2-1280/2

2-1280/2

Belgische Senaat

ZITTING 2002-2003

15 OKTOBER 2002


Wetsontwerp houdende verschillende wijzigingen van de kieswetgeving


AMENDEMENTEN


Nr. 1 VAN DE HEER VANDENBERGHE C.S.

Artikel 1

Dit artikel aanvullen als volgt : « met uitzondering van artikel 33 dat een aangelegenheid regelt als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet ».

Verantwoording

Tijdens de bespreking in de Kamer van volksvertegenwoordigers werd het oorspronkelijke voorstel gesplitst in een volledig bicameraal (artikel 77 van de Grondwet) en een gedeeltelijk bicameraal (artikel 78 en volgende van de Grondwet) voorstel.

De Raad van State wijst er in zijn advies op dat Kamer en Senaat gelijkelijk bevoegd zijn voor de wetten bedoeld in artikel 68 van de Grondwet, dat wil zeggen de wetgeving voor de verkiezing van de senatoren. Er is geen volledige bicamerale bevoegdheid voor de wetten bedoeld in de artikelen 61, 62 en 63 van de Grondwet, of met andere woorden : de wetgeving betreffende de verkiezing van de (Kamer van) volksvertegenwoordigers. De Raad van State verwijst in het desbetreffende advies dus expliciet naar een reeks artikelen die enkel de Kamerverkiezingen betreffen.

In artikel 33 van het ontwerp dat ons heden wordt voorgelegd, wordt in feite uitvoering gegeven aan artikel 63, § 3, van de Grondwet, waar wordt bepaald dat de wet het middel omschrijft om het bevolkingscijfer van elke kieskring van de Kamer te bepalen, dit met het oog op de verdeling van de volksvertegenwoordigers over de kieskringen.

Dit artikel bevat dus geen wettelijke bepaling die verband houdt met de verkiezing van de senatoren, maar enkel een bepaling van toepassing op de verkiezingen voor de Kamer.

Artikel 33 van het ontwerp is bijgevolg een wettelijke bepaling, zoals bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Artikel 1 van het ontwerp is dus in strijd met de Grondwet.

Nr. 2 VAN DE HEER VANDENBERGHE C.S.

Artikel 1bis (nieuw)

Een artikel 1bis (nieuw) invoegen, luidende :

« Art. 1bis. ­ Artikel 1, § 2, van hetzelfde Wetboek wordt als volgt gewijzigd :

« De voorwaarden vermeld in § 1, 4º, moeten vervuld zijn op de dag van de verkiezing; die vermeld in § 1, 1º, 2º en 3º, moeten dat zijn op de datum waarop de kiezerslijst wordt afgesloten. »

Verantwoording

De huidige formulering van artikel 1 van het Kieswetboek is hoegenaamd niet logisch, vermits zij bepaalde elementen die betrekking hebben op de staat van de persoon (zoals de nationaliteit) beoordeelt op de datum van de afsluiting van de kiezerslijsten, terwijl andere elementen (zoals de leeftijd) worden beoordeeld op de dag van de verkiezing. Ons inziens is het enkel zinvol het criterium van de dag van de verkiezing te hanteren in de hypothese van § 1, 4º, die een geval van sanctie betreft.

Nr. 3 VAN DE HEER VANDENBERGHE C.S.

Artikel 1ter (nieuw)

Een artikel 1ter (nieuw) invoegen, luidende :

« Art. 1ter. ­ Artikel 2, § 4, vijfde lid, van hetzelfde Wetboek wordt aangevuld met een zin luidende :

« Indien gewenst, meldt de aanvrager dat hij gebruik zal maken van de mogelijkheden die bestaan op grond van artikel 4, tweede lid. »

Verantwoording

In meerdere Europese landen bestaat op dit moment de mogelijkheid per brief te stemmen. De ontwikkeling van de technologie zal deze tendens nog versterken, wanneer procédés als e-stemming mogelijk zullen worden gemaakt. Deze methoden zullen meer in het bijzonder voordelig zijn voor de Belgische kiezers die in het buitenland verblijven.

Nr. 4 VAN DE HEER VANDENBERGHE C.S.

Artikel 1quater (nieuw)

Een artikel 1quater (nieuw) invoegen, luidende :

« Art. 1quater. ­ Artikel 4 van hetzelfde Wetboek wordt aangevuld met een tweede en een derde lid, luidende :

« Nochtans kan de kiezer die dat wenst onder gesloten omslag zijn oproepingsbrief en een stembiljet, dat op zijn beurt in een gesloten omslag werd gesloten, per post versturen aan de voorzitter van het kiesbureau waarin hij zou worden opgeroepen. Om geldig te zijn, dient deze brief uiterlijk op de donderdag voorafgaand aan de verkiezing bij ter post aangetekende brief verzonden te worden.

De Koning kan de voorwaarden bepalen die toelaten deel te nemen aan de stemming door middel van elektronische post. »

Verantwoording

Het voorgestelde tweede lid vindt zijn inspiratie in artikel 36 van het Duitse Kieswetboek. In landen als Duitsland en Oostenrijk wordt reeds sinds jaren per briefwisseling gestemd, wat de deelneming van personen die anders in de onmogelijkheid zouden zijn hun stem uit te brengen, bevordert en het vaak overbodig maakt een beroep te doen op volmachthouders. Ook voor kiezers in het buitenland biedt deze stemwijze duidelijke voordelen.

Op termijn is het zeker niet ondenkbaar dat de elektronische post voldoende waarborgen inzake anonimiteit en veiligheid zal bieden om e-verkiezingen toe te laten voor wie dat wenst. Gezien het technische en snel evoluerende karakter van de vereisten terzake, verdient het aanbeveling de Koning terzake te machtigen de uitvoeringsmodaliteiten te bepalen, met respect voor de algemene beginselen van ons kiesrecht.

Nr. 5 VAN DE HEER VANDENBERGHE C.S.

Artikel 1quinquies (nieuw)

Een artikel 1quinquies (nieuw) invoegen, luidende :

« Art. 1quinquies. ­ In artikel 7, eerste lid, 2º, van hetzelfde Wetboek worden de woorden « met uitsluiting van degenen die veroordeeld zijn op grond van de artikelen 419 en 420 van het Strafwetboek » opgeheven. »

Verantwoording

In de huidige redactie van artikel 7 van het Kieswetboek lopen de veroordeelden die wegens onopzettelijke doding of onopzettelijk toebrengen van lichamelijk letsel worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van meer dan vier maanden geen schorsing van hun kiesrecht op. Deze maatregel lijkt niet evenredig te zijn, wanneer men vaststelt dat wie veroordeeld werd tot eenzelfde straf wegens verschoonbare doodslag, verschoonbare slagen of verschoonbare verwondingen, diezelfde voordelen niet kan genieten en ook andere gevallen, waarin soortgelijke straffen werden opgelegd wegens op het eerste gezicht minder ernstige feiten niet van deze maatregel kunnen genieten. In het licht van het beginsel van gelijke behandeling, en overwegende dat het hier geen definitief verlies van kiesrecht, maar slechts een schorsing betreft, verdient het aanbeveling de huidige uitzonderingsregeling te doen vervallen.

Nr. 6 VAN DE HEER VANDENBERGHE C.S.

Artikel 1sexies (nieuw)

Een artikel 1sexies (nieuw) invoegen, luidende :

« Art. 1sexies. ­ In artikel 7bis van hetzelfde Wetboek wordt de vierde zin « Dat bestand mag niet worden samengesteld noch bijgehouden met behulp van geautomatiseerde middelen. » opgeheven. »

Verantwoording

In haar huidige formulering verwoordt deze bepaling een al te generaliserend vooroordeel tegen het gebruik van geautomatiseerde middelen. Waar het correct is dat het gebruik van deze middelen eventueel problemen van privacybescherming met zich mee kan brengen, is het huidige verbod toch al te algemeen. Nu de laatste zin van dezelfde bepaling al uitdrukkelijk verbiedt de inhoud van de steekkaarten die de uitgeslotenen van kiesrecht of de personen wiens kiesrecht geschorst is, aan derden mee te delen, valt niet in te zien waarom een hogere efficiëntie van het beheer van dit bestand door een vorm van (beveiligde) automatisering a priori zou moeten worden uitgesloten.

Nr. 7 VAN DE HEER VANDENBERGHE C.S.

Artikel 1septies (nieuw)

Een artikel 1septies (nieuw) invoegen, luidende :

« Art. 1septies. ­ In artikel 10, § 2, tweede zin, van hetzelfde Wetboek, wordt het woord « wijk » vervangen door het woord « deelgemeente. »

Verantwoording

In tegenstelling tot het voorgestelde woord « deelgemeente » heeft het woord « wijk » geen duidelijk omschreven juridische betekenis. Door de opmaak van de kiezerslijsten te verbinden aan een indeling in wijken, wordt de deur opengelaten voor een willekeurige en weinig geordende opmaak van deze voor de democratie onontbeerlijke documenten.

Nr. 8 VAN DE HEER VANDENBERGHE C.S.

Artikel 1octies (nieuw)

Een artikel 1octies (nieuw) invoegen, luidende :

« Art. 1octies. ­ In artikel 17, § 1, van hetzelfde Wetboek worden de woorden « politieke partij » vervangen door de woorden « politieke groepering. »

Verantwoording

Het is zeker niet de bedoeling van de wetgever geweest van de afgifte van de kiezerslijsten een privilege te maken dat bepaalde politieke groeperingen wel, en andere groeperingen niet zou toekomen. Een dergelijk optreden zou trouwens niet verenigbaar zijn met artikel 3 van het Eerste Aanvullende Protocol bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, dat de organisatie van vrije en eerlijke verkiezingen voorschrijft, wat onder meer inhoudt dat alle kandidaten onder vergelijkbare omstandigheden kunnen deelnemen.

