2-238

2-238

Belgische Senaat

2-238

Handelingen - Nederlandse versie

DONDERDAG 7 NOVEMBER 2002 - OCHTENDVERGADERING


Waarschuwing: de blauwe kleur geeft aan dat het gaat om uit het Frans vertaalde samenvattingen.


Wetsvoorstel tot invoeging van een artikel 54bis in de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten (van de heer Philippe Monfils, Stuk 2-496)

Wetsvoorstel tot wijziging van artikel 54 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten (van de heer Philippe Monfils, Stuk 2-533)

Wetsontwerp houdende verschillende wijzigingen van de kieswetgeving (Stuk 2-1280)

Wetsontwerp tot wijziging van het Kieswetboek (Stuk 2-1281) (Evocatieprocedure)

Wetsvoorstel tot wijziging van verschillende kieswetten teneinde de bestraffing van kiezersbedrog mogelijk te maken (van de heer Wim Verreycken, Stuk 2-49)

Wetsvoorstel tot wijziging, wat de kieskringen voor de verkiezingen voor de Kamer van volksvertegenwoordigers betreft, van het Kieswetboek (van de heer Frans Lozie, Stuk 2-449)

Samenstelling van een parlementaire onderzoekscommissie

Wetsontwerp houdende verschillende wijzigingen van de kieswetgeving (Stuk 2-1280)

Wetsontwerp tot wijziging van het Kieswetboek (Stuk 2-1281) (Evocatieprocedure)

Wetsvoorstel tot wijziging van verschillende kieswetten teneinde de bestraffing van kiezersbedrog mogelijk te maken (van de heer Wim Verreycken, Stuk 2-49)

Wetsvoorstel tot wijziging, wat de kieskringen voor de verkiezingen voor de Kamer van volksvertegenwoordigers betreft, van het Kieswetboek (van de heer Frans Lozie, Stuk 2-449)

Berichten van verhindering


Voorzitter: de heer Armand De Decker

(De vergadering wordt geopend om 10.10 uur.)

Wetsvoorstel tot invoeging van een artikel 54bis in de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten (van de heer Philippe Monfils, Stuk 2-496)

Wetsvoorstel tot wijziging van artikel 54 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten (van de heer Philippe Monfils, Stuk 2-533)

Algemene bespreking

De voorzitter. - Ik stel voor deze wetsvoorstellen samen te bespreken. (Instemming)

De heer de Clippele verwijst naar zijn schriftelijk verslag.

De heer Philippe Monfils (MR). - Mijn wetsvoorstel had tot doel in de toekomst in het systeem van de auteursrechten een juridische impasse te verhelpen met betrekking tot de doorgifte via de kabel.

Het systeem is zeer eenvoudig: via de maatschappijen voor collectief beheer ontvangen de auteurs rechten voor de doorgifte op televisie van hun werk. Er is dus geen enkel principieel probleem.

Wat gebeurt er bij betwisting over de betaalde rechten? Sinds 1996 hebben de kabelmaatschappijen een deel van de vergoeding geblokkeerd in afwachting van een rechterlijke beslissing.

Jaarlijks zou ongeveer 20 miljoen euro aan auteursrechten niet aan de maatschappijen voor collectief beheer worden uitgekeerd. In totaal zou de betwisting gaan over 120 miljoen euro.

Waarom grijpen de rechtbanken niet in? Artikel 54 van de wet van 30 juni 1994 heeft het hele systeem gebaseerd op een contractuele verhouding. De wet kent ook een systeem van bemiddeling, maar dat is vrijwillig en noch de auteurs, noch de kabelmaatschappijen zijn gebonden door de beslissing van de bemiddelaars.

Een eerste wetsvoorstel wilde de bemiddeling verplicht stellen. We hebben dit idee moeten opgeven omdat de Europese richtlijn betreffende de auteursrechten het contractueel systeem oplegt en geen systeem van verplichte bemiddeling aanvaardt, ook al wensen de partijen dit.

