3-21/3 (Senaat) | 3-21/3 (Senaat) |
11 DECEMBER 2003
Krachtens de artikelen 15 en 22 van de wet van 4 juli 1989 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezingen van de federale Kamers, de financiering en de open boekhouding van de politieke partijen verleent de Kamer van volksvertegenwoordigers en de Senaat, ieder wat hem betreft, per politieke partij, die in beide Kamers door ten minste één rechtstreeks verkozen parlementslid vertegenwoordigd is, een dotatie aan de vzw die daartoe door de betrokken partij wordt aangewezen.
Om op deze dotatie aanspraak te kunnen maken, dienen de partijen daarenboven te voldoen aan de voorwaarde gesteld door artikel 15bis, ingevoegd door de wet van 10 april 1995.
Dit artikel luidt als volgt :
« Om aanspraak te kunnen maken op de dotatie waarin is voorzien bij artikel 15, moet elke partij, tegen uiterlijk 31 december 1995, in haar statuten of in haar programma een bepaling opnemen waarbij zij zich ertoe verbindt om in haar politieke actie ten minste de rechten en vrijheden, zoals gewaarborgd door het bij de wet van 13 mei 1955 bekrachtigde Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden van 4 november 1950 en door de in België van kracht zijnde aanvullende protocollen bij dit Verdrag, in acht te nemen en door haar diverse geledingen en verkozen mandatarissen te doen in acht nemen ».
Luidens artikel 16 van de wet van 4 juli 1989 is de totale jaarlijkse dotatie voor elke politieke partij, die aan de hiervoor gestelde voorwaarden voldoet, samengesteld uit de volgende bedragen :
1º een forfaitair bedrag van 125 000 euro dat ingevolge artikel 19, tweede lid, van dezelfde wet gelijk wordt verdeeld over de Kamer van volksvertegenwoordigers en de Senaat;
2º een aanvullend bedrag van 1,25 euro per geldig uitgebrachte stem, ongeacht of het een lijststem dan wel een naamstem is, op de door de politieke partij erkende kandidatenlijsten bij de laatste wetgevende verkiezingen tot de gehele vernieuwing van de Kamer van volksvertegenwoordigers en van de Senaat.
Overeenkomstig artikel 18, vervangen bij de wet van 2 april 2003, worden deze twee bedragen aangepast aan de schommelingen van het indexcijfer der consumptieprijzen. De indexcijfers van respectievelijk januari 1993 en januari 2003 worden als basis genomen.
Iedere partij kan afstand doen van het voordeel van de haar verleende dotatie (artikel 16, laatste lid).
Overeenkomstig artikel 23, zoals laatst gewijzigd bij de wetten van 19 november 1998 en 23 juni 1999, impliceert het verkrijgen van deze dotatie voor de beheerraad van de betrokken vzw de verplichting om jaarlijks een financieel verslag op te stellen over de jaarrekeningen van de politieke partij en haar componenten. Dit verslag dat ten minste de als bijlage bij de wet van 4 juli 1989 opgesomde documenten bevat, wordt opgemaakt met inachtneming van de bepalingen vervat in de wet van 17 juli 1975 op de boekhouding en de jaarrekening van de ondernemingen en de uitvoeringsbesluiten ervan.
De documenten waarvan sprake in de bijlage van de wet van 4 juli 1989, zoals ingevoegd bij de wet van 19 november 1998, zijn :
1. Een document met de identificatie van de partij en haar componenten, zoals omschreven in artikel 1, 1º, tweede lid. De identificatie omvat minstens de benaming, de zetel, de rechtsvorm, het maatschappelijk doel en de samenstelling (naam, woonplaats, beroep) van de beheers- en controleorganen van elk van de partijcomponenten.
2. De samenvattende rekening (balans en resultatenrekening) van elke component van de politieke partij, volgens de definitie ervan in artikel 1, 1º, tweede lid. Deze rekeningen mogen opgesteld worden in de vorm van een synoptische tabel met een minimale aanduiding per component van :
a) het totaal van de activa, het totaal van de voorzieningen en schulden en het bedrag van het patrimonium;
b) de opbrengsten en kosten uit courante werking, het resultaat uit courante werking vóór financiële resultaten, het financieel resultaat, het uitzonderlijk resultaat, het resultaat van het boekjaar;
c) het aantal tewerkgestelde personen uitgedrukt in voltijdse equivalenten, waarvan de kost door de partijcomponent wordt gedragen.
3. De geconsolideerde rekening van de politieke partij en haar componenten bestaande uit een geconsolideerde balans, een geconsolideerde resultatenrekening, alsook een verklarende toelichting van de rubrieken van de geconsolideerde balans en van de geconsolideerde resultatenrekening, volgens het schema vastgelegd door de Controlecommissie betreffende de verkiezingsuitgaven en de boekhouding van de politieke partijen.
4. Een verslag van de bedrijfsrevisor waarin deze :
a) bevestigt dat de geconsolideerde rekening opgesteld is overeenkomstig de reglementaire bepalingen. Dit verslag geldt als een verklaring overeenkomstig de algemene controlenormen van het Instituut der Bedrijfsrevisoren;
b) toelicht of de administratieve en boekhoudkundige organisatie van de partij en haar componenten voldoende is om geconsolideerde rekeningen op te maken;
c) de gegevens van de geconsolideerde rekening ontleedt, waarbij hij de aandacht vestigt op de aspecten die het begrip van de financiële toestand en resultaten, alsook de vergelijkbaarheid kunnen bevorderen.
De algemene vergadering van de in artikel 22 bedoelde vzw waaraan de parlementaire dotatie wordt uitbetaald, stelt bijgevolg een bedrijfsrevisor aan die, zoals blijkt uit het bovenstaande, jaarlijks een verslag opstelt over het door de beheerraad van de vzw opgestelde financieel verslag.
Met ingang van het boekjaar 1999 betreft het financieel verslag derhalve niet langer alleen de politieke partij sensu stricto, maar eveneens haar componenten, zoals omschreven in artikel 1, 1º, van de wet van 4 juli 1989, zoals gewijzigd bij de wet van 19 november 1998. Het omvat de jaarrekening in haar geheel, dat wil zeggen de balans, de resultatenrekening en de toelichting.
Het nieuwe schema van financieel verslag, aangepast aan het voormelde artikel 23 en opgenomen als bijlage bij het huishoudelijk reglement van de Controlecommissie, werd door de commissie goedgekeurd op 15 februari 2000 (zie Belgisch Staatsblad van 24 mei 2000 editie 2).
Overeenkomstig artikel 24, eerste lid, wordt het financieel verslag binnen honderdtwintig dagen na het afsluiten van de rekeningen, dus uiterlijk op 30 april, toegezonden aan de minister van Financiën en aan de voorzitters van Kamer en Senaat, die zorg dragen voor de onverwijlde publicatie van dit verslag in de parlementaire stukken (zie stukken Kamer, nrs. 51-21/1 en 2 en stukken Senaat, nrs. 3-21/1 en 2).
Krachtens het tweede lid van dit artikel, ingevoegd door de wet van 2 april 2003, dienen de voorzitters daarenboven onverwijld een exemplaar van de financiële verslagen of van de in het eerste lid bedoelde parlementaire stukken, bij een ter post aangetekende brief, naar het Rekenhof te zenden met de opdracht om, met toepassing van artikel 1, § 2, (in werkelijkheid artikel 1, 4º, derde lid) binnen een maand, een advies uit te brengen over de juistheid en de volledigheid van deze verslagen.
Overeenkomstig artikel 24, derde lid, van de wet van 4 juli 1989, artikel 7, 2º, van haar statuten en artikel 31 van haar huishoudelijk reglement (zie Belgisch Staatsblad van 8 oktober 1994) onderwerpt de Controlecommissie de financiële verslagen vervolgens aan een onderzoek teneinde de conformiteit ervan met de vigerende wetten en besluiten na te gaan. Binnen tweehonderd dagen na het afsluiten van de rekeningen formuleert zij, onder meer op grond van het advies van het Rekenhof, haar opmerkingen en keurt ze, voorzover zij geen onregelmatigheden heeft vastgesteld, de financiële verslagen goed. Het advies van het Rekenhof wordt als bijlage bij het verslag van de Controlecommissie gevoegd. Beslissingen inzake de goedkeuring van de financiële verslagen kunnen enkel worden genomen wanneer ze ten minste twee derden van de stemmen hebben verkregen, op voorwaarde dat ten minste twee derden van de commissieleden aanwezig zijn (artikel 13, tweede lid, van de statuten).
Luidens artikel 25 van de voormelde wet van 4 juli 1989, zoals gewijzigd door de wet van 18 juni 1993, hebben het niet goedkeuren van het financieel verslag door de Controlecommissie, en het niet of het laattijdig indienen van het financieel verslag het verlies tot gevolg van de dotatie die krachtens hoofdstuk III van deze wet, zijnde de artikelen 15 tot en met 21, aan de in artikel 22 bepaalde instelling (de vzw) zou worden toegekend gedurende de daaropvolgende periode die de Controlecommissie bepaalt en ten minste één en ten hoogste vier maanden duurt.
Volledigheidshalve dient hier tevens artikel 15ter van de wet van 4 juli 1989 te worden vermeld, ingevoegd bij de wet van 12 februari 1999, krachtens hetwelk de dotatie door de Controlecommissie ten belope van een welbepaald bedrag of gedurende een welbepaalde termijn, binnen de wettelijke grenzen vastgesteld door de Raad van State, dient te worden ingetrokken wanneer laatstgenoemde instantie daartoe bij arrest heeft beslist omdat een politieke partij duidelijk en door middel van verscheidene, met elkaar overeenstemmende tekenen heeft aangetoond dat ze vijandig staat tegenover de rechten en vrijheden, gewaarborgd door het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden en door de aanvullende protocollen bij dat verdrag.
Gelet op de wettelijk vastgestelde termijnen voor de indiening en het onderzoek van de financiële verslagen dient de Controlecommissie normalerwijze een eindbeslissing te nemen vóór 15 juli van het jaar volgend op het gecontroleerde boekjaar (zie artikel 24, eerste tot en met derde lid, van de wet van 4 juli 1989, zoals gewijzigd door de wetten van 19 november 1998 en 2 april 2003, en artikel 32 van het huishoudelijk reglement, zoals gewijzigd op 31 mei 2000 zie Belgisch Staatsblad van 20 juni 2000).
Overeenkomstig artikel 1, 4º, vierde en vijfde lid, ingevoegd door de wet van 2 april 2003, worden, in geval van ontbinding van de federale Kamers, de voor de uitoefening van de bevoegdheden van de Controlecommissie gestelde termijnen evenwel gestuit. De nieuwe termijnen beginnen dan te lopen vanaf de installatie van de vaste bureaus van de federale Kamers. Voorts worden deze termijnen geschorst tijdens de recesperiodes bepaald met toepassing van artikel 10, § 1, 3º, van de wet van 6 april 1995 houdende inrichting van de parlementaire overlegcommissie bedoeld in artikel 82 van de Grondwet en tot wijziging van de op 12 januari 1973 gecoördineerde wetten op de Raad van State.
Met toepassing van deze twee wetsbepalingen is de termijn van tweehonderd dagen binnen welke de Controlecommissie een definitieve beslissing dient te nemen inzake de goedkeuring van de financiële verslagen, verlengd van 15 juli 2003 tot 13 november 2003.
Overeenkomstig artikel 24, vijfde lid, neemt de controleprocedure een einde nadat de voorzitters van Kamer en Senaat de samenvattingen van de financiële verslagen, de opmerkingen van de Controlecommissie en haar akte van goedkeuring, die alle in het verslag van de Controlecommissie zijn opgenomen, onverwijld aan de minister van Financiën en de diensten van het Belgisch Staatsblad hebben toegezonden die deze binnen dertig dagen na ontvangst in de bijlagen tot het Belgisch Staatsblad dienen te publiceren.
Overeenkomstig artikel 24, eerste lid, van de wet van 4 juli 1989 hebben de tien politieke partijen, die tijdens het jaar 2002 de parlementaire dotatie hebben ontvangen, hun financieel verslag vóór 30 april 2003 ingediend bij de voorzitters van Kamer en Senaat.
Deze laatsten hebben deze verslagen als een parlementair stuk gepubliceerd op 5 juni 2003 (zie stukken Kamer, nrs. 51-21/1 en 2 en stukken Senaat, nrs. 3-21/1 en 2).
Bij ter post aangetekende brief van 4 juli 2003 hebben zij deze stukken aan de eerste voorzitter van het Rekenhof toegezonden met het verzoek om binnen een maand advies uit te brengen over de juistheid en de volledigheid van de erin opgenomen financiële verslagen.
Gelet op de beslissing van de parlementaire overlegcommissie tot schorsing van de voor de Controlecommissie gestelde termijnen tijdens de recesperiode van 4 augustus 2003 tot 10 oktober 2003 hebben zij de eerste voorzitter bij brief van 30 juli 2003 verzocht om hun het verslag te bezorgen tegen uiterlijk 15 september 2003.
Op 6 augustus 2003 heeft de eerste voorzitter van het Rekenhof het advies reeds aan de voorzitters van Kamer en Senaat meegedeeld (zie bijlage I).
Op 9 september 2003 heeft de Controlecommissie de heren Philippe De Coene (sp.a-spirit K) en Luc Paque (cdH S) aangewezen als rapporteurs.
Hun opdracht bestond erin om mede op grond van het advies van het Rekenhof de financiële verslagen te toetsen aan de wettelijke criteria en de richtlijnen die de Controlecommissie terzake onder meer op 15 februari 2000 en op 5 juli 2001 ten behoeve van de politieke partijen en de bedrijfsrevisoren heeft goedgekeurd (zie hiervoor respectievelijk stuk Kamer, nr. 671/3, 2000-2001 en Senaat, nr. 2-447/3, 2000-2001, blz. 9-11 en 31-32, en stuk Kamer, nr. 50-1246/3, 2001-2002 en Senaat, nr. 2-741/3, 2001-2002, blz. 10-12).
Aangezien de heer Daniel Bacquelaine (MR K) bij brief van 9 september 2003 namens MR motu proprio heeft gereageerd op het advies van het Rekenhof, hebben de voorzitters van de Controlecommissie, op voorstel van de rapporteurs, de voorzitters van de negen andere partijen op 8 oktober 2003 aangeschreven met het verzoek om uiterlijk op 20 oktober 2003 hun standpunt mee te delen nopens de opmerkingen van het Rekenhof aangaande hun partij.
Alle partijen hebben hieraan gevolg gegeven (zie bijlage II).
Tijdens de vergadering van 5 november 2003 brachten de rapporteurs een tussentijds verslag uit (zie infra III).
Na een korte bespreking hiervan (zie infra IV) nam de Controlecommissie een definitieve beslissing over de goedkeuring van de tien ingediende financiële verslagen en regelde zij de wijze waarop aan de aanbevelingen en de suggesties van het Rekenhof zou worden tegemoetgekomen (zie infra V).
Achteraf gaven sp.a en N-VA bij brief van respectievelijk 13 en 24 november 2003 nog nadere commentaar en informatie betreffende opmerkingen van het Rekenhof op hun financieel verslag (zie infra VI).
Op 11 december 2003 werd dit verslag ter goedkeuring aan de commissie voorgelegd.
Krachtens artikel 24 van de wet van 4 juli 1989 en artikel 31 van haar huishoudelijk reglement onderwerpt de Controlecommissie de financiële verslagen van de politieke partijen en hun componenten aan een onderzoek teneinde hun conformiteit met de vigerende wetten en besluiten na te gaan.
Tot op heden had het preliminair onderzoek door de rapporteurs tot doel de Controlecommissie enigszins wegwijs te maken in de ingediende financiële verslagen en haar aandacht te vestigen op vragen en knelpunten die nadere opheldering behoefden. Daartoe toetsten de rapporteurs de financiële verslagen zowel op hun formele als inhoudelijke aspecten aan de vigerende wetten en besluiten. Daarbij werd onder meer nagegaan of de bedrijfsrevisoren al dan niet een visum zonder voorbehoud hadden verleend aan de financiële verslagen van de partijen.
Met ingang van het boekjaar 2002 is deze werkwijze in die zin gewijzigd dat de rapporteurs en dat is een primeur hebben kunnen bogen op het door de Controlecommissie verplicht ingewonnen advies van het Rekenhof van 6 augustus 2003 over de juistheid en de volledigheid van de financiële verslagen.
In dit advies heeft het Hof de tien ingediende verslagen getoetst binnen het volgende referentiekader :
1. « de toepasselijke wetgeving (in ruime zin), in de eerste plaats de wet van 4 juli 1989 en de wet van 17 juli 1975 met betrekking tot de boekhouding van de ondernemingen en de uitvoeringsbesluiten ervan;
2. (...) de richtlijnen, onderzoeksbevindingen en aanbevelingen van de Controlecommissie, zoals blijkt uit vroegere commissieverslagen (zie verslag over boekjaar 2001, stuk Kamer, 2002-2003, nr. 1785/3, en Senaat, nr. 2-1138/3, verslag over boekjaar 2000, stuk Kamer, 2000-2001, nr. 1246/003, en Senaat, nr. 2-741/3, en verslag over boekjaar 1999, stuk Kamer, 1999-2000, nr. 671/003, en Senaat, nr. 2-447/3);
3. (...) de overweging dat de wetswijziging van 19 november 1998, waarbij de inhoud en de vorm van de financiële verslaggeving werden vastgesteld (artikel 23, § 1, van en bijlage bij de wet van 4 juli 1989), uitdrukkelijk « meer transparantie, uniformiteit en onderlinge vergelijkbaarheid in de financiële rapportering van de politieke partijen » beoogde (toelichting bij het desbetreffende wetsvoorstel, stuk Kamer, nr. 1158/1 96/97, p. 3).