Dit amendement wil de hierboven vermelde principes verankeren, door te verduidelijken dat de term « politieke partij » hier niet noodzakelijk moet worden gelezen in de zin van de wet van 4 juli 1989 betreffende de beperking van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezingen van de federale Kamers, de financiering en de open boekhouding van de politieke partijen.

Nr. 9 VAN DE HEER VANDENBERGHE C.S.

Artikel 1novies (nieuw)

Een artikel 1novies (nieuw) invoegen, luidende :

« Art. 1novies. ­ In artikel 20 van hetzelfde Wetboek worden de woorden « bij verzoekschrift » vervangen door de woorden « bij gemotiveerd verzoek. »

Verantwoording

Deze tekstwijziging wenst te verduidelijken dat voor het college van burgemeester en schepenen geen verzoekschrift in de zin van artikel 1034bis en volgende van het Gerechtelijk Wetboek dient te worden ingediend, maar wel een vormvrij verzoek dat echter duidelijk de argumenten vermeldt waarop het bezwaar tegen een onterechte inschrijving, schrapping of weglating van de kiezerslijst gegrond is. Dit voorschrift laat het college toe de eigen beslissing beter voor te bereiden en sneller met kennis van zaken te oordelen over de ingediende bezwaren.

Nr. 10 VAN DE HEER VANDENBERGHE C.S.

Artikel 1decies (nieuw)

Een artikel 1decies (nieuw) invoegen, luidende :

« Art. 1decies. ­ In artikel 33, tweede lid, worden tussen de woorden « kosteloos inzage » en « van kunnen nemen » de woorden « en afschrift » ingevoegd. »

Verantwoording

Het lijkt geen overbodige luxe dat een persoon over wiens kiesrecht uitspraak werd gedaan kan beschikken over een afschrift van deze uitspraak. Dit geldt des te meer, nu artikel 34 van het Kieswetboek weliswaar het hoger beroep tegen dergelijke uitspraken uitsluit, maar andere rechtsmiddelen zoals het cassatieberoep laat bestaan. Ter voorbereiding van een eventuele dergelijke procedure is de beschikking over een belangrijk document als het bedoelde arrest fundamenteel.

Nr. 11 VAN DE HEER VANDENBERGHE C.S.

Artikel 1undecies (nieuw)

Een artikel 1undecies (nieuw) invoegen, luidende :

« Art. 1undecies. ­ Artikel 88 van hetzelfde Wetboek wordt aangevuld met een derde lid, luidende :

« Indien een gemeente een dusdanig bevolkingsaantal heeft, dat dit de opsplitsing in meerdere kantons verantwoordt, kan zulks gebeuren bij in Ministerraad overlegd koninklijk besluit. »

Verantwoording

Rekening houdende met het feit dat de stad Antwerpen alleen al meer inwoners heeft dan alle andere kantons van het arrondissement Antwerpen te samen, verdient het aanbeveling een opsplitsing van een gemeente in meerdere kantons mogelijk te maken, dit met het oog op een meer evenwichtige verdeling van de kiezers.

Nr. 12 VAN DE HEER VANDENBERGHE C.S.

Artikel 1duodecies (nieuw)

Een artikel 1duodecies (nieuw) invoegen, luidende :

« Art. 1duodecies. ­ In artikel 90, tweede zin, van hetzelfde Wetboek worden de woorden « honderd vijftig » vervangen door het woord « vierhonderd. »

Verantwoording

Dit amendement dient een meer evenwichtige verdeling van de stemafdelingen in kleinere gemeenten mogelijk te maken.

Nr. 13 VAN DE HEER VANDENBERGHE C.S.

Artikel 1ter decies (nieuw)

Een artikel 1ter decies (nieuw) invoegen, luidende :

« Art. 1ter decies. ­ In artikel 94bis, § 1, vijfde lid, tweede zin, van hetzelfde Wetboek worden de woorden « van de gemeente » vervangen door de woorden « van de kieskring. »

Verantwoording

Het valt niet in te zien waarom het lidmaatschap van het collegehoofdbureau, de voorzitter en de secretaris uitgezonderd, beperkt zou blijven tot bewoners van de gemeente waar het collegehoofdbureau gevestigd is.

Nr. 14 VAN DE HEER VANDENBERGHE C.S.

Artikel 1quater decies (nieuw)

Een artikel 1quater decies (nieuw) invoegen, luidende :

« Art. 1quater decies. ­ In artikel 95, § 4, derde lid, van hetzelfde Wetboek wordt een onderdeel « 5ºbis : de gerechtsdeurwaarders » toegevoegd. »

Verantwoording

Blijkbaar bij vergetelheid is nagelaten één van de gereglementeerde beroepen met juridische inslag op te nemen in de lijst van preferente leden van de stem- en stemopnemingsbureaus.

Nr. 15 VAN DE HEER VANDENBERGHE C.S.

Artikel 1quinquies decies (nieuw)

Een artikel 1quinquies decies (nieuw) invoegen, luidende :

« Art. 1quinquies decies. ­ Artikel 95, § 4, van hetzelfde Wetboek wordt aangevuld met een 6ºbis, luidende : « 6ºbis : de erkende boekhouders en fiscalisten. »

Verantwoording

Zie de verantwoording bij amendement nr. 16. Minstens evenzeer als de andere categorieën, opgesomd in artikel 95 van het Kieswetboek, moeten de erkende boekhouders en fiscalisten geacht worden te beantwoorden aan de voorwaarden om een functie als lid van een stem- of stemopnemingsbureau op te nemen.

Nr. 16 VAN DE HEER VANDENBERGHE C.S.

Artikel 1sexies decies (nieuw)

Een artikel 1sexies decies (nieuw) invoegen, luidende :

« Art. 1sexies decies. ­ Artikel 95, § 5, wordt vernummerd tot artikel 194bis en moet als volgt worden gelezen :

« Art. 194bis. ­ Ieder die zich, zonder geldige reden, onttrekt aan de aanwijzing, voorzien in artikel 95, § 4, van dit wetboek, of die door zijn schuld, zijn onvoorzichtigheid, of zijn nalatigheid op enigerlei wijze de hem toevertrouwde opdracht in gevaar brengt, wordt gestraft met een geldboete van vijftig tot tweehonderd frank. »

Verantwoording

Dit amendement wil uitvoering geven aan de algemene roep om duidelijker en makkelijker leesbare wetgeving. In het Kieswetboek bevinden zich overal verspreid strafbepalingen, terwijl titel V van dit wetboek pretendeert de strafbepalingen in kieszaken op te sommen. Om een betere leesbaarheid van het wetboek te bevorderen, wordt voorgesteld alle strafbepalingen te bundelen in genoemde titel.

Nr. 17 VAN DE HEER VANDENBERGHE C.S.

Artikel 1septies decies (nieuw)

Een artikel 1septies decies (nieuw) invoegen, luidende :

« Art. 1septies decies. ­ Artikel 95, § 10, derde lid, van hetzelfde Wetboek wordt vernummerd tot artikel 194ter. »

Verantwoording

Dit amendement wil uitvoering geven aan de algemene roep om duidelijker en makkelijker leesbare wetgeving. In het Kieswetboek bevinden zich overal verspreid strafbepalingen, terwijl titel V van dit wetboek pretendeert de strafbepalingen in kieszalven op te sommen. Om een betere leesbaarheid van het wetboek te bevorderen, wordt voorgesteld alle strafbepalingen te bundelen in genoemde titel.

Nr. 18 VAN DE HEER VANDENBERGHE C.S.

Artikel 1octies decies (nieuw)

Een artikel 1octies decies (nieuw) invoegen, luidende :

« Art. 1octies decies. ­ Artikel 110 van hetzelfde Wetboek wordt vernummerd tot artikel 194quater. »

Verantwoording

Dit amendement wil uitvoering geven aan de algemene roep om duidelijker en makkelijker leesbare wetgeving. In het Kieswetboek bevinden zich overal verspreid strafbepalingen, terwijl titel V van dit wetboek pretendeert de strafbepalingen in kieszaken op te sommen. Om een betere leesbaarheid van het wetboek te bevorderen, wordt voorgesteld alle strafbepalingen te bundelen in genoemde titel.

Nr. 19 VAN DE HEER VANDENBERGHE C.S.

Artikel 1undevicies (nieuw)

Een artikel 1undevicies (nieuw) invoegen, luidende :

« Art. 1undevicies. ­ 1º Artikel 111, tweede lid, van hetzelfde Wetboek moet als volgt worden gelezen :

« Van het bevel tot verwijdering wordt in het proces-verbaal melding gemaakt. »

2º Een nieuw artikel 194quinquies wordt ingevoerd, luidende :

« Art. 194quinquies. ­ Wie op grond van artikel 111 van dit wetboek uit het stembureau wordt verwijderd, wordt gestraft met een geldboete van vijftig tot vijfhonderd frank. »

Verantwoording

Dit amendement wil uitvoering geven aan de algemene roep om duidelijker en makkelijker leesbare wetgeving. In het Kieswetboek bevinden zich overal verspreid strafbepalingen, terwijl titel V van dit wetboek pretendeert de strafbepalingen in kieszaken op te sommen. Om een betere leesbaarheid van het wetboek te bevorderen, wordt voorgesteld alle strafbepalingen te bundelen in genoemde titel.