Een tweede moeilijkheid is dat de rechtbanken een afwachtende houding aannemen en vinden dat de bemiddelaars maar alles moeten oplossen.

Natuurlijk is een sanctie mogelijk: de maatschappijen voor collectief beheer kunnen toestemming weigeren voor een uitzending. Men kan zich gemakkelijk de commotie inbeelden als de helft van de programma's van de RTBF of RTL-TVI niet zou mogen worden uitgezonden. Deze sanctie staat in de wet; ze vereist een toestemming, maar in de praktijk is ze onwerkbaar. Geen enkele rechtbank is trouwens ooit op een dergelijk verzoek ingegaan.

Ik denk dat de auteurs heel goed begrijpen dat deze sanctie in de praktijk bijna niet kan worden opgelegd. De burgers die betaald hebben, zouden niet aanvaarden dat ze niets te zien krijgen.

We kunnen trouwens niet tussenkomen in een hangend geschil. Dit wetsvoorstel strekt er niet toe dit geschil te regelen. We weten echter dat de maatschappijen voor collectief beheer en de televisiezenders in de toekomst contracten zullen sluiten. Sommige van die contracten zullen aanleiding geven tot geschillen. Er moet dus een oplossing worden gevonden die het justitie mogelijk maakt om snel op te treden. Dit wetsvoorstel wijzigt dus niets aan de bestaande rechtszaken. Als de tekst wordt goedgekeurd, dan zal hij voor de rechtbanken een leidraad zijn.

We willen niet beslissen wie gelijk heeft en wie niet. Ik ben in deze zaak niet tussengekomen en ik weet niet of de argumenten van de betrokken partijen steek houden. Ik wens als wetgever alleen dat een einde komt aan het geschil en dat de vier tot zes miljard die de burgers hebben betaald en die momenteel geblokkeerd zijn, terechtkomen waar ze horen. Ik wens een einde te maken aan het geschil door een procedure uit te werken die het mogelijk maakt binnen een redelijke termijn resultaat te boeken.

We hebben verschillende personen gehoord. We hebben ons gebogen over de toepassing van de Europese richtlijn. We hebben de zaak geanalyseerd. Uit de omvang van het verslag blijkt dat we grondig hebben nagedacht. Het gaat om een procedurewet die bepaalt dat binnen een termijn van maximum 18 maanden een beslissing moet worden genomen.

Als er een geschil is, beschikken de partijen over een termijn van twaalf maanden om een akkoord te bereiken. Als ze hier niet in slagen, kan een bemiddelingsprocedure worden opgestart die niet langer dan zes maanden mag duren. Als de bemiddeling slaagt, is de zaak van de baan. Het is ook mogelijk dat wordt vastgesteld dat misbruik wordt gemaakt van de onderhandelingspositie. De rechtbank moet op het einde van de termijn een uitspraak doen. Binnen een termijn van 18 maanden wordt dus een beslissing genomen.

Als de partijen niet overgaan tot de volgende fase, dan gaat men ervan uit dat ze instemmen. Als de bemiddelaars een oplossing voorstellen en geen van beide partijen de zaak wil voortzetten, dan wordt de beslissing binnen een bepaalde termijn bekrachtigd. Zo kan men vooruitgaan. Als een van de partijen wil procederen, dan moet ze ook tot het einde kunnen gaan. Wel worden vaste termijnen opgelegd zodat er ooit een einde komt aan het geschil.

De procedure biedt waarborgen aan diegenen die te goeder trouw een contract ondertekenen. Ze zullen weten dat er, mochten er interpretatiemoeilijkheden zijn, een procedure bestaat die kan eindigen voor een rechtbank die zich in al haar wijsheid zal uitspreken.

Ik hoop dat de Senaat en later ook de Kamer dit wetsvoorstel zullen goedkeuren. We zouden hiermee aangeven dat we dit probleem willen oplossen. Zo zou een einde komen aan de huidige situatie waarin miljarden geblokkeerd zijn in afwachting van een rechterlijke beslissing.

Ik dank alle collega's voor hun opmerkingen en voorstellen bij de redactie van dit wetsvoorstel.