Binnen dit kader wijst het Rekenhof die aspecten van de financiële verslaggeving over het betrokken boekjaar aan die, vanuit het oogpunt van de juistheid en de volledigheid, in aanmerking kunnen komen voor nader onderzoek door de Controlecommissie. Het formuleert desgevallend, in verband met bepaalde aspecten van de financiële verslaggeving, aanbevelingen met het oog op toekomstige verslaggeving » (zie bijlage I, advies van het Rekenhof, blz. 19).
Het Rekenhof vestigt evenwel ook de aandacht op de beperkingen van het wettelijk kader waarin het zijn onderzoek moest volbrengen :
« Het Rekenhof heeft zich dus niet uitgesproken over de regelmatigheid en de werkelijkheid van de onderliggende verrichtingen, aangezien het niet beschikt over de verantwoordingsstukken » (zie bijlage I, advies van het Rekenhof, blz. 20).
De rapporteurs appreciëren de grondigheid waarmee het Rekenhof de financiële verslagen heeft onderzocht. Zijn advies verleent het onderzoek van de financiële verslagen door de Controlecommissie een veel grotere diepgang. Daarenboven formuleert het Hof, met het oog op de transparantie en betere onderlinge vergelijkbaarheid van de verslagen, tal van nuttige aanbevelingen.
Het Rekenhof maakt in zijn advies (zie bijlage I) een onderscheid tussen de formele en de financiële aspecten van de financiële verslagen en gaat voor elke sub-rubriek na in welke mate de partijen de wettelijke verplichtingen of de aanbevelingen van de Controlecommissie stipt hebben nageleefd.
Wat de formele aspecten betreft, vestigt het Rekenhof er de aandacht op dat « alle verslagen van de bedrijfsrevisoren de rekeningen zonder voorbehoud hebben geattesteerd » (zie bijlage I, advies van het Rekenhof, blz. 23, punt A.8.1.).
Van hun kant stellen de rapporteurs het volgende vast :
De tien politieke partijen die een financieel verslag moesten indienen, hebben zich tijdig, namelijk uiterlijk op 30 april 2003, van deze verplichting gekweten.
2. Schema en samenvatting van het financieel verslag
De financiële verslagen zijn opgesteld volgens het door de Controlecommissie op 15 februari 2000 goedgekeurde schema, dat als bijlage (model I) bij haar huishoudelijk reglement werd gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 24 mei 2000; daarbij is rekening gehouden met de verplichte vermelding van de boekhouding van de componenten (de zogenaamde consolidatie).
Ook de samenvatting van het financieel verslag (model II), die krachtens de wet van 4 juli 1989 in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd dient te worden, werd door alle partijen tijdig aan de Controlecommissie overgezonden.
Na de vergadering van de Controlecommissie op 9 september 2003 waarbij de rapporteurs werden aangewezen en hun werd opgedragen een tussentijds rapport op te maken, heeft MR motu proprio gereageerd op het advies van het Hof.
Het leek de rapporteurs derhalve raadzaam om de andere partijen op hun beurt uit te nodigen hun reactie kenbaar te maken.
Daartoe zonden de voorzitters van Kamer en Senaat hun op 8 oktober 2003 de volgende brief :
« Overeenkomstig de artikelen 1, 4º, derde lid, en 24, tweede lid, van de wet van 4 juli 1989, ingevoegd door de wet van 2 april 2003, heeft het Rekenhof ons bij brief van 6 augustus 2003 zijn advies doen toekomen over de juistheid en de volledigheid van de financiële verslagen van de politieke partijen en hun componenten betreffende het boekjaar 2002.
Hoewel de voormelde wet hierin niet voorziet, achten wij het ter wille van de transparantie en het efficiënt verloop van de procedure toch raadzaam om, vóór de aanvang van het onderzoek ten gronde van deze verslagen door de Controlecommissie, u reeds een exemplaar van dit advies te bezorgen met het verzoek ons uiterlijk 20 oktober 2003 uw standpunt nopens de opmerkingen van het Rekenhof aangaande uw partij mee te delen. »
Alle partijen hebben hierop gereageerd (zie bijlage II, blz. 34).
Hierna wordt beknopt nagegaan in welke mate de partijen geantwoord hebben op de door het Rekenhof geformuleerde opmerkingen.
In dat verband dient met betrekking tot de rubriek B.1. Onderzoek van de variaties tussen boekjaren te worden aangestipt dat de door het Rekenhof gedane vaststellingen als zodanig geen kritiek inhouden op de partijen die in het kader van hun strategische autonomie uiteraard zelf hun financieel beleid voeren, maar eerder een uitnodiging vormen om bij grote schommelingen (cf. de door het Rekenhof gehanteerde methode van de dubbele materialiteitsgrens) hierover nadere toelichting te verstrekken (zie bijlage I, advies van het Rekenhof, blz. 26).
Wat de formele aspecten betreft, antwoordt de VLD op nagenoeg alle door het Rekenhof gesignaleerde opmerkingen. Er zij opgemerkt dat deze partij ervoor opteert om in punt VI van de toelichting (stuk Kamer, nr. 51-21/1 en stuk Senaat, nr. 3-21/1, blz. 78) de parlementaire dotaties van Kamer en Senaat niet te vermelden in de subrubriek « Instelling art. 22 », zijnde de VZW LIBERA, aan wie ze effectief werden uitbetaald, maar wel in de subrubriek « Nationale Werkingsentiteit » waaraan ze onmiddellijk werden doorgestort, zoals trouwens kan worden afgeleid uit de samenvattende jaarrekening van de VZW LIBERA (cf. op. cit., blz. 10).
Wat het afschrijvingspercentage van de gebouwen betreft, geeft de VLD de vereiste informatie waarvan ze toegeeft die « ten onrechte niet te hebben vermeld ».
Met betrekking tot de financiële aspecten geeft de partij nadere uitleg omtrent de door het Rekenhof geformuleerde opmerkingen over het ontbreken van balansgegevens van de VZW LIBERA en de VZW INSTITUUT VOOR KADERVORMING.
Wat de formele aspecten betreft, sluit CD&V zich aan bij de opmerkingen van het Rekenhof en geeft toe op dit vlak enkele « schoonheidsfoutjes » te hebben gemaakt.
Wat de financiële aspecten betreft, sluit zij zich eveneens aan bij de opmerkingen van het Hof. Zo werd in twee gevallen, namelijk voor Unitas Arrondissement Dendermonde-Sint-Niklaas en Tehuis van CD&V Antwerpen, een verkeerde boeking rechtgezet, terwijl voor twee andere rubrieken de anomalie te wijten was aan onvolledige informatie betreffende de mate waarin de jaarrekening van een welbepaalde component, namelijk CEPESS, in de consolidatie moest worden opgenomen.
Wat de formele aspecten betreft, neemt de PS nota van de opmerkingen van het Rekenhof en verbindt zij zich ertoe de gevraagde informatie te verstrekken in haar financieel verslag over het boekjaar 2003.
Wat de financiële aspecten betreft :
inzake de variatie tussen boekjaren verstrekt de partij de nodige technische uitleg over de verhoging van het bedrag van de vaste activa van de VZW Instituut Emile Vandervelde ten gevolge van de renovatie van de zetel van de partij, enerzijds, en sluit ze zich voor het overige aan bij de opmerkingen van het Rekenhof met betrekking tot de geconsolideerde rekeningen, anderzijds;
met betrekking tot de omzetting van de rekeningen van verschillende componenten in euro verbindt de partij zich ertoe de door het Rekenhof gesignaleerde vergissing recht te zetten in haar financieel verslag over het boekjaar 2003;
met betrekking tot het door het Rekenhof vastgestelde verschil tussen het geconsolideerd resultaat en de cumul van de resultaten van de verschillende componenten merkt de PS op dat de Controlecommissie bij de opmaak van het schema van financieel verslag van oordeel was dat « het detail van de terugnames niet relevant was en het nagestreefde evenwicht tussen analyse en synthese dreigde aan te tasten ». Dit antwoord geldt eveneens voor het door het Rekenhof gesignaleerde verschil tussen het geconsolideerd patrimonium en de cumul van de patrimoniums van de verschillende componenten.
Wat de formele aspecten betreft, verstrekt MR de nodige informatie.
Wat de financiële aspecten betreft, zijn de door het Rekenhof gesignaleerde anomalieën te wijten aan het feit dat, eensdeels, de samenvattende jaarrekening van één component, namelijk de VZW GALB, niet werd ingediend en, anderdeels, onvolledige informatie werd verstrekt betreffende de mate waarin de jaarrekening van een andere component, namelijk de VZW Centre Paul HYMANS, in de consolidatie moest worden opgenomen.
Deze partij geeft zowel voor de formele als voor de financiële aspecten een afdoend antwoord op de bemerkingen van het Rekenhof :
zij verstrekt een overzichtslijst van de componenten en zal die lijst voortaan in haar financieel verslag opnemen. In het financieel verslag over het boekjaar 2002 en in het verslag van de bedrijfsrevisor daarover werd echter duidelijk aangegeven dat de consolidatiekring ten opzichte van het boekjaar 2001 met drie componenten werd uitgebreid, namelijk met de VZW Jan Breydel, de VZW Vlaams Belang Vlaams-Brabant en de feitelijke vereniging Vlaams Blok-Provincie Antwerpen (zie stuk Kamer, nr. 51-21/2 en stuk Senaat, nr. 3-21/2, blz. 402-415);
zij licht de variaties tussen de boekjaren toe welke zich hebben voorgedaan bij de feitelijke vereniging Vlaams Blok en de VZW Algemeen Vlaams Belang, en geeft nadere uitleg omtrent de afwezigheid van balansgegevens voor de VZW Vormingsinstituut Frank Goovaerts. Deze laatste is immers in vereffening gesteld en bezat op balansdatum geen activa of passiva meer.
Met betrekking tot de formele aspecten verklaart deze partij zich akkoord met de opmerkingen van het Rekenhof, met uitzondering van die betreffende de vermelding van het maatschappelijk doel van de componenten, waar de partij van oordeel is voldoende informatie te hebben verstrekt. Inzake de waarderingsregels oordeelt sp.a dat hieromtrent nader overleg met het Instituut der bedrijfsrevisoren op zijn plaats is.
Met betrekking tot de financiële aspecten verstrekt sp.a de nodige informatie. Zo is een gebrek aan overeenstemming tussen het geconsolideerd patrimonium en de cumul van de patrimoniums van de verschillende componenten louter te wijten aan een schrijffout, inzonderheid een cijferinversie.
Wat de formele aspecten betreft, sluit ECOLO zich voor sommige punten aan bij de opmerkingen van het Rekenhof en verbindt ze zich ertoe hieraan gevolg te geven in haar financiële rapportage over het komende boekjaar. Met betrekking tot de waarderingsregels verwondert zij zich over de door het Rekenhof gemaakte opmerking nopens haar beslissing om haar voorzieningen voor verkiezingsuitgaven over te boeken naar de reserves. Het Hof constateert wel dat ECOLO deze wijziging van de waarderingsregels « naar behoren onder de aandacht heeft gebracht », maar vraagt zich af of de Controlecommissie deze wijziging opportuun acht (zie bijlage I, advies van het Rekenhof, blz. 25, punt A.10.2.). Indien de Controlecommissie dat wenst, zal de partij in de toekomst met de opmerking van het Hof rekening houden. Overigens mag worden opgemerkt dat ECOLO met betrekking tot de consolidatiemethode volgens het Hof meer gedetailleerde aanvullende informatie heeft verstrekt.
Met betrekking tot de financiële aspecten geeft ECOLO een boekhoudkundige verantwoording voor het feit dat « het geheel van de balansposten van de Coordination inter Hennuyère voor het boekjaar 2002 is opgenomen met een waarde 0 » (zie bijlage I, advies van het Rekenhof, blz. 31, punt B.2.7). Deze VZW werd namelijk geïntegreerd in de VZW ECODOTA.
Deze partij neemt geen standpunt in met betrekking tot de opmerkingen van het Rekenhof over de formele aspecten van haar financieel verslag.
Wat de financiële aspecten betreft, zijn de door het Rekenhof vastgestelde anomalieën in de samenvattende rekening van de VZW Unio te wijten aan een vergissing bij het overschrijven, ten bewijze waarvan de partij een gecorrigeerde samenvattende rekening meedeelt (zie bijlage I, advies van het Rekenhof, punt B.2.8).
Wat de formele aspecten betreft, antwoordt deze partij op nagenoeg alle opmerkingen en belooft ze in het financieel verslag over het boekjaar 2003 rekening te houden met de opmerkingen van het Rekenhof inzake de vermelding van het tewerkgestelde personeel en de herformulering van de afschrijvingspercentages voor de « materiële vaste activa ».
Met betrekking tot de financiële aspecten sluit AGALEV zich aan bij de opmerkingen van het Rekenhof inzake de variaties tussen boekjaren. Voor de overige twee punten is het de partij niet duidelijk waarop de opmerkingen van het Rekenhof slaan.
Deze partij geeft, na een eerste toetsing, toe dat « enkele kleine materiële vergissingen in het N-VA-jaarverslag zijn geslopen. Vergissingen die, zo leert een vlugge analyse, niets ten gronde wijzigen aan de cijfers die u werden meegedeeld en zijn openbaar gemaakt » (zie bijlage II, punt 10).
In een toelichting d.d. 29 oktober 2003 bij zijn oorspronkelijk verslag verklaart de bedrijfsrevisor dat het batig saldo van de volledige consolidatie van N-VA en haar componenten 545 252 euro in plaats van 193 783,67 euro bedraagt. Hij voegt daaraan toe dat « noch de inhoud van de rekeningen, noch de controles of onze opinie over deze rekeningen in enige mate zijn gewijzigd door huidige verklarende en rechtzettende toelichting ».
De raad van bestuur van de VZW N-VA krijgt op 15 november 2003 de recente toelichting bij het revisoraal verslag voorgelegd.
Het staat aan de Controlecommissie te oordelen of de door de partijen verstrekte antwoorden afdoende zijn en, in het licht van het visum zonder voorbehoud, dat de bedrijfsrevisoren na het advies van het Rekenhof niet herroepen hebben, een goedkeuring van de verslagen niet in de weg staan. Hoe dan ook dient hierbij te worden opgemerkt dat partijen die niet langer gerechtigd zijn op de parlementaire dotatie, in geval van niet-goedkeuring van hun financieel verslag, de lege lata niet meer door de Controlecommissie kunnen worden gesanctioneerd.
De lege ferenda zou de Controlecommissie zich moeten buigen over de talrijke opmerkingen en suggesties die het Rekenhof heeft gedaan teneinde de transparantie, de uniformiteit en de onderlinge vergelijkbaarheid in de financiële rapportering van de politieke partijen te bevorderen. Dit impliceert in concreto een wijziging van zowel (de bijlage bij) de wet van 4 juli 1989 als het schema van financieel verslag opgenomen als model I bij het huishoudelijk reglement van de Controlecommissie. Te dien einde lijkt het niet overbodig om op korte termijn een hoorzitting te houden met vertegenwoordigers van het Instituut der bedrijfsrevisoren en, desgevallend, het Rekenhof op een door de commissie te bepalen wijze daarbij te betrekken.
Een van de kwesties die in dat verband zou kunnen worden behandeld, betreft de opmerking van het Rekenhof dat, hoewel het overeenkomstig artikel 24, tweede lid, van de wet van 4 juli 1989 een advies dient uit te brengen over de juistheid en de volledigheid van de financiële verslagen, het zich niet uitspreekt over de regelmatigheid en de werkelijkheid van de onderliggende verrichtingen, aangezien het niet over de verantwoordingsstukken beschikt. Dat roept de vraag op naar het semantisch onderscheid tussen de begrippen « juistheid » en « werkelijkheid ». Het nuanceverschil is miniem. In de werkgroep die tijdens de vorige legislatuur de wet van 4 juli 1989 heeft geëvalueerd, is de vraag naar de rol van het Rekenhof ruim aan bod gekomen (zie het verslag van de heer Paul Wille en mevrouw Dalila Douifi namens de werkgroep van de Controlecommissie betreffende de verkiezingsuitgaven en de boekhouding van de politieke partijen, stuk Kamer, nr. 50-1428/1 en stuk Senaat, nr. 2-919/1, blz. 30-31, 59-60 en 62-63). De in artikel 24, tweede lid, van de wet van 4 juli 1989 vervatte regeling is gestoeld op de overweging dat de onafhankelijkheid die de rechtspositie van de bedrijfsrevisor kenmerkt, geen overlegging van de stavingsstukken aan het Rekenhof noodzaakt, zeker wanneer hij een visum zonder voorbehoud heeft verleend. Het advies van het Rekenhof houdt veeleer een conformiteitstoets in. Het Hof gaat na of het financieel verslag opgesteld is conform de wettelijke bepalingen.
Wat de sanctionering van partijen betreft of het ontbreken van de mogelijkheid daartoe, rijst de vraag of deze lacune al dan niet moet worden gecompleteerd.
Nog de lege ferenda stellen de rapporteurs voor in de wet of het huishoudelijk reglement van de Controlecommissie te bepalen dat het advies van het Rekenhof onverwijld aan de partijen dient te worden bezorgd met het verzoek hun standpunt nopens de opmerkingen van het Rekenhof aangaande hun partij aan de Controlecommissie mee te delen.
