(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans
Uit een aantal vroegere parlementaire vragen blijkt dat artsen voor zeven soorten kosten een forfaitaire som van 2,5 % van hun bruto inkomsten mogen aangeven met een minimum van 12 500 frank en een maximum van 45 000 frank.
1. In welke rubriek van de commentaren van de belastingdiensten wordt dit forfait genoemd ? Als het niet wordt genoemd, welke instructies worden dan precies gegeven aan de lokale controleurs voor de toepassing ervan ?
2. Wordt dit forfait automatisch toegekend of moeten de zeven soorten kosten echt bestaan, of ten minste een deel ervan ? In welke mate ?
3. Wordt het forfait alleen toegekend aan onafhankelijke artsen met een eigen praktijk of wordt het ook toegekend aan onafhankelijke ziekenhuisartsen ? In welke mate ?
Antwoord : Het door het geachte lid bedoelde forfait van beroepskosten van geneesheren is gestoeld op de resultaten van een bij de taxatiediensten ingesteld onderzoek naar aanleiding van een door de medische beroepsverenigingen ingediende aanvraag tot forfaitaire raming van sommige bedrijfsuitgaven in toepassing, destijds, van artikel 248, § 1, laatste lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen WIB (thans artikel 342, § 1, laatste lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 WIB 92).
De aanvraag leidde niet tot een akkoord maar het onderzoek heeft toegelaten een aantal bruikbare gegevens naar voren te brengen die kunnen worden gebruikt om overeenkomstig artikel 44, 2e lid, WIB (thans, artikel 50, § 1, WIB 92) bepaalde kosten te ramen.
Het geachte lid vindt hierna antwoord op de verschillende punten van zijn vraag.
Punt 1
Het desbetreffende forfait is opgenomen in de documentatie exclusief ten gebruike van de ambtenaren van de fiscale administraties.
De erop betrekking hebbende richtlijnen zijn de volgende :
Berekening van het forfait
2,5 % van de bruto-ontvangsten met een minimum van 12 500 frank en een maximum van 45 000 frank vanaf het aanslagjaar 1997. Voor de vorige aanslagjaren : 2,5 % van de bruto-ontvangsten met een minimum van 10 000 frank en een maximum van 36 000 frank.
Draagwijdte van het forfait
Het forfait betreft de volgende posten :
1. representatiekosten (recepties, geschenken, standing, diverse verplichtingen);
2. onderhoudsproducten voor de bedrijfslokalen;
3. kleine kantoorkosten waarvoor geen factuur wordt opgemaakt;
4. bijdragen van sociale aard (liefdadigheidsverenigingen, filantropische instellingen, enz.);
5. beroepskledij, linnen, was;
6. tijdschriften voor de wachtzaal;
7. kleine inkopen van farmaceutische producten.
Toepassingsvoorwaarden
1. De belastingplichtige moet werkelijk, in normale mate, de door het forfait gedekte uitgaven dragen.
2. Het forfait mag niet worden gebruikt indien terzelfdertijd uitgaven van dezelfde categorieën, waarvoor documenten voorhanden zijn, worden afgetrokken (behalve voor de posten 3 en 7 wel te verstaan).
De toepassing van dat forfait is niet verplicht; de belastingplichtige mag ervan afwijken en al zijn bedrijfsuitgaven post per post bewijzen.
Punt 2
Ik verwijs naar het tweede lid van het inleidend gedeelte van het antwoord, en naar de toepassingsvoorwaarden van het forfait vermeld sub 1.
Ik voeg hier aan toe dat het forfait niet meer als dusdanig mag worden weerhouden, vermits (vanaf aanslagjaar 1990) de wettelijke beperkingen met betrekking tot de kledijkosten alsook de restaurant- en receptiekosten en de kosten voor relatiegeschenken erop dienen te worden toegepast (artikel 53, 7º en 8º, WIB 92).
Punt 3
Het forfait dient te worden toegepast volgens de regels vermeld sub 2, zonder dat dient te worden gelet op de hoedanigheid van de geneesheer die de toepassing ervan vraagt.