Rwanda

Rwanda

OP basis van het verslag van de werkgroep ad hoc besloot het Bureau van de Senaat op 23 januari 1997 om een bijzondere commissie op te richten. Zij werd belast met het onderzoek van de gebeurtenissen van april 1994 in Rwanda en, meer in het bijzonder, de moord op de 10 Belgische blauwhelmen. Op dit ogenblik rondt de onderzoekscommissie haar rapport af.

Vrijwel alle werkzaamheden van deze commissie waren openbaar. De belangrijkste hoorzittingen en confrontaties werden zelfs rechtstreeks op tv uitgezonden.

De bijzondere commissie werd op 24 april 1997 omgevormd tot een parlementaire onderzoekscommissie. De commissie heeft dan ook de bevoegdheden van een onderzoeksrechter gekregen en kon daardoor getuigen onder eed verhoren.

De onderzoekscommissie telt 18 leden : voorzitter Frank Swaelen (CVP), de ondervoorzitters Philippe Mahoux (PS) en Guy Verhofstadt (VLD), de senatoren Bert Anciaux (VU), Michèle Bribosia-Picard (PSC), Ludwig Caluwé (CVP), Jurgen Ceder (Vl. Blok), Armand De Decker (PRL-FDF), Alain Destexhe (PRL-FDF), Vera Dua (Agalev), Stef Goris (VLD), Patrick Hostekint (SP), Robert Hotyat (PS), Pierre Jonckheer (Ecolo), Anne-Marie Lizin (PS), Guy Moens (SP), Erika Thijs (CVP) en Magdeleine Willame-Boonen (PSC).

Onderzoeksdomein

Aanvankelijk moest de onderzoekscommissie proberen de omstandigheden op te helderen van de moord op de 10 paracommando's op 7 april 1994. Zij werden gevangen genomen toen ze de Rwandese eerste minister, Agathe Uwilingiyimana, escorteerden. Zij werden meegenomen naar het kamp Kigali, waar een woedende menigte hen beschuldigde van de aanslag van de avond voordien waarbij president Habyarimana om het leven kwam. De paracommando's werden door de menigte aangevallen en gelyncht.

De analyse kon niet beperkt worden tot dat ene aspect van het probleem, want de oorzaken en de gevolgen waren nauw met elkaar verbonden. Bijgevolg breidde de commissie haar onderzoek uit tot een grondige analyse van het mandaat van de VN-blauwhelmen, de algemene toestand in Rwanda, het anti-Belgische klimaat dat er heerste, de aanslag op het vliegtuig van president Habyarimana en diens overlijden, de moord op de tien blauwhelmen en de volkenmoord op een miljoen Rwandezen.

Verslag

Het commissieverslag zal een gedetailleerde lijst bevatten van de getuigen die gehoord werden. Hooggeplaatste Rwandezen, hoogleraren, deskundigen en journalisten die, door hun studies en hun publicaties, blijk hebben gegeven van een grondige kennis van het gebied van de Grote Meren en van Rwanda in het bijzonder, werden door de commissieleden gehoord.

Leden van de gerechtelijke, de diplomatieke en de politieke wereld kwamen getuigen over de lopende onderzoeken, over de algemene toestand en de politieke betrekkingen, zowel op Belgisch als op internationaal niveau.

Ten slotte hebben officieren die betrokken waren bij de gebeurtenissen in Rwanda, omdat zij bevelvoerder waren bij de krijgsmacht, de sector of het bataljon, of omdat zij de operatie hadden voorbereid, vooral getuigenissen afgelegd over de moord op de 10 blauwhelmen.

Op 30 juni laatstleden heeft de commissie haar hoorzittingen beëindigd. Op 27 juni waren de familieleden van de vermoorde para's aan het woord.

De commissie stelt op dit ogenblik haar eindverslag op. De twee ondervoorzitters Philippe Mahoux (PS) en Guy Verhofstadt (VLD) werden aangewezen om deze taak tot een goed einde te brengen.

 

Van links naar rechts: rapporteur Philippe Mahoux (PS), commissievoorzitter Frank Swaelen (CVP) en rapporteur Guy Verhofstadt (VLD)


Texte fran‡ais


Opmerkingen voor de webmaster