De heer Jean-François Istasse (PS S) schaart zich achter de bevindingen en de besluiten van de rapporteurs. In het licht van de opmerkingen van het Rekenhof dringt zich inderdaad een wijziging op van (de bijlage bij) de wet van 4 juli 1989 alsook van het schema van financieel verslag. Het zou raadzaam zijn om daar niet alleen het Instituut der bedrijfsrevisoren en eventueel het Rekenhof bij te betrekken, maar ook de bedrijfsrevisoren die het verslag hebben opgesteld over de financiële verslagen van de politieke partijen en hun componenten.
De commissie sluit zich bij deze suggestie aan.
De heer Daniel Bacquelaine (MR K) maakt bezwaar tegen de opmerking in het tussentijds verslag dat er door MR « onvolledige informatie werd verstrekt betreffende de mate waarin de jaarrekening van een andere component, namelijk de VZW Centre Paul HYMANS, in de consolidatie moest worden opgenomen. » Zoals spreker in de bijlage bij zijn brief d.d. 9 september 2003 aan de voorzitters van de Controlecommissie heeft gemeld, wordt in het financieel verslag van zijn partij expliciet aangegeven dat de VZW Centre Paul HYMANS slechts ten belope van 50 % in de consolidatiekring van MR is opgenomen. De overige 50 % vallen binnen de consolidatiekring van de VLD (zie stuk Kamer, nr. 51-21/1 en stuk Senaat, nr. 3-21/1, blz. 245 en 255).
De heer René Thissen (cdH S) verklaart ter aanvulling van de brief van de administrateur-generaal van zijn partij d.d. 20 oktober 2003, waarin enkel werd ingegaan op de opmerkingen van het Rekenhof betreffende de financiële aspecten van het financieel verslag, dat zijn partij de door het Rekenhof gesignaleerde formele tekortkomingen zal wegwerken in haar financieel verslag over het boekjaar 2003.
Met inachtneming van artikel 13, tweede lid, van de statuten van de Controlecommissie worden de tien ingediende financiële verslagen eenparig goedgekeurd door de 14 aanwezige leden.
De commissie besluit tevens een werkgroep op te richten teneinde de hoofdzakelijk formele opmerkingen en suggesties die het Rekenhof heeft geformuleerd met het oog op de verbetering van de transparantie, de uniformiteit en de onderlinge vergelijkbaarheid van de financiële verslagen, om te zetten in afdwingbare bepalingen die ofwel in de wet van 4 juli 1989 ofwel in het schema van financieel verslag zouden moeten worden opgenomen. Deze werkgroep zou zowel het Instituut der bedrijfsrevisoren als de door de partijen aangestelde bedrijfsrevisoren, alsmede het Rekenhof bij zijn werkzaamheden moeten betrekken.
Na de goedkeuring van de financiële verslagen door de Controlecommissie op 5 november 2003 gaven sp.a en N-VA bij brief van respectievelijk 13 en 24 november 2003 nog nadere commentaar en informatie betreffende opmerkingen van het Rekenhof op hun financieel verslag (zie bijlage II.6.b en 10.c).
Dit verslag werd goedgekeurd bij eenparigheid van de 12 aanwezige leden.
De rapporteurs, Ph. DE COENE. L. PAQUE. |
De voorzitters, A. DE DECKER. H. DE CROO. |
I. ADVIES VAN HET REKENHOF BETREFFENDE DE FINANCIËLE VERSLAGEN OVER DE BOEKHOUDING VAN DE POLITIEKE PARTIJEN EN HUN COMPONENTEN (BOEKJAAR 2002) (1)
De voorzitters van de Controlecommissie ingesteld door de wet van 4 juli 1989 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezingen van de federale Kamers, de financiering en de open boekhouding van de politieke partijen hebben het Rekenhof bij brief van 4 juli 2003 de financiële verslagen over de boekhouding van de politieke partijen en hun componenten over het boekjaar 2002 (stuk Kamer, nr. 51 21/001-002, BZ 2003, en stuk Senaat, nr. 3-21/1-2, BZ 2003) bezorgd, met de vraag binnen een maand een advies uit te brengen over de juistheid en de volledigheid van deze verslagen. Bij brief van 30 juli 2003 hebben de voorzitters van de Controlecommissie het Rekenhof verzocht het advies te bezorgen tegen uiterlijk 15 september 2003.
Luidens artikel 24, tweede lid, van de wet van 4 juli 1989, zoals gewijzigd door de wet van 2 april 2003, geven de voorzitters van de wetgevende Kamers het Rekenhof « de opdracht om, met toepassing van artikel 1, § 2, binnen een maand, een advies uit te brengen over de juistheid en de volledigheid van » de financiële verslagen over de jaarrekeningen van de politieke partijen en hun componenten. Volgens genoemd artikel 1, § 2 (in werkelijkheid artikel 1, 4º, derde lid), is de Controlecommissie « verplicht om zich, onder de door deze wet bepaalde voorwaarden, te laten adviseren door het Rekenhof voor de controle zowel van de verkiezingsuitgaven van de politieke partijen en de individuele kandidaten als van de financiële verslagen van de politieke partijen en hun componenten ».
Het Rekenhof kreeg voor het eerst een rol toebedeeld in het kader van de wet van 4 juli 1989 met de wetswijziging van 19 november 1998. Daarbij werd bepaald dat de Controlecommissie zich onder meer voor de controle van de financiële verslagen van de politieke partijen kon laten adviseren door het Rekenhof. In de toelichting bij het desbetreffende wetsvoorstel werd gesteld dat de nadere regels terzake door de Controlecommissie in haar statuten en huishoudelijk reglement moesten worden ingevuld (stuk Kamer, nr. 1158/1, 1996/1997, blz. 5).
In de statuten en het huishoudelijk reglement van de Controlecommissie, goedgekeurd op 4 oktober 1994 en gewijzigd op 6 mei 1997 en 31 mei 2000, werden evenwel geen bepalingen met betrekking tot het Rekenhof ingevoegd.
Evenmin bevatten de parlementaire werkzaamheden die hebben geleid tot de wetswijziging van 2 april 2003, met name het desbetreffende wetsvoorstel (stuk Kamer, 2002-2003, nr. 50 2270, en stuk Senaat, 2002-2003, nr. 2-1499) en de daaraan voorafgaande evaluatie van de wetgeving door een werkgroep van de Controlecommissie (stuk Kamer, 2000-2001, nr. 50 1428/001, en stuk Senaat, 2000-2001, nr. 2-919/1), interpretatie-elementen in verband met de thans verplichte adviesopdracht van het Rekenhof.
De financiële verslagen over de jaarrekeningen van de politieke partijen en hun componenten worden opgesteld door de instellingen, opgericht in de vorm van een vereniging zonder winstoogmerk, die de krachtens hoofdstuk III van de wet van 4 juli 1989 toegekende overheidsdotaties ontvangen (artikelen 23, § 1, en 22 van de wet). Het gaat met andere woorden om verslaggeving door privaatrechtelijke rechtspersonen.
Er weze aan herinnerd dat de bevoegdheid van het Rekenhof, dit is zijn bevoegdheid ratione personae et materiae en de wijze waarop het deze bevoegdheid uitoefent, door grondwettelijke (artikel 180) en/of wettelijke bepalingen moet worden gevestigd. Dit geldt voor de controlebevoegdheid van het Rekenhof ten aanzien van publiekrechtelijke rechtspersonen, en des te meer ten aanzien van privaatrechtelijke rechtspersonen (cf. advies van de Raad van State bij een wetsvoorstel tot uitbreiding van de bevoegdheden van het Rekenhof, stuk Kamer, nr. 369/2, 1985-1986). Bijgevolg beschikt het Rekenhof ten aanzien van privaatrechtelijke rechtspersonen slechts over de bevoegdheden die hem uitdrukkelijk bij wet zijn toegekend.
Een en ander betekent dat het Rekenhof in het kader van zijn adviesopdracht op grond van artikel 24 van de wet van 4 juli 1989 geen rechtstreekse controlebevoegdheid heeft ten aanzien van de VZW's die de financiële verslagen opstellen, evenmin als ten aanzien van de politieke partijen en hun componenten, die overigens niet per se rechtspersoonlijkheid hebben. Artikel 23, § 2, van de wet belast de door de VZW's aangestelde bedrijfsrevisoren met een revisorale controle van en verslaggeving over de financiële verslagen.
Het verslag van de bedrijfsrevisor heeft (ten minste) betrekking op drie elementen : een bevestiging dat de geconsolideerde rekening is opgesteld overeenkomstig de reglementaire bepalingen, een toelichting of de administratieve en boekhoudkundige organisatie van de partij en haar componenten voldoende is om geconsolideerde rekeningen op te maken, en een ontleding van de gegevens van de geconsolideerde rekening (bijlage bij de wet, punt 4).
Het Rekenhof heeft voor zijn advies over de juistheid en de volledigheid van de financiële verslagen deze verslagen getoetst aan de toepasselijke wetgeving (in ruime zin), in de eerste plaats de wet van 4 juli 1989 en de wet van 17 juli 1975 met betrekking tot de boekhouding van de ondernemingen en de uitvoeringsbesluiten ervan.
Het Rekenhof heeft daarbij rekening gehouden met de richtlijnen, onderzoeksbevindingen en aanbevelingen van de Controlecommissie, zoals blijkt uit vroegere commissieverslagen (zie verslag over boekjaar 2001, stuk Kamer, nr. 50 1785/3, 2002-2003, en stuk Senaat, nr. 2-1138/3, verslag over boekjaar 2000; stuk Kamer, nr. 50 1246/003, 2000-2001 en stuk Senaat, nr. 2-741/3; en verslag over boekjaar 1999, stuk Kamer, nr. 50 671/003, 1999-2000 en stuk Senaat, nr. 2-447/3).
Het college heeft tevens rekening gehouden met de overweging dat de wetswijziging van 19 november 1998, waarbij de inhoud en de vorm van de financiële verslaggeving werden vastgesteld (artikel 23, § 1, van en bijlage bij de wet van 4 juli 1989), uitdrukkelijk « meer transparantie, uniformiteit en onderlinge vergelijkbaarheid in de financiële rapportering van de politieke partijen » beoogde (toelichting bij het desbetreffende wetsvoorstel, stuk Kamer, nr. 1158/1, 1996/1997, blz. 3).
Binnen dit kader wijst het Rekenhof die aspecten van de financiële verslaggeving over het betrokken boekjaar aan die, vanuit het oogpunt van de juistheid en de volledigheid, in aanmerking kunnen komen voor nader onderzoek door de Controlecommissie. Het formuleert desgevallend, in verband met bepaalde aspecten van de financiële verslaggeving, aanbevelingen met het oog op toekomstige verslaggeving.
Rekening houdend met de voorgaande overwegingen en met de gegevens die beschikbaar zijn in de parlementaire stukken (stuk Kamer, nr. 51-0021/001-002 en stuk Senaat nr. 3-21/1-2), die het voorwerp hebben uitgemaakt van de vraag om advies aan het Rekenhof, heeft het onderzoek van de financiële verslagen over het jaar 2002 van de politieke partijen betrekking op de hierna opgesomde formele en financiële aspecten (2). Het Rekenhof heeft zich dus niet uitgesproken over de regelmatigheid en de werkelijkheid van de onderliggende verrichtingen, aangezien het niet beschikt over de verantwoordingsstukken.
A. FORMELE ASPECTEN
1. Hoedanigheid van de ondertekenaar(s) van de financiële staten
1.1. Voor alle partijen samen werd vastgesteld dat de ondertekenaars van de financiële verslagen lid zijn van de raad van bestuur van de VZW die krachtens de artikelen 22 en 23 van de wet van 4 juli 1989 is belast met het opstellen van die verslagen.
2. Het vermelden van identificatie- en financiële gegevens voor elk van de politieke partijen en hun componenten
2.1. De identificatie- en financiële gegevens met betrekking tot de VZW « Gestion et action libérale de Bruxelles », « GALB » afgekort, ontbreken [MR].
3. Het voorkomen van een vermelding die aangeeft of de consolidatiekring al dan niet werd gewijzigd en zo hij werd gewijzigd, de aard van de doorgevoerde wijzigingen aangeeft
3.1. De wijzigingen of het ontbreken van wijzigingen van de consolidatiekring worden door verschillende politieke partijen niet vermeld [VLD CD&V cdH].
De bijlage bij de wet van 4 juli 1989 en de bijlagen bij het huishoudelijk reglement voorzien thans niet in de systematische opname van een vermelding waarin de wijzigingen (of het ontbreken van wijzigingen) in de consolidatiekring worden gepreciseerd.
Het ontbreken van informatie kan weliswaar worden geïnterpreteerd als het teken dat zich geen wijziging in de consolidatiekring heeft voorgedaan. Dat kan echter geen volkomen zekerheid bieden. De transparantie en de vergelijkbaarheid van de financiële verslagen zouden worden versterkt door een veralgemening en systematisering van de informatie terzake.
4. Inachtneming van de minimumvereisten inzake de identificatiegegevens van de politieke partijen en van hun componenten
4.1. Alle politieke partijen laten occasioneel met uiteenlopende freçuentie na het beroep van de leden van de beheersorganen te vermelden. Het beroep van de leden van de controleorganen wordt nagenoeg systematisch niet vermeld.
4.2. De benaming van sommige componenten is gedeeltelijk anders naargelang ze wordt vermeld op de overzichtslijst die de consolidatiekring beschrijft, op de identificatiefiche of nog in de titel van de samenvattende rekening [CD&V PS SP.a].
De gebruikmaking van één benaming voor eenzelfde component zou het onderzoek van de Controlecommissie vergemakkelijken.
4.3. Verschillende partijen verstrekken geen overzichtslijst van de partijcomponenten [Vlaams Blok cdH Agalev N-VA].
Eén politieke partij [VLD] heeft een overzicht gegeven waarbij er één component ontbreekt.
De bijlage bij de wet van 4 juli 1989 voorziet niet in een overzichtslijst van de componenten van elke politieke partij. Als deze systematisch voorhanden zou zijn, zou de verificatie van de volledigheid van de beschrijvende en financiële informatie van de verschillende componenten in de hand worden gewerkt. Door vergelijking met de lijst van het vorige boekjaar zou ze eveneens het opsporen van eventuele wijzigingen in de consolidatiekring vergemakkelijken.
4.4. De benaming van de componenten wordt herhaaldeljk enkel vermeld als afkorting of acroniem [CD&V PS SP.a cdH].
De transparantie van de overgezonden informatie zou gebaat zijn wanneer systematisch, althans in de overzichtslijst, een integrale benaming van de componenten zou worden gebruikt (waaraan op nuttige wijze de afkorting zou kunnen worden toegevoegd).
4.5. Enkele componenten die behoren tot twee partijen vermelden niet hun controleorgaan [MR Ecolo].
Naast de samenstelling van het controleorgaan van alle componenten van een politieke partij [cdH] wordt systematisch de vermelding « nihil » (op twee uitzonderingen na) opgenomen.
Voor één politieke partij [Agalev] wordt er enkel melding gemaakt van het controleorgaan over de geconsolideerde rekening.
Het ontbreken van een controleorgaan in andere componenten dan de instelling die wordt beoogd in artikel 22 van de wet van 4 juli 1989 is geenszins in strijd met artikel 23, § 2, van dezelfde wet.
Dat ontbreken impliceert echter dat de revisor die het geconsolideerd financieel verslag moet attesteren, een redelijke controle van de rekeningen van de samenstellende entiteiten heeft uitgevoerd, in het bijzonder als deze rekeningen significante bedragen inhouden op het vlak van de consolidatie of als ze het voorwerp uitmaken van een externe controle die wordt uitgevoerd door een andere bedrijfsrevisor dan deze die de geconsolideerde rekening attesteert.
In de voorliggende gevallen blijkt bij het lezen van het verslag van de bedrijfsrevisor niet duidelijk hoever die controle reikt.
De Controlecommissie zou ter gelegenheid van een volgende herziening van haar huishoudelijk reglement kunnen vragen dat de revisor van de geconsolideerde rekening in de rubriek « attestaties en aanvullende informatie » van zijn verslag de aard en de draagwijdte zou vermelden van de controles die hij heeft uitgevoerd op de rekeningen van de verschillende componenten van de politieke partij.
4.6. De bijlage bij het huishoudelijk reglement bepaalt dat het maatschappelijk doel zou worden vermeld onder verwijzing naar het overeenstemmende artikel van de statuten van de component. Dat principe wordt op enkele zeldzame uitzonderingen na, door verschillende politieke partijen in acht genomen [PS MR Vlaams Blok N-VA]. Dat gebeurt echter (over het algemeen) niet door de andere politieke partijen [VLD CD&V SP.a Ecolo cdH Agalev].
5. Inachtneming van de schema's voor de presentatie van de gegevens met betrekking tot de samenvatting van het financieel verslag, de samenvattende rekeningen van de componenten en de geconsolideerde rekening
5.1. De samenvattende rekeningen van het geheel van de componenten van een politieke partij [PS] vermelden niet de cijfers van het vorige boekjaar voor de rubrieken « resultatenrekening » en « tewerkgesteld personeel ».
De individuele componenten van twee partijen [Agalev, N-VA] vermelden niet het aantal tewerkgestelde personeelsleden van voorgaand jaar.
De mogelijkheden tot financieel onderzoek van de rekeningen worden verminderd door het ontbreken van vergelijkende gegevens. De Controlecommissie zou nuttigheidshalve eraan kunnen herinneren dat het hele schema dat ze heeft vastgesteld, moet worden nageleefd.
