2-1350/1

2-1350/1

Belgische Senaat

ZITTING 2002-2003

13 NOVEMBER 2002


Wetsvoorstel om de verstrekking van tabak aan jongeren te verbieden (1)

(Ingediend door de heer Guy Moens)


TOELICHTING


De politieke besprekingen rond het wijzigen van het verbod op tabaksreclame werden overschaduwd door de link met het Francorchamps-dossier. Zo werd de kern van het debat, namelijk het bekomen van een wezenlijke reductie van het rookgedrag in het bijzonder bij jeugdige personen, soms uit het oog verloren. De bedoeling van het huidige voorstel is de aandacht voor de volle honderd procent terug op die reductie te vestigen.

Daarbij zullen we aandacht besteden aan de initiatieven die in het kader van Europa ter zake worden genomen, meer bepaald met betrekking tot het instellen van een verbod tot het verstrekken van tabaksproducten. Ook de effecten van een dergelijk verbod in landen waar het al geheel of gedeeltelijk werd ingevoerd, zullen aan bod komen.

Bovendien kunnen we niet voorbijgaan aan een korte analyse van de effecten van de wet Vandervelde die een vergelijkbaar verbod, op het einde van de jaren 30 van de vorige eeuw, ingevoerd heeft. De vraag kan immers gesteld worden of een verbod niet veeleer de aantrekkelijkheid van de verboden vrucht verhoogt dan wel die te verminderen. Bij wijze van introductie zou ik willen verwijzen naar de tekst en de toelichting van een verwant voorstel dat in juni 2002 in de Kamer van volksvertegenwoordigers van de Verenigde Staten van Amerika werd neergelegd door 20 parlementairen van de twee grote partijen (Democraten en Republikeinen) en dat nu ter bespreking voorligt in de commissie voor de Volksgezondheid.

De bedoeling is de « Federal Food, Drug and Cosmetic Act » te wijzigen ten einde aan die wet waar al stringente bepalingen instaan die de reclame voor tabaksproducten beperken, meer effectiviteit te bezorgen door er een verstrekkingsverbod aan min-18-jarigen in te voorzien. Deze handelwijze loopt zozeer parallel met ons initiatief, dat een aantal citaten uit de desbetreffende tekst zich aan onze aandacht opdringen.

De titel van het voorstel luidt : National Youth Smoking Reduction Act. Dus een zeer breed initiatief, maar zoals het onze, stuk gericht op jeugdige personen die immers het grootste risico op « infectie » vertonen. Want zo noemen zij rookgedrag en daarom vangt het voorstel als volgt aan :

« Het gebruik van tabaksproducten door kinderen van onze natie is een pediatrische ziekte met indrukwekkende afmetingen die tot gevolg heeft dat er hele nieuwe generaties van tabaks-afhankelijke kinderen en volwassenen ontstaan. »

Verder :

« Praktisch alle nieuwe gebruikers van tabaksproducten zijn onder de wettelijke leeftijd om zulk producten te kopen. » En « Vermits inspanningen in het verleden om reclame en marketing van tabaksproducten te beperken, schromelijk te kort zijn geschoten om het gebruik bij adolescenten om te buigen, moeten er algemene beperkingen over de verkoop, de promotie en de distributie van zulke producten ingevoerd worden ». En « Op het grondgebied van gans het land moet de verkoop, distributie, marketing en reclame van en voor tabaksproducten beperkt worden tot personen die de wettelijke leeftijd hebben om zulke producten te kopen ». En « Het verminderen van het Amerikaans tabaksverbruik door jongeren met 50 %, zal ieder jaar meer dan 60 000 voortijdige sterftes verhinderen ».

De kern van het voorstel bevat de eigenlijke wetsbepaling en luidt als volgt :

« Minimum aankoopleeftijd : Geen enkele verkoper mag tabaksproducten verkopen aan een persoon jonger dan 18 jaar oud.

Bewijs van leeftijd : (A) Behoudens ander beding als in (B), moet iedere verkoper nagaan door middel van een identificatiebewijs dat een foto en de geboortedatum bevat, of de persoon die het product koopt jonger is dan 18 jaar ­ (B) Zulk onderzoek is niet vereist als de persoon ouder is dan 26 jaar. Een verkoper mag tabaksproducten enkel verkopen in directe, van aangezicht tot aangezicht relatie tussen de verkoper en de verbruiker. Zijn verboden, verkoopsmethoden waarbij automatische verdelers of self-service-machines gebruikt worden. Dit laatste betekent machines waar de verbruiker toegang toe heeft zonder toezicht van verkoopspersoneel. »

Het Amerikaanse initiatief wijst de goede richting aan, maar Europa blijft niet achter. Op de recente Ministerraad van de Europese ministers van Volksgezondheid werd unanimiteit bereikt om aan de lidstaten een aanbeveling te doen opdat zij in hun respectieve landen een verbod zouden instellen tot het verstrekken van tabaksproducten aan minderjarigen (zie De Standaard en De Morgen van 3 december 2002).

De tekst van deze aanbeveling liegt er niet om : uit de punten 14 en 15, het volgende citaat : « Dit voorstel beoogt een aantal maatregelen om de toegang van kinderen en jongeren tot tabaksproducten te beperken. Hieronder valt : de toepassing van leeftijdscriteria voor rechtstreekse verkoop, verkoop via automaten, zelfbediening, afstandsverkoop (bijvoorbeeld via internet; de verkoop via dit medium zou moeten worden beperkt tot sites die door controle van volwassenen beschermd zijn; daarbij zou gebruik moeten worden gemaakt van doeltreffende methoden om de leeftijd van de koper vast te stellen) en de verkoop van sigaretten in pakjes van minder dan 20 stuks (om lagere prijzen per pakje te voorkomen, waardoor kinderen en jongeren gemakkelijker aan sigaretten zouden kunnen komen). »

Dit alles naast en bovenop de bestaande reclamebeperkingen. Die aanbeveling richt zich tot de lidstaten, maar er zijn ondertussen al verschillende van die Europese Staten die een verstrekkingsverbod kennen. Daaronder Nederland, Duitsland en Groot-Brittannië. Weliswaar handhaven zij de verbodsleeftijd op de lagere leeftijd van 16 jaar.