Nr. 20 VAN DE HEER VANDENBERGHE C.S.

Artikel 1vicies (nieuw)

Een artikel 1vicies (nieuw) invoegen, luidende :

« Art. 1vicies. ­ In artikel 115, tweede lid, 1º, van hetzelfde Wetboek worden de woorden « met uitzondering van de provincies Vlaams-Brabant en Waals-Brabant » opgeheven. »

Verantwoording

Deze uitzonderingssituatie voor de provincies Vlaams- en Waals-Brabant is niet verantwoord en gaat in tegen de normale ontwikkeling van de federale Staat.

Nr. 21 VAN DE HEER VANDENBERGHE C.S.

Artikel 1semel en vicies (nieuw)

Een artikel 1semel en vicies (nieuw) invoegen, luidende :

« Art. 1semel en vicies. ­ Artikel 115, tweede lid, van hetzelfde Wetboek wordt opgeheven. »

Verantwoording

Deze uitzonderingssituatie voor de provincies Vlaams- en Waals-Brabant is niet verantwoord en gaat in tegen de normale ontwikkeling van de federale Staat.

Nr. 22 VAN DE HEER VANDENBERGHE C.S.

Artikel 1bis en vicies (nieuw)

Een artikel 1bis en vicies (nieuw) invoegen, luidende :

« Art. 1bis en vicies. ­ In artikel 115, vijfde lid, van hetzelfde Wetboek worden de woorden « of de voorzitter van het hoofdbureau van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde, bedoeld in het tweede lid » opgeheven. »

Verantwoording

Zie de verantwoording bij de amendementen nrs. 20 en 21.

Nr. 23 VAN DE HEER VANDENBERGHE C.S.

(Subamendement op amendement nr. 9 van de heer Vandenberghe en mevrouw Thijs)

Artikel 1novies (nieuw)

Een artikel 1novies (nieuw) invoegen, luidende :

« Art. 1novies. ­ In artikel 20 worden de woorden « bij verzoekschrift » vervangen door de woorden « bij schriftelijk en gemotiveerd verzoek. »

Verantwoording

Zie amendement nr. 9, met dien verstande dat het niet de bedoeling is mondelinge verzoeken mogelijk te maken.

Nr. 24 VAN DE HEER VANDENBERGHE C.S.

(Subamendement op amendement nr. 16 van de heer Vandenberghe en mevrouw Thijs)

Artikel 1sexies decies (nieuw)

Een artikel 1sexies decies (nieuw) invoegen, luidende :

« Art. 1sexies decies. ­ In het voorgestelde artikel 194bis worden de woorden « vijftig tot tweehonderd frank » vervangen door de woorden « 1,20 tot 5 EUR. »

Verantwoording

Aanpassing aan de euro.

Nr. 25 VAN DE HEER VANDENBERGHE C.S.

(Subamendement op amendement nr. 19 van de heer Vandenberghe en mevrouw Thijs)

Artikel 1undevicies (nieuw)

Een artikel 1undevicies (nieuw) invoegen, luidende :

« Art. 1undevicies. ­ In het nieuwe artikel 194quinquies worden de woorden « vijftig tot vijfhonderd frank » vervangen door de woorden « 1,20 tot 12,5 EUR. »

Verantwoording

Aanpassing aan de euro.

Nr. 26 VAN DE HEER VANDENBERGHE C.S.

Art. 2

Dit artikel doen vervallen.

Verantwoording

Nog steeds werd geen zinvolle motivering aangegeven voor de plotse en onverwachte herinvoering van de opvolgers, die eerder in deze legislatuur door de huidige meerderheid werden afgeschaft als strijdig met de politieke vernieuwing. De geloofwaardigheid van het Parlement wordt geschonden door een hervorming teniet te doen, nog vooraleer ze een eerste keer werd toegepast.

Nr. 27 VAN DE HEER VANDENBERGHE C.S.

Artt. 2 tot 33

Deze artikelen vervangen als volgt :

« In titel IX van het Kieswetboek wordt een artikel 242 ingevoegd, luidende :

« Art. 242. ­ De in artikel 87 bedoelde en bij dit Wetboek gevoegde tabel, de artikelen 87bis, 116 en 166 tot 171bis, kunnen niet gewijzigd worden in de periode van 12 maanden voorafgaand aan de datum van de gewone vergadering van de kiescolleges voor de vervanging van de aftredende volksvertegenwoordigers en senatoren. »

Verantwoording

Dit amendement somt de bepalingen van het Kieswetboek op die in een periode van 12 maanden voorafgaand aan de normale datum van de verkiezingen niet meer kunnen gewijzigd worden. Het betreft de in artikel 87 van het Kieswetboek bedoelde tabel die voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers de administratieve arrondissementen in kieskringen indeelt, artikel 87bis van het Kieswetboek, dat de kieskringen voor de verkiezing van de rechtstreeks te verkiezen senatoren bepaalt, artikel 116 van het Kieswetboek, dat de voorwaarden voor het indienen van de voordrachtsakte van een lijst van kandidaten bepaalt, de artikelen 166, 167 en 168 van het Kieswetboek, die betrekking hebben op de zetelverdeling voor de verkiezingen van de Senaat en, bij afwezigheid van lijstenverbinding, voor de verkiezing voor de Kamer van volksvertegenwoordigers, en de artikelen 169, 170, 171 en 171bis, die betrekking hebben op de zetelverdeling voor de voor de verkiezing voor de Kamer van volksvertegenwoordigers in geval van lijstenverbinding.

De redenen hiervoor zijn de volgende.

Een aantal essentiële beginselen van het Belgische kiesstelsel, zoals het stemgeheim, de kiesgerechtigde leeftijd, de stemplicht, het aantal te verkiezen parlementsleden, de verdeling hiervan over de kieskringen, zijn in de Grondwet opgenomen en kunnen bijgevolg pas gewijzigd worden nadat de betreffende grondwetsartikelen in een verklaring tot herziening van de Grondwet opgenomen zijn en vervolgens aangepast worden. Dit kan slechts met de voor een grondwetswijziging vereiste bijzondere meerderheid, wat in de praktijk betekent dat dergelijke wijzigingen op een ruime consensus steunen.

Een aantal andere aspecten van het Belgische kiesstelsel kunnen evenwel met een gewone wet gewijzigd worden. Dit is bijvoorbeeld het geval met de indeling in kieskringen of kiescolleges die voor Kamer en Senaat respectievelijk overeenkomstig artikel 63, § 4, en artikel 68, § 3, van de Grondwet door de wet bepaald worden.

Nochtans is de indeling van de kieskringen geen politiek neutrale aangelegenheid. Het indelen van een gebied in kieskringen kan een invloed hebben op de samenstelling van het Parlement.

Sommige partijen kunnen bevoordeeld en andere benadeeld worden door een bepaalde afbakening. Dat is vooral het geval wanneer de stemmen van de partijen geografisch niet gelijkmatig gespreid zijn. De stemmenconcentratie van een partij in een welbepaald gebied kan gemakkelijk worden geneutraliseerd door dat gebied doormidden te snijden en de twee helften te voegen bij kieskringen waar de partij minder sterk staat. Het manipuleren van de verkiezingsuitslag door de kieskringen op een partijdige wijze af te bakenen wordt met een specifiek begrip omschreven, namelijk « Gerrymandering » (naar de naam van gouverneur Gerry, die een bevriende politicus wilde bevoordelen en gedaan kreeg dat het congres van Massachusetts in 1812 een kiesdistrict met een bizarre salamanderachtige vorm creëerde. Vandaar de naam « Gerry-mander »). Vandaar dat het wijzigen van de kieskringen een uiterst delicate en vaak omstreden aangelegenheid is.

Daarom ook zijn de kieskringen in het verleden slechts uiterst zelden gewijzigd.

De indeling van de kieskringen in België is historisch gegroeid en gebaseerd op de indeling in administratieve arrondissementen, die in grote mate teruggaat tot de Napoleonistische periode. In de 19e eeuw beantwoordde er aan elk administratief arrondissement een kiesdistrict. Met de invoering van de evenredige vertegenwoordiging, in 1899, werden een aantal kleinere arrondissementen samengevoegd, om tot een voldoende groot aantal zetels per district te kunnen komen. Voor de Senaatsverkiezingen moesten er meer arrondissementen worden gegroepeerd omdat er minder zetels te begeven waren.

De indeling van de kieskringen van 1899 is praktisch ongewijzigd gebleven tot in 1993. Met het in september 1992 gesloten en in de loop van 1993 uitgevoerde Sint-Michielsakkoord kwam hierin verandering. Er kwamen grotere kieskringen tot stand voor de verkiezingen van de Kamer waarvoor evenwel op enkele uitzonderingen na de bestaande kieskringen voor de Senaat werden gebruikt. Bovendien was de keuze mede het gevolg van de vermindering van het aantal te verkiezen Kamerleden van 212 naar 150. De kieskringen voor de Kamer werden dus in 1993 zeker niet ingrijpend gewijzigd. Daarenboven steunden de wijzigingen op een ruime meerderheid.

In de Grondwet is bijvoorbeeld ook in artikel 62 het beginsel van de evenredige vertegenwoordiging ingeschreven. De techniek van de evenredige vertegenwoordiging wordt evenwel, aldus artikel 62 van de Grondwet, in de wet geregeld. Nochtans bestaan er verschillende formules van evenredige vertegenwoordiging die niet neutraal zijn voor de zetelverdeling.