-De algemene bespreking is gesloten.

Artikelsgewijze bespreking van het wetsvoorstel tot invoeging van een artikel 54bis in de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten (van de heer Philippe Monfils, Stuk 2-496)

(Voor de tekst aangenomen door de commissie voor de Financiën en voor de Economische Aangelegenheden, zie stuk 2-496/6.)

De voorzitter. - Ik herinner eraan dat de commissie een nieuw opschrift voorstelt: Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten.

-De artikelen 1 tot 5 worden zonder opmerking aangenomen.

-Over het wetsvoorstel in zijn geheel wordt later gestemd.

Wetsontwerp houdende verschillende wijzigingen van de kieswetgeving (Stuk 2-1280)

Wetsontwerp tot wijziging van het Kieswetboek (Stuk 2-1281) (Evocatieprocedure)

Wetsvoorstel tot wijziging van verschillende kieswetten teneinde de bestraffing van kiezersbedrog mogelijk te maken (van de heer Wim Verreycken, Stuk 2-49)

Wetsvoorstel tot wijziging, wat de kieskringen voor de verkiezingen voor de Kamer van volksvertegenwoordigers betreft, van het Kieswetboek (van de heer Frans Lozie, Stuk 2-449)

Algemene bespreking

De voorzitter. - Ik stel voor deze wetsontwerpen en wetsvoorstellen samen te bespreken. (Instemming)

De heer Paul Wille (VLD), rapporteur. - Drie heel intensieve commissievergaderingen werden gewijd aan het verplicht bicameraal wetsontwerp tot wijziging van het kieswetboek met betrekking tot de verkiezingen van de federale wetgevende kamers inclusief een aantal bepalingen over de Senaat en aan het facultatief bicameraal wetsontwerp tot wijziging van het kieswetboek met betrekking tot de verkiezing van de federale wetgevende kamers.

Sommige wijzigingen zijn technisch, de andere betreffen het probleem van de provinciale kieskringen en van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde-Leuven. Het wetsontwerp tot wijziging van het kieswetboek dat door de Kamer werd goedgekeurd op 25 september 2002, werd vijf dagen later geëvoceerd door de Senaat en het wetsontwerp houdende verschillende wijzigingen van de kieswetgeving werd overgezonden op 27 september.

De commissie heeft ook de wetsvoorstellen ter bestraffing van het kiezersbedrog en tot wijziging van de kieskringen voor de Kamer van volksvertegenwoordigers behandeld. Na de inleidende uiteenzetting door de minister van Binnenlandse Zaken, de heer Duquesne, werd er aanvankelijk in een gespannen sfeer gedebatteerd omdat een aantal leden van de minderheid vonden dat er een te strak tijdsschema werd opgelegd. Maar tijd heeft raad gebracht en er werd een consensus bereikt. We hebben ons aan het afgesproken tijdsschema gehouden.

Een groot aantal sprekers, niet het minst van de minderheidsfracties, nam het woord in de algemene bespreking. Hierbij vielen de talrijke toespraken van niet-vaste leden van de commissie op. Soms vielen zij in herhaling, maar soms benaderden zij de problematiek ook vanuit een nieuwe invalshoek en dat was zeer verrijkend.

De bespreking in de commissie was zowel algemeen als bijzonder technisch. Verschillende collega's zagen in de hervorming tegengestelde effecten. De meest terugkerende kritiek betrof het ongrondwettelijk karakter van de hervorming. De amendering waarbij rekening werd gehouden met het advies van de Raad van State kon hieraan in hun ogen weinig verhelpen.

Sommige commissieleden hebben gewezen op het ondemocratisch karakter van de hervorming. Die zou vooral ten goede komen van een aantal gevestigde waarden, kapitaalkrachtigen en mediafiguren.

Het vrouwvriendelijke karakter van de hervorming bleef een twistpunt. Mevrouw Nagy vindt de hervorming vrouwvriendelijk, maar bij CD&V zijn de dames Thijs, De Schamphelaere en zeker mevrouw de Bethune van het tegendeel overtuigd.

