2-1166/1

2-1166/1

Belgische Senaat

ZITTING 2001-2002

24 MEI 2002


Wetsvoorstel tot wijziging van artikel 192, § 1, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen betreffende het vrijstellen van vennootschapsbelasting op de meerwaarden verwezenlijkt op aandelen

(Ingediend door de heren Jean Cornil en Jacky Morael)


TOELICHTING


Toen de vrijstelling van de meerwaarden op aandelen in ons belastingrecht werd ingevoerd in 1991 (1), was het de bedoeling de dubbele belasting van de winst te voorkomen.

Men was immers van oordeel dat de verkoop van een aandeel met een meerwaarde het gevolg was van de winst die gemaakt wordt door het bedrijf dat dat aandeel uitgeeft en dat de winsten van dat bedrijf reeds belast waren (2).

Tegelijkertijd bepaalt de wet van 23 oktober 1991 dat de geleden minderwaarden en de waardeverminderingen op aandelen niet in aanmerking kwamen voor belastingaftrek.

Wat belangrijk is bij de bepaling van de overdrachtsprijs voor een aandeel blijft evenwel niet beperkt tot het bedrag van de winst die door de vennootschap die de aandelen uitgeeft, gemaakt wordt.

Het streven naar het verwerven van de controle over een vennootschap, de wil om het marktaandeel te verhogen, het uitzicht op toekomstige en hypothetische winst, louter speculatieve overwegingen of nog beursbeperkingen kunnen op een min of meer doorslaggevende manier de verkoopprijs van een aandeel bepalen.

De jongste jaren worden overigens gekenmerkt door een aanzienlijke stijging van de meerwaarden op aandelen waarbij een recordcijfer werd bereikt in het aanslagjaar 1999 waarin de meerwaarden meer dan 1 200 miljard frank bedroegen.

Historisch overzicht van de omvang
van de meerwaarden en minderwaarden
op aandelen (in miljard frank)

Aanslagjaren
­
Exercices d'imposition
Vrijgestelde meerwaarden
­
Plus-values exonérées
Niet-aftrekbare minderwaarden
­
Moins-values non déductibles
Nettobedrag
­
Montant net
1992 38,2 57,0 - 18,8
1993 62,4 78,1 - 15,6
1994 123,9 68,8 55,1
1995 87,8 70,0 17,8
1996 502,9 93,1 409,7
1997 324,4 76,3 248,1
1998 524,6 122,9 401,7
1999 1 246,7 191,2 1 055,5
2000 (3) ± 850 ± 160 ± 690

Bron : HRF/Administratie van de directe belastingen.

Uit onze ramingen voor het aanslagjaar 2000 (of voor het jaar 1999) blijkt dat de meerwaarden rond de 850 miljard zouden schommelen.

Uitzonderlijke transacties ten gevolge van de herstructurering van tal van economische segmenten kunnen deze ontwikkeling ten dele verklaren zonder dat zij er alleen verantwoordelijk voor zijn.

Hoewel de negatieve begrotingsimpact (in de vorm van een financiële tegenvaller) van de huidige belastingregeling een van de redenen is waarom het voorliggend voorstel werd ingediend (3), blijft het toch de bedoeling deze regeling toe te spitsen op haar oorspronkelijk doel : het voorkomen van dubbele belasting.

Vanuit dit oogpunt leidt een vergelijking binnen de Europese Unie tot de vaststelling dat België inzake meerwaarden op aandelen een van de gunstigste fiscale regelingen in Europa heeft.