5.2. De samenvattende rekeningen van een politieke partij [Ecolo] verschillen lichtjes van het vastgestelde schema maar verstrekken meer gedetailleerde informatie.
Het verstrekken van meer gedetailleerde informatie dan de gevraagde is op zich geen probleem. Ze maakt eventuele vergelijkingen tussen componenten van verschillende politieke partijen echter minder direct. Op strikt formeel vlak wijkt die informatie af van de presentatie die de Controlecommissie heeft vastgesteld.
5.3. Voor één politieke partij [N-VA] werden detailstaten van de geconsolideerde rekeningen bijgevoegd. Er is echter geen aansluiting van het resultaat en de belastingsschulden tussen de opgegeven detailstaat en de geconsolideerde jaarrekening.
Het toevoegen van detailstaten voor de consolidatie komt de transparantie ten goede. Evenwel dient ervoor gezorgd te worden dat de opgegeven detailstaten aansluiten met de geconsolideerde jaarrekening.
6. Volledigheid en algemene voorstelling van de financiële gegevens
6.1. De samenvattende rekeningen van twee componenten van een politieke partij [MR] zijn integraal met nullen ingevuld zonder dat hierbij enige toelichting wordt gegeven.
De Controlecommissie zou kunnen overwegen te vragen dat bij iedere samenvattende rekening die bijzonderheden vertoont, een korte verklarende nota zou worden gevoegd.
6.2. Voor één politieke partij [N-VA] zijn volgende vaststellingen gedaan.
De cijfergegevens met betrekking tot 2001 worden uitgedrukt in Belgische frank en die van 2002 in euro (zowel voor de geconsolideerde cijfergegevens als voor de componenten van de partij). Dergelijke voorstelling van de gegevens maakt de vergelijkbaarheid van de cijfergegevens ondoorzichtiger.
Hiervoor wordt tevens verwezen naar aanbeveling I van de Controlecommissie in de parlementaire documenten (stuk Kamer, nr. 50-1785/3 en stuk Senaat, nr. 2-1183/2, blz. 8).
De presentatie van de resultatenrekening van een aantal componenten is onduidelijk. Voor negatieve resultaten wordt niet steeds een min-teken gebruikt. In eenzelfde component wordt soms wel en soms niet een min-teken gebruikt in de voorstelling van de resultatenrekening.
De geconsolideerde jaarrekening vertoont volgende gebreken :
· De rubriek Eigen Vermogen op het passief is niet in detail opgegeven.
· De optelsom van de rubrieken van het passief geven niet het totaal van het passief :
Eigen vermogen | 1 100 333 euro |
Voorzieningen en uitgestelde
belastingen 1 385 806 euro
Schulden 213 838 euro |
Totaal 2 699 977 euro |
Verschil - 224 euro |
· De rubriek XII van de toelichting « Personeelskosten » is niet correct ingevuld. Er werd enkel een totaal bedrag van de personeelskosten weergegeven.
· De rubriek XV van de toelichting « Cash-flow van het boekjaar » is niet ingevuld. In een ander bijgevoegd document wordt er wel een cash-flow berekend maar het resultaat sluit niet aan met de geconsolideerde jaarrekening.
Aan de hand van de vastgestelde anomalieën zou de Controlecommissie de partij kunnen herinneren aan de na te leven boekhoudkundige principes.
6.3. De toelichting van de geconsolideerde jaarrekening onder de rubriek VI « Belgische overheidsbijdragen »: het detail wordt niet uniform ingevuld door de verschillende partijen. Bijvoorbeeld : twee politieke partijen [VLD en N-VA] hebben niets vermeld onder de rubriek « Instelling artikel 22 ».
In dit verband wordt verwezen naar het verslag over het « Onderzoek van de financiële verslagen over de boekhouding van de politieke partijen en hun componenten (boekjaar 2001) » (stuk Kamer, nr. 50-1785/3 en stuk Senaat, nr. 2-1138/3, blz. 12).
7. Overeenstemming tussen de cijfers in de samenvatting van de financiële verslagen en die in de geconsolideerde balans
7.1. Er is geen opmerking te formuleren voor het geheel van de politieke partijen, met uitzondering van één ervan [N-VA].
Het resultaat van het boekjaar opgenomen in de samenvatting van het financieel verslag van deze partij stemt niet overeen met het resultaat van het boekjaar in de geconsolideerde rekening. Er is een verschil van 4 613 euro (549 865 euro in plaats van 545 252 euro).
De opgegeven « Opbrengsten uit de gewone werking » vertonen een bedrag van 2 548 967 euro terwijl de optelsom van de subrubrieken 2 518 967 euro bedraagt, hetzij een verschil van 30 000 euro. In de samenvatting van het financieel verslag is er sprake van 2 518 967 euro.
8. Verslag van de bedrijfsrevisor Eventuele opmerkingen in verband met de attestatie van de rekeningen
8.1 Alle verslagen van de bedrijfsrevisoren hebben de rekeningen zonder voorbehoud geattesteerd.
8.2. Alle verslagen vermelden ook overeenkomstig punt 4.b) van de bijlage bij de wet van 4 juli 1989 dat de administratieve en boekhoudkundige organisatie van de politieke partijen voldoende is.
8.3. Bij een partij [N-VA] is er geen overeenstemming tussen het resultaat (193 784 euro) opgenomen in het verslag van de bedrijfsrevisor en het resultaat in de geconsolideerde jaarrekening (545 252 euro).
Het resultaat opgenomen in het verslag van de bedrijfsrevisor betreft, zoals blijkt uit de bijgevoegde detailstaten van de consolidatie, enkel het resultaat van « N-VA en componenten » (zonder de arrondissementen en zonder Spirit). Het balanstotaal in het rapport van de bedrijfsrevisor sluit wel aan met de geconsolideerde jaarrekening.
9. Verslag van de bedrijfsrevisor Analyse om het begrip van de financiële toestand en resultaten en de vergelijkbaarheid te bevorderen
9.1. De bepalingen van punt 4.c. van de bijlage bij de wet van 4 juli 1989 laten de bedrijfsrevisor heel wat appreciatiemarge. De aard en de uitgebreidheid van de verstrekte informatie verschilt aldus sterk van de ene politieke partij tot de andere.
Het komt de Controlecommissie toe te bepalen in hoeverre de inhoud van de aanvullende analyses die thans in de financiële verslagen zijn opgenomen, beantwoordt aan haar verwachtingen.
10. Gegevens in verband met de waarderingsregels
10.1. Bij het onderzoek van de financiële verslagen kan worden opgemerkt dat de mate van detaillering van de informatie die wordt verstrekt inzake waarderingsregels verschilt tussen de politieke partijen. Deze informatie ontbreekt in twee gevallen [PS N-VA].
Punt XVI van het schema van de geconsolideerde rekening zoals opgenomen in de bijlagen bij het huishoudelijk reglement van de Controlecommissie bepaalt dat een samenvatting van de waarderingsregels moet worden verstrekt.
Naast het feit dat de ontstentenis van een samenvatting van de waarderingsregels ingaat tegen die bepaling, beperkt ze bovendien de mogelijkheden tot analyse, interpretatie en vergelijking van de rekeningen. Ze maakt het bovendien niet mogelijk totale zekerheid te hebben dat er zich geen enkele wijziging heeft voorgedaan ten opzichte van de regels die in de loop van het vorige boekjaar van kracht waren.
Er zou kunnen worden aan herinnerd dat minstens de gevraagde samenvatting moet worden verstrekt. De Controlecommissie zou eveneens kunnen aanbevelen de waarderingsregels integraal op te nemen. Op die manier zou een optimale vergelijkbaarheid tussen de boekjaren en tussen politieke partijen kunnen worden verzekerd, en zouden in voorkomend geval eventuele tegenstrijdige werkwijzen kunnen worden geïdentificeerd.
In een specifieke paragraaf van de waarderingsregels zou bovendien kunnen worden gepreciseerd of de waarderingsregels die van toepassing zijn bij de VZW belast met het opstellen van de financiële verslagen, integraal in acht worden genomen voor alle componenten van de politieke partij, dan wel of er daarentegen eventuele verschillen zijn die aanleiding kunnen geven tot herwerkingen bij de consolidatie, en zou eventueel de aard daarvan kunnen worden gepreciseerd.
10.2. Bij het eigenlijk onderzoek van de waarderingsregels kunnen enkele bijzonderheden onder de aandacht worden gebracht.
Bij één partij [VLD] werd vastgesteld dat, bij de rubriek « materiële vaste activa », het afschrijvingspercentage van de gebouwen niet is opgenomen in de samenvatting van de waarderingsregels, terwijl het afschrijvingspercentage van de herwaardering van de gebouwen wel wordt weergegeven.
Voor één andere partij [CD&V] worden de waarderingsregels nog uitgedrukt in Belgische franken terwijl de geconsolideerde rekeningen in euro werd opgemaakt.
De voorziening voor verkiezingsuitgaven geboekt in 2002 werd aangelegd bij één partij [SP.a] « rekening houdend met de financiële toestand van de vereniging » [voorzieningen kunnen niet worden aangelegd in functie van het resultaat (3)].
Terwijl alle politieke partijen voorzieningen voor verkiezingsuitgaven boeken, heeft een partij [Ecolo] in de loop van het boekjaar 2002 haar waarderingsregel terzake gewijzigd en heeft ze haar voorzieningen voor verkiezingsuitgaven volledig teruggenomen om deze naar de reserves over te boeken.
De bovenvermelde wijziging van de waarderingsregels wordt herhaaldelijk naar behoren onder de aandacht gebracht in het financieel verslag en in dat van de revisor.
Het is aan de Controlecommissie om te appreciëren of die wijziging opportuun is.
Het bovenvermeld voorbeeld illustreert echter hoe belangrijk het inzake vergelijkbaarheid is dat de waarderingsregels exhaustief worden geformuleerd en dat de wijzigingen die ze in de loop van het boekjaar hebben ondergaan, onder de aandacht worden gebracht.
Bij dezelfde politieke partij [Ecolo] wordt voor een waarderingsregel opgemerkt dat hij niet systematisch wordt toegepast en voor een andere dat hij het niet mogelijk maakt « het totaalbedrag van de bijdragen van de partij te kennen ». De afschrijvingspercentages worden bovendien niet vermeld bij de waarderingsregels. De waarderingsregels zijn tot slot niet op erg gestructureerde wijze opgesteld.
De Controlecommissie zou kunnen voorstellen dat de raad van bestuur van de VZW die de rekeningen moet afleggen, de draagwijdte en de redactie van haar waarderingsregels opnieuw volledig zou onderzoeken.
Voor één partij [Agalev] worden de afschrijvingspercentages voor de rubriek « materiële vaste activa » als volgt weergegeven : « Het afschrijvingspercentage varieert van 100 % tot 0 %. Dit percentage wordt in het jaar van afschaffing vastgelegd door de Politieke Raad op voorstel van het Partijbestuur ».
De consistentie alsmede de interpretatie van dergelijke waarderingsregel kunnen in vraag worden gesteld. Vanaf 2002 bevinden zich belangrijke bedragen onder deze rubriek (verwerving van een onroerend goed in 2002). Een herformulering van de waarderingsregels zou hier aangewezen zijn.
11. Gegevens met betrekking tot de consolidatiemethode
11.1. De gehanteerde consolidatiemethodes worden in alle financiële verslagen ter sprake gebracht. Er werd echter opgemerkt dat deze naargelang van de politieke partijen worden vermeld op verschillende plaatsen in het financieel verslag (verslag van de raad van bestuur, verslag van de revisor, inleiding, enz.).
Over het algemeen preciseert de verstrekte informatie de normaal gehanteerde consolidatiemethode (globale integratie), de eventuele uitzonderingen en de redenen om deze te rechtvaardigen. In bepaalde gevallen wordt eveneens meer gedetailleerde aanvullende informatie verstrekt [Ecolo].
Noch in het schema dat door de Controlecommissie is vastgesteld noch in de bijlage bij de wet van 4 juli 1989 wordt gewag gemaakt van de verplichting om informatie te verstrekken over de gekozen consolidatiemethodes. Er wordt bovendien verondersteld dat de verificatie van de inachtneming van de terzake gebruikelijke boekhoudprincipes en -regels deel uitmaakt van de controlewerkzaamheden van de bedrijfsrevisoren.
Zulks neemt niet weg dat elke expliciete vermelding op dat vlak de transparantie van de financiële verslagen zou doen toenemen. Ook alle bijkomende commentaar (bijvoorbeeld de percentages die worden toegepast ingeval van proportionele consolidatie) zou kunnen worden gegeven. Tot slot zou het systematiseren van de plaats waar die informatie moet worden vermeld, de leesbaarheid ervan bevorderen.
B. FINANCIËLE ASPECTEN
1. Onderzoek van de variaties tussen boekjaren
Het onderzoek van de variaties tussen boekjaren werd uitgevoerd aan de hand van een dubbele materialiteitsgrens. Deze analysetechniek is erop gericht de verschillen van een zekere omvang te belichten, zonder in te gaan op de oorzaken ervan.
Als eerste materialiteitsgrens werd een absoluut bedrag genomen dat gelijk is aan 5 % van het geconsolideerde balanstotaal van het jaar 2002. Voor elk bedrag boven dit referentiebedrag, betreffende het onderzochte boekjaar of het voorgaande, werd nagegaan of het eveneens beantwoordde aan een tweede materialiteitscriterium.
Het tweede criterium had betrekking op de omvang van de variatie tussen de twee boekjaren. Elk bedrag van het boekjaar 2002 dat ten minste het tweevoud is of ten minste met de helft is verminderd ten opzichte van de waarde van het boekjaar 2001 werd beschouwd als beantwoordend aan het tweede materialiteitscriterium.
Op basis van die beide gecumuleerde grenswaarden werden alle jaarlijkse variaties in de financiële verslagen aan een onderzoek onderworpen. Elke rubriek waarvan de bedragen beantwoorden aan dat bovenvermeld dubbel criterium wordt hierna behandeld en kan een aandachtspunt zijn voor de Controlecommissie.
Als een verklaring van de vastgestelde variatie kon worden gevonden louter op basis van de gegevens die in de financiële staten zijn vermeld, wordt die in de commentaar vermeld.
1.1. VLD
a) Componenten
Geen betrokken rubrieken.
b) Geconsolideerde rekening
Geen betrokken rubrieken.
1.2. CD&V
a) Componenten
De balansstructuur van de VZW Unitas vertoont volgende wijzigingen in 2002. Enerzijds zijn de vlottende activa gestegen met 1 417 194 euros (van 1 288 115 euro in 2001 naar 2 705 309 euro in 2002) en anderzijds is op het passief de rubriek van de voorzieningen gestegen met 985 743 euro (van 694 102 euro naar 1 679 845 euro).
b) Geconsolideerde rekening
De provisie voor verkiezingspropaganda is gestegen van 981 326 euro naar 1 978 466 euro, zijnde een stijging met 997 140 euro.
1.3. PS
a) Componenten
De gegevens met betrekking tot het vorige boekjaar worden niet vermeld voor de resultatenrekeningen en voor het tewerkgesteld personeel, en dit voor alle componenten van de partij. Het onderzoek van de rubrieken werd bijgevolg beperkt tot die van de balans.
Het bedrag van de vaste activa van de VZW Institut Emile Vandervelde gaat van 637 316 euro in 2001 naar 1 493 076 euro in 2002, wat neerkomt op een stijging met 855 760 euro terwijl de vlottende activa verminderen met 751 926 euro. [Het aggregatieniveau met de beschikbare gegevens laat niet toe om een verklaring te geven omtrent de aard van de operatie(s)].
b) Geconsolideerde rekeningen
Op de passiefzijde van de balans dalen de voorzieningen voor groot onderhoud van 1 949 027 euro naar 136 937 euro. Deze vermindering met 1 812 090 euro volgt blijkbaar op een aanwending van de voorziening die in de loop van het boekjaar 2001 werd geboekt. In 2002 zijn de kosten met betrekking tot de gebouwen immers met 1 802 132 euro gestegen van 507 479 euro naar 2 309 611 euro.
De kosten voor publiciteit, propaganda en vergaderingen (met uitsluiting van de verkiezingskosten die gelijk zijn aan nul) stijgen van 378 120 euro naar 837 800 euro.
De voorzieningen voor risico's en kosten die in de resultatenrekening zijn vermeld gaan van (+)2 522 226 euro in 2001 naar (-)642 425 euro in 2002, wat neerkomt op een verschil in absolute waarde van 3 164 649 euro. De bovenvermelde schommeling kan in hoofdzaak worden verklaard door de operatie waarvan sprake in het eerste punt van kader b), met name de boeking van een dotatie voor groot onderhoud en kosten van 1,8 miljoen euro in 2001 en een terugname (= negatieve dotatie) van 1,8 miljoen euro in 2002, zijnde een totale impact van 3,6 miljoen euro. De bewegingen op de andere dotaties aan de voorzieningen kunnen het verschil tussen die 3,6 miljoen euros en de 3,16 miljoen euro waarvan hierboven sprake verklaren.
De uitzonderlijke opbrengsten verminderen met 1 018 142 euros van 1 169 004 euro in 2001 naar 150 862 euro in 2002.
1.4. MR
a) Componenten
De vlottende activa van de VZW belast met het opstellen van de rekeningen (VZW Gestion et Action libérale) gaan van 850 626 euro naar 2 034 033 euro, wat neerkomt op een toename met 1 183 407 euro.