Zoals vermeld kunnen de vermelde aspecten en nog andere elementen van het Belgische kiesstelsel op een eenvoudige wijze gewijzigd worden. Het is zelfs mogelijk dat dergelijke belangrijke wijzigingen nog op een relatief korte tijd voor de normale datum van de parlementsverkiezingen worden doorgevoerd. Vanzelfsprekend is dit geen goede zaak voor de representatieve democratie en voor de legitimiteit ervan omdat bij dergelijke ingrijpende wijzigingen van het kiesstelsel het vermoeden van electorale bevoordeling van diegenen die de wijzigingen nastreven en van electorale benadeling van diegenen die niet betrokken werden bij de wijzigingen, ontstaat.

Daarom stelt dit amendement voor dat een aantal essentiële aspecten van ons kiesstelsel in een periode van 12 maanden voorafgaand aan de gewone datum van de parlementsverkiezingen niet meer gewijzigd kunnen worden.

Een wijziging van de spelregels bij verkiezingen op een jaar of minder voor de verkiezingsdatum versterkt de indruk dat de zogenaamde hervormingen veel meer te maken hebben met partijpolitieke berekeningen en de loopbaanplanning van een aantal politici dan met de bekommernis een rechtvaardig en doorzichtig kiesstelsel te hebben.

Het reeds ruim verspreide beeld van een politieke klasse die van de bevolking vervreemd is en hoofdzakelijk met zichzelf bezig is en niet met de problemen van de mensen wordt ongetwijfeld in de hand gewerkt door kort voor de verkiezingen de spelregels ervan te wijzigen. Het spreekt voor zich dat een dergelijke handelwijze de antipolitieke krachten voedt. En dit op een ogenblik dat bij recente verkiezingen in een aantal Europese landen blijkt dat dergelijke krachten met hun discours steeds meer kiezers voor zich weten te winnen.

Overigens moeten alle partijen zich tijdig en onder gelijke voorwaarden kunnen voorbereiden op wijzigingen aan de electorale context. Dit is in een parlementaire democratie een elementaire regel waar onder geen enkel beding kan van afgeweken worden. Door in een periode van minder dan een jaar nog ingrijpende wijzigingen aan het kiesstelsel aan te brengen wordt deze basisregel niet gerespecteerd.

Nr. 28 VAN DE HEER VANDENBERGHE C.S.

(Subsidiair amendement op amendement nr. 26)

Art. 2

In het voorgestelde artikel een nieuw lid doen voorafgaan, luidende :

« In artikel 115bis, § 2, van het Kieswetboek wordt het derde lid geschrapt. »

Verantwoording

Er is geen voldoende reden meer te vinden om het verkrijgen van een « gemeenschappelijk volgnummer » te beperken tot formaties die in ten minste vijf provincies van het Rijk kandidaten hebben voorgedragen. De invoering van provinciale kieskringen leidt immers tot een aanmerkelijke verzwaring van deze voorwaarde, wat niet de bedoeling kan zijn.

Nr. 29 VAN DE HEER VANDENBERGHE C.S.

Art. 17

Dit artikel doen vervallen.

Verantwoording

Nog steeds werd geen zinvolle motivering aangegeven voor de plotse en onverwachte herinvoering van de opvolgers, die eerder in deze legislatuur door de huidige meerderheid werden afgeschaft als strijdig met de politieke vernieuwing. De geloofwaardigheid van het Parlement wordt geschonden door een hervorming teniet te doen, nog vooraleer ze een eerste keer werd toegepast.

Nr. 30 VAN DE HEER VANDENBERGHE C.S.

Art. 3bis (nieuw)

Een artikel 3bis (nieuw) invoegen, luidende :

« Art. 3bis. ­ In artikel 115ter, § 3, tweede lid, van hetzelfde Wetboek worden de woorden « betrekking hebben op lijsten die minstens in vijf provincies van het Rijk zijn voorgedragen voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers, van de Vlaamse Raad of de Waalse Gewestraad en moet » opgeheven. »

Verantwoording

Zelfde verantwoording als amendement nr. 25.

Nr. 31 VAN DE HEER VANDENBERGHE C.S.

Art. 4

Dit artikel doen vervallen.

Verantwoording

Nog steeds werd geen zinvolle motivering aangegeven voor de plotse en onverwachte herinvoering van de opvolgers, die eerder in deze legislatuur door de huidige meerderheid werden afgeschaft als strijdig met de politieke vernieuwing. De geloofwaardigheid van het Parlement wordt geschonden door een hervorming teniet te doen, nog vooraleer ze een eerste keer werd toegepast.

Nr. 32 VAN DE HEER VANDENBERGHE C.S.

(Eerste subsidiair amendement op amendement nr. 31)

Art. 4

In het voorgestelde artikel 117, eerste lid, wordt het woord « vertegenwoordiger » vervangen door het woord « volksvertegenwoordiger », worden de woorden « kandidaten voor de effectieve mandaten » en de woorden « kandidaten voorgedragen voor de effectieve mandaten » vervangen door de woorden « de kandidaat-titularissen » en worden de woorden « kandidaten voor de opvolging » vervangen door de woorden « kandidaat-opvolgers ».

Verantwoording

De formulering van het voorgestelde artikel 117, eerste lid, is niet conform de geëigende begrippen van het Kieswetboek.

Nr. 33 VAN DE HEER VANDENBERGHE C.S.

(Tweede subsidiair amendement op amendement nr. 31)

Art. 4

In het derde lid van het voorgestelde artikel 117 worden de woorden « de helft » vervangen door de woorden « een vierde ».

Verantwoording

De wildgroei van opvolgersplaatsen kondigt reeds de grootse operatie van politiek bedrog aan die de huidige meerderheid na de volgende verkiezingen wil doorvoeren, en waardoor nauwelijks effectieve kandidaten hun mandaat zullen opnemen. De combinatie van mediafiguren op de effectieve plaatsen en trouwe partijleden op de opvolgersplaatsen zijn een succesformule voor de modieuze principes van politieke communicatie, maar zijn nefast voor een gezonde politiek in een gezonde politiek in een gezonde samenleving.

Nr. 34 VAN DE HEER VANDENBERGHE C.S.

(Derde subsidiair amendement op amendement nr. 31)

Art. 4

In het derde lid van het voorgestelde artikel 117 worden de woorden « de helft » vervangen door de woorden « een derde ».

Verantwoording

Zelfde verantwoording als amendement nr. 33.

Nr. 35 VAN MEVROUW de BETHUNE C.S.

Art. 5

Het tweede lid van het voorgestelde artikel 117bis vervangen als volgt :

« Geen twee opeenvolgende kandidaat-titularissen of kandidaat-opvolgers van elk van de lijsten mogen van hetzelfde geslacht zijn. »

Verantwoording

In het kader van de algemene bespreking zijn verschillende stemmen opgegaan voor de invoering van een volwaardig ritssysteem. Dit amendement wenst bijgevolg tegemoet te komen aan deze verzuchting.

Nr. 36 VAN MEVROUW de BETHUNE C.S.

Art. 5

Dit artikel doen vervallen.

Verantwoording

Hoewel in beginsel kan worden ingestemd met de teneur van deze bepaling, moet gewezen worden op de hypocrisie van de situatie die zou ontstaan door de goedkeuring van het huidige ontwerp : het voorgestelde artikel 117bis voorziet weliswaar in de pariteit van de twee eerst geplaatste kandidaten en kandidaat-opvolgers, maar artikel 31 van hetzelfde ontwerp stelt de eigenlijke inwerkingtreding ervan uit tot na de eerstvolgende verkiezingen. Een dergelijk optreden is niet ernstig en laat de deur open voor allerlei vertragingsmanoeuvres in de tussentijd.

Sabine de BETHUNE.
Hugo VANDENBERGHE.
Erika THIJS.
Mia DE SCHAMPHELAERE.

Nr. 37 VAN DE HEER VANDENBERGHE C.S.

Art. 6

Dit artikel doen vervallen.

Verantwoording

Nog steeds werd geen zinvolle motivering aangegeven voor de plotse en onverwachte herinvoering van de opvolgers, die eerder in deze legislatuur door de huidige meerderheid werden afgeschaft als strijdig met de politieke vernieuwing. De geloofwaardigheid van het Parlement wordt geschonden door een hervorming teniet te doen, nog vooraleer ze een eerste keer werd toegepast.

Nr. 38 VAN DE HEER VANDENBERGHE C.S.

(Subsidiair amendement op amendement nr. 37)

Art. 6

In het voorgestelde artikel 118, het negende lid doen vervallen.

Verantwoording

Het negende lid van het artikel maakt de gelijktijdige kandidaatstelling voor Kamer en Senaat mogelijk, maar beperkt in dit geval de kandidaatstelling voor de Kamer tot de kieskring van de woonplaats.

De Raad van State heeft tot twee keer toe erop gewezen dat deze beperking ongrondwettelijk is en bovendien een situatie van ongelijkheid tussen kandidaten van eenzelfde lijst creëert.

Daarenboven vermindert de gelijktijdige kandidaatstelling de invloed van de kiezers.

Wanneer men verkozen is voor Kamer en Senaat, moet betrokkene uiteraard een keuze maken tussen de twee mandaten aangezien artikel 49 van de Grondwet bepaalt dat men niet tegelijk lid van beide Kamers kan zijn. De kiezer weet echter niet vooraf voor welke assemblee betrokkene zal kiezen, want het is pas na de verkiezing dat de verkozene een keuze zal moeten maken.

