendement nr. 38)
Art. 34
Dit artikel vervangen door wat volgt :
« Art. 34. Artikel 403, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wetten van 17 februari 1997, 20 mei 1997, 10 juni 2006 en 25 april 2007, wordt aangevuld als volgt :
« De procureur des Konings van Halle-Vilvoorde en de adjunct-procureur des Konings van Brussel oefenen gezamenlijk hun toezicht uit over de hoofdgriffier, de griffiers-hoofden van dienst, de griffiers, de deskundigen, administratief deskundigen, ICT-deskundigen, assistenten en medewerkers van de Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg, van de Nederlandstalige rechtbank van koophandel en van de Nederlandstalige politierechtbank in Brusse-Hoofdstad.
De beslissingen worden overlegd in consensus. Bij gebrek aan consensus tussen beide procureurs, neemt de procureur-generaal van Brussel de beslissing.
De procureur des Konings van Brussel oefent zijn toezicht uit over de hoofdgriffier, de griffiers-hoofden van dienst en de griffiers van de Franstalige rechtbank van eerste aanleg en de Franstalige rechtbank van koophandel, de hoofdgriffiers en de griffiers van de vredegerechten en van de Franstalige politierechtbank met zetel in het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad, de deskundigen, administratief deskundigen, ICT-deskundigen, assistenten en medewerkers van de Franstalige rechtbank van eerste aanleg, van de Franstalige rechtbank van koophandel en van de vredegerechten en de Franstalige politierechtbank met zetel in het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad.
De procureur des Konings van Halle-Vilvoorde oefent zijn toezicht uit over de hoofdgriffiers, de griffiers, de deskundigen, administratief deskundigen, ICT-deskundigen, assistenten en medewerkers van de vredegerechten en van de politierechtbanken met zetel in het administratief arrondissement Halle-Vilvoorde.
De adjunct-procureur des Konings van Brussel wordt, wat de vredegerechten betreft, evenwel telkenmale bij eenvoudig verzoek aan de procureur des Konings van Halle-Vilvoorde betrokken bij de door hem aangeduide beslissingen, met het oog op consensus. Bij gebrek aan consensus tussen beide procureurs, neemt de procureur-generaal van Brussel de beslissing.
De arbeidsauditeur van Halle-Vilvoorde en de adjunct-arbeidsauditeur van Brussel oefenen gezamenlijk hun toezicht uit over de hoofdgriffier, de griffiers-hoofden van dienst, de griffiers en de deskundigen, administratief deskundigen, ICT-deskundigen, assistenten en medewerkers van de Nederlandstalige arbeidsrechtbank. De beslissingen worden overlegd in consensus. Bij gebrek aan consensus tussen beide arbeidsauditeurs, neemt de procureur-generaal van Brussel de beslissing.
De arbeidsauditeur van Brussel oefent zijn toezicht uit over de hoofdgriffier, de griffiers-hoofden van dienst, de griffiers en de deskundigen, administratief deskundigen, ICT-deskundigen, assistenten en medewerkers van de Franstalige arbeidsrechtbank. ». »
Verantwoording
Indien men inderdaad het vernederende systeem van een adjunct-procureur en adjunct-auditeur wenst te handhaven dan moet men hen wel een volwaardige bevoegdheid toekennen.
Nr. 40 VAN DE HEER LAEREMANS
Art. 35
Dit artikel vervangen door wat volgt :
« Art. 35. Artikel 410, § 1, enig lid, 1º, vierde streepje, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 7 juli 2002 en gewijzigd en de wet van 17 mei 2006, wordt aangevuld als volgt :
« de voorzitter van de Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg van het gerechtelijk arrondissement Brussel ten aanzien van de vrederechters van de Nederlandse taalrol en de rechters in de Nederlandstalige politierechtbank van dit arrondissement; de voorzitter van de Franstalige rechtbank van eerste aanleg van het gerechtelijk arrondissement Brussel ten aanzien van de vrederechters van de Franse taalrol en de rechters in de Franstalige politierechtbank van ditzelfde arrondissement; ». »
Verantwoording
Ingevolge de, door de indiener van dit amendement voorgestelde, verticale splitsing van het huidige gerechtelijk arrondissement Brussel wordt Halle-Vilvoorde een volwaardig gerechtelijk arrondissement en dientengevolge heeft enkel het gerechtelijk arrondissement Brussel een bijzondere tuchtprocedure nodig.
Nr. 41 VAN DE HEER LAEREMANS
(Subsidiair op amendement nr. 40)
Art. 35
In artikel 410, § 1, 1º, vierde streepje, het voorgestelde tweede en derde lid doen vervallen.
Verantwoording
De voorzitter van de Franstalige rechtbank van eerste aanleg heeft niets te zoeken in Halle-Vilvoorde.
Nr. 42 VAN DE HEER LAEREMANS
(Subsidiair op amendement nr. 40)
Art. 35
In artikel 410, § 1, 1º, vierde streepje, het voorgestelde tweede en derde lid vervangen door wat volgt :
« Ten aanzien van de vrederechters die zetelen in de vredegerechten van het gerechtelijk kanton met zetel te Kraainem en Sint-Genesius-Rode en van het gerechtelijk kanton met zetel te Meise, wordt de voorzitter van de Franstalige rechtbank van eerste aanleg, evenwel telkenmale bij eenvoudig verzoek aan de voorzitter van de Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg betrokken bij de door hem aangeduide beslissingen met het oog op een consensus. ». »
Verantwoording
Enkel wat betreft de vrederechters en toegevoegde vrederechters in de faciliteitgemeenten kan de voorzitter van de Franstalige rechtbank van eerste aanleg betrokken worden bij beslissingen van de voorzitter van de Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg.
Nr. 43 VAN DE HEER LAEREMANS
Art. 35/1 (nieuw)
Een artikel 35/1 invoegen, luidende :
« Art. 35/1. In artikel 430, § 2, derde lid, van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 22 november 2001, worden de woorden « en in het administratief arrondissement Halle-Vilvoorde » geschrapt. »
Verantwoording
De advocaten van Halle-Vilvoorde vormen voortaan een aparte balie.
Nr. 44 VAN DE HEER LAEREMANS
Art. 36
Dit artikel doen vervallen.
Verantwoording
Overeenkomstig het eerste lid van artikel 515 van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt de Koning het aantal gerechtsdeurwaarders per arrondissement, nadat hij het advies heeft ingewonnen van de procureur-generaal bij het hof van beroep, van de procureur des Konings van de vaste raad van de Nationale Kamer en van de raad van de arrondissementskamer van de gerechtsdeurwaarders.
De, door de indiener van dit amendement voorgestelde, verticale splitsing van het huidige gerechtelijk arrondissement Brussel maakt van Halle-Vilvoorde een volwaardig gerechtelijk arrondissement. De bepaling « In het gerechtelijk arrondissement Brussel wordt het advies ingewonnen van beide procureurs des Konings », waarbij, door de indieners van het wetsvoorstel, bedoeld wordt de procureur des Koning van het administratief arrondissement Halle-Vilvoorde en de procureur des Koning van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad, is dus overbodig.
Nr. 45 VAN DE HEER LAEREMANS
Art. 37
Dit artikel doen vervallen.
Verantwoording
Vermits in het voorstel van de indiener van het amendement twee afzonderlijke gerechtelijke arrondissementen worden opgericht, is deze bijzondere bepaling overbodig.
Nr. 46 VAN DE HEER LAEREMANS
Art. 38
Dit artikel doen vervallen.
Verantwoording
Gelet op de, door de indiener van dit amendement voorgestelde, verticale splitsing van het huidige gerechtelijk arrondissement Brussel, waarbij Halle-Vilvoorde een volwaardig gerechtelijk arrondissement wordt, is deze bepaling overbodig.
Nr. 47 VAN DE HEER LAEREMANS
Art. 40/1 (nieuw)
Een artikel 40/1 invoegen, luidende :
« Art. 40/1. In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 622bis ingevoegd, luidende :
« Art. 622bis. De Nederlandstalige politierechtbank, rechtbank van eerste aanleg, arbeidsrechtbank, rechtbank van koophandel en arrondissementsrechtbank van het gerechtelijk arrondissement Brussel zijn bij uitsluiting bevoegd voor alle zaken waarbij de taal van de rechtspleging het Nederlands is.
De Franstalige politierechtbank, rechtbank van eerste aanleg, arbeidsrechtbank, rechtbank van koophandel en arrondissementsrechtbank van het gerechtelijk arrondissement Brussel zijn bevoegd voor alle zaken waarbij de taal van de rechtspleging het Frans is. ». »
Verantwoording
Het voorgestelde nieuwe artikel 622bis verduidelijkt de bevoegdheid van de Nederlandstalige en de Franstalige rechtbanken in het (ingeperkte) gerechtelijk arrondissement Brussel. De territoriale bevoegdheid van de Nederlandstalige en Franstalige rechtbanken is identiek en betreft het grondgebied van de negentien gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De bevoegdheid van de Nederlandstalige versus Franstalige rechtbanken wordt bepaald volgens de taal van de rechtspleging, overeenkomstig de wet betreffende het taalgebruik in gerechtszaken.
Nr. 48 VAN DE HEER LAEREMANS
Art. 40/2 (nieuw)
Een artikel 40/2 invoegen, luidende :
« Art. 40/2. In artikel 627 van hetzelfde Wetboek worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1º in de bepaling onder 11º, ingevoegd bij de wet van 11 april 1989, worden de woorden « voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg te Brussel » vervangen door de woorden « voorzitter van de Nederlandstalige of Franstalige rechtbank van eerste aanleg te Brussel »;
2º in de bepalingen onder 10º en 14º, respectievelijk ingevoegd bij de wetten van 24 april 1970 en 10 februari 1998, worden de woorden « voorzitter van de rechtbank van koophandel te Brussel » telkens vervangen door de woorden « voorzitter van de Nederlandstalige of Franstalige rechtbank van koophandel te Brussel ». ».
Verantwoording
Het betreft een terminologische aanpassing ingevolge het oprichten van Nederlandstalige en Franstalige rechtbanken in het gerechtelijk arrondissement Brussel-Hoofdstad.
Nr. 49 VAN DE HEER LAEREMANS
Art. 42
Dit artikel doen vervallen.
Verantwoording
De indiener van dit amendement wenst een volledige, verticale splitsing van het huidige gerechtelijk arrondissement Brussel waarbij Halle-Vilvoorde een volwaardig gerechtelijk arrondissement vormt.
Artikel 42 creëert « administratieve arrondissementen » en wordt derhalve opgeheven.
Nr. 50 VAN DE HEER LAEREMANS
Art. 44
Dit artikel vervangen door wat volgt :
« Art. 44. In artikel 4 van hetzelfde bijvoegsel worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1º punt 7 vervangen door wat volgt :
« De twee kantons Anderlecht, de zes kantons van Brussel, het kanton Elsene, de kantons Etterbeek, Jette, Oudergem, de twee kantons Schaarbeek, de kantons Sint-Gillis, Sint-Jans-Molenbeek, Sint-Joost-ten-Node, Sint-Pieters-Woluwe, Ukkel, Vorst vormen het gerechtelijk arrondissement Brussel-Hoofdstad.
De zetels van de rechtbanken van eerste aanleg, de arbeidsrechtbanken en de rechtbanken van koophandel zijn gevestigd in de stad Brussel. »;
2º een punt 7bis invoegen, luidende :
« De kantons Asse, Grimbergen, Halle, Herne-Sint-Pieters-Leeuw, Kraainem-Sint-Genesius-Rode, Lennik, Meise, Overijse-Zaventem, en Vilvoorde vormen het gerechtelijk arrondissement Halle-Vilvoorde.
