(N.): Vraag gesteld in het Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in het Frans
De Kruispuntbank van ondernemingen (KBO) houdt alle basisgegevens van ondernemingen en hun vestigingseenheden bij, en is het werkinstrument bij uitstek van de ondernemingsloketten.
De realiteit leert echter dat de werking van de KBO te wensen over laat; de KBO valt om de haverklap uit, werkt geregeld maar op halve kracht of zelfs gedurende langere periode helemaal niet.
Tezelfdertijd laat de FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie weten dat hij zich zorgen maakt over de kleine uitbatingszetels van ondernemingsloketten aangezien daar de vereiste kwaliteit niet steeds gegarandeerd kan worden wegens gebrek aan ervaring. Het sluiten van kleinere ondernemingsloketten kan ervoor zorgen dat er in bepaalde dunbevolkte regio's geen loketten meer actief zullen zijn.
Graag zou ik een antwoord krijgen op de volgende vragen :
1. Zijn de problemen bij de werking van de KBO de geachte minister bekend ?
2. Welke maatregelen werden al genomen en welke worden gepland ?
3. Hoe wil hij het gebrek aan ervaring bij kleinere ondernemingsloketten wegnemen en bijgevolg de kwaliteit verhogen ? Of is het juist de bedoeling om deze uitbatingen te sluiten ? Hoe verenigt hij deze laatste optie met één van de doelstellingen van de KBO, met name het dichter bij de ondernemer brengen van de administratie ?
Antwoord : Met betrekking tot de eerste twee punten van de vraag verwijs ik het geachte lid naar de elementen van mijn antwoord die reeds werden verstrekt (parlementaire schriftelijke vraag nr. 3-6463, Vragen en Antwoorden nr. 3-86, blz. 9464).
Wat punt 3 van de vraag betreft, bepaalt artikel 45 van de wet van 16 januari 2003 tot oprichting van een Kruispuntbank van ondernemingen, tot modernisering van het handelsregister, tot oprichting van erkende ondernemingsloketten en houdende diverse bepalingen dat de erkende ondememingsloketten binnen de twee jaar na hun erkenning jaarlijks minstens 2 000 inschrijvingen van ondernemingen of vestigingseenheden of wijzigingen moeten realiseren. De tien erkende ondernemingsloketten voldoen op dit moment aan deze norm. Een quotum aan verrichtingen per uitbatingszetel bestaat niet.
Artikel 61 van de KBO-wet voorziet enkel in de mogelijkheid tot schorsing of schrapping van de erkenning van een ondernemingsloket. Een dergelijke schorsing of schrapping is op dit moment niet aan de orde.
Elke zetel moet zijn klanten wel een kwaliteitsvolle dienstverlening bieden. Aan een ondermaatse dienstverlening — hoe dicht ook bij de klant — lijkt de (kandidaat-)ondernemer mij geen boodschap te hebben. Een ondernemingsloket moet zelf het nodige doen om een kwalitatieve dienstverlening te garanderen. Ik wijs in dat verband naar de bepalingen in het lastenboek. De ondernemingsloketten kunnen altijd beroep doen op de FOD voor bijkomende opleiding. Dat is in het verleden al meermaals gebeurd.
Een ondememingsloket kan zelf beslissen een uitbatingszetel te schrappen. Die keuze moet ook gezien worden in het kader van de financiering en de voortdurende opleiding van personeel.
Op dit moment zijn 215 zetels erkend. Dit dekt meer dan voldoende de nood. De geografische spreiding lijkt mij geen probleem te vormen. Elke (kandidaat-)ondernemer vindt in zijn buurt wel een erkende zetel. Ik heb voor sommige kantoren trouwens al een uitzondering toegestaan op de verplichtingen vermeld in het lastenboek en dat onder andere op basis van overwegingen van geografische aard.
Terloops wil ik verwijzen naar een studie die de minister van Middenstand gevraagd heeft omtrent de kwaliteit van de ondernemingsloketten. Concreet wordt er een objectief meetinstrument gevraagd om de kwaliteit van de ondernemingsloketten te ontwikkelen. De resultaten van deze studie zullen onder normale omstandigheden binnen het eerste semester van 2007 bekend zijn.