Nr. 39 VAN DE HEER VANDENBERGHE C.S.

(Tweede subsidiair amendement op amendement nr. 37)

Art. 6

In het voorgestelde artikel 118, negende lid, het 2º vervangen als volgt :

« 2º moet de kandidaat die tegelijk voor Kamer en Senaat kandidaat is, in de akten van bewilliging van zijn kandidaatstellingen, bedoeld in artikel 116, § 4, laatste lid, verklaren welk mandaat hij zal opnemen in het geval hij voor beide assemblees verkozen wordt verklaard. »

Verantwoording

In plaats van de kandidaten die gebruik maken van de dubbele kandidatuurstelling de mogelijkheid te bieden pas na de verkiezingen een keuze te laten maken tussen beide mandaten waardoor ze de kiezer in het ongewisse laten over hun keuze, bepaalt dit amendement dat de betrokken kandidaat reeds in zijn akten van bewilliging moet vermelden welk mandaat hij effectief zal opnemen indien hij voor beide assemblees verkozen wordt. Dit verhoogt de transparantie voor de kiezer.

Nr. 40 VAN DE HEER VANDENBERGHE C.S.

(Derde subsidiair amendement op amendement nr. 37)

Art. 6

In het voorgestelde artikel 118, negende lid, het 2º vervangen als volgt :

« 2º moet de kandidaat die zowel voor de Kamer als voor de Senaat verkozen wordt verklaard, tussen de twee mandaten kiezen en zijn keuze in een bij een ter post aangetekende brief aan de griffier van de Kamer van volksvertegenwoordigers en van de Senaat, bekendmaken binnen drie dagen na de afkondiging van zijn verkiezing door het kieskring- of collegehoofdbureau. Deze keuze kan niet worden herroepen. Bij gebreke aan een bekendmaking binnen de drie dagen kan de als verkozen verklaarde kandidaat geen van beide mandaten opnemen. »

Verantwoording

Het negende lid, 2º, van artikel 118 is onnauwkeurig geformuleerd in die zin dat het niet preciseert op welke wijze de betrokken kandidaat zijn keuze moet bekendmaken aan de twee assemblees. Tevens laat het onduidelijkheid bestaan of de keuze binnen de voorziene drie dagen al dan niet kan worden herroepen. Indien deze keuze zou kunnen gewijzigd worden, zal deze gebeuren in functie van de politieke loopbaanplanning van de betrokkene. Daarnaast is het ook onduidelijk welke gevolgen er verbonden zijn aan de niet tijdige bekendmaking van de keuze. Dit amendement vangt deze bezwaren op.

Het laatste zinsdeel van het voorgestelde artikel 118, negende lid, 2º, is bovendien overbodig. Een verkozene die zijn mandaat niet opneemt wordt immers steeds vervangen door de eerste opvolger.

Nr. 41 VAN DE HEER VANDENBERGHE C.S.

(Vierde subsidiair amendement op amendement nr. 37)

Art. 6

Het 2º van het voorgestelde artikel 118, negende lid, aanvullen als volgt :

« Wanneer de kandidaat geen van beide mandaten wenst op te nemen, wordt hij eveneens vervangen door de eerste opvolger van de lijst waarop hij verkozen werd. »

Verantwoording

Deze aanvulling wenst een oplossing te bieden voor de lacune die door de minister van Binnenlandse Zaken werd erkend in het kader van de algemene bespreking, namelijk de invulling van een mandaat indien een kandidaat zowel voor de Kamer van volksvertegenwoordigers als voor de Senaat werd verkozen en geen van beide mandaten wenst op te nemen.

Nr. 42 VAN DE HEER VANDENBERGHE C.S.

Art. 6bis (nieuw)

Een artikel 6bis (nieuw) invoegen, luidende :

« Art. 6bis. ­ In artikel 123, derde lid, 4, van hetzelfde Wetboek, worden de woorden « het beroep » opgeheven. »

Verantwoording

Er bestaat geen enkele noodzaak voor een kandidaat om onder alle omstandigheden zijn beroep te vermelden in het kader van zijn kandidaatstelling. Het beroep behoort deels tot de private sfeer en de bedoeling van de wetgever (namelijk de kiezer op de hoogte te brengen van mogelijke belangenconflicten) zal perfect worden opgevangen door de aangekondigde vermogensaangifte.

Nr. 43 VAN DE HEER VANDENBERGHE C.S.

Art. 7

Dit artikel doen vervallen.

Verantwoording

Nog steeds werd geen zinvolle motivering aangegeven voor de plotse en onverwachte herinvoering van de opvolgers, die eerder in deze legislatuur door de huidige meerderheid werden afgeschaft als strijdig met de politieke vernieuwing. De geloofwaardigheid van het Parlement wordt geschonden door een hervorming teniet te doen, nog vooraleer ze een eerste keer werd toegepast.

Nr. 44 VAN DE HEER VANDENBERGHE C.S.

Art. 7bis (nieuw)

Een artikel 7bis (nieuw) invoegen, luidende :

« Art. 7bis. ­ In artikel 125ter, vierde lid, van hetzelfde Wetboek wordt tussen de woorden « inzage » en « van nemen » het woord « afschrift » toegevoegd. »

Verantwoording

Het lijkt geen overbodige luxe dat een persoon over wiens kiesrecht uitspraak werd gedaan kan beschikken over een afschrift van deze uitspraak. Dit geldt des te meer, nu artikel 34 van het Kieswetboek weliswaar het hoger beroep tegen dergelijke uitspraken uitsluit, maar andere rechtsmiddelen zoals het cassatieberoep laat bestaan. Ter voorbereiding van een eventuele dergelijke procedure is de beschikking over een belangrijk document als het bedoelde arrest fundamenteel.

Nr. 45 VAN DE HEER VANDENBERGHE C.S.

Art. 8

Dit artikel doen vervallen.

Verantwoording

Nog steeds werd geen zinvolle motivering aangegeven voor de plotse en onverwachte herinvoering van de opvolgers, die eerder in deze legislatuur door de huidige meerderheid werden afgeschaft als strijdig met de politieke vernieuwing. De geloofwaardigheid van het Parlement wordt geschonden door een hervorming teniet te doen, nog vooraleer ze een eerste keer werd toegepast.

Nr. 46 VAN DE HEER VANDENBERGHE C.S.

(Subsidiair amendement op amendement nr. 45)

Art. 8

In het voorgestelde artikel 126 worden :

A) in het eerste en tweede lid, de woorden « het aantal kandidaten voorgedragen voor de effectieve mandaten » vervangen door de woorden « het aantal kandidaat-titularissen » en de woorden « de kandidaten voor de opvolging » door de woorden « de kandidaat-opvolgers »;

B) in het tweede lid, tweede zin, de woorden « de andere kandidaten » vervangen door de woorden « de overige kandidaten » en de woorden « in de volgorde waarin zij op de voordrachtsakte voorkomen » vervangen door de woorden « in de volgorde van de voordracht »;

C) in het derde lid de woorden « gekozen titularissen verklaard » vervangen door de woorden « gekozen verklaard als titularis ».

Verantwoording

Met dit amendement wordt de redactie van het eerste, tweede en derde lid van artikel 126 in overeenstemming gebracht met de geëigende formulering van het Kieswetboek.

Nr. 47 VAN DE HEER VANDENBERGHE C.S.

Art. 9

Dit artikel doen vervallen.

Verantwoording

Nog steeds werd geen zinvolle motivering aangegeven voor de plotse en onverwachte herinvoering van de opvolgers, die eerder in deze legislatuur door de huidige meerderheid werden afgeschaft als strijdig met de politieke vernieuwing. De geloofwaardigheid van het Parlement wordt geschonden door een hervorming teniet te doen, nog vooraleer ze een eerste keer werd toegepast.

Nr. 48 VAN DE HEER VANDENBERGHE C.S.

Art. 10

Dit artikel doen vervallen.

Verantwoording

Nog steeds werd geen zinvolle motivering aangegeven voor de plotse en onverwachte herinvoering van de opvolgers, die eerder in deze legislatuur door de huidige meerderheid werden afgeschaft als strijdig met de politieke vernieuwing. De geloofwaardigheid van het Parlement wordt geschonden door een hervorming teniet te doen, nog vooraleer ze een eerste keer werd toegepast.

Nr. 49 VAN DE HEER VANDENBERGHE C.S.

Art. 10bis (nieuw)

Een artikel 10bis (nieuw) invoegen, luidende :

« Art. 10bis. ­ In artikel 131, vierde lid, van hetzelfde Wetboek worden de woorden « in de kieskring » opgeheven. »

Verantwoording

Er bestaat geen objectieve verantwoording voor het onderscheid dat hier wordt gemaakt tussen inwoners van de kieskring en anderen. Het is vrij sterk dat men geen inwoner van de kieskring dient te zijn om kandidaat te kunnen zijn, maar wel om te kunnen optreden als getuige.

Nr. 50 VAN DE HEER VANDENBERGHE C.S.

Art. 10ter (nieuw)

Een artikel 10ter (nieuw) invoegen, luidende :

« Art. 10ter. ­ In artikel 132 van hetzelfde Wetboek wordt het tweede lid opgeheven. »

Verantwoording

De hier voorgestelde wijziging van artikel 132 van het Kieswetboek is een logisch uitvloeisel van een keuze voor provinciale kieskringen.

Nr. 51 VAN DE HEER VANDENBERGHE C.S.

