5-1670/2

5-1670/2

Belgische Senaat

ZITTING 2011-2012

19 JUNI 2012


Ontwerp van programmawet


Evocatieprocedure


AMENDEMENTEN


Nr. 1 VAN DE HEER IDE EN MEVROUW SLEURS

Art. 122

Dit artikel vervangen als volgt :

« Artikel 40, § 1, derde lid, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 wordt aangevuld als volgt :

« Voor het jaar 2013 wordt dat bedrag verhoogd met een reële groeinorm die gelijk is aan de verwachte toename van het BBP zoals geraamd door het Federaal Planbureau en met 55 % van het bedrag bekomen door het toepassen van de verwachte stijging van het gezondheidsindexcijfer in het betrokken dienstjaar en met 40 miljoen euro. Vanaf 2014 stemt het bedrag van de globale jaarlijkse begrotingsdoelstelling overeen met het bedrag van de globale jaarlijkse begrotingsdoelstelling van het vorige jaar vermeerderd met een reële groeinorm die gelijk is aan de verwachte toename van het BBP in het betrokken dienstjaar zoals geraamd door het Federaal Planbureau en met 55 % van het bedrag bekomen door het toepassen van de verwachte stijging van het gezondheidsindexcijfer in het betrokken dienstjaar. »

Verantwoording

De laatste jaren zijn de uitgaven voor gezondheidszorg steeds sneller beginnen stijgen en is het aandeel van gezondheidszorg in ons BBP steeds verder toegenomen. Op de ingeslagen weg blijven verder gaan is op termijn niet meer haalbaar en zal finaal leiden tot het onbetaalbaar worden van ons huidige systeem.

Om de betaalbaarheid op lange termijn te garanderen, pleiten de indieners van het amendement er voor om niet langer een groeivoet nominatim in de wet in te schrijven, maar om de te gebruiken groeivoet gelijk te stellen met de raming van het Federaal Planbureau van de BBP-groei in het betrokken dienstjaar. Op die manier kan er gegarandeerd worden dat het aandeel van gezondheidszorg in het BBP op een aanvaardbaar peil blijft en dat de financiering van het systeem kan gevrijwaard blijven.

Ook stellen de indieners van het amendement voor om niet langer de volledige indexprovisie toe te kennen, maar om deze te beperken tot 55 % van de bekomen indexmassa. Uit het verslag van het Rekenhof uit 2011 blijkt immers dat slechts een deel van de berekende indexmassa nodig is om de voorziene indexeringen te kunnen uitoefenen. Sinds 2005 is dit gemiddeld ongeveer de 55 % die de indieners voorstellen.

Nr. 2 VAN DE HEER IDE EN MEVROUW SLEURS

Art. 125

In het voorgestelde artikel 72bis, § 1, 8º, de volgende wijzigingen aanbrengen :

1º in de eerste zin de woorden « waarvan het werkzame bestanddeel op 1 januari van het betrokken jaar sedert meer dan 5 jaar en minder dan 12 jaar vergoedbaar is en waarvoor nog geen toepassing gemaakt is van artikel 35ter» vervangen door de woorden « , c). »

2º in de laatste zin de woorden « waarvan het werkzame bestanddeel op 1 januari van het betrokken jaar sedert meer dan 5 jaar en minder dan 12 jaar vergoedbaar is en waarvoor nog geen toepassing gemaakt is van artikel 35ter. » vervangen door de woorden « , c). »

Verantwoording

In het wetsontwerp worden enkel de geneesmiddelen onder octrooibescherming die tussen de 5 en de 12 jaar en die niet onder het referentieterugbetalingssysteem vallen onderworpen aan een prijsvergelijking. Uit studies en onderzoeken blijkt echter dat ook de prijs van generische geneesmiddelen en nieuwe geneesmiddelen in ons land hoger liggen dan deze in de buurlanden.

Het is dan ook aangewezen de maatregel open te trekken naar alle vergoedbare farmaceutische specialiteiten zodat ook voor deze geneesmiddelen de prijsevolutie in de ons omringende landen kan gevolgd worden.

Louis IDE.
Elke SLEURS.

Nr. 3 VAN DE HEER MORAEL

Art. 45

In punt a), de woorden « 2,50 per duizend » vervangen door de woorden « 0,5 pct. ».

Verantwoording

Volgens ons zijn de vigerende percentages te laag, waardoor speculanten niet voldoende bijdragen tot de ontvangsten van de Staat. De verhoging die de regering voorstelt, gaat geenszins ver genoeg.