De zetel van de rechtbank van eerste aanleg, van de arbeidsrechtbank en van de rechtbank van koophandel is gevestigd te Halle. ». »
Verantwoording
Het voorgestelde artikel 44 voorziet niet in aparte arrondissementsrechtbanken, rechtbanken van eerste aanleg, arbeidsrechtbanken en rechtbanken van koophandel voor Halle-Vilvoorde.
Dit amendement voorziet in een volledige, verticale splitsing van het huidige gerechtelijk arrondissement Brussel in twee volwaardige arrondissementen : een gerechtelijk arrondissement Brussel-Hoofdstad, dat zich beperkt tot het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, en een gerechtelijk arrondissement Halle-Vilvoorde.
Artikel 4, 4, van het bijvoegsel bij het Gerechtelijk Wetboek bepaalt dat de zetel van de rechtbanken van eerste aanleg en koophandel en de arbeidsrechtbank gelegen is te Brussel. Gelet op de voorgestelde tweeledigheid van deze rechtbanken, dient de terminologie in deze bepaling te worden aangepast. Het arrondissement Brussel wordt beperkt tot de Brusselse kantons.
Tegelijk wordt het nieuwe arrondissement Halle-Vilvoorde opgericht. De zetel van de nieuwe rechtbanken wordt gevestigd in Halle. Elk van deze rechtbanken houdt tevens zitting in Vilvoorde. Dit wordt verder uitgewerkt via koninklijk besluit. Met de artikelen 55 en 56 wordt alvast het koninklijk besluit dat de afdelingen instelt van de rechtbanken van koophandel en de arbeidsrechtbanken in deze zin aangepast.
Normaal gezien wordt een arrondissement genoemd naar de stad van de zetel. Daarom wordt expliciet de naam van het nieuwe arrondissement « Halle-Vilvoorde » vermeld. Met deze benaming wordt de bipolariteit van het arrondissement benadrukt.
Nr. 51 VAN DE HEER LAEREMANS
Art. 44/1 (nieuw)
Een artikel 44/1 invoegen, luidende :
« Art. 44/1. Artikel 5 van hetzelfde bijvoegsel wordt vervangen door wat volgt :
« Er is een hof van beroep :
1º te Antwerpen, waarvan het rechtsgebied de provincie Antwerpen omvat;
2º te Brussel, waarvan het rechtsgebied het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest omvat; dit hof wordt onderverdeeld in een Nederlandstalige en een Franstalige afdeling;
3º te Gent, waarvan het rechtsgebied de provincies Oost-Vlaanderen en West-Vlaanderen omvat;
4º te Leuven, waarvan het rechtsgebied de provincies Vlaams-Brabant en Limburg omvat;
5º te Luik, waarvan het rechtsgebied de provincies Luik, Namen en Luxemburg omvat;
6º te Bergen, waarvan het rechtsgebied de provincies Henegouwen en Waals-Brabant omvat. ». ».
Verantwoording
Er wordt met dit amendement een bijkomend hof van beroep gecreëerd, met name het hof van beroep van Leuven. Dat is bevoegd voor de gehele provincie Vlaams-Brabant en voor de provincie Limburg. De bevoegdheid van het hof van beroep van Antwerpen wordt dus beperkt tot het grondgebied van de provincie Antwerpen. Waals-Brabant verhuist naar Bergen. Het hof van beroep van Brussel is voortaan enkel nog bevoegd voor het grondgebied van het Hoofdstedelijk Gewest.
Het hof van beroep van Leuven heeft afdelingen in Hasselt en Asse, naar analogie met de reeds bestaande afdeling van het arbeidshof in Hasselt. De afdeling van het arbeidshof in Hasselt wordt via artikel 54 verbonden met het hof van beroep van Leuven in plaats van dat van Antwerpen.
Nr. 52 VAN DE HEER LAEREMANS
Art. 46
Dit artikel vervangen door wat volgt :
« Art. 46. In artikel 2 van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 23 september 1985, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1º in de bestaande tekst, die paragraaf 1 wordt, worden na de woorden « in het arrondissement Leuven, » de woorden « en in de provincie Vlaams-Brabant alsook voor de Nederlandstalige rechtbanken in het arrondissement Brussel, » ingevoegd;
2º er wordt een paragraaf 2 toegevoegd, luidend als volgt :
« § 2. Voor beroepsprocedures tegen vonnissen van de vrederechter wordt de rechtspleging voor de rechtbank van eerste aanleg van Halle-Vilvoorde in het Frans gevoerd wanneer de taal van de procedure in eerste aanleg het Frans was. ». ».
Verantwoording
Via deze aanpassing van artikel 2 van de wet Taalgebruik Gerechtszaken wordt de situatie in de Nederlandstalige rechtbanken in Brussel en Halle-Vilvoorde grotendeels gelijkgeschakeld met deze in de andere Nederlandstalige rechtbanken in Vlaanderen : de gehele rechtspleging verloopt er in principe steeds in het Nederlands, met uitzondering voor de beroepsprocedure tegen de vonnissen die in het Frans zijn uitgesproken ten aanzien van inwoners uit de zes faciliteitengemeenten rond Brussel. Deze vredegerechten vallen dus onder de bevoegdheid van de rechtbank van Halle-Vilvoorde.
Nr. 53 VAN DE HEER LAEREMANS
Art. 47
Dit artikel doen vervallen.
Verantwoording
Het voorziene artikel 47 voorziet een ernstige uitbreiding van de faciliteiten in de zes randgemeenten. De indiener van dit amendement wenst de huidige regeling en de ruimere discretionaire bevoegdheid van de rechter om de taalwijziging te weigeren, te behouden.
Nr. 54 VAN DE HEER LAEREMANS
Art. 48
Dit artikel vervangen door wat volgt :
« Art. 48. Artikel 5 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 11 juli 1999, wordt opgeheven. ».
Verantwoording
Het willekeurig onderscheid tussen de behandeling door de politierechtbanken van Halle en Vilvoorde van verkeerszaken met een lagere waarde dan 1 860 euro en de dossiers waarbij dat bedrag wordt overschreden, wordt opgeheven. Een doorverwijzing van burgerlijke verkeerszaken naar een Franstalige rechtbank in Brussel op vraag van een Nederlandsonkundige verweerder is niet langer mogelijk. Deze mogelijkheid blijft wel nog bestaan wanneer alle partijen het eens zijn met deze overheveling of wanneer de verweerder woonachtig is in een faciliteitengemeente.
Nr. 55 VAN DE HEER LAEREMANS
Art. 49
Dit artikel doen vervallen.
Verantwoording
Het voorziene artikel 49 voorziet een ernstige uitbreiding van de faciliteiten in de zes randgemeenten en een al te verregaande inperking van de rechter om de taalwijziging te weigeren. De indiener van dit amendement wenst de huidige regeling en de ruimere discretionaire bevoegdheid van de rechter te behouden.
Nr. 56 VAN DE HEER LAEREMANS
Art. 49/1 (nieuw)
Een artikel 49/1 invoegen, luidende :
« Art. 49/1. Artikel 12 van dezelfde wet wordt aangevuld met een tweede lid, luidende :
« De ambtenaren van het openbaar ministerie van het gerechtelijk arrondissement Brussel-Hoofdstad maken voor hun daden van rechtsvervolging en van onderzoek gebruik van het Frans, indien de verdachte in het Frans taalgebied woonachtig is; van het Nederlands, indien de verdachte in het Nederlands taalgebied woonachtig is; van het Frans of het Nederlands, indien de verdachte woonachtig is in het arrondissement Brussel-Hoofdstad, naar gelang hij zich, voor zijn verklaringen, in het onderzoek, en bij ontstentenis hiervan, in het vooronderzoek, van een of andere dezer talen heeft bediend. In alle andere gevallen wordt, volgens de noodwendigheden der zaak, het Frans of het Nederlands gebruikt. » ». »
Verantwoording
Artikel 12 van de wet Taalgebruik Gerechtszaken voorzag nog geen specifieke regeling voor het taalgebruik voor de rechtsvervolging en het onderzoek in Brussel. Dit wordt bepaald op basis van de woonplaats van de verdachte indien hij buiten Brussel woont. Voor Brusselaars geldt de keuze van de verdachte, onverminderd zijn recht om een taalwijziging te vragen, conform artikel 16 van de wet. Bij gebreke van deze keuze wordt naar de andere elementen van het dossier gekeken.
Nr. 57 VAN DE HEER LAEREMANS
Art. 50
Dit artikel doen vervallen.
Verantwoording
De indiener van dit amendement wijst de versoepeling van de mogelijkheid tot taalwijzing, resoluut af. Deze regeling verhindert de totstandkoming van een autonome Vlaamse Justitie.
Nr. 58 VAN DE HEER LAEREMANS
Art. 51
Dit artikel doen vervallen.
Verantwoording
De indiener van dit amendement wijst de versoepeling van de taalwijzing, ten gunste van de Franstaligen, resoluut af. De huidige regeling is meer dan royaal genoeg.
Nr. 59 VAN DE HEER LAEREMANS
Art. 52
Dit artikel doen vervallen.
Verantwoording
De indiener van dit amendement wijst de versoepeling van de taalwijzing, ten gunste van de Franstaligen, resoluut af. Zie verantwoording bij amendement nr. 40.
Nr. 60 VAN DE HEER LAEREMANS
Art. 53
Dit artikel vervangen door wat volgt :
« Art. 53. Artikel 15, gewijzigd bij de wet van 11 juli 1994 en de wet van 23 september 1985, wordt vervangen door wat volgt :
« Art. 15. — § 1. Voor de politierechtbanken van Halle en Vilvoorde wordt geheel de rechtspleging in het Nederlands gevoerd.
§ 2. Van deze regel wordt afgeweken wanneer de verdachte in de gemeente Drogenbos, Kraainem, Linkebeek, Sint-Genesius-Rode, Wemmel of Wezembeek-Oppem woonachtig is en daartoe het verzoek doet in de bij artikel 16, § 2, voorgeschreven vormen.
In dat geval draagt de rechter de zaak over aan een rechter benoemd in de Franstalige politierechtbank van Brussel, alsook aan zijn rechtbank. » »
Verantwoording
Artikel 15 wordt herschreven omdat de politierechtbanken van Halle en Vilvoorde niet langer behoren tot Brussel maar tot het, door de indiener van dit amendement voorgestelde, volwaardig gerechtelijk arrondissement Halle-Vilvoorde.
De bestaande eentaligheid van deze rechtbanken in Halle-Vilvoorde wordt bevestigd. Ook de toepassing van de faciliteitenregeling voor inwoners van de zes faciliteitengemeenten rond Brussel blijft bestaan.
Nr. 61 VAN DE HEER LAEREMANS
Art. 53/1 (nieuw)
Een artikel 53/1 invoegen, luidende :
« Art. 53/1. In artikel 16 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1º paragraaf 1 wordt vervangen door de volgende bepaling :
« § 1. In het arrondissement Brussel is de Nederlandstalige politierechtbank of correctionele rechtbank bevoegd wanneer de verdachte in het Nederlandse taalgebied woont; de Franstalige politierechtbank of correctionele rechtbank is bevoegd wanneer de verdachte in het Franse taalgebied woont.
Indien de verdachte woonachtig is in een gemeente van het gerechtelijk arrondissement Brussel-Hoofdstad, wordt de bevoegdheid van de politierechtbank of de correctionele rechtbank bepaald door de taal waarin hij zijn verklaringen in het onderzoek en, bij ontstentenis hiervan, in het vooronderzoek, heeft afgelegd. In alle andere gevallen is, volgens de noodwendigheden van de zaak, de Nederlandstalige of de Franstalige politierechtbank of correctionele rechtbank bevoegd. »;
2º paragraaf 2, vijfde lid, wordt vervangen door het volgende lid :
« Wanneer de verdachte de taal van de rechtspleging niet begrijpt, zal dit feit vermeld worden in het proces-verbaal van de onderzoeksmagistraat of op het zittingsblad der terechtzitting. Indien de verdachte de taal van de andere rechtbank wel begrijpt, wordt de zaak ambtshalve naar de anderstalige rechtbank verwezen. Anders wordt een beroep gedaan op een tolk. » ».