(Subsidiair amendement op amendement nr. 50)

Art. 10ter (nieuw)

Een artikel 10ter (nieuw) invoegen, luidende :

« Art. 10ter. ­ In artikel 132 van hetzelfde Wetboek wordt het tweede lid vervangen als volgt :

« Deze verklaringen kunnen geen betrekking hebben op verbinding met lijsten in gebieden die op grond van artikel 5, derde lid, van de Grondwet onttrokken zijn aan de indeling in provincies. »

Verantwoording

De hier voorgestelde wijziging van artikel 132 van het Kieswetboek is een logisch uitvloeisel van een keuze voor provinciale kieskringen. Bovendien houdt zij rekening met de specifieke situatie van het Brusselse Hoofdstedelijke gebied.

Nr. 52 VAN DE HEER VANDENBERGHE C.S.

Art. 11

Dit artikel doen vervallen.

Verantwoording

Nog steeds werd geen zinvolle motivering aangegeven voor de plotse en onverwachte herinvoering van de opvolgers, die eerder in deze legislatuur door de huidige meerderheid werden afgeschaft als strijdig met de politieke vernieuwing. De geloofwaardigheid van het Parlement wordt geschonden door een hervorming teniet te doen, nog vooraleer ze een eerste keer werd toegepast.

Nr. 53 VAN DE HEER VANDENBERGHE C.S.

Art. 11bis (nieuw)

Een artikel 11bis (nieuw) invoegen, luidende :

« Art. 11bis. ­ Artikel 147bis, § 2, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, wordt vervangen als volgt :

« Als gemachtigde kan slechts worden aangewezen hetzij de echtgenoot, hetzij de persoon ten aanzien van wie de kiezer, bedoeld in § 1, een verklaring conform artikel 1475 van het Burgerlijk Wetboek heeft afgelegd, hetzij een bloed- of aanverwant tot de derde graad, op voorwaarde dat hij zelf kiezer is. »

Verantwoording

Dit amendement beoogt een vergetelheid van de wetgever uit 1998 recht te zetten, die de volmachtenregeling in het Kieswetboek niet heeft aangepast aan de invoering van de wettelijke samenwoning door de wet van 23 november 1998.

Nr. 54 VAN DE HEER VANDENBERGHE C.S.

Art. 12

Dit artikel doen vervallen.

Verantwoording

Nog steeds werd geen zinvolle motivering aangegeven voor de plotse en onverwachte herinvoering van de opvolgers, die eerder in deze legislatuur door de huidige meerderheid werden afgeschaft als strijdig met de politieke vernieuwing. De geloofwaardigheid van het Parlement wordt geschonden door een hervorming teniet te doen, nog vooraleer ze een eerste keer werd toegepast.

Daarenboven geeft deze bepaling uitvoering aan de ongrondwettelijke regeling die in de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde een onderscheid invoert tussen lijsten van Nederlandstalige en Franstalige kandidaten.

Nr. 55 VAN DE HEER VANDENBERGHE C.S.

(Subsidiair amendement op amendement nr. 54)

Art. 12

In het voorgestelde artikel 156, § 3, wordt het tweede en derde lid vervangen als volgt :

« In deze kieskring wordt de model-tabel bedoeld in artikel 161, tweede lid, opgesteld in het Nederlands en het Frans en vermeldt de resultaten van de stemmen uitgebracht op de lijsten van de Nederlandstalige kandidaten en de resultaten van de stemmen uitgebracht op de lijsten van de Franstalige kandidaten.

In dezelfde kieskring, stelt het kantonhoofdbureau in het Nederlands en het Frans de samenvattende tabel op, bedoeld in artikel 161, achtste lid. »

Verantwoording

Dit amendement stelt voor de model-tabel in de twee talen op te maken en niet in twee exemplaren, in het Nederlands en het Frans, zoals bepaald in het voorgestelde artikel 156, § 3, tweede lid.

Nr. 56 VAN DE HEER VANDENBERGHE C.S.

Art. 13

Dit artikel doen vervallen.

Verantwoording

Nog steeds werd geen zinvolle motivering aangegeven voor de plotse en onverwachte herinvoering van de opvolgers, die eerder in deze legislatuur door de huidige meerderheid werden afgeschaft als strijdig met de politieke vernieuwing. De geloofwaardigheid van het Parlement wordt geschonden door een hervorming teniet te doen, nog vooraleer ze een eerste keer werd toegepast.

Nr. 57 VAN DE HEER VANDENBERGHE C.S.

(Subsidiair amendement op amendement nr. 56)

Art. 13

In het voorgestelde artikel 157, 2º, worden de woorden « hetzij voor de effectieve mandaten, hetzij voor de opvolging » vervangen door de woorden « hetzij voor de kandidaat-titularissen, hetzij voor de kandidaat-opvolgers ».

Verantwoording

Dit amendement brengt de formulering van artikel 19, 2º, in overeenstemming met de gebruikelijke formulering in het Kieswetboek.

Nr. 58 VAN DE HEER VANDENBERGHE C.S.

Art. 14

Dit artikel doen vervallen.

Verantwoording

Nog steeds werd geen zinvolle motivering aangegeven voor de plotse en onverwachte herinvoering van de opvolgers, die eerder in deze legislatuur door de huidige meerderheid werden afgeschaft als strijdig met de politieke vernieuwing. De geloofwaardigheid van het Parlement wordt geschonden door een hervorming teniet te doen, nog vooraleer ze een eerste keer werd toegepast.

Nr. 59 VAN DE HEER VANDENBERGHE C.S.

Art. 15

Dit artikel doen vervallen.

Verantwoording

Nog steeds werd geen zinvolle motivering aangegeven voor de plotse en onverwachte herinvoering van de opvolgers, die eerder in deze legislatuur door de huidige meerderheid werden afgeschaft als strijdig met de politieke vernieuwing. De geloofwaardigheid van het Parlement wordt geschonden door een hervorming teniet te doen, nog vooraleer ze een eerste keer werd toegepast.

Nr. 60 VAN DE HEER VANDENBERGHE C.S.

Art. 16

Dit artikel doen vervallen.

Verantwoording

De invoering van een kiesdrempel van 5 % in de provinciale kieskringen met een bijzondere regeling voor de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde is een instrument in de herverkaveling van het politieke landschap, in het bijzonder in Vlaanderen, en is niet efficiënt in het streven tegen de politieke versnippering.

Nr. 61 VAN DE HEER VANDENBERGHE C.S.

(Subsidiair amendement op amendement nr. 60)

Art. 16

Het 1º van het voorgestelde artikel 165bis van hetzelfde Wetboek vervangen als volgt :

« 1º voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers, de lijsten die minstens 5 % van het algemeen totaal van de geldig uitgedrukte stemmen in de kieskring behaald hebben. »

Verantwoording

Dit amendement beoogt het discriminatoire onderscheid dat in de voorgestelde tekst wordt gemaakt tussen de Vlaams-Brabantse en de andere kieskringen te beëindigen, door de kiesdrempel van 5 % te veralgemenen.

Nr. 62 VAN DE HEER VANDENBERGHE C.S.

(Subamendement op amendement nr. 61)

Art. 16

In het 1º en 2º van het voorgestelde artikel 165bis worden de woorden « de geldig uitgedrukte stemmen » vervangen door de woorden « de geldig uitgebrachte stemmen ».

Verantwoording

Tekstverbetering.

Nr. 63 VAN DE HEER VANDENBERGHE C.S.

(Tweede subamendement op amendement nr. 54 van de heer Vandenberghe)

Art. 16

In het eerste lid, 1º, a), van het voorgestelde artikel 165bis worden de woorden « wat in 2º en 3º bepaald wordt » vervangen door de woorden « wat in b) en c) bepaald wordt ».

Verantwoording

In zijn huidige redactie is de bepaling onleesbaar, vermits zij verwijst naar een onbestaand 3º en een irrelevant 2º.

Hugo VANDENBERGHE.
Erika THIJS.
Sabine de BETHUNE.
Mia DE SCHAMPHELAERE.

Nr. 64 VAN DE HEER VANDENBERGHE

Art. 17

Dit artikel doen vervallen.

Verantwoording

Nog steeds werd geen zinvolle motivering aangegeven voor de plotse en onverwachte herinvoering van de opvolgers, die eerder in deze legislatuur door de huidige meerderheid werden afgeschaft als strijdig met de politieke vernieuwing. De geloofwaardigheid van het Parlement wordt geschonden door een hervorming teniet te doen, nog vooraleer ze een eerste keer werd toegepast.

Nr. 65 VAN DE HEER VANDENBERGHE

Art. 18

Dit artikel doen vervallen.

Verantwoording

Nog steeds werd geen zinvolle motivering aangegeven voor de plotse en onverwachte herinvoering van de opvolgers, die eerder in deze legislatuur door de huidige meerderheid werden afgeschaft als strijdig met de politieke vernieuwing. De geloofwaardigheid van het parlement wordt geschonden door een hervorming teniet te doen, nog vooraleer ze een eerste keer werd toegepast.

Nr. 66 VAN DE HEER VANDENBERGHE

Art. 18bis (nieuw)

Een artikel 18bis (nieuw) invoegen, luidende :

« Art. 18bis. ­ Na artikel 168 een hoofdstuk Vbis (nieuw) invoegen onder het opschrift : « Zetelverdeling in het arrondissement Brussel » en bestaande uit een artikel 168bis, luidende :

« Art. 168bis. ­ Het administratief arrondissement Brussel vormt in ieder geval een afzonderlijke kieskring. Voor de verkiezing van de volksvertegenwoordigers van deze kieskring zijn de artikelen 17 en 20, § 2, van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat in laatstgenoemde bepaling de woorden « 72 zetels » gelezen moeten worden als « twee derden van de te begeven zetels » en de woorden « 17 zetels » als « een derde van de te begeven zetels. »

Verantwoording

Door deze bepaling wordt uitvoering gegeven aan de splitsing van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde, die conform de regeringsverklaring van de Vlaamse regering uit 1999, nog in deze legislatuur diende te worden verwezenlijkt.