De Franstalige collega's, waaronder de heer Dallemagne, vinden de hervorming slecht voor de Franstaligen in het algemeen en heel slecht voor de Franstaligen in de rand.

Ook de Nederlandstalige collega's vinden de hervorming slecht voor de Nederlandstaligen en sommigen, waaronder de heer Verreycken van het Vlaams Blok, vinden de regeling voor de Duitstaligen onaanvaardbaar.

De Vlaamse collega's zijn het eens over het verlies van Vlaamse zetels, maar niet altijd over het precieze aantal.

Een andere steeds terugkerende opmerking luidt dat de hervorming te dicht bij de volgende verkiezingen valt, wat aanleiding zal geven tot een vertrouwensbreuk in de politieke wereld enerzijds, maar anderzijds ook tussen de politiek en de bevolking, en zelfs tussen de politiek en de instellingen die over de rechtsstaat waken.

Voorts werden er, vooral door de Nederlandstalige leden, veel opmerkingen gemaakt over de paritaire Senaat. De heer Lozie wees erop dat de notie van nationale minderheid niet strookt met het idee van een paritair samengestelde Senaat. In naam van CD&V verklaarde de heer D'Hooghe tegen een paritaire Senaat te zijn. Bovendien is de hele hervorming voor CD&V ongewenst. Ze stond zeker niet ingeschreven in het partijprogramma van de regerende partijen.

Ook bij de SP waren er opvallend kritische geluiden te horen. De heer Tobback ervaart de halvering van het effect van de lijststem als een hybride maatregel.

Verscheidene Vlaamse partijen beschouwen de uiteindelijke splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde op termijn als de enige oplossing.

Velen toonden sympathie voor de definitieve oplossing van een enkele kieskring.

De VLD herhaalde haar pleidooi voor de volledige afschaffing van de lijststem.

Hoewel sommige sprekers vanuit dezelfde invalshoek kritiek uitoefenden, beoogden ze niet noodzakelijk hetzelfde.

Over een aantal punten ontstond een echt inhoudelijke discussie. Mevrouw De Schamphelaere vindt dat de gelijktijdige kandidatuurstelling bij wijze van overgang totaal strijdig is met de letter en met de geest van de wet. De heer Verreycken vindt die regeling cynisch. Sommigen opperen dat het absoluut niet zeker is dat de gelijktijdige kandidatuurstelling slechts een tijdelijke maatregel is aangezien de hervorming van de Senaat pas mogelijk is na een grondwetsherziening. Anderen, onder wie mevrouw Thijs, ervaren die regeling als electorale territoriumafbakening. Bovendien zal de oorzaak-gevolgrelatie leiden tot het ontstaan van twee klassen van parlementsleden. Agalev toonde zich negatief tegenover dat gedeelte van het akkoord. De regering merkte op dat het systeem voordelen biedt voor goede streekkandidaten met een breed maatschappelijk draagvlak, die zich op die manier op nationaal vlak kunnen profileren.

Een ander belangrijk discussiepunt was het onderscheid tussen titularissen en opvolgers. Sommige leden hebben erop gewezen dat pas op 27 december 2000 de lijst van de opvolgers werd afgeschaft. Ze vrezen dat de herinvoering van die lijst een parlement van plaatsvervangers tot gevolg kan hebben. De VLD was tegen die regeling, maar verklaarde zich bereid ze in het kader van een globaal compromis te aanvaarden. De regering merkte op dat de hervorming in het voordeel is van jongeren en vrouwen, maar ook van de vertegenwoordigers van kleinere kieskringen.

Het zal niemand verwonderen dat Brussel-Halle-Vilvoorde een van de belangrijkste twistpunten was. Vele collega's, ook van de meerderheid, hebben op dat probleem gewezen. De minister van Binnenlandse Zaken had er reeds in zijn inleiding de ruimste aandacht aan gegeven. De meningen over dit punt zijn allesbehalve gelijklopend en zelfs ronduit tegenstrijdig. Zo ziet de CDH in de regeling een eerste stap naar de splitsing

Wat de problematiek van de Duitstaligen betreft, zei de minister van Binnenlandse Zaken dat een gewaarborgde vertegenwoordiging van Duitstaligen ongrondwettig zou zijn, tenzij de Grondwet eerst wordt gewijzigd.