De post van de passiva « Voorzieningen en uitgestelde belastingen » van dezelfde component stijgt met 1 156 319 euro, van 743 681 euro naar 1 900 000 euro.
De bovenvermelde VZW moet door de stijging van de lopende kosten een vermindering van haar courant resultaat en van haar netto resultaat boeken, dat gaat van (+) 536 069 euro in 2001 naar (+) 210 euro in 2002
De kosten voor courante activiteiten van de VZW Secrétariat des Députés PRL van het Brussels Parlement stijgen bij gelijkblijvende personeelsformatie van 134 345 euro naar 649 926 euro, wat een vermeerdering met 515 581 euro betekent.
b) Geconsolideerde rekeningen
De post « Overige schuldvorderingen » (op ten hoogste een jaar) stijgt van 143 573 euro naar 429 608 euro, wat neerkomt op een verhoging met 286 035 euro.
Op de passiefzijde van de balans stijgt de voorziening voor verkiezingspropaganda van 794 375 euro naar 1 978 921 euro, een toename met 1 184 546 euro. De geboekte stijging stemt volledig overeen met de in 2002 geboekte dotatie voor voorziening (1 184 546 euro tegen 581 186 euro in 2001).
De kosten voor publiciteit, propaganda en vergaderingen (met uitsluiting van de verkiezingskosten die gelijk zijn aan nul) stijgen van 471 911 euro naar 1 072 657 euro, zijnde een toename met 600 746 euro.
De twee bovenvermelde punten hebben bijgedragen tot een vermindering van het geconsolideerd netto resultaat met 1 750 089 euro. Dat gaat immers van + 1 642 460 euro in 2001 naar - 107 629 euro in 2002.
1.5. Vlaams Blok
a) Componenten
De Feitelijke Vereniging Vlaams Blok vertoont een stijging van de opbrengsten uit de gewone werking van 2 264 417 euro. Deze opbrengsten zijn gestegen van 1 727 974 euro in 2001 naar 3 992 391 euro in 2002.
De VZW Algemeen Vlaams Belang kent daarentegen een daling van de opbrengsten uit de gewone werking met 944 613 euro (van 946 313 euro naar 1 700 euro). (Uit de beschikbare gegevens kan niet gesteld worden dat er een verband is tussen beide vaststellingen.)
b) Geconsolideerde rekening
Geen betrokken rubrieken.
1.6. SP.a
a) Componenten
De Feitelijke Vereniging SP.a vertoont een daling van haar opbrengsten uit de gewone werking ten belope van 1 212 742 euro. Deze opbrengsten zijn gedaald van 1 706 981 euro in 2001 naar 494 239 euro in 2002. De kosten voor gewone werking zijn met dezelfde grootorde gedaald, zijnde van 2 204 232 euro naar 1 165 843 euro (een daling met 1 038 389 euro).
b) Geconsolideerde rekening
Geen betrokken rubrieken.
1.7 Ecolo
a) Componenten
De liquide middelen van de VZW Ecodota Ecolo Fédéral (die belast is met het opstellen van de rekeningen) stijgen met 937 743 euro, van 731 455 euro naar 1 669 198 euro.
In dezelfde VZW werden de volledige voorzieningen die in de balans 2001 (1 388 333 euro) werden vermeld, teruggenomen. Punt b) hieronder, tweede streepje, verstrekt bijkomende details over de algemene operatie die op dat vlak door Ecolo werd uitgevoerd.
b) Geconsolideerde rekeningen
De vaste activa vermeld in de rubriek « Installaties, machines en uitrusting » verminderen met 278 087 euro, van 347 544 euro naar 69 457 euro. Bijlage II, punt a), van de geconsolideerde jaarrekening maakt het mogelijk die vermindering te verklaren door een overdracht tussen boekhoudkundige rubrieken en meer in het bijzonder naar de post « Meubilair en rollend materieel », die van 16 438 euro naar 250 045 euro gaat, zijnde een positief verschil van 233 607 euro. (Het verschil tussen de twee vastgestelde wijzigingen is toe te schrijven aan de in 2002 geboekte afschrijvingen).
Op de passiefzijde van de balans stijgt de post « Sociaal fonds en reserves » met 2 328 159 euro. Het bedraagt 3 740 249 euro in 2002 tegenover 1 412 090 euro in 2001. Deze positieve wijziging kan als volgt worden verklaard.
De wijziging van de waarderingsregels inzake voorzieningen voor verkiezingspropaganda (zie formeel onderzoek hierboven) heeft Ecolo ertoe gebracht de terzake reeds aangelegde voorzieningen (1 189 240 euro) volledig terug te nemen. Op boekhoudkundig vlak heeft deze verrichting een courante (hoewel uitzonderlijke) winst gegenereerd voor eenzelfde bedrag, dat bij de andere resultaten van het boekjaar is gekomen. Op het einde van het boekjaar werd de netto winst van 2 399 367 euro (tegenover 585 239 euro in 2001) verdeeld over twee posten : 71 207 euro werd bestemd voor het overgedragen resultaat en 2 328 160 euro werd gebruikt om het maatschappelijk fonds en reserves te verhogen.
Bij de opbrengsten op courante activiteiten van de rubriek « Andere bijdragen » worden op de posten « niet geconsolideerde verbonden entiteiten » en « Mandatarissen » bewegingen in verschillende richtingen geboekt. De eerste post gaat van 1 693 895 euro in 2001 naar 0 euro in 2002 terwijl de tweede van 0 euro in 2001 naar 1 711 107 euro in 2002 gaat.
De kosten voor publiciteit, propaganda en vergaderingen (met uitsluiting van de verkiezingskosten die gelijk zijn aan nul) stijgen van 271 247 euro naar 651 646 euro.
1.8. cdH
a) Componenten
Het patrimonium van de cdH-fractie van de Senaat vermindert met 252 502 euro van 280 489 euro naar 27 977 euro. De toename van de kosten uit de gewone werking bij ongewijzigde voltijdse equivalenten (624 396 euro in 2002 tegenover 377 966 euro in 2001) en de daling van de opbrengsten uit de gewone werking (365 803 euro in 2002 tegenover 441 144 euro in 2001) vormen de hoofdverklaring voor het bovenvermelde fenomeen.
b) Geconsolideerde rekeningen
De kosten voor publiciteit, propaganda en vergaderingen (met uitsluiting van de verkiezingskosten die gelijk zijn aan nul) stijgen van 267 253 euro naar 888 917 euro, wat neerkomt op een stijging met 621 664 euros
De bovenvermelde wijziging draagt bij tot de vermindering van het courant resultaat en van het netto resultaat van het boekjaar. Dat laatste gaat van (+)228 199 euro in 2001 naar (-)532 171 euro in 2002, zijnde een absoluut verschil van 760 370 euro.
1.9. Agalev
a) Componenten
De VZW Groen Fonds kent een toename van de schulden van 626 604 euro, zijnde een aangroei van 24 789 euro in 2001 naar 651 393 euro in 2002. In dezelfde VZW zijn de kosten van de gewone werking gestegen met 2 221 993 euro, zijnde van 829 511 euro naar 3 051 504 euro.
De VZW Groenhuis kent een stijging van haar vaste activa van 33 466 euro in 2001 naar 1 542 377 euro in 2002, zijnde een stijging van 1 508 911 euro. (Uit de rubriek III.A. van de geconsolideerde rekeningen blijkt dat dit wellicht de aankoop betreft van een onroerend goed). Daarnaast zijn de schulden met 1 475 942 euro toegenomen (van 1 164 euro in 2001 naar 1 477 106 euro in 2002). Logischerwijze kan ervan uitgegaan worden dat het gebouw grotendeels werd gefinancierd met een lening.
In dezelfde VZW wordt opgemerkt dat de opbrengsten uit de gewone werking een stijging kennen van 4 187 984 euro (van 176 261 euro in 2001, naar 4 364 245 euro in 2002). Analoog met de stijging van de opbrengsten wordt vastgesteld dat de kosten van gewone werking met dezelfde grootorde zijn gestegen. Namelijk een stijging met 4 127 908 euro (van 209 371 euro naar 4 337 279 euro).
b) Geconsolideerde rekening
De balansstructuur werd grondig gewijzigd. Volgende rubrieken vertonen de grootste verschillen.
De rubriek III. A. Terreinen en gebouwen kent een aangroei van 1 508 911 euro, (van 0 euro in 2001 naar 1 508 911 euro in 2002). Uit de toelichting III. blijkt dat het om de aankoop van een onroerend goed gaat ten belope van 1 554 029 euro (zie ook punt a) VZW Groenhuis).
Per 2001 was er op de rubriek geldbeleggingen niets geboekt. In 2002 is er een bedrag van 1 077 000 euro op geboekt. De liquide middelen daarentegen zijn gedaald met 1 268 068 euro (van 2 102 434 euro in 2001, naar 834 366 euro in 2002). Deze afname van liquide middelen kan wellicht voor een groot stuk verklaard worden door de toename van de geldbeleggingen.
Op het passief van de balans werd enerzijds een nieuwe lening op lange termijn onder de rubrieken VI.A.1 Financiële schulden 453 388 euros geboekt en anderzijds onder de rubriek VII.A. Schulden op meer dan 1 jaar, vervallend binnen het jaar 98 698 euro, samen een bedrag van 552 086 euro. Wellicht werd deze lening aangegaan ter financiering van de aankoop van het onroerend goed.
De overlopende rekeningen van het aktief zijn met 258 239 euro toegenomen (van 39 633 euro naar 297 872 euro). Waarschijnlijk werden de intresten reeds geboekt bij het registreren van de reeds aangehaalde lening.
De schulden uit de gewone werking zijn tevens toegenomen, van 175 228 euro in 2001, naar 550 255 euro in 2002. Dit is een toename met 375 027 euro. Een deel van de aankoop van het onroerend goed werd mogelijk met schulden uit de gewone werking gefinancierd.
In de resultatenrekening valt er op te merken dat de rubriek II.B.4. Reclame, propaganda en vergaderingen (met uitsluiting van de verkiezingskosten die gelijk zijn aan nul) met 374 700 euro stijgen (van 322 417 euro naar 697 117 euro).
1.10. N-VA
a) Componenten
VZW De Toekomstgroep is een nieuw opgerichte VZW. Er werden in het eerste boekjaar 2002 voor 933 070 euro opbrengsten uit de gewone werking geregistreerd en voor 932 069 euro kosten uit de gewone werking (in de balans werd verkeerdelijk een bedrag van 9 321 069 euro genoteerd als kosten uit de gewone werking. Dit is wellicht te wijten aan een typefout).
VZW De Middengroep is tevens een nieuw opgerichte VZW. De vlottende activa vertonen een bedrag van 343 781 euro. De opbrengsten uit de gewone werking bedragen 361 810 euro, terwijl de kosten uit de gewone werking 118 739 euro bedragen.
b) Geconsolideerde rekening
Geen betrokken rubrieken.
2. Onderzoek van de samenvattende rekeningen van de componenten
2.1. VLD
De VZW Libera en de VZW Instituut voor Kadervorming vertonen geen balansgegevens voor 2002.
Voor de VZW Liberia is er geen patrimonium vermeld op de balans voor 2001 en 2002, er is echter wel een resultaat voor 2002. Hier kan dus de vraag gesteld worden hoe het resultaat van 2002 is verwerkt in het patrimonium.
Voor de VZW Instituut voor Kadervorming wordt het negatief patrimonium van 2001 aangezuiverd met het resultaat van het boekjaar tot nul. Voor de overige rubrieken van de balans is er echter geen zekerheid dat deze effectief op nul staan.
2.2. CD&V
Er is geen aansluiting tussen het resultaat van het boekjaar met de beweging van het patrimonium voor volgende 2 componenten : VZW Unitas Dendermonde-Sint-Niklaas (verschil van 33 739 euro) en burgerlijke maatschappij onder vorm van samenwerkende vennootschap Tehuis van de Christelijke Volkspartij (verschil van 23 348 euro).
2.3. PS
Verschillende componenten leggen rekeningen voor waarin de bedragen 2002 en/of 2001 klaarblijkelijk werden afgerond naar de euro, of waarvan de eurocents werden weggelaten.
2.4. MR
Twee VZW's leggen rekeningen voor die integraal zijn ingevuld met nullen (VZW Institut démocratique d'études et d'action libérales en de VZW Fédération des Mandataires communaux et provinciaux du PRL).
2.5. Vlaams Blok
Voor de component VZW Vormingsinstituut Frank Goovaerts zijn er geen balansgegevens vermeld. Wellicht is de vereffening van deze VZW reeds definitief afgesloten in de loop van 2002. De datum van de sluiting van vereffening werd niet opgegeven.
2.6. SP.a
Voor de component FVER SP !AGA Fractie Brusselse Hoofdstedelijke Raad is er geen aansluiting van het resultaat van het boekjaar met de beweging in het patrimonium 2001-2002. Het verschil bedraagt 1 200 euro. Dit verschil, zoals blijkt uit de geconsolideerde rekening, is te verklaren door de afname van de kapitaalsubsidies van het passief van de balans.
2.7. Ecolo
Het geheel van de balansposten (activa en passiva) van de Coordination inter Hennuyère zijn opgenomen voor het boekjaar 2002 met een waarde 0. De bewegingen die op de resultatenrekeningen werden geregistreerd, maken het mogelijk dat bedrag van 0 euro vermeld naast de post « Patrimonium » te valideren. Er is echter geen aanvullende informatie op basis waarvan met zekerheid het nulbedrag van de andere balansposten kan worden verklaard. De juridische vorm (feitelijke vereniging) is ook geen « automatische » verantwoording terzake aangezien voor de balansen van andere « provinciale coördinaties » van de partij andere waarden dan nul worden vermeld.
2.8. cdH
De beweging tussen het patrimonium 2001-2002 van de component VZW Unio beantwoordt niet aan het resultaat van het boekjaar (verschil van 600 euro).
De bovenvermelde VZW Unio legt eveneens een rekening van activa van 2002 voor die dezelfde is als die van 2001. De bedragen vermeld naast de rubrieken met betrekking tot de resultatenrekeningen kunnen de wijzigingen in het passief van de balans verklaren. Men kan zich echter vragen stellen over het feit dat geen enkele afschrijving schijnt te zijn uitgevoerd. (De vaste activa belopen 467 522 euro maar de precieze aard ervan is niet gekend zodat het theoretisch mogelijk is dat ze bestaan uit niet-afschrijfbare activa).
2.9. Agalev
Er zijn drie componenten waarbij het resultaat van het boekjaar niet aansluit met de beweging in het patrimonium 2001-2002 : de VZW Groen Fonds, de VZW Graan in vereffening en de FV SP !AGA Fractie Brusselse Hoofdstedelijke Raad respectievelijk met een verschil van 38 959 euro, 126 euro en 1 200 euro.
Dergelijke verschillen kunnen niet volledig verklaard worden door de bewegingen in de kapitaalsubsidies op het passief (1 200 euro).
2.10. N-VA
Er zijn vier componenten waarbij het resultaat van het boekjaar niet aansluit met de beweging in het patrimonium 2001-2002 : de FV VU-fractie Vlaams Parlement, de VZW Spirit, de FV Arrondissement Brussel en de FV Arrondissement Waas-Dender respectievelijk met een verschil van 22 292 euro, 2 586 euro, 1 000 euro en -4 509 euro.
De verschillen van de eerste twee opgegeven componenten zijn te verklaren door een verkeerde voorstelling van het resultaat in de resultatenrekening van de componenten. Beide componenten hebben normaal gezien een verlies, maar er werd geen min-teken gebruikt in de voorstelling van het resultaat. Voor de 2 overige componenten is er niet onmiddellijk een verklaring gevonden op basis van de beschikbare informatie.
3. Cijfermatig nazicht van het verband tussen een wijziging van het geconsolideerd vermogen en het geconsolideerd resultaat van het boekjaar
Op basis van de tabel « Evolutie van het geconsolideerd patrimonium » (in de toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening) werd het verband nagegaan tussen het geconsolideerd resultaat van het boekjaar en de beweging van het eigen vermogen.
De bestemming van het resultaat van het boekjaar werd ofwel toegewezen aan de rubriek « Overgedragen resultaat » ofwel aan de rubriek « Maatschappelijk fonds en reserves » ofwel een combinatie van beide rubrieken.
Om de aansluiting te kunnen maken met het eigen vermogen zoals opgegeven in de geconsolideerde jaarrekening dient er echter wel rekening gehouden te worden met de toename of afname van de rubriek « kapitaalsubsidies » op het passief van de geconsolideerde jaarrekening.
Uit het onderzoek is gebleken dat er geen opmerkingen zijn voor het geheel van de politieke partijen.
4. Cijfermatig nazicht van het verband tussen het geconsolideerd resultaat en de cumul van de resultaten van de verschillende componenten ervan
Het nazicht van het verband « Geconsolideerd resultaat Cumul van de resultaten van de componenten = 0 » leidt tot de volgende verschillen :
VLD : 46 euro.
CD&V : -57 087 euro.
PS : 113 358 euro.
MR : 82 206 euro.
Vlaams Blok : 0 euro.
SP.a : 0 euro.
Ecolo : 0 euro.
cdH : 0 euro.
Agalev : 0 euro.
N-VA : -4 132 euro.
De vastgestelde verschillen zijn potentieel toe te schrijven aan boekhoudkundige verwerkingen die eigen zijn aan consolidatieverrichtingen. De informatie die beschikbaar is op het vlak van de financiële verslagen biedt echter niet de mogelijkheid preciezer te zijn, net zo min als ze het ontbreken van verschillen verklaart die bij vijf geconsolideerde rekeningen werden vastgesteld.
