Vragen en Antwoorden

Belgische Senaat

ZITTING 1996-1997


Bulletin 1-32

19 NOVEMBER 1996

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands ­ (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Minister van Volksgezondheid en Pensioenen (Pensioenen)

Vraag nr. 70 van de heer Destexhe d.d. 8 november 1996 (Fr.) :
Vergoeding van militairen die gewond werden tijdens een opdracht.

De krant Le Soir heeft onlangs het verhaal gepubliceerd van een Belgische blauwhelm die in maart 1993 in Somalië gewond werd. Hij maakt gewag van een gebrek aan pyschologische en sociale steun bij zijn terugkeer in België. Hij zei dat de nasleep van het ongeluk hem meer pijn heeft berokkend dan de verwondingen.

De heer Jean-Bertrand Mathieu heeft sedert drie jaar nog geen schadeloosstelling ontvangen. Sedert dat ongeluk is het operationeel centrum van de generale staf op de hoogte gebracht en is dat centrum in contact getreden met de sociale dienst van het leger. Vanaf dat ogenblik is de rol van het leger uitgespeeld.

Het slachtoffer kan een schadeloosstelling vragen, ofwel voor de burgerlijke rechtbanken, ofwel bij de administratie van Pensioenen. De heer Mathieu koos voor deze laatste mogelijkheid. De administratieve procedure blijft aanslepen en de betrokken diensten wijten deze traagheid aan de « consolidatieperiode ». De administratie van Pensioenen voert een onderzoek om te weten of de militair gewond werd tijdens en in de uitoefening van de dienst. Als de beslissing eenmaal genomen is, kan daartegen nog beroep worden aangetekend.

Kunt u mij een antwoord geven op de volgende vragen :

1. Schrijft de wet een maximumtermijn voor tussen het tijdstip waarop het dossier bij de administratie van Pensioenen wordt ingediend en het tijdstip waarop de gewonde zijn vergoeding zal ontvangen ? Zo ja, hoe lang is die termijn ? Zo neen, denkt u niet dat die dringend zou moeten worden vastgesteld ?

2. Als de beslissing om een vergoeding te betalen eenmaal genomen is, geschiedt die dan met terugwerkende kracht ?

3. Welke procedure wordt er gevolgd om na te gaan of de militair gewond is tijdens en in de uitoefening van de dienst ?


Antwoord : Het geachte lid vindt hierna het antwoord op zijn vragen :

1. De wet voorziet geen maximumtermijn tussen enerzijds, het ogenblik dat een dossier vergoedingspensioen is ingediend bij de administratie der Pensioenen en anderzijds, de datum waarop een eventueel vergoedingspensioen effectief zal uitbetaald worden. Praktisch gezien zou het trouwens irrealistisch zijn een dergelijke termijn te bepalen. Men dient inderdaad te weten dat de duur van de procedure betreffende de toekenning van een vergoedingspensioen afhangt van een aantal factoren die verschillen van geval tot geval en die onderling op elkaar kunnen interfereren. De voornaamste van deze factoren zijn : de datum waarop de pensioensaanvraag regelmatig ingediend is, de medische evolutie van de ingeroepen kwaal en meer in het bijzonder de datum waarop de invaliditeit geconsolideerd wordt, de duur die de gerechtelijke geneeskundige dienst nodig heeft om de medische onderzoeken uit te voeren en deze onderzoeken weer te geven in besluiten, de vraag tot uitstel van zitting neergelegd door de verzoeker of zijn raadsman, de eventuele terugzending van het dossier naar de gerechtelijke geneeskundige dienst voor een bijkomend onderzoek, de noodzaak, in sommige gevallen, om in het bezit gesteld te worden van een gerechtelijk dossier.

2. In principe gaan de vergoedingspensioenen in op de eerste dag van de maand gedurende dewelke de aanvraag om invaliditeitspensioen wordt ingediend. Hieruit volgt dat welke ook de datum is waarop de commissies voor vergoedingspensioenen uitspraak doen over de rechten op het pensioen, deze beslissingen uitwerking hebben vanaf de eerste dag van de maand van de aanvraag. Wanneer een vergoedingspensioen toegekend wordt, zal het derhalve betaald worden vanaf deze datum.

3. De toekenning van een vergoedingspensioen gebeurt volgens de procedure voorzien door de samengeordende wetten op de vergoedingspensioenen en meer bepaald door artikel 45 van deze wetten. In kort zijn dit de hoofdlijnen volgens dewelke de procedure zich afspeelt.

Eens de pensioenaanvraag ingediend, wordt het dossier, gedeeltelijk samengesteld door de admninistratie der Pensioenen, overgemaakt aan de gerechtelijke geneeskundige dienst, wiens opdracht eruit bestaat om een invaliditeitspercentage vast te stellen voor de ingeroepen kwaal. Op basis van de besluiten van deze dienst, spreekt de Commissie voor vergoedingspensioenen, een administratief rechtscollege voorgezeten door een magistraat, zich uit over het al dan niet bestaan van een verband tussen de dienst en het ingeroepen schadelijk feit, over de invaliditeitsgraad op basis van dewelke een eventueel vergoedingspensioen kan berekend worden en over de ingangsdatum van dit pensioen.

De beslissing uitgesproken door deze commissie kan aangevochten worden door de Commissie van beroep voor vergoedingspensioenen ofwel door een beroep ingediend door de invalide ofwel door een beroep ingediend door de administratie der Pensioenen in naam van de minister die de vergoedingspensioenen onder zijn bevoegdheid heeft.