Inzake de kiesdrempel hadden een aantal leden van de meerderheid, inzonderheid de heer Moureaux, twijfels over de dubbele drempel. Het elimineren van concurrenten door kiesreglementeringen kan volgens hen nooit goed zijn. Het is beter die eliminatie te regelen door verkiezingen. Bovendien werd uitdrukkelijk gewezen op de moeilijkheden die nieuwe partijen daardoor zullen ondervinden. Volgens het Vlaams Blok kan die maatregel de politieke vernieuwing in de kiem smoren. Collega Thijs vond dit een instrument voor politieke herverkaveling, veel meer dan een maatregel om politieke versnippering weg te werken. De groene fractie beschouwt de kiesdrempel van vijf procent als een goed compromis wanneer die in het geheel wordt bekeken. De minister stelde dat de huidige regeling vaak strenger is dan de voorgestelde. Hij gaf het voorbeeld van Luxemburg. De heer Destexhe stelde een aantal technische vragen rond die kwestie waarop door de minister uitvoerig is geantwoord, meer specifiek inzake de kiesdrempels in Brussel-Halle-Vilvoorde.

Ten slotte werd een hele reeks grondwettelijke bezwaren geuit. Verschillende commissieleden, en vooral van CD&V, hebben daarop de nadruk gelegd, en tevens op de rechtsonzekerheid die zal ontstaan bij de vernietiging van het geheel of een deel van de hervorming. De minister heeft uitgebreid geantwoord op die vermeende ongrondwettigheden.

Na de algemene bespreking heeft de commissie de artikelsgewijze bespreking aangevat van het wetsontwerp houdende verschillende wijzigingen van de kieswetgeving en de amendementen die door de oppositie waren ingediend. Ook al stonden meerderheid en oppositie bij de meeste stemmingen tegenover elkaar, toch uitten de leden van de meerderheid soms hun sympathie of twijfel. Minister Vande Lanotte mengde zich actief in het debat.

De stemmingen hadden geen invloed op de tekst van het wetsontwerp. Er waren een aantal technische aanpassingen waarvan de meeste konden rekenen op de instemming van de Kamer van Volksvertegenwoordigers. De andere kunnen in plenaire vergadering opnieuw als amendement worden ingediend. Het geheel van het wetsontwerp werd aangenomen met negen stemmen tegen vier.

Vervolgens hebben de bespreking aangevat over het wetsontwerp tot wijziging van het Kieswetboek. De bespreking was kort en het ontwerp werd aangenomen met acht stemmen tegen drie. De wetsvoorstellen van de heren Verreycken en Lozie vervallen. Het verslag werd eenparig goedgekeurd.

De commissiewerkzaamheden waren beperkt in de tijd. Soms werd met de karwats gewerkt. Niet alle commissieleden konden die tijdsdruk aanvaarden. Toch waren de debatten heel intensief. Indien het waar is dat ontdekken doet weten, ben ik ervan overtuigd dat de vele collega's die aan de werkzaamheden hebben deelgenomen - en dat waren er meer dan de vaste leden - nu het complexe karakter van de hervorming en misschien wel het betwistbare karakter van een aantal elementen, voldoende kunnen inschatten. De regering, de meerderheid en de minderheid hebben alleszins bewezen dat de inbreng van de Senaat in vele opzichten nodig en onweerlegbaar is geweest.

De voorzitter. - Ik stel voor de spreektijd te beperken tot 20 minuten voor de gemandateerde sprekers en tot 10 minuten voor de andere. Dit moet de kwaliteit van het debat ten goede komen.

De heer Hugo Vandenberghe (CD&V). - Ik zie niet in waarom bij een belangrijk debat als dit, de spreektijd moet worden verminderd.