De Controlecommissie kan thans zonder aanvullend onderzoek geen precies beeld hebben van de manier waarop de boekhoudkundige consolidatieverrichtingen een invloed hebben op de geconsolideerde resultatenrekeningen.
Voor zover de Controlecommissie ook die bekommernis zou hebben, zou ze kunnen aanbevelen dat systematisch aanvullende informatie zou worden verstrekt (die eventueel in het presentatieschema van de financiële verslagen kan worden geïntegreerd) om de cijfermatige vergelijking tussen het geconsolideerd resultaat van een politieke partij en de cumul van de resultaten van haar componenten mogelijk te maken.
5. Cijfermatig nazicht van het verband tussen het geconsolideerd patrimonimum en de cumul van de patrimoniums van de verschillende componenten
Het nazicht van het verband « Geconsolideerd patrimonium Cumul van de patrimoniums van de componenten = 0 » leidt tot de volgende verschillen (4) :
VLD : 3 euro.
CD&V : -42 750 euro.
PS : 247 227 euro.
MR : -162 930 euro.
Vlaams Blok : 0 euro.
SP.a : 18 euro.
Ecolo : 0 euro.
cdH : -600 euro.
Agalev : 5 281 euro.
N-VA : -623 euro.
Het verschil in het patrimonium bij de CD&V is ongewijzigd gebleven ten opzichte van voorgaand jaar (wat niet het geval is voor de andere partijen).
De bovenvermelde opmerkingen lijken de stelling te bevestigen van de impact van de boekhoudkundige bewerkingen die specifiek zijn voor de consolidatieverrichtingen.
Net zo min als op het niveau van de resultatenrekening kan de Controlecommissie thans niet met zekerheid zien hoe de boekhoudkundige consolidatiebewerkingen een invloed hebben op de rekeningen van de actief- en passiefrekeningen, met inbegrip van de patrimoniumrekeningen.
Naar analogie van de suggestie in punt 4 zou de Controlecommissie kunnen aanbevelen dat systematisch aanvullende informatie zou worden verstrekt (die eventueel in het presentatieschema van de financiële verslagen kan worden geïntegreerd) om de cijfermatige vergelijking tussen het geconsolideerd patrimonium van een politieke partij en de cumul van de patrimoniums van haar componenten mogelijk te maken.
De bovenvermelde aanvullende informatie zou zelfs in een bredere benadering een samenvatting van het geheel van de uitgevoerde bewerkingen en hun verschillende invloeden kunnen behelzen.
II. STANDPUNT VAN DE POLITIEKE PARTIJEN NOPENS DE OPMERKINGEN VAN HET REKENHOF
1. Vlaamse Liberalen en Democraten (VLD)
1 november 2003
Aan de voorzitters van Kamer en Senaat,
Voorafgaande opmerking : in het verslag spreekt men voortdurend over Liberia in plaats van Libera.
Punt A. Formele aspecten
Punt 3.1.
De VZW Liberale Ombudsdienst Leuven werd in 2002 niet meer opgenomen omdat in het verslag over het boekjaar 2001 duidelijk vermeld stond dat de vereffening van deze VZW was afgesloten.
Punt 4.3.
De partij VLD feitelijke vereniging werd niet in de lijst opgenomen omdat het stricto sensu geen component van de partij is, maar het financieel verslag van de feitelijke vereniging VLD werd wel in het financieel verslag opgenomen.
Punt 6.3.
De instelling bedoeld in artikel 22 is voor wat de VLD betreft Libera; in de toelichting werden de ontvangen bedragen opgenomen onder de Nationale Werkingsentiteit, aangezien alle bedragen die gestort worden aan Libera integraal worden doorbetaald aan deze Nationale Werkingsentiteit.
Punt 10.2.
Met betrekking tot het afschrijvingspercentage van de gebouwen.
De gebouwen zijn reeds volledig afgeschreven, dit in tegenstelling tot de herwaarderingsmeerwaarde; er resteert alleen nog een restwaarde die de waarde weerspiegelt van de grond, ten bedrage van 148 736,12 euro (= 6 000 000 frank).
De installatie van de lift werd eveneens geactiveerd onder de rubriek gebouwen, en wordt afgeschreven over een termijn van 10 jaar; aldus aan een percentage van 10 % lineair. Dit werd ten onrechte niet vermeld.
Punt B. Financiële aspecten
Punt 2.1.
Libera en het Instituut voor kadervorming hebben inderdaad met betrekking tot 2002 geen activa, noch passiva. De VZW Libera ontvangt de overheidstoelagen, en deze worden integraal doorgestort naar de VLD de eventuele bancaire kosten worden door de « VLD feitelijke vereniging » aangezuiverd. Zij heeft aldus geen resultaat ons verslag pagina 4 met betrekking tot Libera maakt aldus ten onrechte melding van een negatief resultaat van het boekjaar ten bedrage van 43,20 euro aangezien dit bedrag tevens diende te worden opgenomen onder de terugbetaalde financiële lasten. In de enkelvoudige verslaggeving is dit aan mijn aandacht ontsnapt. Dit werd in de consolidatie wel correct opgenomen. Vandaar dat er een verschil opduikt tussen de optelling van de enkelvoudige verslaggeving en de consolidatie.
Dit verklaart tevens het verschil zoals gesteld in punten 4 en 5.
Er is een totaal verschil van (afgerond) 46 euro, te wijten aan, enerzijds, het foute resultaat van 43,20 euro in de enkelvoudige verslaggeving van Libera (rechtgezet in de consolidatie). Ongeveer 3 euro is te wijten aan de optelsom van eurocenten verschil die te wijten is en nog dateert van de aangeleverde balansen van 2001 die soms nog in Belgische franken werden aangeleverd en door mij reeds in de euro versie 2001 werden gerapporteerd nationaal. Na de lokale conversie in 2002 kon dit aanleiding geven tot enige eurocenten verschil, die ik noodzakelijkerwijze diende recht te zetten in 2002.
Met betrekking tot het Instituut voor Kadervorming werd de vereffening van de VZW volledig afgerond; alle passiva werden aangezuiverd met de realisatie van alle activa. Het positieve eindsaldo werd doorgestort, voor jaareinde naar de VLD zodat ook alle bancaire rekeningen werden gesaldeerd.
(...)
Hedwig De Koker,
Afgevaardigd Bestuurder Libera.
2. Christen-Democratisch & Vlaams (CD&V)
24 oktober 2003.
Aan de voorzitters van de Controlecommissie,
A. Formele aspecten
De opmerkingen betreffen effectief louter formele aspecten waar reeds de nodige zorg aan besteed wordt bij de samenvoeging van de documenten van de verschillende te consolideren VZW's doch waar soms effectief nog schoonheidsfoutjes blijven in staan. De opmerkingen van het Hof zijn in die zin dan ook nuttig dat zij de kwaliteit en de transparantie van de toekomstige verslagen slechts kan ten goede komen.
B. Financiële aspecten
1. Onderzoek van de variaties tussen boekjaren
De gedane vaststellingen kloppen uiteraard. Het is ook logisch dat in de aanloop naar een verkiezingsjaar de nodige voorzieningen getroffen worden voor deze verkiezingen (beschikbare activa en correct inschatten provisies aangezien de gewijzigde kieswetgeving tot hogere uitgavenmogelijkheden leidde voor de eerstgeplaatste kandidaten).
2. Problematiek van de aansluiting tussen het resultaat en de beweging van het patrimonium in twee componenten
a. Unitas Arrondissement Dendermonde Sint-Niklaas
In het boekjaar 2001 werd een te ontvangen provinciale subsidie voor een bedrag van 33 739,18 euro twee maal geboekt. Dit is in 2003 rechtgezet.
b. Tehuis van de CD&V Antwerpen
Bij de consolidatiewerkzaamheden bleek dat er voor het boekjaar 2002 een verschil was tussen het statutair en in de consolidatie opgenomen eigen vermogen van het boekjaar 2001 voor een bedrag van 23 347,78 euro. Dit werd rechtgezet in 2002.
3. Consolidatieverschillen
De consolidatiekring van CD&V bevat ook CEPESS VZW. Deze VZW wordt echter slechts voor 60 % opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening van CD&V, wat de afwijking tussen geconsolideerd resultaat en cumul van de afzonderlijke resultaten verklaart.
4. Verschil tussen het geconsolideerd patrimonium en de cumul van de patrimonia
Net zoals bij de consolidatieverschillen is deze afwijking te wijten aan de opname in de consolidatiekring van CEPESS VZW, waarvan slechts een evenredig deel opgenomen wordt in de geconsolideerde jaarrekening van Agora VZW, waarbinnen de consolidatie van CD&V gebeurt.
Yves Leterme
Voorzitter.
3. Parti socialiste (PS)
28 oktober 2003.
Aan de voorzitters van Kamer en Senaat,
A. Formele aspecten
4. Inachtneming van de minimumvereisten inzake de identificatiegegevens van de politieke partijen en van hun componenten
4.2. De benaming van sommige componenten is gedeeltelijk anders naargelang ze wordt vermeld op de overzichtslijst die de consolidatiekring beschrijft, op de identificatiefiche of nog in de titel van de samenvattende rekening.
Antwoord :
De overzichtslijst zal worden verbeterd bij de indiening van de geconsolideerde rekeningen van het jaar 2003.
4.4. De benaming van de componenten wordt herhaaldelijk enkel vermeld als afkorting of acroniem.
Antwoord :
De overzichtslijst zal worden verbeterd bij de indiening van de geconsolideerde rekeningen van het jaar 2003.
5. Inachtneming van de schema's voor de presentatie van de gegevens met betrekking tot de samenvatting van het financieel verslag, de samenvattende rekeningen van de componenten en de geconsolideerde rekening
5.1. De samenvattende rekeningen van het geheel van de componenten van een politieke partij vermelden niet de cijfers van het vorige boekjaar voor de rubrieken « resultatenrekening » en « tewerkgesteld personeel ».
Antwoord :
Het toegezonden schema voorzag voor de balans in een kolom voor boekjaar n en een kolom voor boekjaar n-1. Als we ons niet vergissen, voorzag het schema niet in een vergelijking voor de resultatenrekening. Vanaf de geconsolideerde rekeningen van 2003 zullen we evenwel ook voor zover dat nuttig kan zijn de cijfers van het voorgaande boekjaar vermelden.
10. Gegevens in verband met de waarderingsregels
10.1. Bij het onderzoek van de financiële verslagen kan worden opgemerkt dat de mate van detaillering van de informatie die wordt verstrekt inzake waarderingsregels verschilt naargelang de politieke partijen. Deze informatie ontbreekt voor de PS.
Antwoord :
De waarderingsregels waren meegedeeld voor de boekjaren 1999 en 2000. De waarderingsregels voor de geconsolideerde rekeningen zullen opnieuw worden meegedeeld bij de indiening van de geconsolideerde rekeningen van 2003.
B. Financiële aspecten
1. Onderzoek van de variaties tussen boekjaren
1.3. PS
a. Componenten
De gegevens met betrekking tot het vorige boekjaar worden niet vermeld voor de resultatenrekeningen en voor het tewerkgesteld personeel, en dit voor alle componenten van de partij.
Antwoord :
Zie punt 5.1.
Het bedrag van de vaste activa van de VZW Institut Emile Vandervelde gaat van 637 316 euro in 2001 naar 1 493 076 euro in 2002, wat neerkomt op een stijging met 855 760 euro terwijl de vlottende activa verminderen met 751 926 euro. (Op basis van de totale beschikbare gegevens is het niet mogelijk om een verklaring te geven omtrent de aard van de operatie(s)).
Antwoord :
De zetel van de partij is gerenoveerd in 2001 en 2002. Die renovatie is beheerd door de VZW Fonsoc voor rekening van de twee mede-eigenaars van het gebouw, de VZW Fonsoc en de VZW IEV.
Tijdens de renovatie zijn de werken ten laste genomen in de rekeningen 2001 en 2002 van de VZW Fonsoc.
Aan het einde van de renovatie, is het gedeelte van de werken dat onroerend moest worden gemaakt, in de rekeningen 2002 verdeeld tussen de twee mede-eigenaars.
De aangehaalde verhoging van de vaste activa van de VZW IEV in 2002 wordt veroorzaakt door de verhoging van de volgende rubrieken : gebouwen, installaties, machines en uitrusting en meubilair.
De verlaging van de vlottende activa wordt vooral veroorzaakt door de verlaging van de rubrieken liquide middelen en overige vorderingen.
b. Geconsolideerde rekeningen
Op de passiefzijde van de balans dalen de voorzieningen voor groot onderhoud van 1 949 027 euro naar 136 937 euro. Deze vermindering met 1 812 090 euro volgt blijkbaar op een aanwending van de voorziening die in de loop van het boekjaar 2001 werd geboekt. In 2002 zijn de kosten met betrekking tot de gebouwen immers met 1 802 132 euro gestegen van 507 479 euro tot 2 309 611 euro.
De kosten voor publiciteit, propaganda en vergaderingen (met uitsluiting van de verkiezingskosten die gelijk zijn aan nul) stijgen van 378 120 euro tot 837 800 euro.
De voorzieningen voor risico's en kosten die in de resultatenrekening zijn vermeld, gaan van (+) 2 522 226 euro in 2001 naar (-) 642 425 euro in 2002, wat neerkomt op een verschil in absolute waarde van 3 164 649 euro. De bovenvermelde schommeling kan in hoofdzaak worden verklaard door de operatie waarvan sprake is in het eerste punt van kader b), met name de boeking van een dotatie voor groot onderhoud en kosten van 1,8 miljoen euro in 2001 en een terugname (=negatieve dotatie) van 1,8 miljoen euro in 2002, zijnde een totale impact van 3,6 miljoen euro. De bewegingen op de andere dotaties aan de voorzieningen kunnen het verschil tussen die 3,6 miljoen euro en de 3,16 miljoen euro waarvan hierboven sprake is verklaren.
De uitzonderlijke opbrengsten verminderen met 1 018 142 euro aangezien ze dalen van 1 169 004 euro in 2001 tot 150 862 euro in 2002.
Antwoord :
Zoals het Rekenhof opmerkt en correct uitlegt, hebben bovenvermelde bewegingen vooral te maken met de boeking van een dotatie voor groot onderhoud en kosten in 2001 en met de negatieve dotatie in 2002.
2. Onderzoek van de samenvattende rekeningen van de componenten
2.3. PS
Verschillende componenten leggen rekeningen voor waarin de bedragen 2002 en/of 2001 klaarbijkelijk werden afgerond naar de euro, of waarvan de eurocenten werden weggelaten.
Antwoord :
Die vergissing in de voorstelling van de rekeningen van bepaalde componenten zal in de rekeningen van die componenten worden gecorrigeerd bij het indienen van de geconsolideerde rekeningen van het jaar 2003.
4. Cijfermatig nazicht van het verband tussen het geconsolideerd resultaat en de cumulatie van de resultaten van de verschillende componenten ervan
De vastgestelde verschillen zijn potentieel toe te schrijven aan boekhoudkundige verwerkingen die eigen zijn aan consolidatieverrichtingen. De informatie die beschikbaar is op het vlak van de financiële verslagen biedt echter niet de mogelijkheid preciezer te zijn, net zo min als ze het ontbreken van verschillen verklaart die bij vijf geconsolideerde rekeningen werden vastgesteld.
Verschil voor de PS : 113 358 euro.
Antwoord :
Zoals het Rekenhof stelt, worden de verschillen tussen de cijfermatige som van de resultaten van de componenten en het geconsolideerd resultaat verklaard door boekhoudkundige verwerkingen die eigen zijn aan consolidatieverrichtingen.
Tenzij we ons vergissen, werd dat punt besproken bij het opmaken van het financieel schema en had de Commissie toen geoordeeld dat de gedetailleerde weergave van de verwerkingen niet relevant was en het nagestreefde evenwicht tussen analyse en synthese dreigde te verstoren.
5. Cijfermatig nazicht van het verband tussen het geconsolideerd patrimonium en de cumulatie van de patrimoniums van de verschillende componenten
Het nazicht van het verband « Geconsolideerd patriomium Cumul van de patrimoniums van de componenten =0 » leidt tot de volgende verschillen :
PS = 247 227 euro.
De bovenvermelde opmerkingen lijken de stelling te bevestigen van de impact van de boekhoudkundige bewerkingen die specifiek zijn voor de consolidatieverrichtingen.
Antwoord :
Zelfde antwoord als voor bovenstaand punt 4.
Jean-Marc LIETART
Gedelegeerd bestuurder Fonsoc VZW.
4. Mouvement réformateur (MR)
9 september 2003
Aan de voorzitters van Kamer en Senaat,
1. Ontbrekende identificatiegegevens voor een component
(bladzijde 2 punt 2.1)
Het klopt dat de juridische steekkaart en de steekkaart met de samenvattende gegevens van de VZW GALB (steekkaart 2.27) in het verslag ontbreken.
We weten niet waarom.
U vindt ze als bijlage
2. Niet vermeld controle-orgaan
(bladzijde 3 punt 4.5)
Voor volgende componenten werd het controle-orgaan niet aangewezen :
· VZW Fondation Jean Rey
· VZW Fédération des mandataires provinciaux et communaux
Het Rekenhof wijst erop dat de afwezigheid van een controle-orgaan geenszins strijdig is met artikel 23, § 2, van de wet.
De VZW Fédération des mandataires provinciaux heeft geen enkele activiteit en zijn balans bevat slechts « nullen ».
