5-1381/1

5-1381/1

Belgische Senaat

ZITTING 2011-2012

6 DECEMBER 2011


Wetsvoorstel tot aanvulling van artikel 433quinquies, § 1, van het Strafwetboek, met het oog op het invoeren van het bijzonder opzet « gedwongen huwelijk » inzake mensenhandel

(Ingediend door de heer Bert Anciaux)


TOELICHTING


Gedwongen huwelijken vormen een zeer specifiek maar uiterst relevant aspect binnen de ruimere problematiek van de mensenhandel. Diverse gespecialiseerde instanties vestigden de aandacht op dit gevoelige en complexe onderdeel. Zo vraagt het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding in een recent rapport prioriteit en adviseert het met kracht om nieuwe vormen van bijzonder opzet op te nemen wanneer de verschillende constitutieve elementen van mensenhandel voorhanden zijn (rapport 2010 : blz. 17 en 136). Dit advies sluit naadloos aan bij de nieuwe Europese richtlijn inzake de voorkoming en bestrijding van mensenhandel en de bescherming van slachtoffers (Richtlijn 2011/36/EU van het Europees Parlement en de Raad), die het eerdere kaderbesluit 2002/629/JBZ van de Raad vervangt. De overweging 11 uit deze richtlijn stelt expliciet dat uitbuiting ook de handelswijzen « illegale adoptie » of « gedwongen huwelijken » omvat. Wat betreft de illegale adopties verwijzen we naar ons eerder neergelegde voorstel (stuk Senaat, nr. 5-1222/1). In deze context vraagt ook het bijzonder opzet van de gedwongen huwelijken een bijzondere aandacht.

De huidige wet bepaalt dat de verplichte en gezamenlijke aanwezigheid van drie elementen noodzakelijk is om van mensenhandel te kunnen spreken, zijnde (1) een handeling (werving, vervoer, overbrenging, huisvesting, opvang, wisseling of overdracht van controle), (2) een persoon (zonder dat nationaliteit en/of verblijfstitel van het potentiële slachtoffer een rol spelen) en (3) een bijzonder opzet. Daarbij is het niet noodzakelijk dat dit bijzonder opzet ook daadwerkelijk werd verwezenlijkt.

Tot nu toe voorziet de wet (artikel 433quinquies van het Strafwetboek) vijf doelstellingen, namelijk (1) seksuele exploitatie, (2) economische exploitatie, (3) exploitatie van bedelarij, (4) exploitatie van personen met het oog op het wegnemen van organen of weefsels en (5) exploitatie van personen om deze personen een misdaad of wanbedrijf te doen plegen.

Het gedwongen huwelijk lijkt niet te vallen onder één van de opgesomde mogelijkheden van bijzonder opzet en ontsnapt zo aan het toepassingsgebied van artikel 433quinquies van het Strafwetboek. De strikte toepassing van het legaliteitsprincipe in het strafrecht maakt het daarom noodzakelijk om ook een bijzonder opzet aangaande schijnhuwelijken expliciet te voorzien.

Artikel 391sexies van het Strafwetboek stelt dat iemand die door geweld of bedreiging een huwelijk dwingt aan te gaan, wordt bestraft met een gevangenisstraf van een maand tot twee jaar of met een geldboete van honderd euro tot vijfhonderd euro. De poging hiertoe wordt gestraft met een gevangenisstraf van vijftien dagen tot een jaar of met een geldboete van vijftig euro tot tweehonderd vijftig euro.

Dit wetsvoorstel voert een nieuw bijzonder opzet in, zodat de werving, vervoer, overbrenging, ... van een persoon met het oog op een gedwongen huwelijk ook als mensenhandel kan worden beschouwd. Het voorstel bepaalt bovendien uitdrukkelijk dat er sprake is van mensenhandel zowel indien men het misdrijf bedoeld in artikel 391sexies zelf pleegt als indien men het laat plegen. Er is dus geen netwerk vereist om te kunnen spreken van deze vorm van mensenhandel.

Bert ANCIAUX.

WETSVOORSTEL


Artikel 1

Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2

Artikel 433quinquies, § 1, eerste lid, van het Strafwetboek, wordt aangevuld met de bepaling onder 6º, luidende :

« 6º ten aanzien van deze persoon het misdrijf te plegen of te laten plegen dat bedoeld wordt in artikel 391sexies. »

23 november 2011.

Bert ANCIAUX.