1-810/1

1-810/1

Belgische Senaat

ZITTING 1997-1998

5 DECEMBER 1997


Wetsvoorstel tot wijziging van artikel 125 van de nieuwe gemeentewet

(Ingediend door de heer Poty en mevrouw Lizin)


TOELICHTING


Dit voorstel wil aan artikel 125 van de nieuwe gemeentewet een lid toevoegen opdat federale en gewestelijke verkozenen voortaan de bediening van ambtenaar van de burgerlijke stand kunnen vervullen in bepaalde gevallen en onder bepaalde voorwaarden, doch uitsluitend voor het voltrekken van huwelijken.

Behalve in een aantal uitzonderlijke gevallen bepaalt het Burgerlijk Wetboek niet wie de bediening van ambtenaar van de burgerlijke stand vervult. Dat bepalen de administratieve wetten. Volgens artikel 164 van de Grondwet behoren evenwel het opmaken van de akten van de burgerlijke stand en het houden van de registers bij uitsluiting tot de bevoegdheid van de gemeentelijke overheid.

De ambtenaar van de burgerlijke stand is dus het lid van het schepencollege die inzonderheid belast is met het doen nakomen van alles wat de akten van de burgerlijke stand en het houden van de registers betreft. Van rechtswege is dat de burgemeester. Een daartoe aangewezen schepen kan evenwel met die taak worden belast; hij voert dan de titel van schepen van de burgerlijke stand.

Deze machtiging moet worden opgenomen in een bijzonder besluit van het college, behoorlijk overgeschreven in het register van de besluiten. Zo worden de wettelijke bevoegdheden inzake de burgerlijke stand aan de burgemeester onttrokken. Hij neemt die pas opnieuw op wanneer de schepen tijdelijk is verhinderd.

Aangezien het vooral in grote gemeenten praktisch onmogelijk is dat de ambtenaar van de burgerlijke stand al zijn taken uitvoert, kan hij daartoe aangewezen gemeentelijke ambtenaren belasten met sommige taken, die de wet limitatief opsomt.

Is de ambtenaar dus tijdelijk verhinderd, dan wordt hij vervangen door de burgemeester, door een andere schepen of zelfs door een raadslid in de volgorde van de onderscheiden benoemingen. Deze vervanging geschiedt van rechtswege en krachtens de wet, zonder dat er een machtiging van het college nodig is. De door de vervanger opgemaakte akte moet vermelden dat de ambtenaar van de burgerlijke stand verhinderd is en eventueel dat de schepenen of raadsleden die aan de vervanger voorafgaan in de volgorde van de onderscheiden benoemingen verhinderd zijn, doch motiveren hoeft niet.

De taak van de ambtenaar van de burgerlijke stand bestaat er niet alleen in de door de wet voorgeschreven akten te ontvangen en op te maken. Hij moet onder meer nagaan of de geboorte en het overlijden hebben plaatsgevonden, de erkenning van een kind meedelen aan de echtgenoot van de ouder van dat kind, toezien op het bijhouden van de registers en het bewaren van de registers neergelegd in het gemeentehuis, de overschrijvingen en de meldingen op de kant laten aanbrengen voorgeschreven door de wet of door de rechter, uittreksels laten afgeven aan eenieder die daarom verzoekt,...

Volgens de artikelen 1 en 8 van de wet van 26 december 1891 is hij eveneens belast met de afkondiging en de voltrekking van de huwelijken.

Dit voorstel wil aan kamerleden of senatoren die hun woonplaats in de gemeente hebben, de kans bieden incidenteel huwelijken te voltrekken wanneer de gemachtigde ambtenaar, de burgemeester, de schepen of het raadslid verhinderd zijn.

Thans is het immers zo dat aan deze verkozenen met een woonplaats in de gemeente gevraagd kan worden de plechtigheid te leiden bij een gouden bruiloft, maar zij kunnen zeker geen huwelijken voltrekken. Nochtans moeten ook zij een eed afleggen zoals de gemeentelijke verkozenen.

Aangezien de afkondiging van de huwelijksakten tot de bevoegdheid van de gemeentelijke overheid blijft behoren, gaat de voorgestelde maatregel niet in tegen artikel 164 van de Grondwet, te meer omdat het gebruik de regels van het Burgerlijk Wetboek heeft gewijzigd en omdat de documenten vóór de voltrekking van het huwelijk worden voorbereid door de diensten van de burgerlijke stand en nadien ook nog vaak door deze diensten worden aangevuld.

Overigens kan er hier ook helemaal geen sprake van zijn dat derden zich de taak van ambtenaar van de burgerlijke stand aanmatigen omdat de voorgestelde wijziging, die alleen in uitzonderlijke omstandigheden toepassing krijgt, alleen op de huwelijksceremonie slaat. Artikel 75 van het Burgerlijk Wetboek (wet van 7 januari 1908, artikel 1) regelt de procedure van deze ceremonie.

Op de dag van de voltrekking van het huwelijk doet de ambtenaar van de burgerlijke stand aan de toekomstige echtgenoten voorlezing van de stukken die zij hebben moeten afgeven, alsook van hoofdstuk VI van de titel « het huwelijk » betreffende de wederzijdse rechten en verplichtingen der echtgenoten. Vervolgens ontvangt hij van elke partij de verklaring dat zij elkaar willen aannemen tot echtgenoten. Hij verklaart in naam van de wet dat zij door de echt verbonden zijn en maakt daarvan dadelijk een akte op.

Francis POTY.
Anne-Marie LIZIN.

WETSVOORSTEL


Artikel 1

Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2

Artikel 125 van de nieuwe gemeentewet wordt aangevuld met een vierde lid, luidende :

« Zijn deze personen verhinderd, dan kunnen zij voor de voltrekking van een huwelijk incidenteel worden vervangen door een lid van de Kamer van volksvertegenwoordigers, door een senator of door een lid van een gemeenschap- of gewestraad, die sedert ten minste zes maanden zijn woonplaats in de gemeente heeft. »

Art. 3

Deze wet treedt in werking op de dag waarop zij in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Francis POTY.
Anne-Marie LIZIN.