3. Samenvattende rekeningen volledig met nullen ingevuld, zonder enige commentaar
(bladzijde 4 punt 6.1) en (bladzijde 13 punt 2.4)
Het betreft de twee volgende VZW's :
· VZW Fédération des mandataires provinciaux et communaux;
· VZW Idéal.
Dat is juist, beide VZW's werden opgericht, maar hebben geen enkele activiteit, dus noch balans, noch resultatenrekening met enig ander cijfer dan nul.
4. Cijfermatig nazicht van het verband tussen het geconsolideerd resultaat en de cumulatie van de resultaten van de verschillende componenten ervan
(bladzijde 15 punt 4).
Het verschil waarop het Rekenhof wijst, wordt veroorzaakt door :
a) het ontbreken van samenvattende rekeningen voor de VZW GALB (zie hierboven)
Resultaat van de component 70 087,22 euro;
b) de consolidatie van de VZW Centre Paul Hymans ten belope van 50 %
Resultaat van de component : 23 036,57 x 50 % = 11 518,29 euro.
PM : het verslag van de raad van bestuur dat bij het financieel verslag was gevoegd vermeldde zeer duidelijk op de eerste bladzijde dat de VZW CPH proportioneel ten belope van 50 % geconsolideerd was.
Beide elementen geven ons in totaal het verschil van 81 606 euro. (Het Rekenhof heeft het over 82 206 euro. Blijft dus een klein verschil van exact 600 euro.)
5. Cijfermatig nazicht van het verband tussen het geconsolideerd vermogen en de cumulatie van de vermogens van de verschillende componenten ervan
(bladzijde 16 punt 5)
Het verschil waarop het Rekenhof wijst, wordt veroorzaakt door :
a) het ontbreken van samenvattende rekeningen voor de VZW GALB (zie hierboven)
Resultaat van de component : 132 852,37 euro;
(op te tellen)
b) de consolidatie van de VZW Centre Paul Hymans ten belope van 50 %
Resultaat van de component : 703 758,64 x 50 % = 351 879,32 euro
(af te trekken)
c) ontvangen kapitaalsubsidies
VZW Secrét. des députés au Parlement Bruxellois : 1 773,00 euro
(op te tellen)
Totaal van de punten a), b) en c) : - 217 253,95 euro.
Het Rekenhof heeft een verschil berekend van - 162 930 euro. We weten niet hoe men bij dit cijfer komt, aangezien wij na herberekening vaststellen dat het totaal van de geconsolideerde eigen middelen van 3 637 659,30 euro perfect overeenstemt met het totaal van de eigen middelen van alle componenten.
Gedaan te Brussel op 9 september 2003.
5. VLAAMS BLOK
24 oktober 2003.
Aan de Voorzitters van de Controlecommissie,
Onderstaand vindt u ons antwoord op de opmerkingen vanwege het Rekenhof op het financieel verslag van het Vlaams Blok.
A. Formele aspecten
4.3. Overzichtslijst partijcomponenten
In de toekomst zal rekening gehouden worden met de wens een overzichtslijst van de componenten toe te voegen.
Op de eerste bladzijde van het financieel verslag én in het verslag van de bedrijfsrevisor (derde alinea) werd vermeld dat de consolidatiekring ten overstaan van vorig boekjaar (2001) werd uitgebreid met drie componenten welke nominatief werden opgenomen : VZW Jan Breydel, VZW Vlaams Belang Vlaams-Brabant en FV Vlaams Blok-Provincie Antwerpen.
Ook bij de identificatie van de partij en haar componenten wordt de volledige lijst vermeld.
Voor alle duidelijkheid volgen hier nogmaals alle componenten :
a) Vlaams Blok FV
b) Vlaamse Concentratie VZW
c) Algemeen Vlaams Belang VZW
d) Nationalistische Omroepstichting VZW
e) Egmont VZW
f) Nationalistisch Vormingsinstituut VZW
g) Nationalistisch Vormingsinstituut Limburg VZW
h) Kamiel Van Dammestichting VZW
i) Jan Breydel VZW
j) Vlaams Belang Vlaams Brabant VZW
k) Vlaams Blok Provincie Antwerpen FV
l) Vormingsinstituut Frank Goovaerts VZW (in vereffening gesteld)
m) Vlaams Blok Arrondissement Aalst-Oudenaarde FV
n) Vlaams Blok Arrondissement Antwerpen FV
o) Vlaams Blok Arrondissement Brugge FV
p) Vlaams Blok Brussel Koepel 19 FV
q) Vlaams Blok Arrondissement Dendermonde-St-Niklaas FV
r) Vlaams Blok Arrondissement Gent-Eeklo FV
s) Vlaams Blok Arrondissement Halle-Vilvoorde FV
t) Vlaams Blok Arrondissement Hasselt-Tongeren-Maaseik FV
u) Vlaams Blok Arrondissement Kortrijk-Roeselare-Tielt FV
v) Vlaams Blok Arrondissement Leuven FV
w) Vlaams Blok Arrondissement Mechelen FV
x) Vlaams Blok Arrondissement Turnhout FV
y) Vlaams Blok Arrondissement Veurne-Diksmuide-Ieper-Oostende FV
B. Financiële aspecten
1.5. Variaties tussen de boekjaren componenten
Vlaams Blok FV : de stijging van de opbrengsten in 2002 ten overstaan van 2001 is voornamelijk het gevolg van ontvangen dotaties van een component;
Algemeen Vlaams Belang VZW : deze VZW ontving in 2002 nauwelijks enige dotatie vanwege een component, hetgeen de daling van de opbrengsten verklaart.
2.5. Samenvattende rekeningen van de componenten
Zoals uiteengezet in het verslag onder 1.l Identificatie van de partij en haar componenten Vormingsinstituut Frank Goovaerts, werd het batig saldo overgedragen aan Vlaamse Concentratie VZW. Deze overdracht gebeurde na vereffening van alle vorderingen en schulden, zodat op balansdatum geen activa of passiva aanwezig zijn.
Patsy Vatlet
Nationaal penningmeester.
6. Socialistische partij anders (sp.a)
a. 28 oktober 2003.
Aan de Voorzitters van Kamer en Senaat,
A. Formele aspecten
Punt 4.2. : Terechte opmerking, wordt in de toekomst rekening mee gehouden.
Punt 4.4. : Idem.
Punt 4.6. : Het maatschappelijk doel is overal vermeld, zowel bij de VZW's als bij de feitelijke verenigingen. Dat het artikelnummer niet vermeld wordt, is vrij logisch, vermits in de vzw's artikel 2 steeds het doel aangeeft. Voor de feitelijke verenigingen wordt er zelfs niet met een artikelnummer gewerkt.
Punt 10.2. : Terechte opmerking, maar moet volgens mij nog eens met de revisoren doorgenomen worden, vermits dit een formulering is die wij op hun aanraden in het verslag opgenomen hebben.
B. Financiële aspecten
Punt 1.6. : Quasi de volledige werking van de FVER sp.a werd overgenomen door de VZW OSP.
Punt 2.6 : Verklaring van het verschil werd door het Rekenhof zelf al gegeven.
Punt 5 : Het verschil is te verklaren door een cijferinversie die er gebeurd is bij de individuele balans van de federatie Brussel (eigen vermogen moet zijn 100 842,41 euro en niet 100 824,41 euro).
Luc Hooylaerts
Boekhouding sp.a.
b. Epiloog 13 november 2003.
Aan het commissiesecretariaat,
Met betrekking tot ons financieel verslag 2002 wil ik U hierbij, na ruggespraak met onze revisoren, onze commentaar op het advies van het Rekenhof met betrekking tot de waarderingsregels meegeven.
Punt A. 10.2
« De vermelding in de waarderingsregels met betrekking tot de voorziening voor verkiezingsuitgaven heeft tot doel de lezer in te lichten dat een gedeelte van het resultaat wordt toegewezen aan de voorziening voor verkiezingsuitgaven volgens het beginsel van het voorzichtigheidsprincipe.
Met andere woorden is het niet zo dat de voorziening wordt aangelegd met het oog een bepaald resultaat te behalen. De aangelegde voorzieningen zijn te beschouwen als een reservering naar latere uitgaven voor verkiezingen. In het vooropgestelde verslag is er ook geen mogelijkheid om beschikbare reserves aan te leggen. »
Luc Hooylaerts
Boekhouding sp.a.
7. ECOLO
20 oktober 2003.
Aan de voorzitters van de Controlecommissie,
In antwoord op uw schrijven van 8 oktober 2003, geven wij u hierbij ons commentaar op de opmerkingen van het Rekenhof met betrekking tot Ecolo.
A. Formele aspecten
Punt 4.5 controleorganen
Zoals vermeld in de bijlagen bij ons verslag 2002 inzake de componenten, werden de paar componenten die geen erkend controleorganen (financiële commissaris) hadden aangewezen, gecontroleerd door onze bedrijfsrevisor, in het kader van zijn opdracht van certificatie van het algemene verslag : deze vermelding staat in de identificatienota van de betrokken component. Wij kunnen voorts bevestigen dat onze bedrijfsrevisor in ons financieel verslag 2002 systematisch de rekeningen van elk van de geconsolideerde componenten heeft gecontroleerd.
Wij zijn het eens met de relevante opmerking van het Rekenhof, dat vraagt of de bedrijfsrevisor in zijn verslag wil vermelden hoe uitgebreid hij de verschillende componenten heeft gecontroleerd en wij zullen hier bij het volgende verslag op letten.
Punt 4.6 verwijzing naar de statuten wat het maatschappelijk doel betreft
Wij hebben de opmerking van het Rekenhof genoteerd en het detail van de verwijzing naar het artikelnummer van de statuten was ons ontgaan. Wij zullen het volgende verslag dienovereenkomstig aanpassen. Ter informatie, het maatschappelijk doel van de betrokken componenten wordt vermeld in artikel 3 van de statuten van de betrokken componenten.
Punt 5.2 naleving van het schema voor de rekeningen
Het leek ons nuttig om, met het oog op de duidelijkheid van de verrichtingen in het boekjaar, iets gedetailleerdere inlichtingen te verstrekken. Wij zullen in overeenstemming met de wens van het Rekenhof voor het volgende boekjaar het vastgestelde schema naleven.
Punt 10.2 Waarderingsregels wijziging
De opmerking van het Rekenhof verbaast ons. Wij hebben niet de indruk dat de Controlecommissie betreffende de verkiezingsuitgaven bijzondere waarderingsregels had opgelegd inzake de provisies en de reserves. Wij hebben van onze kant, na onderzoek van onze federale boekhouding, van de boekhouding van onze componenten en uiteindelijk na rijp beraad, vastgesteld dat het gebruik van reserves in plaats van provisies beter overeenkomt met ons beheersbeleid, alsook met de boekhoudkundige principes die in deze materie gangbaar zijn. Indien de Controlecommissie betreffende de verkiezingsuitgaven een ander systeem verkiest, zullen wij uiteraard haar advies volgen.
Wij noteren dat het Rekenhof heeft vastgesteld dat de wijziging van de waarderingsregels duidelijk was aangekondigd voor de lezers van ons verslag.
Onze waarderingsregels zijn over het algemeen onveranderd gebleven sinds de dag dat onze partij een jaarlijks verslag bij uw commissie indient en hebben tot op heden nooit aanleiding gegeven tot opmerkingen. Wij zullen rekening houden met het advies van het Rekenhof en bij het volgende verslag een volledige synthese voegen.
Punt 11.1 Consolidatie
Het verheugt ons vast te stellen dat het Rekenhof de bijkomende inlichtingen die wij hebben doorgegeven over de consolidatie op prijs heeft gesteld. Het leek ons immers belangrijk om die gegevens te vermelden, teneinde de lezer op doelmatige wijze over de geconsolideerde gegevens in te lichten.
B. Financiële aspecten
Punt 1.7 Ecolo
Wij hebben geen opmerkingen bij de samenvattende weergave van onze rekeningen zoals die is opgesteld door het Rekenhof.
Punt 2.7 Ecolo Componenten
Het Rekenhof heeft gewezen op het aparte geval van de Coordination inter Hennuyère. Deze component vormt een geval op zich. Tot in 2001 had deze component een aparte boekhouding en leidde hij een eigen leven. Vanaf 2002 zijn de patrimoniumrekeningen om redenen van herstructurering geïntegreerd in de VZW Ecodota; er zijn dus geen aparte verrichtingen meer voor deze entiteit, aangezien alle financiële verrichtingen uitgevoerd worden door de VZW Ecodota. Dit verklaart waarom de balansrekeningen op 31 december 2003 op nul staan.
Om de vergelijking met de vorige boekjaren mogelijk te maken, hebben wij beslist om de verrichtingen van de exploitatierekening (betaling en opbrengsten) van deze entiteit opnieuw te publiceren en ze los van de rekeningen van de VZW Ecodota te vermelden. Ter aanvullende informatie : deze entiteit heeft een eigen budget dat los staat van Ecodota, die enkel instaat voor het financieel beheer van de entiteit.
Punt 4 Cijfermatig nazicht van het geconsolideerd resultaat
De opmerking van het Rekenhof lijkt ons pertinent en het zou voor de betrokken partijen nuttig zijn indien er een verklarende nota bij het jaarverslag werd gevoegd, om eventuele verschillen tussen de rekeningen van de componenten en de geconsolideerde rekeningen toe te lichten.
(...)
Jean-Michel Javaux
Federale secretaris.
8. Centre démocrate Humaniste (cdH)
20 oktober 2003
Aan de voorzitters van de Controlecommissie,
Wij hebben uw schrijven van 8 oktober 2003 goed ontvangen en zorgvuldig bestudeerd.
Het verslag van het Rekenhof wijst op een fout in ons financieel verslag 2002. Het overzicht van de rekeningen van de VZW Unio had er als volgt moeten uitzien (wijzigingen vetgedrukt en onderstreept) :
Exercice 2002 en euros |
Exercice 2001 en euros |
|
BILAN | ||
Actifs immobilisés | 467 522,01 | 467 522,01 |
Actifs circulants | 23 282,38 | 23 282,38 |
Total actif | 490 804,39 | 490 804,39 |
Patrimoine | 18 658,66 | 22 289,97 |
Provisions et impôts différés | | |
Dettes | 472 145,73 | 468 514,42 |
Total passif | 490 804,39 | 490 804,39 |
COMPTE DE RÉSULTATS | ||
Produit des activités courantes | | |
Charges sur activités courantes | 3 631,31 | 3 066,52 |
Résultat courant avant résultats financiers | 3 631,31 | 3 066,52 |
Produits financiers | | |
Charges financières | | |
Résultat courant avant impôts | 3 631,31 | 3 066,52 |
Produits exceptionnels | | |
Charges exceptionnelles | | |
Résultat avant impôts | 3 631,31 | 3 066,52 |
Impôts | | |
Résultat de l'exercice | 3 631,31 | 3 066,52 |
Personnes occupéés en équivalent temps plein : | | |
Het gaat om een typfout.
Ik bevestig bovendien dat de vaste activa van dezelfde VZW niet afschrijfbaar zijn.
(...)
Clément CROHAIN
Algemeen bestuurder.
9. AGALEV
4 november 2003.
Aan de Voorzitters van de Controlecommissie,
Hierbij de bemerkingen vanuit Groen Fonds VZW (en dus namens Agalev) :
A. Formele aspecten
4.3. Zoals gemeld voorziet de bijlage bij de wet van 4 juli 1989 niet in een overzichtlijst. Anderzijds hebben wij de wijziging in de consolidatiekring uitdrukkelijk vermeld.
4.5. De bedrijfsrevisor heeft alle componenten afzonderlijk én de geconsolideerde gegevens aan de gebruikelijke audit onderworpen.
5.1. Hiermee wordt rekening gehouden voor het boekjaar 2003.
10.2. Afschrijvingspercentages « materiële vaste activa »: de herformulering zal gebeuren met toepassing voor het boekjaar 2003.
B. Financiële aspecten
1.9. a) De variatie tussen de boekjaren 2001 en 2002 bij Groenhuis VZW zijn inderdaad toe te schrijven aan de aankoop van onroerende goederen. De stijging van opbrengsten én kosten van gewone werking zijn te wijten/danken aan het onderbrengen van het personeelsbestand onder Groenhuis VZW met ingang van 1 januari 2002, waar deze vroeger onder Agalev FV opereerden.
b) De gemaakte veronderstellingen zijn correct.
2.9. Het is ons niet duidelijk over welke aansluiting met welke bewegingen in het patrimonium het gaat ...
5. Het is ons niet duidelijk over welke aansluiting het hier gaat.
(...)
Patrick Michielsseune.
Financieel en administratief directeur Agalev.
10. NIEUW-VLAAMSE ALLIANTIE (N-VA)
a. 17 oktober 2003.
Aan de voorzitters van Kamer en Senaat,
Met aandacht lazen we uw in rand vermeld schrijven waarbij u ons het advies van het Rekenhof bij het financieel verslag van de politieke partijen (boekjaar 2002) bezorgde.
Een eerste toetsing leert dat enkele kleine materiële vergissingen in het N-VA-jaarverslag zijn geslopen. Vergissingen die, zo leert een vlugge analyse, niets ten gronde wijzigen aan de cijfers die u werden meegedeeld en zijn openbaar gemaakt.
We hebben het advies van het Rekenhof bezorgd aan onze bedrijfsrevisor met de vraag om op basis van de opmerkingen een nieuw verslag te bezorgen. Eens we dit nieuwe verslag ontvangen, wordt het voorgelegd aan onze raad van bestuur en bezorgen we u de conclusies.
(...)