In eerste instantie stellen wij voor op de meeste effecten een taks van 0,5 % toe te passen en daarbij de bestaande vrijstellingen te behouden, maar tegelijk het maximumbedrag per verrichting af te schaffen. De vrijstellingen dienen te worden behouden omdat zij dubbele belasting moeten voorkomen (beleggingsfondsen) of ertoe aanzetten de openbare schuld mee te helpen financieren. Ter vergelijking : de instap- en transactiekosten bij sommige financiële producten lopen op tot 5 %; de jaarlijkse bewaarlonen en beheerskosten kunnen tot 3 % per jaar bedragen, en in sommige gevallen gelden uitstapkosten van 2 %. Particuliere beleggers die dergelijke kosten aanvaarden omdat ze op lange termijn (tien jaar of langer) beleggen, zullen zich wellicht niet laten afschrikken door een beurstaks van amper 0,5 %.

Momenteel moet die verhoging echter beperkt blijven om te voorkomen dat de verrichtingen zonder meer naar elders worden gedelokaliseerd. Dat zou het pijnpunt alleen maar verplaatsen, zonder het te verhelpen. Daarnaast is het de bedoeling te voorkomen dat nadeel wordt berokkend aan de burgers en de fondsen die « als goede huisvaders » investeren, en die er met andere woorden voor opteren tegelijkertijd behoedzame en duurzame beleggingskeuzes te maken. Net als de echte speculanten moeten zij louter op grond van de verrichte transacties taks betalen. Hun investeringstempo is echter veel redelijker en sluit beter aan bij het tempo van de reële economie; bijgevolg zal het bedrag van de taks echt heel redelijk blijven en hen niet ontmoedigen te investeren. Ook de ondernemingen hoeven niet te vrezen dat een zo lage taks ontradend zou werken voor ernstige investeerders.

Nr. 4 VAN DE HEER MORAEL

Art. 46

De woorden « 2,50 per duizend » vervangen door de woorden « 0,50 pct. ».

Verantwoording

Zie verantwoording bij amendement nr. 3.

Nr. 5 VAN DE HEER MORAEL

Art. 47

Dit artikel vervangen als volgt :

« Art. 47. Artikel 124 van hetzelfde Wetboek wordt opgeheven. ».

Verantwoording

Dit amendement strekt ertoe de bovengrens van de taks op te heffen. Een verschil in percentages mocht dan wel verantwoord zijn omdat elke investering een eigen risicograad heeft, die bovengrenzen zijn al veel minder terecht als ze in het voordeel zijn van investeerders die heel veel middelen kunnen inzetten. Dit amendement richt zich wel degelijk op de professionele speculanten, die op een en dezelfde dag grote aandelenpakketten kunnen kopen en verkopen, om zeer snel grote winsten te boeken — ook al heeft hun activiteit een destabiliserende werking op de markten en op de betrokken economische spelers.

Nr. 6 VAN DE HEER MORAEL

Art. 48

Dit artikel vervangen als volgt :

« Art. 48. De artikelen 45 tot 47 treden in werking op de eerste dag van de tweede maand die volgt op de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad. »

Verantwoording

Er bestaat geen enkele objectieve en gegronde reden om 31 december 2014 als termijn voorop te stellen.

Nr. 7 VAN DE HEER MORAEL

Art. 51

Het voorgestelde artikel 201/11 vervangen als volgt :

« Art. 201/11. De taks is verschuldigd door de kredietinstellingen en de bijkantoren op het totaal van hun passief. »

Verantwoording

De nieuwe door de regering in uitzicht gestelde bankentaks dreigt nadeel te berokkenen aan de kleine banken die verhoudingsgewijs meer deposito's aanhouden. Economisch gezien valt dat niet te verantwoorden. Deposito's vormen voor de banken een uitmuntende financieringsbron, die immers veel stabieler is dan interbancaire financiering. Een andere werkwijze dringt zich op, namelijk te weten het gehele passief van de bank belasten, want aldus wordt rekening gehouden met de schuldenhefboom en met de interbancaire financiering. Heel positief is daarentegen wel de weging van de taks, op grond van de aanwending door de bank van de deposito's. Dit amendement breidt derhalve de taks uit tot alle financieringsmiddelen van de banken, waarbij tegelijk het door de regering voorgestelde percentage met de helft wordt verminderd.

Nr. 8 VAN DE HEER MORAEL

Art. 52

In het voorgestelde artikel 201/12, de woorden « 0,05 pct. » vervangen door de woorden « 0,025 pct».

Verantwoording

Zie de verantwoording bij amendement nr. 7.

Jacky MORAEL.