Verantwoording
In artikel 16 wordt de bevoegdheid geregeld van de Nederlandstalige versus de Franstalige correctionele en politierechtbanken in Brussel op basis van de woonplaats (verdachten buiten Brussel) of de gebruikte taal tijdens het onderzoek. Ook een ambtshalve doorverwijzing behoort tot de mogelijkheden, maar indien de verdachte een derde taal spreekt, wordt beroep gedaan op een tolk.
Nr. 62 VAN DE HEER LAEREMANS
Art. 53/2 (nieuw)
Een artikel 53/2 invoegen, luidende :
« Art. 53/2. Artikel 23bis van dezelfde wet wordt vervangen door volgende bepaling :
« Art. 23bis. Voor de strafuitvoeringsrechtbanken in de rechtsgebieden van de hoven van beroep te Antwerpen, te Gent en te Leuven en voor de Nederlandstalige strafuitvoeringsrechtbank in het rechtsgebied van het hof van beroep te Brussel wordt de rechtspleging in het Nederlands gevoerd.
Voor de strafuitvoeringsrechtbanken in de rechtsgebieden van de hoven van beroep te Bergen en te Luik en voor de Franstalige strafuitvoeringsrechtbank in het rechtsgebied van het hof van beroep te Brussel wordt de rechtspleging in het Frans gevoerd, behoudens de in artikel 23ter, tweede lid, bepaalde uitzondering. » ». »
Verantwoording
Dit is een logisch gevolg van de door de indiener voorgestelde creatie van het hof van beroep van Leuven en de oprichting van een Nederlandstalige en een Franstalige strafuitvoeringsrechtbank in Brussel.
Nr. 63 VAN DE HEER LAEREMANS
Art. 56
Dit artikel doen vervallen.
Verantwoording
Het gerechtelijk arrondissement Brussel dient gesplitst te worden in twee volwaardige gerechtelijke arrondissementen, zijnde Halle-Vilvoorde en Brussel. De indiener neemt geen genoegen met de oprichting van een administratief arrondissement Halle-Vilvoorde.
Nr. 64 VAN DE HEER LAEREMANS
Art. 57
Dit artikel vervangen door wat volgt :
« Art. 57. In artikel 43 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1º in paragraaf 2, eerste lid, worden de woorden « in het arrondissement Leuven » vervangen door de woorden « in de provincie Vlaams-Brabant »;
2º in diezelfde paragraaf 2 worden een vierde en een vijfde lid toegevoegd, luidende :
« Voor de toepassing van de beroepsprocedure zoals bepaald in artikel 2, § 2, worden in de rechtbank van eerste aanleg van Halle-Vilvoorde twee of meer werkende en twee plaatsvervangende rechters of toegevoegde rechters benoemd, die op grond van het in artikel 43quinquies, § 2, vierde lid, bedoelde examen het bewijs hebben geleverd van de kennis van de Franse taal.
Voor de behandeling van de gevallen bedoeld in de artikelen 7bis, § 2, en 15, tweede lid, worden in de politierechtbanken te Halle of te Vilvoorde een of meer werkende en plaatsvervangende rechters of toegevoegde rechters benoemd, die op grond van het in artikel 43quinquies, derde lid, bedoelde examen het bewijs hebben geleverd van de kennis van de Franse taal. »;
3º paragraaf 3 wordt opgeheven;
4º paragraaf 4, eerste lid, vervangen bij de wet van 10 oktober 1967, wordt vervangen door wat volgt :
« § 4. In het arrondissement Brussel kan niemand tot het ambt van voorzitter van de Nederlandstalige of Franstalige rechtbanken van eerste aanleg of koophandel of van de arbeids- of politierechtbanken of van procureur des Konings, arbeidsauditeur, werkend of plaatsvervangend vrederechter benoemd worden, indien hij niet bewijst Nederlands en Frans te kennen op grond van het in artikel 43quinquies, § 1, vierde lid, bedoelde examen. »;
5º paragraaf 4, tweede en derde lid, ingevoegd bij de wet van 22 december 1998 en gewijzigd bij de wet van 17 juli 2000, wordt vervangen door wat volgt :
« In de Nederlandstalige rechtbanken van eerste aanleg, de arbeidsrechtbanken en de rechtbanken van koophandel in het arrondissement Brussel kan niemand benoemd worden tot het ambt van voorzitter, ondervoorzitter, rechter of plaatsvervangend rechter, indien uit zijn diploma niet blijkt dat hij de examens van het licentiaat in de rechten in het Nederlands heeft afgelegd.
In de Franstalige rechtbanken van eerste aanleg, de arbeidsrechtbanken en de rechtbanken van koophandel in het arrondissement Brussel kan niemand benoemd worden tot het ambt van voorzitter, ondervoorzitter, rechter of plaatsvervangend rechter, indien uit zijn diploma niet blijkt dat hij de examens van het licentiaat in de rechten in het Frans heeft afgelegd.
Bovendien moeten de opeenvolgende procureurs des Konings, alsook de hoogste eerste substituut in rang en de opeenvolgende arbeidsauditeurs, luidens hun diploma, behoren tot een verschillend taalstelsel. »;
6º paragraaf 4bis wordt opgeheven;
7º in paragraaf 5, gewijzigd bij de wetten van 10 oktober 1967, 15 juli 1970, 23 september 1985 en 4 augustus 1986, worden het eerste tot het derde lid vervangen door de volgende vier leden :
« In de Nederlandstalige en Franstalige rechtbanken van eerste aanleg, de arbeidsrechtbanken en de rechtbanken van koophandel die hun zetel hebben te Brussel, zijn ten minste een derde magistraten die het bewijs leveren van ten minste een voldoende kennis van respectievelijk de Franse of de Nederlandse taal op grond van het in artikel 43quinquies, § 1, derde lid, bedoelde examen. Elk alleenzetelend magistraat in deze rechtbanken dient een voldoende kennis te bewijzen van de andere taal dan diegene in welke hij zijn examens van het licentiaat in de rechten heeft afgelegd; in kamers met drie rechters dient ten minste een van de rechters deze voldoende kennis van de andere taal te bewijzen.
In het parket van de procureur des Konings en het parket van de arbeidsauditeur zijn ten minste een vierde magistraten die door hun diploma bewijzen dat zij de examens van het licentiaat in de rechten in het Frans hebben afgelegd, en ten minste een vierde magistraten die door hun diploma bewijzen dat zij de examens van het licentiaat in de rechten in het Nederlands hebben afgelegd.
Niemand kan benoemd of aangesteld worden in het parket van de procureur des Konings of de arbeidsauditeur te Brussel, indien hij niet minstens het bewijs levert van de passieve kennis van de andere landstaal, zoals bedoeld in artikel 43quinquies, § 1, tweede lid. Bovendien moet twee derden van alle magistraten van het Brussels parket en van het arbeidsauditoraat het bewijs leveren van een voldoende kennis van de Nederlandse en de Franse taal, op grond van het in artikel 43quinquies, § 1, derde lid, bedoelde examen.
In elke sectie van het parket bij de Franstalige rechtbanken met zetel te Brussel, is ten minste een eerste substituut-procureur des Konings of een substituut-procureur des Konings werkzaam die door zijn diploma bewijst dat hij de examens van het licentiaat in de rechten in het Nederlands heeft afgelegd. Bovendien moeten twee substituut-procureurs des Konings, gespecialiseerd in fiscale aangelegenheden, door hun diploma bewijzen dat zij de examens van het licentiaat in de rechten, de ene in het Nederlands, de andere in het Frans, hebben afgelegd. »;
8º paragraaf 12, eerste lid, wordt opgeheven;
9º in paragraaf 12 worden in het tweede lid, dat het eerste lid wordt, de woorden « buiten die voorzien in de vorige alinea » geschrapt. ». »
Verantwoording
2º Vermits de vredegerechten in Halle-Vilvoorde voortaan ressorteren onder deze rechtbank van eerste aanleg en beroep tegen Franstalige vonnissen gewezen jegens inwoners van de faciliteitengemeenten voortaan ook bij deze rechtbank terechtkomen, moeten enkele magistraten in deze nieuwe rechtbank in staat zijn in het Frans recht te spreken. Vandaar de vereiste grondige kennis van de andere landstaal. De regeling inzake de beschikbaarheid van een magistraat met kennis van de Franse taal in de politierechtbanken van Halle of Vilvoorde (met het oog op eventuele doorverwijzing naar Brussel) bestond reeds (§ 4bis) en wordt omwille van de samenhang naar deze paragraaf overgeheveld. Hier volstaat een voldoende kennis.
4º-7º De voorgestelde wijzigingen in paragraaf 4 van artikel 43 verduidelijken de logische taalvereisten voor de magistratuur in de rechtbanken van eerste aanleg, de arbeidsrechtbanken en de rechtbanken van koophandel in het gerechtelijk arrondissement Brussel.
De magistraten van de zetel bij zowel de Nederlandstalige als de Franstalige rechtbank dienen door middel van hun diploma te bewijzen dat zij het examen van licentiaat in de rechten respectievelijk in het Nederlands dan wel het Frans hebben afgelegd. Tevens dient een derde van deze magistraten te bewijzen dat zij over een voldoende functionele kennis van de andere taal beschikken, in de zin van artikel 43quinquies, § 1, derde lid, van de Taalwet in Gerechtszaken. Tot vandaag wordt twee derden vereist, maar door de splitsing in twee onafhankelijke rechtbanken, kan dit teruggebracht worden tot een derde bij elke rechtbank afzonderlijk. Indien het een alleenzetelende rechter betreft, dient die steeds over een voldoende functionele kennis van de andere taal te beschikken, in een kamer met drie rechters volstaat deze functionele kennis bij een van deze magistraten.
In het parket van Halle-Vilvoorde wordt voorzien in een strikte eentaligheid : deze magistraten bewijzen middels hun diploma dat zij het examen van licentiaat in de rechten in het Nederlands hebben afgelegd. Enkel voor de procureur des Konings en de arbeidsauditeur wordt voorzien in een grondige tweetaligheid.
Voor het parket van Brussel wordt verzekerd dat minstens een kwart van de parketmagistraten Nederlandstalig is. Tevens wordt voorzien dat twee derden van alle parketmagistraten een voldoende kennis van Nederlands en Frans dienen te bewijzen. Er bestaat geen aanleiding om de bestaande regeling af te zwakken, aangezien het parket uitsluitend werkzaam is in tweetalig gebied. Bovendien wordt de tweetaligheid vandaag reeds sterk uitgehold door de opvulling van de leegstaande kaders met behulp van zogeheten « toegevoegde magistraten », voor wie de verplichte taalkennis niet geldt.
Daarom worden een nieuw taalvereiste en een nieuw taalexamen ingevoerd : alle magistraten die worden benoemd of aangesteld bij het parket dienen minstens een passieve (schriftelijke en mondelinge) kennis van de andere landstaal te kunnen bewijzen, zodat zij minstens in staat zijn om documenten in de andere taal te lezen en eenvoudige mondelinge boodschappen te verstaan. Deze bepaling is ook van toepassing op de toegevoegde magistraten die vandaag reeds zijn ingeschakeld bij het Brussels parket. Ook zij moeten het examen inzake passieve taalkennis afleggen.