De Nederlandse tekst luidt : « Art. 8. ­ Niet toegelaten is het overtreden van het verbod om bedrijfsmatig of anders dan om niet, tabaksproducten te verstrekken aan een persoon van wie niet is vastgesteld dat deze de leeftijd van 16 jaar heeft bereikt, waarbij onder verstrekken eveneens wordt begrepen het verstrekken van een tabaksproduct aan een persoon van wie is vastgesteld dat deze de leeftijd van 16 heeft bereikt, welk tabaksproduct echter kennelijk bestemd is voor een persoon van wie niet is vastgesteld dat deze de leeftijd van 16 heeft bereikt. »

Duitsland doet het simpeler : « Das Rauchen in der Öffentlichkeit darf Kindern un Jugendlichen unter 16 Jahren nicht gestattet werden. »

Het Engelse verbod is dan weer veel pragmatischer opgesteld : « A notice displaying the following statement : « IT IS ILLEGAL TO SELL TOBACCO PRODUCTS TO ANYONE UNDER THE AGE OF 16 » shall be exhibited at every premises at which tobacco is sold by retail, and shall be so exhibited in a prominent position where the statement is readily visible to persons at the point of sale of the tobacco » en wordt toegevoegd voor het geval met automaten verkocht wordt : « THIS MACHINE IS ONLY FOR THE USE OF PEOPLE AGED 16 OR OVER. » Overwogen wordt bovendien, het verbod op te trekken tot de leeftijd van 18 jaar. Bij een meningsbevraging onder jongeren over het nut van een dergelijke verstrenging stelde een uitgebreid publiek opinieonderzoek vast dat « most pupils felt that such legislation would make it more difficult for young smokers to obtain cigarettes in the shops that tried to enforce current legislation ».

Zowel de Verenigde Staten als Groot-Brittannië, die toch, de meeste ervaring hebben met dit soort wetgeving stevenen dus af op een verstrekkingsverbod tot 18 jaar.

Blijft België ten achter ? Op het gebied van de bestrijding van het alcoholisme dat in de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw uitgegroeid was tot een echte sociale en medische plaag, namen wij toch het voortouw. De wetten Vandervelde van 1921 en 1939 waren schoolvoorbeelden die overal in Europa navolging kregen. Ook zij waren gebaseerd op een verstrekkingsverbod, eerst tot de leeftijd van 16 jaar (1939), daarna verstrengd tot de leeftijd van 18 jaar (1958).

Artikel 5 van de wet luidt als volgt : « Met gevangenschap van acht tot vijftien dagen en met geldboete van 26 tot 50 frank of met een van die straffen alleen worden gestraft, de herbergiers en slijters, evenals hun aangestelden, die, zonder aannemelijke reden, dronkenmakende dranken opdienen aan een minderjarige die geen 18 jaar oud is. »

Het spreekt vanzelf dat een verstrenging van het verbod wat de leeftijd betreft, stoelt op de gunstige ervaringen van 20 jaar toepassing van die wet. De wetgever van 1958 wilde de efficiëntie ervan nog verhogen zoals ook in Engeland en de USA overwogen wordt. Indien een verstrekkingsverbod inoperant ware, dan zou men in geen geval in dezelfde richting verder gaan. Als anecdote weze vermeld dat de sector van de jeneverstokerijen na de eerste wet Vandervelde in 1921 in een langdurige crisis geraakte wat er wel degelijk op wijst dat de maatregelen resultaat boekten. Het is trouwens algemeen geweten en door sociologisch onderzoek ondersteund, dat de plaag van het alcoholisme die onze streken teisterde, na de Tweede Wereldoorlog veel van haar schrijnende uitingsvormen verloor dankzij dat verbod op het verstrekken van de verslavende producten aan jongeren.

Het weze opgemerkt dat ons voorstel geen bestraffing van het bezit van tabaksproducten door jongeren inhoudt want dan zou het argument dat het verbodene aantrekkelijk wordt, opgaan. Velerlei studies hebben dat aangetoond (Restricting Youth access to tobacco : a summary of research findings ­ American nonsmokers' rights Foundation). Maar het beperken van het verstrekken van de producten aan jongeren, zonder bezitsverbod, lijkt wel een opmerkelijke invloed uit te oefenen. Een citaat uit de vele : « Merchant sales rated decreased from a baseline of 70 % to less than 5 % in 1,5 years ... student surveys showed that the rates of self-reported cigarette experimentation and regular use were reduced by over 50 % »!!

De commissie voor de Sociale Zaken van de Senaat wordt uitgenodigd op dezelfde vooruitsrevende wijze als een halve eeuw geleden voor de alcohol, op te treden om het voor de volksgezondheid nog schadelijkere tabaksverbruik, vooral door jongeren, in te perken.

Guy MOENS.

WETSVOORSTEL


Artikel 1

Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2

Het is verboden, op welke wijze dan ook, tabaksproducten of soortgelijke producten te verstrekken aan personen die jonger zijn dan achttien jaar.

Art. 3

Elke overtreding van deze wet wordt gestraft met geldboete van ten minste 100 EUR en ten hoogste 2500 EUR.

12 november 2002.

Guy MOENS.

(1) Ter vervanging van het eerder rondgedeelde stuk.