In dit verband is het wenselijk de tabel te raadplegen waarin een vergelijking wordt gemaakt van de belastingregelingen die van kracht zijn in de Europese Unie (4) :

Land Regelingen
België Meerwaarden vrijgesteld onder voorwaarde van belasting in een vroegere fase, minderwaarden niet aftrekbaar.
Denemarken Meerwaarden vrijgesteld en minderwaarden niet aftrekbaar voor deelnemingen die minstens drie jaar worden aangehouden, met uitzondering van deelnemingen in financiële vennootschappen gevestigd in gebieden met preferentiële belastingstelsels.
Duitsland Na de aan de gang zijnde hervorming : meerwaarden niet belastbaar.
Frankrijk Meerwaarden op deelnemingen die ten minste twee jaar zijn aangehouden, worden belast tegen het verlaagd tarief (22,8 % met inbegrip van de tijdelijke bijkomende belastingen) als ze worden geboekt op een bijzondere reserverekening. De overeenkomstige minderwaarden worden verrekend op deze reserverekening. Belasting tegen het volle tarief in de andere gevallen.
Ierland Belasting van 20 % op het nettobedrag van meer- en minderwaarden. Minderwaarden kunnen zonder tijdslimiet worden overgedragen.
Italië Meerwaarden zijn belastbaar tegen het volle tarief en minderwaarden aftrekbaar. In het buitenland betaalde belastingen zijn met de Italiaanse belasting verrekenbaar (met beperking « per land »).
Luxemburg Als aan de voorwaarden van « vrijstelling van deelneming » (participatiedrempelvoorwaarde) wordt voldaan, worden de meerwaarden vrijgesteld, na verrekening van eventuele minderwaarden.
Nederland Als aan de voorwaarden van vrijstelling van deelneming is voldaan (participatiedrempelvoorwaarde), vrijstelling van meerwaarden en niet-aftrekbaarheid van minderwaarden. In de andere gevallen is de toestand omgekeerd.
Verenigd
Koninkrijk
Meerwaarden belastbaar en minderwaarden niet aftrekbaar.

In Nederland, Luxemburg en Denemarken zijn de meerwaarden op aandelen weliswaar eveneens vrijgesteld maar hun respectieve wetgevingen maken die vrijstelling afhankelijk van voorwaarden inzake duur van houderschap en/of participatiedrempel (5).

In Frankrijk, Ierland, Italië en het Verenigd Koninkrijk gelden strengere regelingen inzake de belasting van de meerwaarden (6).

Vastgesteld moet worden dat de regeling van de definitief belaste inkomsten die eveneens het voorkomen van de dubbele belasting van de dividenden beoogt, afhankelijk is van het bestaan van een minimale participatie van 5 % of 50 miljoen frank.

De hervormingsplannen zouden kunnen leiden tot een aanzienlijke verhoging van die participatiedrempels en tot de invoering van een voorwaarde met betrekking tot de houderschapsduur.

Het aandeel van de speculatieve meerwaarden is per definitie moeilijk te schatten.

Het aantonen ervan en de invoering van een regeling die specifiek voor die meerwaarden geldt zou een analyse a posteriori van elke overdracht vergen.

Daarom wordt voorgesteld te kiezen voor een regeling die zo goed mogelijk de niet-speculatieve meerwaarden insluit.

Op basis van deze vaststellingen en van de beleidskeuzes die geformuleerd zijn door de Hoge Raad van Financiën, wordt voorgesteld twee criteria in aanmerking te nemen die een zo objectief mogelijke aanpak van de meerwaarden mogelijk maken, meerwaarden die overeenkomstig de ratio legis van 1991 verklaard worden door het feit dat het bedrijf winst maakt, winst die al is belast bij de vennootschap die de aandelen uitgeeft.

Het eerste criterium heeft betrekking op een participatiedrempel waarbij de vrijstelling beperkt kan worden tot de structurele participaties in het kapitaal van de vennootschap die de aandelen uitgeeft en die beantwoorden aan een duurzame investering met de daaraan verbonden risico's.

Het tweede criterium heeft betrekking op de minimale houderschapsduur waardoor de transacties waarbij gekocht en verkocht wordt op korte termijn en die een louter speculatief doel hebben, buiten de regeling kunnen worden gehouden.