Ook wordt bepaald dat in elke sectie van het parket steeds een eerste substituut of substituut van de Nederlandse taalrol werkzaam is.
De bepaling waarbij de taalverhouding N/F afhankelijk is van het aantal kamers bij de rechtbank vervalt, vermits nu gewerkt wordt met twee aparte rechtbanken. Het ligt voor de hand dat de 50 % van het kader van parket en auditoraat die niet vooraf is toebedeeld aan een taalgroep vooral zal worden ingevuld door Franstalige magistraten, gezien het werkvolume aan Franstalige strafdossiers. Maar bij gebreke aan voldoende tweetalige kandidaten kunnen de vacatures ook worden opgevuld door tweetalige Nederlandstalige magistraten.
De indiener van dit amendement is het ten zeerste oneens met de afbouw van de tweetaligheidsverplichtingen bij het parket van 2/3 naar amper 1/3. Vermits Brussel een tweetalige stad is en het Brussels parket moet werken met zowel de Nederlandstalige als de Franstalige rechtbank én met Nederlandstalige en Franstalige politiemensen, blijft er nood aan een veralgemeende tweetaligheidsverplichting bij de parketmagistraten. Vermits de 1/3-regel « in globo » geldt en niet per taalgroep, blijft er nauwelijks enige stimulans over om Franstaligen aan te zetten een tweetaligheidsexamen af te leggen. Minstens zou men aan alle parketmagistraten een passieve kennis moeten opleggen van de andere landstaal, zodat men in staat zou zijn de anderstalige documenten en vonnissen te begrijpen.
Zo mogelijk nog erger is dat het Brussels parket in de toekomst altijd geleid zal worden door een Franstalige procureur, bijgestaan door een Nederlandstalige adjunct. Deze regeling is discriminatoir en haast racistisch, want ze houdt in dat een Nederlandstalige, hoe bekwaam hij ook is, in zijn eigen hoofdstad nooit nog kan doorgroeien tot het ambt van procureur des Konings. En dat het grootste en belangrijkste parket van het land, met jurisdictie over de internationale instellingen, nooit meer kan geleid worden door iemand die de taal spreekt van de meerderheid van het land.
Dit wordt verantwoord met het argument dat de procureur van Halle-Vilvoorde altijd een Nederlandstalige is, maar dit is een vals argument. Beide situaties zijn niet te vergelijken en kunnen dus onmogelijk aan mekaar gekoppeld worden. Brussel is immers de tweetalige hoofdstad van het land, waar Nederlandstaligen en Franstaligen op voet van gelijkheid zouden moeten staan. Vandaag zijn de taalrol van de procureur-generaal van Brussel en van de procureur aan mekaar gekoppeld : zij kunnen nooit van dezelfde taalrol zijn. Bovendien moet een Nederlandstalige altijd opgevolgd worden door een Franstalige en omgekeerd. In de toekomst zal het dus mogelijk zijn dat zowel de procureur als de procureur-generaal van Brussel Franstalig zullen zijn, zodat de Vlamingen veel minder vat zullen hebben op het veiligheidsbeleid in de hoofdstad.
Deze regeling is de zoveelste illustratie dat Brussel aan het verglijden is van een tweetalige stad naar een dominant Franstalige stad, waar de Nederlandstaligen gedegradeerd zijn tot tweederangsburgers.
De regels voor het Brussels parket gelden mutatis mutandis ook voor het arbeidsauditoraat. Een vijfde van de leden zal Nederlandstalig zijn en vier vijfde Franstalig. Dit betekent dat er drie Nederlandstalige parketmagistraten achterblijven in Brussel en dat de Franstaligen hun 12 magistraten kunnen behouden. Ook hier wordt de tweetaligheid afgebouwd naar 1/3 en krijgen we voorgoed een Franstalige auditeur. Onze kritiek op deze regeling is identiek aan onze reactie op de regeling voor het parket.
Het parket van Brussel-19 zal versterkt uit deze operatie komen. Momenteel heeft het parket een kader van 92 statutairen (61F-31N) en 29 toegevoegden (20F-9N) of een totaal van 121 mensen. In de praktijk zijn er evenwel al geruime tijd 20 statutaire plaatsen vacant (2 Nederlandstaligen en 18 Franstaligen). Op dit moment bedraagt het totaal aantal effectieven dus 101.
Aan Franstalige kant slaagt men er zeer moeilijk in om tweetalige parketmagistraten te vinden zodat aan de 2/3-verplichting kan voldaan worden. Momenteel zijn er 27 tweetalige Franstaligen op een Franstalig kader van 61 of een tekort van 14. Het systeem van toegevoegde magistraten werd trouwens gecreëerd om die tweetaligheidsverplichting te omzeilen. Met de nieuwe regeling (waarbij nog slechts 1/3 van alle parketmagistraten tweetalig moet zijn), zullen de Franstalige vacatures snel opgevuld kunnen worden : niemand van de nieuw aangeworvenen hoeft immers nog tweetalig te zijn.
Bij een volledig ingevuld kader zal Brussel over 97 parketmagistraten beschikken, nauwelijks 4 minder dan het huidige aantal. Maar door de afsplitsing van Halle-Vilvoorde zal het werkingsgebied natuurlijk veel kleiner zijn. Hopelijk zal dit in Brussel leiden tot een verhoogde efficiëntie en tot minder seponeringen.
Wij zijn op zich in ieder geval geen tegenstander van de relatieve versterking van het Brussels parket. Dit onderdeel komt overeen met ons eigen wetsvoorstel. Alleen hadden wij in een hoger percentage Nederlandstaligen voorzien (25 %), het behoud van de tweetaligheid op twee derde en een veralgemeende passieve kennis van de tweede landstaal.
Door de oprichting van een eigen, grotendeels Nederlandstalig parket in Halle-Vilvoorde stellen we vast dat het globale aantal Nederlandstalige parketmagistraten met dit akkoord niet zal dalen. Als onze interpretatie van de cijfers juist is, zullen we in Halle-Vilvoorde over 24 parketmagistraten beschikken en in Brussel over 19. Dat geeft 43 of 3 meer dan het huidige kader (5 meer dan het huidige aantal magistraten in functie). Maar ! Het gaat om voorlopige kaders : de kans is reëel dat het aantal Nederlandstalige parketmagistraten in Brussel over drie jaar zal dalen als blijkt dat er verhoudingsgewijs niet genoeg Nederlandstalige strafzaken zijn in Brussel. Dat kan voor ons niet. Voor de goede werking van het Brussels parket is 20 % Nederlandstaligen een absoluut minimum.
Grootste winnaar in dit verhaal zijn de Franstaligen. Hun kader wordt uitgebreid van 81 naar 83 (78 in Brussel en 5 in Halle-Vilvoorde), maar in werkelijkheid zal hun aantal stijgen van 63 naar 83. Een reële vooruitgang dus met 20 parketmagistraten of meer dan 30 %. Niemand van de nieuw aangestelden zal tweetalig moeten zijn. Ook in de toekomst hoeft het aantal tweetalige Franstaligen niet uitgebreid te worden, vermits men ervan kan uitgaan dat de Vlamingen (ook al zijn ze slechts met 20 %) het gros van de tweetaligen zullen leveren.
Bij het auditoraat stellen we een status quo vast aan Vlaamse kant (3 in Brussel en 4 in Halle-Vilvoorde) en een beperkte uitbreiding van het Franstalige kader (12 in Brussel en 1 in Halle-Vilvoorde of +1). Door de ondergraving van de tweetaligheidsverplichting en de versnelde opvulling van de kaders zal het aantal Franstalige effectieven stijgen van 9 naar 13.
Nr. 65 VAN DE HEER LAEREMANS
(Subsidiair op amendement nr. 64)
Art. 57
Het in het 5º voorgestelde artikel 43, § 4quater vervangen door wat volgt :
« § 4quater. In het gerechtelijk arrondissement Brussel moeten de opeenvolgende procureurs des Konings, luidens hun diploma, behoren tot een verschillend taalstelsel. ».
Verantwoording
De uitdrukkelijke bepaling dat de procureur des Konings van Brussel tot de « Franse taalrol » behoort en zijn adjunct tot de Nederlandse is niet alleen een breuk met de traditie dat de procureur-generaal van Brussel en de procureur steeds tot een verschillend taalstelsel behoren en dat de opeenvolgende Brusselse procureurs des Konings tot een verschillend taalstelsel behoren.
Veel erger is dat de Vlamingen hiermee op justitieel vlak definitief in een ondergeschikte rol worden geduwd : iemand met een Nederlandstalig diploma kan hierdoor nooit meer opklimmen tot het hoogste ambt. Dit is een aanfluiting van het tweetalig karakter van Brussel en van de gelijkwaardigheid van Nederlandstaligen en Franstaligen in de hoofdstad.
De Raad van State treedt deze kritiek bij en eist nu dat de wetgevende kamers deze bepaling zouden verantwoorden : « De wetgevende kamers moeten deze taalvereisten kunnen verantwoorden; deze hebben namelijk tot gevolg dat deze functies in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad uitsluitend worden voorbehouden aan magistraten van wie de taal van het diploma hetzij het Frans, hetzij het Nederlands is ».
Vermits deze discriminatie van Nederlandstalige parketmagistraten gewoon niet objectief kàn verantwoord worden, rest het Parlement slechts één mogelijkheid : deze vernederende willekeur schrappen en de oude, meer objectieve bepaling herstellen : de opeenvolgende procureurs des Konings moeten tot een verschillend taalstelsel behoren.
Overigens is de rol van een adjunct-procureur des Konings (en adjunct-arbeidsauditeur) overbodig aangezien de indiener van dit amendement een volledige, verticale splitsing van het huidige Brusselse parket wenst.
Nr. 66 VAN DE HEER LAEREMANS
(Subsidiair op amendement nr. 64)
Art. 57
Het 8º vervangen door wat volgt :
« 8º paragraaf 5 wordt aangevuld met drie leden, luidende :
« De Nederlandstalige en de Franstalige kaders van de politierechtbank, de arbeidsrechtbank en de rechtbank van eerste aanleg komen overeen met respectievelijk 33 % en 66 % van de bestaande kaders op het moment dat deze bepaling in werking treedt, vermeerderd met de toegevoegde magistraten.
De Nederlandstalige en de Franstalige kaders van de rechtbank van koophandel komen overeen met respectievelijk 40 % en 60 % van de bestaande kaders op het moment dat deze bepaling in werking treedt, vermeerderd met de toegevoegde magistraten.
Dezelfde kaders zijn van toepassing op de griffiers, op het personeel van de griffies en op het andere gerechtelijk personeel. Voor het personeel van de griffies en het ander gerechtelijk personeel stelt de Koning bij besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, het organiek kader vast. ».
Verantwoording
Het Vlaams Belang heeft maanden geleden reeds met onbetwistbare cijfers aangetoond dat deze verhouding allerminst gebaseerd is op objectieve gronden en uiterst nadelig is voor de Vlamingen. Nadien werd door de onderhandelaars zelf toegegeven dat zij tijdens de besprekingen niet over de juiste cijfers van het werkvolume beschikten. Het werkvolume van 30 tot 33 % Nederlandstalige dossiers versus 66 tot 70 % Franstalige dossiers komt overeen met de huidige wettelijke regeling dat minimum één derde van de magistraten Nederlandstalig moet zijn. Vlaamse magistraten en advocaten hebben terecht gewaarschuwd dat de inkrimping van het aantal Nederlandstaligen van 1/3 naar 1/5 zal leiden tot regelrechte chaos in de Nederlandstalige rechtbanken. Ook deze regeling is willekeurig, discriminatoir en vernederend. Het getuigt van een onvoorstelbare hoogmoed en arrogantie dat de octopuspartijen de verhoudingen intussen nog altijd niet hebben herzien en dat ze vorige week zelfs verhinderden dat de magistraten hieromtrent in de Kamer zouden gehoord worden.