Technisch gezien volgt het voorschrift dat het administratief arrondissement in ieder geval een afzonderlijke kieskring vormt, logisch voort uit de keuze voor provinciale kieskringen.

Ons amendement met betrekking tot artikel 132 van het Kieswetboek ging er reeds van uit dat de onmogelijkheid van provinciegrensoverschrijdende lijstverbinding tevens inhield dat geen lijstverbinding mogelijk was met een lijst die werd ingediend in een gebied dat conform artikel 5, derde lid van de Grondwet onttrokken was aan de indeling in provincies. Vermits op dit moment het administratief arrondissement Brussel het enige gebied is dat zich in een dergelijke situatie bevindt, dient het ook als een afzonderlijke kieskring beschouwd te worden.

Uit de recente wijziging van de bijzondere Brusselwet is gebleken dat de huidige meerderheid het stelsel van de vaste vertegenwoordiging het meest geschikt acht om te zorgen voor een evenwichtige vertegenwoordiging van beide grote gemeenschappen van dit land in de politieke vertegenwoordiging van het Brusselse Hoofdstedelijke gebied. De indieners van dit amendement wensen vandaag niet in te gaan op de discussie of vaste vertegenwoordiging dan wel poolvorming terzake het meest aangewezen lijkt, maar stellen enkel vast dat er geen enkele reden is om een stelsel dat op gewestelijk niveau blijkbaar aangewezen werd geacht, dat niet zou zijn wanneer het de politieke vertegenwoordiging van het Brusselse Hoofdstedelijke gebied in de Kamer van volksvertegenwoordigers betreft.

Nr. 67 VAN DE HEER VANDENBERGHE

Art. 19

Dit artikel doen vervallen.

Verantwoording

Nog steeds werd geen zinvolle motivering aangegeven voor de plotse en onverwachte herinvoering van de opvolgers, die eerder in deze legislatuur door de huidige meerderheid werden afgeschaft als strijdig met de politieke vernieuwing. De geloofwaardigheid van het Parlement wordt geschonden door een hervorming teniet te doen, nog vooraleer ze een eerste keer werd toegepast.

Nr. 68 VAN DE HEER VANDENBERGHE

(Subsidiair amendement op amendement nr. 67)

Art. 19

In de vierde zin van het tweede lid van het voorgestelde artikel 172 worden de woorden « in artikel 156, § 1, tweede lid, 1º en 4º », vervangen door de woorden « in artikel 156, § 1, tweede lid, 1º ».

Verantwoording

In het begin van de legislatuur werd een wetsontwerp goedgekeurd tot halvering van het gewicht van de lijststem met de bedoeling de kiezer meer inspraak te geven bij de aanwijzing van de verkozenen. Tegelijk werd de afzonderlijke lijst van opvolgers afgeschaft.

Als gevolg van de herinvoering van de afzonderlijke lijst van opvolgers kunnen er stemmen uitgebracht worden waarbij alleen naast de naam van één of meer kandidaat-opvolgers is gestemd. Deze stembiljetten worden volgens het voorgestelde artikel 172 meegeteld voor het bepalen van de stemmen die voor overdracht ­ de zogenaamde pot ­ in aanmerking worden genomen.

Aangezien het de uitdrukkelijke bedoeling is van de indieners van het voorstel om de kiezer meer inspraak te geven, is het aangewezen om alleen de stembiljetten waarop bovenaan de lijst is gestemd, in rekening te brengen voor het bepalen van de zogenaamde pot. Door de stembiljetten waarop alleen een naamstem is uitgebracht voor één of meer kandidaat-opvolgers opnieuw mee in rekening te brengen wordt het effect van de halvering van het gewicht van de lijststem voor een groot deel ongedaan gemaakt. Temeer daar de afzonderlijke lijst van opvolgers volgens het voorstel heel wat meer kandidaten kan bevatten dan vroeger het geval was.

Nr. 69 VAN DE HEER VANDENBERGHE

Art. 20

Dit artikel doen vervallen.

Verantwoording

Nog steeds werd geen zinvolle motivering aangegeven voor de plotse en onverwachte herinvoering van de opvolgers, die eerder in deze legislatuur door de huidige meerderheid werden afgeschaft als strijdig met de politieke vernieuwing. De geloofwaardigheid van het Parlement wordt geschonden door een hervorming teniet te doen, nog vooraleer ze een eerste keer werd toegepast.

Nr. 70 VAN DE HEER VANDENBERGHE

Art. 21

Dit artikel doen vervallen.

Verantwoording

Nog steeds werd geen zinvolle motivering aangegeven voor de plotse en onverwachte herinvoering van de opvolgers, die eerder in deze legislatuur door de huidige meerderheid werden afgeschaft als strijdig met de politieke vernieuwing. De geloofwaardigheid van het parlement wordt geschonden door een hervorming teniet te doen, nog vooraleer ze een eerste keer werd toegepast.

Nr. 71 VAN DE HEER VANDENBERGHE

(Subsidiair amendement op amendement nr. 70)

Art. 21

In de tweede zin van het tweede lid van het voorgestelde artikel 173 worden de woorden « in artikel 156, § 1, tweede lid, 1º en 2º », vervangen door de woorden « in artikel 156, § 1, tweede lid, 1º ».

Verantwoording

In het begin van de legislatuur werd een wetsontwerp goedgekeurd tot halvering van het gewicht van de lijststem met de bedoeling de kiezer meer inspraak te geven bij de aanwijzing van de verkozenen. Tegelijk werd de afzonderlijke lijst van opvolgers afgeschaft.

Aangezien het de uitdrukkelijke bedoeling is van de indieners van het voorstel om de kiezer meer inspraak te geven, is het aangewezen om alleen de stembiljetten waarop bovenaan de lijst is gestemd, in rekening te brengen voor het bepalen van de zogenaamde pot. Door de stembiljetten waarop alleen een naamstem is uitgebracht voor één of meer kandidaat-titularissen mee in rekening te brengen om het aantal stemmen vast te stellen die in aanmerking komen voor overdracht ­ de zogenaamde pot ­ bij de aanwijzing van de opvolgers, wordt het effect van de halvering van het gewicht van de lijststem voor een groot deel ongedaan gemaakt.

Nr. 72 VAN DE HEER VANDENBERGHE

(Subsidiair amendement op amendement nr. 71)

Art. 21

Het vierde lid van het voorgestelde artikel 173 vervangen als volgt :

« Geen stemmen worden toegekend aan de kandidaten die tegelijk als titularis en als opvolger zijn voorgedragen en reeds als titularis gekozen zijn. »

Verantwoording

De formulering van het vierde lid in het voorstel is onduidelijk.

Nr. 73 VAN DE HEER VANDENBERGHE

Art. 22

Dit artikel doen vervallen.

Verantwoording

Nog steeds werd geen zinvolle motivering aangegeven voor de plotse en onverwachte herinvoering van de opvolgers, die eerder in deze legislatuur door de huidige meerderheid werden afgeschaft als strijdig met de politieke vernieuwing. De geloofwaardigheid van het Parlement wordt geschonden door een hervorming teniet te doen, nog vooraleer ze een eerste keer werd toegepast.

Nr. 74 VAN DE HEER VANDENBERGHE

Art. 23

Dit artikel doen vervallen.

Verantwoording

Nog steeds werd geen zinvolle motivering aangegeven voor de plotse en onverwachte herinvoering van de opvolgers, die eerder in deze legislatuur door de huidige meerderheid werden afgeschaft als strijdig met de politieke vernieuwing. De geloofwaardigheid van het Parlement wordt geschonden door een hervorming teniet te doen, nog vooraleer ze een eerste keer werd toegepast.

Nr. 75 VAN DE HEER VANDENBERGHE

Art. 23bis (nieuw)

Een artikel 23bis (nieuw) invoegen, luidende :

« Art. 23bis. ­ In hetzelfde Wetboek wordt het opschrift van hoofdstuk III van titel VII vervangen door het opschrift « Coöptatie van senatoren door de Senaat. »

Verantwoording

In de huidige verwoordingen wordt in hoofdstuk 111 van titel VII van het Kieswetboek afwisselend gebruik gemaakt van de begrippen « verkiezing », « benoeming » en « coöptatie » om eenzelfde gegeven aan te duiden. Dit amendement wil de leesbaarheid van het Kieswetboek ten goede komen door deze terminologie gelijk te trekken.

Nr. 76 VAN DE HEER VANDENBERGHE

Art. 23ter (nieuw)

Een artikel 23ter (nieuw) invoegen, luidende :

« Art. 23ter. ­ In artikel 218 van hetzelfde Wetboek wordt het woord « benoemen » vervangen door het woord « coöpteren. »

Verantwoording

Zelfde verantwoording als amendement nr. 75.

Nr. 77 VAN DE HEER VANDENBERGHE

Art. 24

Dit artikel doen vervallen.

Verantwoording

Nog steeds werd geen zinvolle motivering aangegeven voor de plotse en onverwachte herinvoering van de opvolgers, die eerder in deze legislatuur door de huidige meerderheid werden afgeschaft als strijdig met de politieke vernieuwing. De geloofwaardigheid van het Parlement wordt geschonden door een hervorming teniet te doen, nog vooraleer ze een eerste keer werd toegepast.