Bijgevolg wordt voorgesteld de vrijstelling van belasting op meerwaarden verwezenlijkt op aandelen te beperken tot de vennootschappen die :

· de betrokken aandelen tijdens ten minste een jaar zonder onderbreking in hun bezit hebben op het moment van de overdracht, voor zover,

· zij, op het ogenblik van de overdracht, een participatie bezitten die tenminste gelijkwaardig is aan die waarin wordt voorzien inzake definitief belaste inkomsten in de vennootschap die de aandelen uitgeeft, zonder dat die participatie lager mag zijn dan 5 %.

· en zij in staat zijn te bewijzen dat de vennootschap die de aandelen uitgeeft belastingen heeft betaald die te vergelijken zijn met de vennootschapsbelasting in België.

Die drie cumulatieve voorwaarden zouden het mogelijk maken de op korte termijn verwezenlijkte meerwaarden die van louter speculatieve aard zijn te onttrekken aan de fiscale gunstregeling die thans geldt.

De wijziging van de regeling die de bewijslast met betrekking tot de belasting in een vroegere fase uitdrukkelijk bij de vennootschap legt die verzoekt om de toekenning van dit voordeel, zou een betere controle door de belastingdiensten mogelijk maken en voorkomen dat de regeling voor bedrieglijke doeleinden wordt gebruikt.

Jean CORNIL.
Jacky MORAEL.

WETSVOORSTEL


Artikel 1

Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2

In artikel 192, § 1, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen, ingevoegd door de wet van 28 december 1992 en gewijzigd door het koninklijk besluit van 20 december 1996 en door de wetten van 22 december 1998 en 10 maart 1999, worden tussen het eerste en het tweede lid de volgende leden ingevoegd :

« De in het eerste lid bedoelde vrijstelling wordt verleend voor zover aan de volgende cumulatieve voorwaarden is voldaan :

1º de vennootschap bezit, op het ogenblik van de overdracht, in het kapitaal van de vennootschap die de aandelen uitgeeft een deelneming die ten minste dezelfde waarde heeft als het percentage waarin artikel 202, § 2, voorziet, en zonder dat dit percentage lager dan 5 % mag zijn;

2º de vennootschap heeft de aandelen, op het ogenblik van de overdracht ervan, ononderbroken aangehouden gedurende een periode van ten minste een jaar;

3º de vennootschappen die de aandelen hebben uitgegeven, zijn onderworpen aan een soortgelijke belasting als de vennootschapsbelasting.

De bewijslast inzake de in het tweede lid bedoelde voorwaarden berust bij de overdragende vennootschap. »

28 maart 2002.

Jean CORNIL.
Jacky MORAEL.

(1) Artikel 3 van de wet van 23 oktober 1991 tot omzetting in het Belgisch recht van de richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 23 juli 1990 betreffende de gemeenschappelijke fiscale regeling voor moedermaatschappijen en dochterondernemingen, Belgisch Staatsblad van 15 november 1991.

(2) Kamer van volksvertegenwoordigers, stuk nrs. 1784/1 en 1784/3, 1991-1992; Autenne J., « Le régime fiscal applicable aux dividendes, plus-values, moins-values et réductions de valeur sur actions à la lumière de la directive sociétés-mères/filiales », JT, 1992, nr. 5626, blz. 233.

(3) De vrijstelling van de meerwaarden verwezenlijkt op aandelen zal voor het aanslagjaar 1999 de Schatkist 490 miljard frank hebben gekost. Voor hetzelfde aanslagjaar bedroegen de totale ontvangsten in de vennootschapsbelasting niet meer dan 310 miljard (Kamer van volksvertegenwoordigers, Rijksmiddelenbegroting voor het begrotingsjaar 2001, « Inventaris 2000 van de vrijstellingen, aftrekken en verminderingen die een invloed hebben op de Rijksbegroting », blz. 38).

(4) Hoge Raad van Financiën, « De hervorming van de vennootschapsbelasting ­ Het kader, de inzet en de mogelijke scenario's », april 2001, blz. 59.

(5) Hoge Raad van Financiën, « Hervorming van de vennootschapsbelasting ­ Het kader, de inzet en de mogelijke scenario's », april 2001, blz. 59.

(6) Ibidem.