De Raad van State is over de 20/80-regeling vlijmscherp : « De toelichting bij het wetsvoorstel bevat geen inlichtingen over de wijze waarop deze verdeelsleutels zijn vastgelegd. Indien het wetsvoorstel de gerechtelijke achterstand beoogt te bestrijden, moeten de wetgevende kamers kunnen aantonen dat de gekozen percentages in een redelijk verband staan met de nagestreefde doelstelling. In dit verband wordt gewezen op de eventuele aansprakelijkheid van de wetgevende macht ingeval de « redelijke termijn » wordt overschreden. »
De indiener van dit amendement legt de Nederlandstalige en de Franstalige kaders van de politierechtbank, de arbeidsrechtbank en de rechtbank van eerste aanleg vast op grond van de huidige, reële werklast, zijnde respectievelijk 33 en 66 %.
Nr. 67 VAN DE HEER LAEREMANS
Art. 57/1 (nieuw)
Een artikel 57/1 invoegen, luidende :
« Art. 57/1. In artikel 43bis van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 10 oktober 1967, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1º in paragraaf 2, gewijzigd bij de wet van 26 juni 1974, worden de woorden « en in het hof van beroep te Antwerpen » vervangen door de woorden « , in het hof van beroep te Antwerpen en in het hof van beroep te Leuven »;
2º in paragraaf 3, gewijzigd bij de wet van 23 september 1985, wordt het woord « dertien » telkens vervangen door het woord « tien »;
3º in dezelfde paragraaf wordt het derde lid vervangen door wat volgt :
« Niemand kan benoemd of aangesteld worden tot raadsheer bij het hof van beroep van Brussel indien hij niet minstens het bewijs levert van de passieve kennis van respectievelijk de Franse of de Nederlandse taal op grond van het in artikel 43quinquies, § 1, tweede lid, bedoelde examen. Bovendien moet ten minste twee derden van de raadsheren het bewijs leveren van een voldoende kennis van respectievelijk de Franse of de Nederlandse taal op grond van het in arti-kel 43quinquies, § 1, derde lid, bedoelde examen. »;
4º in paragraaf 4 wordt het derde lid vervangen door wat volgt :
« De procureur-generaal bij het hof van beroep te Brussel en de federale procureur behoren tot een verschillend taalstelsel. »;
5º in dezelfde paragraaf wordt tussen het achtste en het negende lid het volgende lid ingevoegd :
« In het parket-generaal van Brussel zijn ten minste een vierde magistraten die door hun diploma bewijzen dat zij de examens van het licentiaat in de rechten in het Frans hebben afgelegd, en ten minste een vierde magistraten die door hun diploma bewijzen dat zij de examens van het licentiaat in de rechten in het Nederlands hebben afgelegd. »;
6º in dezelfde paragraaf wordt het laatste lid vervangen door wat volgt :
« Niemand kan benoemd worden tot magistraat bij het parket van het hof van beroep van Brussel indien hij niet minstens het bewijs levert van de passieve kennis van respectievelijk de Franse of de Nederlandse taal op grond van het in artikel 43quinquies, § 1, tweede lid, bedoelde examen. Bovendien moet ten minste twee derden van de parketmagistraten het bewijs leveren van een voldoende kennis van respectievelijk de Franse of de Nederlandse taal op grond van het in artikel 43quinquies, § 1, derde lid, bedoelde examen. » ». »
Verantwoording
Artikel 43bis van de wet op het taalgebruik in gerechtszaken dat handelt over de taalkennis en de taalverhoudingen binnen de hoven van beroep, wordt aangepast aan de nieuwe omstandigheden. Zo wordt rekening gehouden met de creatie van het hof van beroep van Leuven en met de inperking van het aantal magistraten bij het hof van beroep van Brussel, dat enkel nog bevoegd is voor de 19 Brusselse gemeenten.
Minstens een kwart van deze Brusselse magistraten (zetel en parket) dient Nederlandstalig te zijn. Anderzijds moet twee derden van alle magistraten bij het hof van beroep het bewijs leveren van de kennis van de andere landstaal. Het is niet meer dan logisch dat het gros van de magistraten van het hof van beroep van Brussel, die moeten waken over de eenheid van rechtspraak in de beide Brusselse rechtbanken, een voldoende kennis bezitten van de beide landstalen. Alle magistraten bij zetel en parket dienen minstens het bewijs te leveren van de passieve (mondelinge en schriftelijke) kennis van de andere landstaal via het nieuw ingevoerde examen.
De pariteit in het College van procureurs-generaal (aangevuld met de federale procureur) wordt geschrapt, vermits dat orgaan voortaan uit zeven leden bestaat. Tegelijk wordt erin voorzien dat de federale procureur en de procureur-generaal van Brussel van een wisselend taalstelsel zijn. Binnen het College van procureurs-generaal zijn er op die manier steeds drie Franstaligen en vier Nederlandstaligen.
Nr. 68 VAN DE HEER LAEREMANS
Art. 57/2 (nieuw)
Een artikel 57/2 invoegen, luidende :
« Art. 57/2. In artikel 43ter van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 10 oktober 1967, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1º in paragraaf 2, gewijzigd bij de wet van 26 juni 1974, worden de woorden « en in het arbeidshof te Antwerpen » vervangen door de woorden « , in het arbeidshof te Antwerpen en in het arbeidshof te Leuven »;
2º in paragraaf 3, gewijzigd bij de wet van 23 september 1985, wordt voor het eerste lid een lid toegevoegd, luidende :
« In het arbeidshof van Brussel en bij het auditoraat-generaal zijn ten minste een vierde magistraten die door hun diploma bewijzen dat zij de examens van het licentiaat in de rechten in het Frans hebben afgelegd, en ten minste een vierde magistraten die door hun diploma bewijzen dat zij de examens van het licentiaat in de rechten in het Nederlands hebben afgelegd. »;
3º in paragraaf 3wordt het tweede lid, dat het derde lid is geworden, vervangen door wat volgt :
« Niemand kan benoemd worden tot magistraat bij het arbeidshof van Brussel indien hij niet minstens het bewijs levert van de passieve kennis van respectievelijk de Franse of de Nederlandse taal op grond van het in artikel 43 quinquies, § 1, tweede lid, bedoelde examen.
Bovendien moet ten minste twee derden van de magistraten bij het auditoraat-generaal en twee derden van de raadsheren het bewijs leveren van een voldoende kennis van respectievelijk de Franse of de Nederlandse taal op grond van het in artikel 43quinquies, § 1, derde lid, bedoelde exa-men. »
Verantwoording
Ook in het arbeidshof van Brussel moeten twee derden van de leden het bewijs leveren van de kennis van de andere landstaal en moeten alle nieuwe magistraten de passieve kennis van de andere landstaal aantonen.
Nr. 69 VAN DE HEER LAEREMANS
Art. 57/3 (nieuw)
Een artikel 57/3 invoegen, luidende :
« Art. 57/3. Artikel 43quinquies van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 18 juli 2002, wordt vervangen door wat volgt :
« Art. 43quinquies. § 1. De kennis van de andere taal dan die waarin de examens van het licentiaat in de rechten werden afgelegd, wordt bewezen door te slagen voor een examen, aangepast aan de vereisten van de betrokken functie, al naargelang deze al dan niet een passieve, deels actieve of actieve taalkennis inhoudt. Daartoe wordt voorzien in drie soorten examens.
Het eerste examen is een examen handelend over zowel de passieve mondelinge als de passieve schriftelijke kennis van de andere taal. Het bewijs van deze kennis wordt vereist, onverminderd hetgeen is bepaald in het volgende lid, in al die gevallen waarin deze wet de passieve kennis van de andere taal vereist.
Het tweede examen is een examen handelend over zowel de actieve en passieve mondelinge kennis als de passieve schriftelijke kennis van de andere taal. Het bewijs van deze kennis wordt vereist, onverminderd hetgeen is bepaald in het volgende lid, in al die gevallen waarin deze wet de kennis van de andere taal vereist.
Het derde examen is een examen handelend over zowel de actieve en passieve mondelinge kennis als de actieve en passieve schriftelijke kennis van de andere taal. Het bewijs van deze kennis wordt vereist in hoofde van de magistraten bedoeld in de artikelen 43, § 4, eerste lid, 43, § 4bis, tweede lid, 43bis, § 4, eerste lid, 45bis en 49, § 2, eerste en derde lid, evenals in hoofde van de magistraten die, overeenkomstig artikel 43, § 5, vierde en vijfde lid, de procedure voortzetten, alsook in hoofde van de magistraten bedoeld in de artikelen 43bis, § 1, tweede lid, 43bis, § 3, derde lid, 43ter, § 1, tweede lid, 43ter, § 3, tweede lid, 43quater, vierde lid, 46 en 49, § 3, wanneer zij, overeenkomstig de bepalingen van deze wet, zetelen in de andere taal dan de taal van hun diploma en in hoofde van de vrederechters bedoeld in artikel 7, § 1bis. Diezelfde kennis van het tweede type wordt vereist in hoofde van de magistraten die tijdelijk de functie uitoefenen van de korpsoversten waarvoor de kennis van de andere taal wordt vereist. »
Verantwoording
In artikel 43quinquies wordt een nieuw taalexamen ingevoegd, waarmee de louter passieve schriftelijke en mondelinge kennis kan worden aangetoond. Dit wordt in de eerste plaats ingevoerd voor de Brusselse parketmagistraten en de magistraten bij het Brussels hof van beroep en arbeidshof.
Nr. 70 VAN DE HEER LAEREMANS
Art. 58
Dit artikel vervangen door wat volgt :
« Art. 58. In artikel 53 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wetten van 20 december 1957, 15 februari 1961, 9 augustus 1963, 23 september 1985, 11 juli 1994 en 21 december 1994, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1º paragraaf 1, eerste lid, wordt vervangen door de volgende bepaling :
« Niemand kan worden benoemd tot het ambt van griffier bij een in artikel 1 vermeld rechtscollege, indien hij het bewijs niet levert van de kennis van het Frans. »;
2º paragraaf 1, derde lid, wordt opgeheven;
3º paragraaf 2, eerste lid, wordt vervangen door de volgende bepaling :
« Niemand kan worden benoemd tot het ambt van griffier bij een in artikel 2 vermeld rechtscollege, indien hij het bewijs niet levert van de kennis van het Nederlands. »;
4º in paragraaf 2, tweede lid, wordt de eerste zin opgeheven;
5º paragraaf 3, eerste lid, wordt vervangen als volgt :
« Bij de Nederlandstalige en Franstalige rechtbanken in het arrondissement Brussel dient de helft van de griffiers het bewijs te leveren van de kennis van beide landstalen. »;
6º in paragraaf 3 worden het tweede en het derde lid opgeheven;
7º paragraaf 3, vierde lid, wordt vervangen als volgt :
« Niemand kan benoemd worden bij het hof van beroep of het arbeidshof in het gerechtelijk arrondissement Brussel zonder het bewijs te leveren van de kennis van het Nederlands en het Frans.
Minstens een vierde van de griffiers dient het bewijs te leveren te behoren, luidens hun diploma, tot het Nederlandse taalstelsel. Minstens een vierde van de griffiers dient het bewijs te leveren te behoren, luidens hun diploma, tot het Franse taalstelsel. ». »
Verantwoording
Dit amendement handelt over de taalverhoudingen en de vereiste taalkennis bij de griffiers. Deze vereisten worden aangepast aan de invoering van eentalige rechtbanken. Vandaag moeten alle griffiers van de rechtbanken (met uitzondering van de hoven) het bewijs leveren van de kennis van de beide landstalen. Dit wordt teruggebracht tot de helft en niet tot een derde zoals voorgesteld door de indieners van het wetsvoorstel in de Kamer.