Nr. 78 VAN DE HEER VANDENBERGHE

Art. 25

Dit artikel doen vervallen.

Verantwoording

Nog steeds werd geen zinvolle motivering aangegeven voor de plotse en onverwachte herinvoering van de opvolgers, die eerder in deze legislatuur door de huidige meerderheid werden afgeschaft als strijdig met de politieke vernieuwing. De geloofwaardigheid van het Parlement wordt geschonden door een hervorming teniet te doen, nog vooraleer ze een eerste keer werd toegepast.

Nr. 79 VAN DE HEER VANDENBERGHE

Art. 26

Dit artikel doen vervallen.

Verantwoording

De voorgestelde definitie is bijzonder onduidelijk, met name doordat zij in het ijle laat of er één of meer controlecommissies kunnen bestaan (cf. de formulering « een commissie »).

Nr. 80 VAN DE HEER VANDENBERGHE

(Subsidiair amendement op amendement nr. 79)

Art. 26

In het voorgestelde artikel, de woorden « een commissie » vervangen door « de commissie ».

Verantwoording

Zelfde verantwoording als amendement nr. 79.

Nr. 81 VAN DE HEER VANDENBERGHE

Art. 27

Dit artikel doen vervallen.

Verantwoording

Nog steeds werd geen zinvolle motivering aangegeven voor de plotse en onverwachte herinvoering van de opvolgers, die eerder in deze legislatuur door de huidige meerderheid werden afgeschaft als strijdig met de politieke vernieuwing. De geloofwaardigheid van het Parlement wordt geschonden door een hervorming teniet te doen, nog vooraleer ze een eerste keer werd toegepast.

Nr. 82 VAN DE HEER VANDENBERGHE

(Subsidiair amendement op amendement nr. 81)

Art. 27

In het voorgestelde artikel, de woorden « effectieve kandidaat » telkens vervangen door de woorden « kandidaat-titularis ».

Verantwoording

Met dit amendement wordt de redactie van het artikel in overeenstemming gebracht met de geëigende formulering van het Kieswetboek.

Nr. 83 VAN DE HEER VANDENBERGHE

Art. 28

Dit artikel doen vervallen.

Verantwoording

Het ontgaat de indieners van het amendement wie kan worden bedoeld met « de vertegenwoordigers van de senatoren », des te meer wanneer deze vertegenwoordigers moeten worden verkozen.

Nr. 84 VAN DE HEER VANDENBERGHE

(Subsidiair amendement op amendement nr. 83)

Art. 28

In het voorgestelde artikel, de woorden « van de vertegenwoordigers » vervangen door de woorden « van de volksvertegenwoordigers ».

Verantwoording

Tekstverbetering.

Nr. 85 VAN DE HEER VANDENBERGHE

Art. 29

Dit artikel doen vervallen.

Verantwoording

Het komt niet aan de federale overheid toe een regeling inzake taalgebruik uit te vaardigen met betrekking tot eentalige gebieden. Daarenboven implementeert deze bepaling de ongrondwettige regeling die het indienen van kandidatenlijsten in de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde ondergeschikt maakt aan het maken van een taalkeuze.

Nr. 86 VAN DE HEER VANDENBERGHE

(Subsidiair amendement op amendement nr. 85)

Art. 29

Het voorgestelde artikel 20 vervangen als volgt :

« Art. 20. ­ In de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde drukt de voorzitter van het kantonhoofdbureau bij de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers, van het Europees Parlement of van de Senaat een enkele stemopnemingstabel af, die zowel in het Nederlands als in het Frans is gesteld. Tevens drukt hij een proces-verbaal af in beide talen.

In afwijking van het vorige lid, wordt de stemopnemingstabel die de resultaten bevat van de Franstalige kandidaten of op kandidatenlijsten die ingediend werden op het Franse collegehoofdbureau, ingediend in het Nederlands in de kieskantons waarvan de hoofdplaats gelegen is in het administratief arrondissement Halle-Vilvoorde. »

Verantwoording

Zelfde verantwoording als amendement nr. 85.

Nr. 87 VAN DE HEER VANDENBERGHE

Art. 30

Dit artikel doen vervallen.

Verantwoording

Deze bepaling is een implementering van de ongrondwettige organisatie van de verkiezing in de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde, die de kandidaatstelling ondergeschikt maakt aan een verklaring van taalaanhorigheid en die binnen eenzelfde kieskring twee kiescolleges instelt.

Nr. 88 VAN DE HEER VANDENBERGHE

Art. 31

Dit artikel doen vervallen.

Verantwoording

Deze overgangsmaatregel ontneemt elk nuttig effect aan artikel 5 van het ontwerp.

Nr. 89 VAN DE HEER VANDENBERGHE

(Subsidiair amendement op amendement nr. 88)

Art. 31

In het voorgestelde artikel 5, § 1, eerste lid, de woorden « de eerste drie plaatsvervangende kandidaten » vervangen door de woorden « de eerste twee kandidaat-opvolgers ».

Verantwoording

De invoering van provinciale kieskringen en de gelijktijdige kandidaatstelling voor Kamer en Senaat kan tot gevolg hebben dat de doelstelling van de wet van ... tot waarborging van een gelijke vertegenwoordiging van mannen en vrouwen op de kandidatenlijsten voor de verkiezingen van de federale Wetgevende Kamers en van de Raad van de Duitstalige Gemeenschap aanzienlijk wordt afgezwakt. Deze wet wil immers de vertegenwoordiging van de vrouwen in de parlementaire assemblees, i.c. het federaal Parlement en de Raad van de Duitstalige Gemeenschap, gevoelig versterken.

Daarom bepaalt het amendement dat er bij de eerstvolgende federale verkiezingen een gewaarborgde vertegenwoordiging van de vrouwen op de eerste twee opvolgersplaatsen gewaarborgd dient te zijn. De afzonderlijke lijst van opvolgers, die tijdens deze legislatuur op basis van een wetsontwerp eerst werd afgeschaft en thans op basis van een voorstel van diezelfde meerderheid opnieuw wordt ingevoerd, heeft een bijzonder belang gezien de gelijktijdige kandidaatstelling voor Kamer en Senaat mogelijk wordt gemaakt. Dit zal tot gevolg hebben dat verscheidene opvolgers in de assemblees zullen komen. De gewaarborgde vertegenwoordiging van de vrouwen op de eerste drie plaatsen van de kandidaat-titularissen zal dan ook ontoereikend zijn indien er geen gewaarborgde vertegenwoordiging van de vrouwen op eerste twee plaatsen van de kandidaat-opvolgers aan gekoppeld is.

Nr. 90 VAN DE HEER VANDENBERGHE

Art. 32

Dit artikel doen vervallen.

Verantwoording

Nog steeds werd geen zinvolle motivering aangegeven voor de plotse en onverwachte herinvoering van de opvolgers, die eerder in deze legislatuur door de huidige meerderheid werden afgeschaft als strijdig met de politieke vernieuwing. De geloofwaardigheid van het Parlement wordt geschonden door een hervorming teniet te doen, nog vooraleer ze een eerste keer werd toegepast.

Nr. 91 VAN DE HEER VANDENBERGHE

Art. 33

Dit artikel doen vervallen.

Verantwoording

Zie de verantwoording van amendement nr. 1.

Nr. 92 VAN DE HEER VANDENBERGHE

Art. 34 (nieuw)

Een artikel 34 (nieuw) invoegen, luidende :

« Art. 34. ­ Deze wet treedt in werking na de verkiezingen van de federale Kamers volgend op de eerstvolgende verkiezingen van de federale Kamers. »

Verantwoording

De eerste minister heeft in antwoord op een vraag in plenaire vergadering van collega G. Bourgeois op 10 januari 2002 het volgende verklaard over de kieswetwijziging : « Eind februari of begin maart moeten wij het ontwerp in het Parlement kunnen indienen zodat wij voor Pasen de parlementaire voorbereidingen kunnen afronden. Ik ben het met eens met de heer Bourgeois dat het niet ernstig zou zijn dit wetsontwerp voortdurend aan te kondigen en tussen de partijen, voornamelijk de partijen van de meerderheid, te bespreken ... waardoor het door de politieke formaties niet op een gelijke manier kan worden behandeld en voorbereid. Mijn intentie is dit wetsontwerp binnen de twee weken aan het kernkabinet voor te leggen, vervolgens aan de ministerraad en aan de Raad van State ... Op die manier ontstaat er van bij de aanvang een discussie en wordt de bespreking van dit wetsontwerp niet uitgesteld tot na Pasen of tot na het zomerreces. Dat zou geen ernstige wijze van gelijke behandeling zijn van de politieke partijen bij de komende verkiezingen. »

Gezien de timing waartoe de eerste minister zich verbonden had niet wordt gerespecteerd en gezien het grote belang dat de eerste minister hecht aan de engagementen die hij tegenover de Kamer aangaat, kan deze wet niet in werking treden voor de federale verkiezingen van 2003 omwille van de argumenten die hijzelf heeft aangehaald en die niet kunnen worden betwist.

Gezien het ingrijpende karakter en de gevolgen van de kieswetgeving voor het functioneren van onze representatieve democratie stelt dit amendement voor dat deze wet pas in werking zou treden na de verkiezingen van de federale Kamers volgend op de eerstvolgende verkiezingen van de federale Kamers.

Hugo VANDENBERGHE.