Geert Bourgeois
Algemeen voorzitter.
b. 4 november 2003.
Aan het commissiesecretariaat,
Zoals gisteren telefonisch was afgesproken bezorg ik u als bijlage de toelichting die bedrijfsrevisor Verschelden & Partners formuleerde (van 29 oktober 2003) als antwoord op de brief die uw voorzitters De Croo en De Decker ons op 8 oktober jongstleden hebben bezorgd.
Zoals reeds gemeld door voorzitter Bourgeois in zijn schrijven aan de Controlecommissie (17 oktober 2003) wijzigen de opmerkingen van het Rekenhof ten gronde niets aan de dit voorjaar meegedeelde geconsolideerde rekeningen van de partij VU & ID, hier vertegenwoordigd door de VZW N-VA.
De raad van bestuur van de vzw N-VA krijgt op 15 november eerstkomende de recente toelichting bij het revisoraal verslag voorgelegd.
We sturen u zo vlug als mogelijk de conclusies van de vergadering (5).
(...)
Nico Moyaert
Directeur N-VA.
Geconsolideerde rekening van de politieke partij VU & ID vertegenwoordigd door de VZW Nieuw-Vlaamse Alliantie en haar componenten per 31 december 2002
Toelichting bij het verslag van de bedrijfsrevisor
Op 8 april 2003 brachten wij verslag uit aan de minister van Financiën, aan de voorzitters van de Kamer van volksvertegenwoordigers en aan de Senaat en aan de Controlecommissie, dit in uitvoering van de controleopdracht die ons werd toevertrouwd door de VZW Nieuw-Vlaamse Alliantie.
Ons verslag, een goedkeuring zonder voorbehoud, betreft de controles van de rekeningen van de Nieuw-Vlaamse Alliantie opgesteld onder de verantwoordelijkheid van de respectieve beheersorganen van de betrokken VZW's, de VZW Nieuw-Vlaamse Alliantie, de VZW Middengroep en de VZW Spirit.
De gecontroleerde geconsolideerde staat is deze afgesloten op 31 december 2002 met een balanstotaal van 2 700 201,50 euro, en met een batig saldo van het werkingsjaar van 545 252 euro, alsmede de verklarende toelichting.
Het verslag van 8 april 2003 maakt melding van het resultaat van de subconsolidatie N-VA en haar componenten (= NVA + VPRTI + Dosfel + NVOS + VNS + VVM + VL.P), zijnde 193 783,67 euro daar waar het batig saldo van de volledige consolidatie (545 252 euro) had moeten zijn vermeld. Noch de inhoud van de rekeningen, noch de controles of onze opinie over deze rekeningen is in enige mate gewijzigd door huidige verklarende en rechtzettende toelichting.
Antwerpen, 29 oktober 2003.
De bedrijfsrevisor.
Burg.cvba Verschelden & Partners, Bedrijfsrevisoren, vertegenwoordigd door
Frans Verschelden
Bedrijfsrevisor
c. Epiloog 24 november 2003.
Aan de voorzitters van Kamer en Senaat,
« Begin oktober bezorgde u ons uw schrijven met toevoeging van het advies van het Rekenhof bij het financieel verslag van de politieke partijen (boekjaar 2002).
Kort daarna ons schrijven van 17 oktober jongstleden meldden wij u dat de opmerkingen van het Rekenhof ten gronde niets wijzigden aan de dit voorjaar meegedeelde geconsolideerde rekeningen van de partij VU & ID, hier vertegenwoordigd door de VZW N-VA.
Onze bedrijfsrevisor, de heer Frans Verschelden (Verschelden & Partners, Antwerpen) bevestigde dit op 29 oktober jongstleden in een « toevoeging bij het verslag van de bedrijfsrevisor ». Op vraag van commissiesecretaris, de heer Muls, werd deze toevoeging op 4 november 2003 reeds per fax bezorgd.
Vandaag kan ik u bevestigen dat de raad van bestuur van de vzw N-VA deze door de revisor bezorgde toelichting op haar vergadering van zaterdag 15 november jongstleden unaniem en zonder opmerkingen heeft goedgekeurd zodat dit aangepast revisoraal verslag meteen ook ter vervollediging aan de N-VA-jaarrekening 2003 kan worden toegevoegd.
Om de publicatie van de samenvatting van het financieel verslag in het Belgisch Staatsblad meteen correct te laten verlopen, voegen we als bijlage een verbeterde en door ons opnieuw ondertekende samenvatting toe. Deze samenvatting sluit naadloos aan bij de bevindingen van de bedrijfsrevisor en mag dus als eindverslag worden gepubliceerd.
(...)
Geert Bourgeois.
Algemeen voorzitter.
III. SAMENVATTINGEN VAN DE FINANCIËLE
VERSLAGEN OVER HET BOEKJAAR 2002 (in euro)
1. Vlaamse Liberalen en Democraten (VLD)
Het financieel verslag voor de Vlaamse Liberalen en Democraten is opgesteld onder de verantwoordelijkheid van de beheerraad van de VZW Libera, overeenkomstig de vereisten van artikel 23 van de wet van 4 juli 1989, en omvat de gegevens die vermeld zijn in de bijlage bij deze wet, zoals ingevoegd door artikel 14 van de wet van 19 november 1998, met name :
Een document met de identificatie van de partij en haar componenten;
De samenvattende rekening van elke component;
De geconsolideerde rekening van de partij en haar componenten;
Het verslag van de bedrijfsrevisor.
De geconsolideerde resultaten van het boekjaar, die uit de geconsolideerde rekening van de partij en haar componenten voortvloeien, vatten volgende gegevens samen :
Opbrengsten uit de gewone werking | 7 145 569,59 |
Kosten uit de gewone werking | - 5 995 394,78 |
Courant resultaat | 1 150 174,81 |
Financieel resultaat | + 84 561,56 |
Uitzonderlijk resultaat | - 44 213,79 |
Belastingen | |
Resultaat van het boekjaar | 1 190 522,58 |
De bedrijfsrevisor heeft over de geconsolideerde rekening van het boekjaar een verklaring zonder voorbehoud afgegeven.
2. Christen-Democratisch & Vlaams (CD&V)
Het financieel verslag voor de CD&V is opgesteld onder de verantwoordelijkheid van de beheerraad van de VZW Agora, overeenkomstig de vereisten van artikel 23 van de wet van 4 juli 1989, en omvat de gegevens die vermeld zijn in de bijlage bij deze wet, zoals ingevoegd door artikel 14 van de wet van 19 november 1998, met name :
Een document met de identificatie van de partij en haar componenten;
De samenvattende rekening van elk van deze componenten;
De geconsolideerde rekening van de partij en haar componenten;
Het verslag van de bedrijfsrevisor.
De geconsolideerde resultaten van het boekjaar, die uit de geconsolideerde rekening van de partij en haar componenten voortvloeien, vatten volgende gegevens samen :
Opbrengsten uit de gewone werking | 8 259 494,17 |
Kosten uit de gewone werking | - 7 891 930,92 |
Courant resultaat | 367 563,25 |
Financieel resultaat | - 31 304,54 |
Uitzonderlijk resultaat | - 8 735,38 |
Belastingen | - 720,16 |
Resultaat van het boekjaar | 326 803,17 |
De bedrijfsrevisoren hebben over de geconsolideerde rekening van het boekjaar een verklaring zonder voorbehoud afgegeven.
3. Parti socialiste (PS)
Le rapport financier relatif au Parti Socialiste a été établi sous la responsabilité du conseil d'administration de l'ASBL Fonsoc, conformément aux exigences de l'article 23 de la loi du 4 juillet 1989, et contient les éléments mentionnés par l'annexe à la même loi telle qu'introduite par l'article 14 de la loi du 19 novembre 1998, c'est-à-dire :
Un document identifiant le parti et ses composantes;
Les comptes synthétiques de chacune de ces composantes;
Les comptes consolidés du parti et de ses composantes;
Le rapport du réviseur.
Les résultats consolidés de l'exercice découlant des comptes consolidés du parti et de ses composantes fournissent en synthèse les informations suivantes :
Produits sur activités courantes | 9 464 389,93 |
Charges sur activités courantes | - 10 010 142,76 |
Résultat courant | - 545 752,83 |
Résultats financiers | + 80 708,25 |
Résultats exceptionnels | + 35 677,78 |
Impôts | - 23 330,29 |
Résultat de l'exercice | - 452 697,09 |
Le réviseur d'entreprises a délivré une attestation sans réserve sur les comptes consolidés de l'exercice.
4. Mouvement réformateur (MR)
Le rapport financier relatif au Mouvement réformateur (MR) a été établi sous la responsabilité du conseil d'administration de l'ASBL Gestion et Action libérale, conformément aux exigences de l'article 23 de la loi du 4 juillet 1989, et contient les éléments mentionnés par l'annexe à la même loi telle qu'introduite par l'article 14 de la loi du 19 novembre 1998, c'est-à-dire :
Un document identifiant le parti et ses composantes;
Les comptes synthétiques de chacune de ces composantes;
Les comptes consolidés du parti et de ses composantes;
Le rapport du réviseur.
Les résultats consolidés de l'exercice découlant des comptes consolidés du parti et de ses composantes fournissent en synthèse les informations suivantes :
Produits sur activités courantes | 7 361 605 |
Charges sur activités courantes | - 7 464 637 |
Résultat courant | - 103 032 |
Résultats financiers | - 3 049 |
Résultats exceptionnels | + 7 030 |
Impôts | - 8 578 |
Résultat de l'exercice | - 107 629 |
Le réviseur d'entreprises a délivré une attestation sans réserve sur les comptes consolidés de l'exercice.
5. Vlaams Blok
Het financieel verslag voor het Vlaams Blok is opgesteld onder de verantwoordelijkheid van de beheerraad van de VZW Vlaamse Concentratie, overeenkomstig de vereisten van artikel 23 van de wet van 4 juli 1989, en omvat de gegevens die vermeld zijn in de bijlage bij deze wet, zoals ingevoegd door artikel 14 van de wet van 19 november 1998, met name :
Een document met de identificatie van de partij en haar componenten;
De samenvattende rekening van elk van deze componenten;
De geconsolideerde rekening van de partij en haar componenten;
Het verslag van de bedrijfsrevisor.
De geconsolideerde resultaten van het boekjaar, die uit de geconsolideerde rekening van de partij en haar componenten voortvloeien, vatten volgende gegevens samen :
Opbrengsten uit de gewone werking | 5 042 279,42 |
Kosten uit de gewone werking | - 5 046 977,50 |
Courant resultaat | - 4 698,08 |
Financieel resultaat | + 93 544,75 |
Uitzonderlijk resultaat | + 3 997,66 |
Belastingen | 0 |
Resultaat van het boekjaar | 92 844,33 |
De bedrijfsrevisor heeft over de geconsolideerde rekening van het boekjaar een verklaring zonder voorbehoud afgegeven.
6. Socialistische Partij anders (sp.a)
Het financieel verslag voor de sp.a is opgesteld onder de verantwoordelijkheid van de beheerraad van de VZW Organisatie Socialistische Partij, afgekort OSP, overeenkomstig de vereisten van artikel 23 van de wet van 4 juli 1989, en omvat de gegevens die vermeld zijn in de bijlage bij deze wet, zoals ingevoegd door artikel 14 van de wet van 19 november 1998, met name :
Een document met de identificatie van de partij en haar componenten;
De samenvattende rekening van elk van deze componenten;
De geconsolideerde rekening van de partij en haar componenten;
Het verslag van de commissaris.
De geconsolideerde resultaten van het boekjaar, die uit de geconsolideerde rekening van de partij en haar componenten voortvloeien, vatten volgende gegevens samen :
Opbrengsten uit de gewone werking | 7 377 846,74 |
Kosten uit de gewone werking | - 7 439 345,15 |
Courant resultaat | - 61 498,41 |
Financieel resultaat | + 127 795,82 |
Uitzonderlijk resultaat | - 18 698,08 |
Belastingen | |
Resultaat van het boekjaar | 47 599,33 |
De commissaris heeft over de geconsolideerde rekening van het boekjaar een verklaring zonder voorbehoud afgegeven.
7. Écolo
Le rapport financier relatif au parti Écolo a été établi sous la responsabilité du conseil d'administration de l'ASBL Écodota Écolo fédéral, conformément aux exigences de l'article 23 de la loi du 4 juillet 1989, et contient les éléments mentionnés par l'annexe à la même loi telle qu'introduite par l'article 14 de la loi du 19 novembre 1998, c'est-à-dire :
Un document identifiant le parti et ses composantes;
Les comptes synthétiques de chacune de ces composantes;
Les comptes consolidés du parti et de ses composantes;
Le rapport du réviseur.
Les résultats consolidés de l'exercice découlant des comptes consolidés du parti et de ses composantes fournissent en synthèse les informations suivantes :
Produits sur activités courantes | 6 298 260,67 |
Charges sur activités courantes | - 3 849 390,25 |
Résultat courant | 2 448 870,42 |
Résultats financiers | - 14 878,52 |
Résultats exceptionnels | - 34 625,18 |
Impôts | 0 |
Résultat de l'exercice | 2 399 366,72 |
Le réviseur d'entreprises a délivré une attestation sans réserve sur les comptes consolidés de l'exercice.
8. Centre démocrate Humaniste (cdH)
Le rapport financier relatif au centre démocrate Humaniste a été établi sous la responsabilité du conseil d'administration de l'ASBL Action solidaire, conformément aux exigences de l'article 23 de la loi du 4 juillet 1989, et contient les éléments mentionnés par l'annexe à la même loi telle qu'introduite par l'article 14 de la loi du 19 novembre 1998, c'est-à-dire :
Un document identifiant le parti et ses composantes;
Les comptes synthétiques de chacune de ces composantes;
Les comptes consolidés du parti et de ses composantes;
Le rapport du réviseur.
Les résultats consolidés de l'exercice découlant des comptes consolidés du parti et de ses composantes fournissent en synthèse les informations suivantes :
Produits sur activités courantes | 4 229 526,16 |
Charges sur activités courantes | - 4 819 874,50 |
Résultat courant | - 590 348,34 |
Résultats financiers | + 53 767,80 |
Résultats exceptionnels | + 4 409,30 |
Impôts | 0 |
Résultat de l'exercice | - 532 171,24 |
Le réviseur d'entreprises a délivré une attestation sans réserve sur les comptes consolidés de l'exercice.
9. Agalev
Het financieel verslag over het boekjaar 2002 voor Agalev is opgesteld onder de verantwoordelijkheid van de beheerraad van de VZW Groen Fonds, overeenkomstig de vereisten van artikel 23 van de wet van 4 juli 1989, en omvat de gegevens die vermeld zijn in de bijlage bij deze wet, zoals ingevoegd door artikel 14 van de wet van 19 november 1998, met name :
Een document met de identificatie van de partij en haar componenten;
De samenvattende rekening van elk van deze componenten;
De geconsolideerde rekening van de partij en haar componenten;
Het verslag van de bedrijfsrevisor.
De geconsolideerde resultaten van het boekjaar, die uit de geconsolideerde rekening van de partij en haar componenten voortvloeien, vatten volgende gegevens samen :
Opbrengsten uit de gewone werking | 4 188 126,11 |
Kosten uit de gewone werking | - 4 342 222,14 |
Courant resultaat | - 154 096,03 |
Financieel resultaat | + 31 854,41 |
Uitzonderlijk resultaat | - 4 939,82 |
Belastingen | 0 |
Resultaat van het boekjaar | - 127 181,44 |
De bedrijfsrevisor heeft over de geconsolideerde rekening van het boekjaar 2002 een verklaring zonder voorbehoud afgegeven.
10. Nieuw-Vlaamse Alliantie (N-VA)
Het financieel verslag over het boekjaar 2002 voor de politieke partij Nieuw-Vlaamse Alliantie (= N-VA en haar componenten arrondissementen Spirit en haar componenten) is opgesteld onder de verantwoordelijkheid van de beheerraad van de VZW Nieuw-Vlaamse Alliantie, overeenkomstig de vereisten van artikel 23 van de wet van 4 juli 1989, en omvat de gegevens die vermeld zijn in de bijlage bij deze wet, zoals ingevoegd door artikel 14 van de wet van 19 november 1998, met name :
Een document met de identificatie van de partij en haar componenten;
De samenvattende rekening van elk van deze componenten;
De geconsolideerde rekening van de partij en haar componenten;
Het verslag van de bedrijfsrevisor.
De geconsolideerde resultaten van het boekjaar, die uit de geconsolideerde rekening van de partij en haar componenten voortvloeien, vatten volgende gegevens samen :
Opbrengsten uit de gewone werking | 2 518 967 |
Kosten uit de gewone werking | - 2 028 779 |
Courant resultaat | 490 188 |
Financieel resultaat | + 55 064 |
Uitzonderlijk resultaat | 0 |
Belastingen | 0 |
Resultaat van het boekjaar | 545 252 |
De bedrijfsrevisor heeft over de geconsolideerde rekening van het boekjaar een verklaring zonder voorbehoud afgegeven.
(1) Dit verslag werd aangenomen in de algemene vergadering van het Rekenhof van 6 augustus 2003.
(2) In voorkomend geval wordt de volgorde van de politieke partijen gerespecteerd zoals weergegeven in de bovenvermelde documenten.
(3) Artikel 53 van het koninklijk besluit van 30 januari 2001 tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen.
(4) Naar aanleiding van dat onderzoek werd eveneens opgemerkt dat verschillende componenten van verschillende politieke partijen een negatief eigen vermogen vertoonden.
(5) Zie infra (Epiloog).