Bij het tweetalige hof van beroep geldt voortaan dat alle griffiers dit bewijs leveren. Vandaag moet slechts de helft dit doen, maar dit wordt verklaard doordat het rechtsgebied van het hof van beroep ook de eentalige provincies Vlaams- en Waals-Brabant omvat.
De bestaande regel dat bij het hof van beroep minstens een vierde van de griffiers moet beschikken over een Nederlandstalig diploma en minstens een vierde over een Franstalig, wordt gehandhaafd. De rest wordt ingevuld op basis van examens en bewijs van taalkennis.
Voorts worden middels dit artikel enkele gedateerde bepalingen opgeheven. Er bestaan immers niet langer Vlaamse kamers in het hof van beroep te Luik, noch een Franse kamer bij het hof van beroep te Gent.
Nr. 71 VAN DE HEER LAEREMANS
Artt. 60/1 tot 60/3 (nieuw)
Een hoofdstuk 4/1 invoegen dat de artikelen 60/1 tot 60/3 bevat, luidende :
« Hoofdstuk 4/1. Wijzigingen van de wet van 3 april 1953 betreffende de rechterlijke inrichting
Artikel 60/1
In de tabel die voorkomt in artikel 1 van de wet van 3 april 1953, laatst gewijzigd bij de wet van 25 april 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
A) er wordt een nieuwe zetel toegevoegd :
« Leuven : een eerste voorzitter, negen kamervoorzitters, vijfentwintig raadsheren, tweeëntwintig plaatsvervangende raadsheren, een procureur-generaal, negen advocaten-generaal, zeven substituten-procureur-generaal, een hoofdgriffier, twee griffiers-hoofden van dienst, twintig griffiers »;
B) de zetel Antwerpen wordt vervangen door :
« Antwerpen : een eerste voorzitter, tien kamervoorzitters, negenentwintig raadsheren, zesentwintig plaatsvervangende raadsheren, een procureur-generaal, tien advocaten-generaal, zeven substituten-procureur-generaal, een hoofdgriffier, twee griffiers-hoofden van dienst, vierentwintig griffiers »;
C) de zetel Brussel wordt vervangen door :
« Brussel : een eerste voorzitter, negen kamervoorzitters, zesentwintig raadsheren, tweeëndertig plaatsvervangende raadsheren, een procureur-generaal, tien advocaten-generaal, acht substituten-procureur-generaal, een hoofdgriffier, twee griffiers-hoofden van dienst, twintig griffiers »;
D) de zetel Bergen wordt vervangen door :
« Bergen : een eerste voorzitter, acht kamervoorzitters, vierentwintig raadsheren, tweeëntwintig plaatsvervangende raadsheren, een procureur-generaal, negen advocaten-generaal, zeven substituten-procureur-generaal, een hoofdgriffier, twee griffiers-hoofden van dienst, twintig griffiers ». ».
Art. 60/2
In tabel III van de bijlage bij de wet van 3 april 1953 betreffende de rechterlijke inrichting, gewijzigd bij de wetten van 11 juli 1994, 27 december 1994, 21 november 1996, 20 juli 1998, 28 maart 2000, 16 juli 2002, 11 maart 2004, 14 december 2004 en 12 maart 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
A) er wordt een nieuwe zetel toegevoegd :
« Zetel Halle-Vilvoorde : een voorzitter, drie ondervoorzitters, zestien rechters, vijf plaatsvervangende rechters, een procureur des Konings, zeventien substituten-procureur des Konings, een hoofdgriffier »;
B) de zetel Brussel wordt vervangen door :
« Zetel Brussel-Nederlandstalig : een voorzitter, drie ondervoorzitters, zestien rechters, vier plaatsvervangende rechters, een hoofdgriffier;
Zetel Brussel-Franstalig : een voorzitter, elf ondervoorzitters, achtenvijftig rechters, zeventien plaatsvervangende rechters, een hoofdgriffier;
Parket Brussel : een procureur des Konings, tachtig substituten-procureur des Konings ». ».
Art. 60/3
In de tabel « Aantal eerste-substituut-procureurs des Konings in de rechtbanken van eerste aanleg » van de bijlage bij dezelfde wet, gewijzigd bij de wetten van 20 juli 1998, 11 maart 2004, en 14 december 2004, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
A) er wordt een nieuwe zetel toegevoegd :
« Zetel Halle-Vilvoorde : vijf »;
B) de zetel Brussel wordt vervangen door :
« Parket Brussel : zeventwintig ». ».
Verantwoording
Dit amendement past de kaders van de rechtscolleges en de personeelsformaties van tal van rechtbanken en hoven aan ten gevolge van de voorgestelde wetswijzigingen in andere amendementen van deze indiener.
Enkel de kaders die vastliggen bij wet worden in dit amendement beoogd; de Koning zal de kaders (onder meer de parketsecretariaten) die vastgelegd zijn bij koninklijk besluit ingevolge de andere amendementen aanpassen.
1. Op het niveau van de ressorten
Het hof van beroep van Brussel verliest ten gevolge van de inperking van het territorium zesentwintig raadsheren (vijf Franstalige en eenentwintig Nederlandstalige), acht magistraten bij het parket-generaal (zeven Nederlandstaligen, één Franstalige), drie raadsheren bij het arbeidshof (één Franstalige en twee Nederlandstalige) en één Nederlandstalige magistraat bij het auditoraat-generaal. Dit is verhoudingsgewijs een zeer beperkte terugval : hof van beroep en arbeidshof behouden samen immers zevenenzestig van de honderdenvijf magistraten of 64 %, ondanks de vermindering van de bevolking met ruim 57 % (van 2 482 000 naar 1 053 000).
Het hof van beroep van Antwerpen verliest veertien raadsheren, zes magistraten bij het parket-generaal, vier raadsheren bij het arbeidshof en twee magistraten bij het auditoraat-generaal.
Leuven krijgt vijfendertig raadsheren (veertien van Antwerpen en eenentwintig van Brussel), zeventien magistraten voor het parket-generaal (zes van Antwerpen, zeven van Brussel en vier nieuwe), acht raadsheren bij het arbeidshof (vier van Antwerpen, twee van Brussel en twee nieuwe) en vier magistraten bij het auditoraat-generaal (twee van Antwerpen, een van Brussel en een nieuwe).
Bergen krijgt er vijf raadsheren bij, een parketmagistraat en een extra raadsheer in het arbeidshof.
In totaal vergt de creatie van het hof van beroep van Leuven dus de aanwerving van zeven nieuwe (uiteraard Nederlandstalige) magistraten.
2. Op het niveau van eerste aanleg
Rechtbank van eerste aanleg — zetel
Het aantal Franstalige magistraten blijft op zeventig. Vijftien van de vijfendertig Nederlandstaligen vertrekken naar Halle-Vilvoorde en worden daar versterkt met vijf extra rechters. De Nederlandstalige rechtbank van Brussel en deze van Halle-Vilvoorde en Leuven zijn met twintig magistraten even groot.
Het percentage Nederlandstalige magistraten wordt zo op 36 % gebracht, waardoor het tekort aan Nederlandstalige magistraten (nu slechts 33 % !) wordt gemilderd. Bij deze verdeling wordt geen rekening gehouden met het contingent van achtendertig toegevoegde magistraten die momenteel werkzaam zijn bij de rechtbanken van eerste aanleg en koophandel omdat er onduidelijkheid bestaat over hun taalaanhorigheid.
Parket
Het actuele kader bedraagt tweeënnegentig magistraten, waarvan eenendertig Nederlandstalig en tweeënzestig Franstalig. Omwille van de tweetaligheidsvereisten (nochtans versoepeld onder minister Verwilghen) raken deze kaders niet opgevuld (cf. schriftelijke vraag van 1 maart 2010 van Bart Laeremans : vacature voor twee Nederlandstaligen en zeventien Franstaligen). Dit tekort van negentien magistraten wordt momenteel ruimschoots gecompenseerd met een leger van zevenentwintig toegevoegde parketmagistraten. De taalwetgeving wordt hiermee op een grootschalige wijze omzeild.
In huidig voorstel worden elf (van de eenendertig) Nederlandstalige parketmagistraten vanuit Brussel overgeheveld naar Halle-Vilvoorde. Ze krijgen er zeven nieuwe collega's bij, zodat het parket even groot wordt als dat van Leuven. Deze kunnen worden aangeleverd uit het contingent toegevoegden.
Het nieuwe Brusselse parket behoudt een kader van eenentachtig magistraten, aangevuld met toegevoegden. Minstens een vierde daarvan moet Nederlandstalig zijn, een vierde Franstalig. De rest wordt opgevuld volgens het werkvolume maar dat wordt gecorrigeerd indien er onvoldoende kandidaten van een taalgroep slagen voor een taalexamen. Dit verandert dus ten opzichte van vandaag, waar bij het vaste kader de verhoudingen op 61/31 liggen.
Indien alle kaders worden opgevuld en er wordt een contingent gehandhaafd van twintig toegevoegden, dan blijft het aantal parketmagistraten in Brussel met honderdeneen mensen even hoog als het actuele aantal magistraten (drieënzeventig in het kader en zevenentwintig toegevoegden), ondanks de drastische inperking van het grondgebied en het aantal inwoners waarover het bevoegd is. De versterking van het Brussels parket is een uitdrukkelijke politieke keuze, gezien de zeer hoge criminaliteit in Brussel.
Arbeidsrechtbank
De nieuwe Franstalige arbeidsrechtbank behoudt zeventien magistraten (status-quo), de Nederlandstalige arbeidsrechtbank van Brussel krijgt er vijf en deze van Halle-Vilvoorde zes (houdt het midden tussen Gent en Leuven). Dat betekent dat er twee Nederlandstalige magistraten bijkomen.
Het auditoraat van Brussel wordt verminderd tot zestien leden (min drie), waarvan minstens een vierde Nederlandstalig en een vierde Franstalig. De rest wordt opgevuld op basis van werkvolume en taalexamens, zoals bij het parket. In Halle-Vilvoorde telt het auditoraat vier leden (houdt het midden tussen Leuven en Gent), zodat er één extra magistraat moet worden aangeworven.
Rechtbank van koophandel
In de rechtbank van koophandel wordt het aantal Nederlandstalige magistraten netjes opgedeeld over de Nederlandstalige rechtbank van Brussel (vijf) en deze van Halle-Vilvoorde (zes). In Halle-Vilvoorde zal het aantal magistraten dus even hoog liggen als in Gent. Dat is verantwoord, gezien de hoge economische activiteitsgraad in Halle-Vilvoorde. Er moeten dus geen extra magistraten worden aangeworven.
In totaal noodzaakt de creatie van een nieuw arrondissement Halle-Vilvoorde dus de uitbreiding van de globale kaders met acht plaatsen voor Nederlandstalige magistraten (weliswaar met behoud van het contingent van zevenentwintig toegevoegde magistraten en de volledige opvulling van de kaders van het parket). Het nieuwe arrondissement Halle-Vilvoorde zal vierenvijftig magistraten tellen of zes meer dan Leuven.
De rechtbanken van Brussel behouden met tweehonderdzevenenveertig magistraten 90 % van hun effectieven (tweehonderdvierenzeventig vandaag, reële cijfers), ondanks de vermindering van het aantal rechtsonderhorigen met 36 % (van 1 633 000 naar 1 053 000).
