(N.): Vraag gesteld in het Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in het Frans
In mijn schriftelijke vraag nr. 3-2198 (Vragen en Antwoorden nr. 3-40, blz. 3110) haalde ik reeds de stelling aan van de psychiaters Arnoud Tange en Els De Winter. Deze psychiaters menen dat antidepressiva contraproductief zijn bij een zuiver personele depressie. Ze stellen dat depressies vaak slordig en arbitrair worden behandeld. In sommige gevallen schrijven artsen fanatiek antidepressiva voor, terwijl die helemaal niet zijn aangewezen. In andere gevallen worden patiënten die lijden aan een ernstige, biologische depressie aan hun lot overgelaten.
Ondertussen werd de eerste Belgische studie bekendgemaakt die het verband onderzocht tussen het gebruik van antidepressiva en de invloed hiervan op de mentale gezondheid. Deze studie werd uitgevoerd door het Centrum voor Psychiatrie van de KU Leuven en de epidemiologische sectie van het Wetenschappelijk instituut voor Volksgezondheid. Luidens deze studie heeft één op de vijf volwassenen in België psychotropen genomen tijdens de laatste twaalf maanden.
Één van de meest verrassende conclusies was dat de geneesheren geenszins teveel psychotropen (kalmeermiddelen, antidepressiva, enz.) zouden voorschrijven.
Kortom, het onderzoek weerlegt het standpunt van de geachte minister als zou er sprake zijn van overconsumptie. Het zou veeleer gaan om een fout voorschrijven van bepaalde specialiteiten (in casu de angstbestrijdende middelen).
De studie geeft aan dat er meestal zelfs sprake is van te weinig behandeling inzake mentale stoornissen. Aldus nemen slechts 42 % van de patiënten die een mentale stoornis hebben een psychotroop. Slechts 4 op de 10 patiënten die leiden aan angstaanvallen kregen psychotropen toegediend tijdens het afgelopen jaar.
In andere gevallen worden angstbestrijdende middelen (anxiolytica) die enkel geschikt zijn voor angstaanvallen en sommige gevallen van slapeloosheid, op brede schaal voorgeschreven aan patiënten die leiden aan algemene mentale stoornissen en die bijgevolg andere meer aangewezen medicatie zouden moeten nemen.
De auteurs van de studie voeren expliciet aan dat ze twijfelen aan de adequaatheid van de bestaande behandeling voor frequente mentale stoornissen. Zij stellen in verband met de behandeling van mentale stoornissen vast dat bepaalde medicatie te weinig wordt voorgeschreven alsook dat er een oneigenlijk gebruik is van bepaalde specialiteiten (hoofdzakelijk anxiolytica of angstbestrijdende middelen). Dit oneigenlijk gebruik heeft verregaande gevolgen voor de gezondheid van de betrokken patiënten. Het heeft een negatieve impact op de mentale gezondheid van de patiënten.
Volgens de studie neigen teveel geneesheren, onder wie de generalisten, ertoe om bijzondere mentale stoornissen te behandelen met eenvoudige kalmeermiddelen die veeleer zijn geëigend om angsten te bestrijden of de slapeloosheid te overwinnen, terwijl in deze gevallen specifieke medicatie vereist is. Dit leidt tot een achteruitgang van de mentale gezondheid van de betrokken patiënten.
Deze anxiolitica hebben het bijkomend nadeel dat ze kunnen leiden tot een psychische en fysieke verslaving.
Gezien de conclusies van deze studies zou ik graag mijn pleidooi willen herhalen om aan generalisten meer opleiding en/of bijscholing te bieden inzake het voorschrijven van antidepressiva en anxiolityca. Ik heb dit pleidooi reeds verwoord in de schriftelijke vraag nr. 3-2198, doch gezien deze nieuwe studie en gezien de concrete impact op de volksgezondheid van het fout en inadequaat voorschrijven van anxiolytica en antidepressive door de geneesheren zou ik dit graag terug willen aankaarten bij de geachte minister.
Graag had ik dan ook de volgende vragen voorgelegd :
1. Wat is de reactie van de geachte minister op de zopas uitgebrachte studie van het Centrum voor Psychiatrie van de KU Leuven en de epidemiologische sectie van het Wetenschappelijk instituut voor Volksgezondheid omtrent de behandeling van mentale ziektes door psychotropen ?
2. Welke concrete stappen zal de geachte minister ondernemen om het oneigenlijk gebruik van angstbestrijdende middelen (anxiolytica) terug te dringen en wat is de timing ?
3. Is de geachte minister het ermee eens dat aan generalisten de mogelijkheid moet worden geboden om meer opleiding en bijscholing te voorzien inzake de behandeling van mentale ziektes en het voorschrijven van antidepressiva en anxiolytica ? Zo ja, welke maatregelen zal de geachte minister treffen om hierin te voorzien ? Zo neen, kan de geachte minister uitvoerig toelichten hoe hij het oneigenlijke gebruik van anxiolytica zal terugdringen, gezien de ernstige gevolgen voor de mentale gezondheid van betrokken patiënten ?
4. De studie geeft aan dat er meestal zelfs sprake is van te weinig behandeling inzake mentale stoornissen. Aldus nemen slechts 42 % van de patiënten die een mentale stoornis hebben, een psychotroop. Slechts vier op de tien patiënten die leiden aan angstaanvallen kregen psychotropen toegediend tijdens het afgelopen jaar. Is de geachte minister het eens met deze stelling ? Zo ja, hoe gaat hij een beter voorschrijfgedrag van de artsen bekomen ? Zo neen, kan de geachte minister dit uitvoerig toelichten ?