De beperkte stijging van het aantal Nederlandstalige magistraten op het niveau van het hof van beroep en van eerste aanleg, die het gevolg is van de oprichting van de nieuwe rechtbanken (in totaal + 15), is meer dan verantwoord. Vandaag is immers slechts 55 % van de magistraten van de zetel en 53 % van de parketmagistraten Nederlandstalig, terwijl de Vlamingen toch ruim 60 % van de bevolking vertegenwoordigen.
Nr. 72 VAN DE HEER LAEREMANS
Art. 60/4 (nieuw)
Een hoofdstuk 4/2 invoegen dat artikel 60/4 bevat, luidende :
« Hoofdstuk 4/2. Wijzigingen van de wet van 7 juli 1969 tot vaststelling van de personeelsformatie van de arbeidshoven en -rechtbanken
Art. 60/4
In artikel 1 van de wet van 7 juli 1969 tot vaststelling van de personeelsformatie van de arbeidshoven en -rechtbanken, in de tabel « Arbeidshoven », vervangen bij de wet van 12 januari 1993, en in de tabel « Arbeidsrechtbanken », vervangen bij de wet van 6 juli 1967 en gewijzigd bij de wetten van 13 november 1979, 23 september 1985, 23 juni 1989, 28 december 1990, 12 januari 1993, 27 december 2006 en 25 april 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
A) in de tabel « Arbeidshoven » wordt een nieuwe zetel toegevoegd :
« Leuven : een eerste voorzitter, twee voorzitters, vijf raadsheren, twee advocaten-generaal, twee substituten-generaal, een hoofdgriffier, een griffier-hoofd van dienst, acht griffiers »;
B) in de tabel « Arbeidshoven » wordt de zetel Antwerpen vervangen door :
« Zetel Antwerpen : een eerste voorzitter, twee voorzitters, vijf raadsheren, twee advocaten-generaal, twee substituten-generaal, een hoofdgriffier, een griffier-hoofd van dienst, acht griffiers »;
C) in de tabel « Arbeidshoven » wordt de zetel Brussel vervangen door :
« Zetel Brussel : een eerste voorzitter, twee voorzitters, vijf raadsheren, twee advocaten-generaal, twee substituten-generaal, een hoofdgriffier, een griffier-hoofd van dienst, zeven griffiers »;
D) in de tabel « Arbeidshoven » wordt de zetel Bergen vervangen door :
« Zetel Bergen : een eerste voorzitter, twee voorzitters, vijf raadsheren, twee advocaten-generaal, twee substituten-generaal, een hoofdgriffier, een griffier-hoofd van dienst, acht griffiers »;
E) in de tabel « Arbeidsrechtbanken » wordt een nieuwe zetel toegevoegd :
« Halle-Vilvoorde : een voorzitter, een ondervoorzitter, vier rechters, een arbeidsauditeur, een eerste substituut-arbeidsauditeur, drie substituten-arbeidsauditeur, een hoofdgriffier, een griffier-hoofd van dienst, zeven griffiers »;
F) in de tabel « Arbeidsrechtbanken » wordt de zetel Brussel vervangen door :
« Zetel Brussel-Nederlandstalig : een voorzitter, een ondervoorzitter, drie rechters, een hoofdgriffier, een griffier-hoofd van dienst, zes griffiers;
Zetel Brussel-Franstalig : een voorzitter, drie ondervoorzitters, dertien rechters, een hoofdgriffier, twee griffiers-hoofden van dienst, zeventien griffiers;
Arbeidsauditoraat Brussel : een arbeidsauditeur, vijf eerste substituten-arbeidsauditeur, tien substituten-arbeidsauditeur. » ». »
Verantwoording
Zie verantwoording amendement nr. 71.
Nr. 73 VAN DE HEER LAEREMANS
Artt. 60/5 en 60/6 (nieuw)
Een hoofdstuk 4/3 invoegen dat de artikelen 60/5 en 60/6 bevat, luidende :
« Hoofdstuk 4/3. Wijzigingen van de wet van 15 juli 1970 tot vaststelling van de personeelsformatie van de rechtbanken van koophandel en tot wijziging van de wet van 10 oktober 1967 houdende het Gerechtelijk Wetboek
Art. 60/5
In de tabel die voorkomt in artikel 1 van de wet van 15 juli 1970 tot vaststelling van de personeelsformatie van de rechtbanken van koophandel en tot wijziging van de wet van 10 oktober 1967 houdende het Gerechtelijk Wetboek, vervangen bij de wet van 25 juli 1974 en gewijzigd bij de wetten van 23 september 1985, 28 december 1990, 30 maart 1994, 20 juli 1998 en 25 april 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
A) er wordt een nieuwe zetel toegevoegd :
« Zetel Halle-Vilvoorde : een voorzitter, een ondervoorzitter, vier rechters, een hoofdgriffier, een griffier-hoofd van dienst, zes griffiers »;
B) de zetel Brussel wordt vervangen door :
« Zetel Brussel-Nederlandstalig : een voorzitter, een ondervoorzitter, drie rechters, een hoofdgriffier, een griffier-hoofd van dienst, vier griffiers;
Zetel Brussel-Franstalig : een voorzitter, twee ondervoorzitters, tien rechters, een hoofdgriffier, twee griffiers-hoofden van dienst, vijftien griffiers. »
Art 60/6
In de tabel die voorkomt in artikel 2 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 13 april 2005, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
A) er wordt een nieuwe zetel ingevoegd :
« Zetel Halle-Vilvoorde : drieënvijftig rechters in handelszaken. »;
B) de zetel Brussel wordt vervangen door :
« Zetel Brussel-Nederlandstalig : vierendertig;
Zetel Brussel-Franstalig : honderdendrie. » ».
Verantwoording
Zie verantwoording amendement nr. 71.
Nr. 74 VAN DE HEER LAEREMANS
Art. 60/7 (nieuw)
Een hoofdstuk 4/4 invoegen dat artikel 60/7 bevat, luidende :
« Hoofdstuk 4/4. Wijzigingen van de wet van 14 december 1970 tot vaststelling van de personeelsformatie van de plaatsvervangende rechters in de arbeidsrechtbanken en in de rechtbanken van koophandel
Art. 60/7
In de tabel die voorkomt in het enig artikel van de wet van 14 december 1970 tot vaststelling van de personeelsformatie van de plaatsvervangende rechters in de arbeidsrechtbanken en in de rechtbanken van koophandel, gewijzigd bij de wetten van 23 september 1985 en 18 april 1989, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
A) er wordt een nieuwe zetel toegevoegd :
« Zetel Halle-Vilvoorde : vier arbeidsrechtbanken, zeven rechtbanken van koophandel. »;
B) de zetel Brussel wordt vervangen door :
« Zetel Brussel-Nederlandstalig : drie arbeidsrechtbanken, vier rechtbanken van koophandel;
Zetel Brussel-Franstalig : negen arbeidsrechtbanken, twaalf rechtbanken van koophandel. » ».
Verantwoording
Zie verantwoording amendement nr. 71.
Nr. 75 VAN DE HEER LAEREMANS
Art. 60/8 (nieuw)
Een hoofdstuk 4/5 invoegen dat artikel 60/8 bevat, luidende :
« Hoofdstuk 4/5. Wijzigingen van de wet van 16 juli 1970 tot vaststelling van de personeelsformatie van de politierechtbanken
Art. 60/8
In de tabel die voorkomt in het enig artikel van de wet van 16 juli 1970 tot vaststelling van de personeelsformatie van de politierechtbanken, gewijzigd bij de wet van 25 april 2007, 5 augustus 2006 en 22 mei 2006, wordt de zetel Brussel vervangen door :
« Zetel Brussel-Nederlandstalig : twee rechters, een hoofdgriffier, twee griffiers;
Zetel Brussel-Franstalig : zes rechters, een hoofdgriffier, acht griffiers. » ».
Verantwoording
Zie verantwoording amendement nr. 71.
Nr. 76 VAN DE HEER LAEREMANS
Art. 60/9 (nieuw)
Een hoofdstuk 4/6 invoegen dat artikel 60/9 bevat, luidende :
« Hoofdstuk 4/6. Wijzigingen van de wet van 2 juli 1975 tot vaststelling van de personeelsformatie van de rechtbanken van eerste aanleg
Art. 60/9
In de tabel die voorkomt in artikel 1 van de wet van 2 juli 1975 tot vaststelling van de personeelsformatie van de rechtbanken van eerste aanleg, gewijzigd bij de wetten van 20 juli 1998, 14 december 2004, 17 mei 2006, 22 mei 2006 en 25 april 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
A) er wordt een nieuwe zetel toegevoegd :
« Zetel Halle-Vilvoorde : een hoofdgriffier, drie griffiers-hoofden van dienst, vijfentwintig griffiers »;
B) de zetel Brussel wordt vervangen door :
« Zetel Brussel-Nederlandstalig : een hoofdgriffier, twee griffiers-hoofden van dienst, zestien griffiers;
Zetel Brussel-Franstalig : een hoofdgriffier, zes griffiers-hoofden van dienst, vijftig griffiers. » ».
Verantwoording
Zie verantwoording amendement nr. 71.
Nr. 77 VAN DE HEER LAEREMANS
Artt. 60/10 tot 60/15 (nieuw)
Een hoofdstuk 4/7 invoegen dat de artikelen 60/10 tot 60/15 bevat, luidende :
« Hoofdstuk 4/7. Wijzigingen van het koninklijk besluit van 29 januari 2007 tot vaststelling van de territoriale bevoegdheid van de strafuitvoeringsrechtbanken
Art. 60/10
In artikel 1 van het koninklijk besluit van 29 januari 2007 tot vaststelling van de territoriale bevoegdheid van de strafuitvoeringsrechtbanken, vervangen bij het koninklijk besluit 12 december 2008, wordt het woord « Hasselt » geschrapt.
Art. 60/11
Artikel 2 van hetzelfde koninklijk besluit wordt opgeheven.
Art. 60/12
Artikel 3 van hetzelfde koninklijk besluit wordt vervangen door wat volgt :
« Art. 3. De strafuitvoeringsrechtbank in het rechtsgebied van het hof van beroep te Leuven is bevoegd voor de veroordeelden die gedetineerd zijn in de strafinrichtingen gelegen te Leuven en te Hasselt. ».
Art. 60/13
Artikel 4 van hetzelfde koninklijk besluit wordt vervangen door wat volgt :
« Art. 4. De Nederlandstalige strafuitvoeringsrechtbank in het rechtsgebied van het hof van beroep van Brussel is bevoegd voor de veroordeelden die gedetineerd zijn in de strafinrichtingen gelegen in het arrondissement Brussel indien het vonnis of arrest waarbij de zwaarste straf is opgelegd, opgesteld is in het Nederlands.
De Franstalige strafuitvoeringsrechtbank in het rechtsgebied van het hof van beroep van Brussel is bevoegd voor de veroordeelden die gedetineerd zijn in de strafinrichtingen gelegen in het arrondissement Brussel indien het vonnis of arrest waarbij de zwaarste straf is opgelegd, opgesteld is in het Frans. ».
Art. 60/14
In artikel 6 van hetzelfde koninklijk besluit worden de volgende woorden toegevoegd : « Andenne en Namen ». ». »
Art. 60/15
In artikel 7 van hetzelfde koninklijk besluit worden de woorden « Bergen, Doornik, Jamioulx en Namen » vervangen door de woorden « Bergen, Doornik, Jamioulx, Nijvel en Itter ».
Verantwoording
Dit amendement past de territoriale bevoegdheid van de strafuitvoeringsrechtbanken aan : deze valt voortaan overal samen met het territorium van het betrokken hof van beroep.
Nr. 78 VAN DE HEER LAEREMANS
Artt. 60/16 tot 60/18 (nieuw)
Een hoofdstuk 4/8 invoegen dat de artikelen 60/16 tot 60/18 bevat, luidende :
« Hoofdstuk 4/8. Wijzigingen van het koninklijk besluit van 10 augustus 2001 betreffende de instelling van afdelingen in de arbeidshoven, de arbeidsrechtbanken, de rechtbanken van koophandel en de politierechtbanken
Art. 60/16
Artikel 1, § 1, van het koninklijk besluit van 10 augustus 2001 betreffende de instelling van afdelingen in de arbeidshoven, de arbeidsrechtbanken, de rechtbanken van koophandel en de politierechtbanken wordt vervangen door wat volgt :
« De kamers van het Arbeidshof te Antwerpen houden zitting te Antwerpen en oefenen rechtsmacht uit over het grondgebied van de provincie Antwerpen.
De kamers van het Arbeidshof te Leuven worden in twee afdelingen ingedeeld; de ene houdt zitting te Leuven en oefent rechtsmacht uit over het grondgebied van de provincie Vlaams-Brabant; de andere houdt zitting te Hasselt en oefent rechtsmacht uit over het grondgebied van de provincie Limburg. »
Art. 60/17
Artikel 2 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een paragraaf 7, luidende :
« § 7. De kamers van de arbeidsrechtbank van Halle-Vilvoorde worden in twee afdelingen ingedeeld; de ene houdt zitting te Halle en oefent rechtsmacht uit over het grondgebied van de kantons Asse, Halle, Herne-Sint-Pieters-Leeuw, Kraainem-Sint-Genesius-Rode, Lennik; de andere houdt zitting te Vilvoorde en oefent rechtsmacht uit over het grondgebied van de kantons Grimbergen, Meise, Overijse-Zaventem en Vilvoorde. »
Art. 60/18
Artikel 3 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een paragraaf 3, luidende :
« § 3. De kamers van de rechtbank van koophandel van Halle-Vilvoorde worden in twee afdelingen ingedeeld; de ene houdt zitting te Halle en oefent rechtsmacht uit over het grondgebied van de kantons Asse, Halle, Herne-Sint-Pieters-Leeuw, Kraainem-Sint-Genesius-Rode, Lennik; de andere houdt zitting te Vilvoorde en oefent rechtsmacht uit over het grondgebied van de kantons Grimbergen, Meise, Overijse-Zaventem en Vilvoorde. ». »
Verantwoording
Dit amendement verbindt de afdeling van het arbeidshof te Hasselt voortaan aan het nieuwe, door de indiener van dit amendement voorgestelde, arbeidshof van Leuven. Daarnaast worden er afdelingen voorzien van de arbeidsrechtbank en de rechtbank van koophandel in Halle en Vilvoorde.
Nr. 79 VAN DE HEER LAEREMANS
(Subsidiair op amendement nr. 64)
Art. 57
In het 8º, het voorgestelde vierde lid vervangen door wat volgt : « In afwachting van de vastlegging van de taalkaders voor de Franstalige en de Nederlandstalige rechtbanken, volgens de werklast, worden de thans bestaande formaties per taalgroep niet verminderd. De griffiers en personeelsleden worden in afwachting van de werklastmeting bij de ontdubbeling verdeeld volgens dezelfde verdeelsleutel. »
Verantwoording
De taalkaders moeten worden vastgelegd volgens de werklast.
Nr. 80 VAN DE HEER LAEREMANS
(Subsidiair op amendement nr. 64)
Art. 57
In het 8º, het voorgestelde vierde lid vervangen door wat volgt :
« In afwachting van de vastlegging van de taalkaders voor de Franstalige en de Nederlandstalige rechtbanken, volgens de werklast :
a) komen de Franstalige kaders van de politierechtbank, de arbeidsrechtbank en de rechtbank van eerste aanleg overeen met 70 % van de bestaande formaties op het moment dat deze bepaling in werking treedt, vermeerderd met de toegevoegde magistraten. De Nederlandstalige kaders van de in dit lid bedoelde rechtbanken komen overeen met de bestaande formaties op het moment dat deze bepaling in werking treedt, vermeerderd met de toegevoegde magistraten. »
Verantwoording
Door de Franstalige kaders te verhogen tot 70 % en te voorzien in een onmiddellijke inwerkingtreding van artikel 48 teneinde de ontbrekende Franstalige betrekkingen onmiddellijk vacant te kunnen verklaren en onmiddellijk te kunnen bekendmaken, zal de gerechtelijke achterstand, zoals prioritair vooropgesteld door het regeerakkoord, kunnen bestreden worden en derhalve de werking van justitie kunnen verbeterd worden.
Omwille nog steeds van de goede werking van justitie dienen de Nederlandstalige formaties ongewijzigd te blijven. Zo niet dreigt de aansprakelijkheid van de wetgevende macht in het gedrang te komen wegens overschrijding van de « redelijke termijn » (zie advies van de Raad van State, punt 58 in fine.).
Nr. 81 VAN DE HEER LAEREMANS
(Subsidiair op amendement nr. 64)
Art. 57
In het 8º, het voorgestelde vierde lid vervangen door wat volgt :
« In afwachting van de vastlegging van de taalkaders voor de Franstalige en de Nederlandstalige rechtbanken, volgens de werklast :
a) komen de Franstalige kaders van de politierechtbank, de arbeidsrechtbank en de rechtbank van eerste aanleg overeen met 75 % van de bestaande formaties op het moment dat deze bepaling in werking treedt, vermeerderd met de toegevoegde magistraten. De Nederlandstalige kaders van de in dit lid bedoelde rechtbanken komen overeen met de bestaande formaties op het moment dat deze bepaling in werking treedt, vermeerderd met de toegevoegde magistraten. »
Verantwoording
Door de Franstalige kaders te verhogen tot 75 % en te voorzien in een onmiddellijke inwerkingtreding van artikel 48 teneinde de ontbrekende Franstalige betrekkingen onmiddellijk vacant te kunnen verklaren en onmiddellijk te kunnen bekendmaken, zal de gerechtelijke achterstand, zoals prioritair vooropgesteld door het regeerakkoord, kunnen bestreden worden en derhalve de werking van justitie kunnen verbeterd worden.
Omwille nog steeds van de goede werking van justitie dienen de Nederlandstalige formaties ongewijzigd te blijven. Zo niet dreigt de aansprakelijkheid van de wetgevende macht in het gedrang te komen wegens overschrijding van de « redelijke termijn » (zie advies van de Raad van State, punt 58 in fine.).
Nr. 82 VAN DE HEER LAEREMANS
(Subsidiair op amendement nr. 64)
Art. 57
In het 8º, het voorgestelde vierde lid vervangen door wat volgt :
« In afwachting van de vastlegging van de taalkaders voor de Franstalige en de Nederlandstalige rechtbanken, volgens de werklast :
a) komen de Franstalige kaders van de politierechtbank, de arbeidsrechtbank en de rechtbank van eerste aanleg overeen met 80 % van de bestaande formaties op het moment dat deze bepaling in werking treedt, vermeerderd met de toegevoegde magistraten. De Nederlandstalige kaders van deze rechtbanken komen overeen met de bestaande formaties op het moment dat deze bepaling in werking treedt, vermeerderd met de toegevoegde magistraten. »
Verantwoording
Door de Franstalige kaders te verhogen tot 80 % en te voorzien in een onmiddellijke inwerkingtreding van artikel 48 teneinde de ontbrekende Franstalige betrekkingen onmiddellijk vacant te kunnen verklaren en onmiddellijk te kunnen bekendmaken, zal de gerechtelijke achterstand, zoals prioritair vooropgesteld door het regeerakkoord, kunnen bestreden worden en derhalve de werking van justitie kunnen verbeterd worden.
Omwille nog steeds van de goede werking van justitie dienen de Nederlandstalige formaties ongewijzigd te blijven. Zo niet dreigt de aansprakelijkheid van de wetgevende macht in het gedrang te komen wegens overschrijding van de « redelijke termijn » (zie advies van de Raad van State, punt 58 in fine.).
Nr. 83 VAN DE HEER LAEREMANS
(Subsidiair op amendement nr. 64)
Art. 57
In het 8º, het voorgestelde derde lid doen vervallen.
Verantwoording
De kaders moeten worden bepaald volgens de werklastmeting.
Nr. 84 VAN DE HEER LAEREMANS
(Subsidiair op amendement nr. 64)
Art. 57
In het 8º, het voorgestelde zesde lid doen vervallen.
Verantwoording
Er wordt voorgesteld om de kaders te behouden tot aan de werklastmeting.
Nr. 85 VAN DE HEER LAEREMANS
(Subsidiair op amendement nr. 64)
Art. 57
In het 8º, het voorgestelde zevende lid doen vervallen.
Verantwoording
Hoger werd voorgesteld om de kaders niet te laten uitdoven tot aan de werklastmeting.
Nr. 86 VAN DE HEER LAEREMANS
(Subsidiair op amendement nr. 64)
Art. 57
In het 8º, het voorgestelde zevende lid vervangen door wat volgt :
« Echter indien op een ogenblik tussen 1 januari 2012 en de inwerkingtreding van deze bepaling het aantal Nederlandstalige magistraten, de griffiers en griffiepersoneel, parketsecretarissen en personeel van de parketten, in een kader, 27 % van dat kader vermeerderd met het aantal toegevoegde magistraten overschrijdt, en dit aantal daalt tot onder die 27 %, wordt er voorzien in de vervanging van die magistraten, griffiers en personeelsleden van de griffie, parketsecretarissen en personeel van de parketten, tot aan die 27 % tot op het ogenblik van de vastlegging van de taalkaders op basis van werklastmeting. »
Verantwoording
Indien de Nederlandstalige kaders niet ongewijzigd blijven, maar toch zouden gaan uitdoven tot 20 % dient, om te vermijden dat de werking van het Nederlandstalige gerecht zou worden verstoord, te worden voorzien in een echte overgangsperiode, die onmiddellijk, zoals alle bepalingen van artikel 48, in werking treedt. Deze overgangsregeling dient uiteraard ook te gelden voor al het personeel, zonder hetwelk justitie niet kan functioneren.
Nr. 87 VAN DE HEER LAEREMANS
(Subsidiair op amendement nr. 64)
Art. 57
In het 8º, het voorgestelde achtste lid doen vervallen.
Verantwoording
Dit lid dient te vervallen, vermist de Nederlandstalige kaders niet mogen wijzigen tot aan de werklastmeting, die er zeker moet komen. Bij handhaving van dit artikel hebben de Franstaligen er alle belang bij dat er geen werklastmeting komt.
Nr. 88 VAN DE HEER LAEREMANS
(Subsidiair op amendement nr. 64)
Art. 57
In het 8º, in het voorgestelde eerste lid, de woorden « uiterlijk op 1 juni 2014 » vervangen door de woorden « uiterlijk op 1 maart 2014 ».
Verantwoording
In juni 2014 is het parlement in ontbinding en is er dus geen enkele parlementaire controle meer mogelijk. Daarom wensen we de vastlegging te vervroegen naar 1 maart 2014.
Nr. 89 VAN DE HEER LAEREMANS
Art. 61
Het eerste lid vervangen door wat volgt : « Deze wet treedt in werking zodra elk van de kaders en elk van de taalkaders bepaald overeenkomstig de artikelen 57 tot 60 voor 90 % zijn ingevuld, en alleszins ten laatste op 1 april 2014. »
Verantwoording
Overeenkomstig het advies van Raad van State is er nu rechtsonzekerheid over de datum van daadwerkelijke « ontdubbeling/splitsing ». 1 april 2014 is de datum van wissel van de meeste Brusselse korpsoversten. De datum van inwerkingtreding zou best niet na deze datum vallen.
Bart LAEREMANS. |