De voorzitter. - Het is inderdaad een belangrijk debat.

De heer Hugo Vandenberghe (CD&V). - Dan moet ik iedereen van mijn fractie naar de tribune sturen om een gedeelte van mijn toespraak voor te lezen.

De voorzitter. - Van uw fractie is al meer dan de helft van de leden ingeschreven.

De heer Hugo Vandenberghe (CD&V). - Bij de hervorming van een kieswet moeten we toch onze argumenten naar voren kunnen brengen. Het gaat niet om een gewoon wetsontwerp, maar om de hervorming van de democratie.

De voorzitter. - Wij zullen trachten die spreektijd met soepelheid aan te houden.

Mevrouw Jeannine Leduc (VLD). - Het is niet de duur van de toespraak die de kwaliteit van het debat bepaalt. Ik ben ervan overtuigd dat de heer Vandenberghe daarmee rekening zal houden.

De heer Hugo Vandenberghe (CD&V). - Natuurlijk primeert de kwaliteit, zeker in de Senaat. Maar kwaliteit vereist een aanloop en een uitvoeringsperiode. We zullen ons aan de richtlijn trachten te houden.

De hervorming waarover we vandaag discussiëren werd in de commissie Binnenlandse Zaken besproken waar de meerderheid zich voor de zoveelste maal slaafs heeft gedragen en alle amendementen heeft verworpen. Nochtans is er één belangrijk verschilpunt met andere ontwerpen, de paarsgroene meerderheid wil namelijk met het voorliggend ontwerp de modelstaat realiseren. Alle historische symbolen moeten verdwijnen omdat alles dateert uit een tijd waarin de Belgen niets wisten en door de CVP werden dom gehouden. Ze moeten worden vervangen door de beelden van de politieke vernieuwing, waarvan de leiders van de paarsgroene meerderheid de veruitwendiging zijn. Zij hebben het land eindelijk bevrijd van een bezettingsmacht. De kers op de taart is de hervorming van de kieswetgeving, als symbool van de politieke vernieuwing die de burger dichter bij de politiek moet brengen en de afstand tussen de mandataris en de burger moet verminderen. Ik wil even onderzoeken of die doelstelling wordt gerealiseerd.

We weten over welk krediet de politiek, spijtig genoeg, vandaag in ons land beschikt. Ik zal het niet hebben over opiniepeilingen om de meerderheid niet te veel op te jagen.

Professor Elchardus heeft een wetenschappelijk onderzoek gedaan naar het vertrouwen van de burger in de instellingen en de politiek. Daaruit blijkt dat het vertrouwen onder de 20% is gezakt, maar dat fenomeen wordt natuurlijk ook in andere landen waargenomen. Dat is betreurenswaardig. Het verlies van het vertrouwen in de instellingen tast in se de slagkracht van een regering aan, hoe die ook is samengesteld. Een regering kan niet besturen wanneer de burgers geen vertrouwen hebben in de instellingen. Ik heb het dan nog niet over politieke partijen of coalities, enkel over instellingen. De politici moeten daarop reageren en dat zou pas een nieuwe politieke cultuur zijn.

De regering beperkt zich echter tot het wijzigen van de kieswetgeving, wat behoort tot het Belgisch compromis. Die wetgeving is sedert 1899 ongewijzigd gebleven, op enkele technische wijzigingen en de invoering van het algemeen mannenkiesrecht in 1921 en het algemeen vrouwenkiesrecht in 1948 na. De burgers wisten in welk arrondissement en voor wie ze konden stemmen, volgens het systeem van de proportionele verdeling.

Na meer dan drie jaar aan het bewind te zijn geweest en op enkele weken vóór de verkiezingen wordt dat plots gewijzigd. Alles moet snel gaan want iedereen weet dat de wetgevende kamers vervroegd zullen worden ontbonden. Men wacht op de goedkeuring van het ontwerp in de Senaat. Het ontbindingsbesluit ligt klaar. Het moet alleen nog door de minister van Binnenlandse Zaken worden ondertekend.

De heer Antoine Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken. - Mijnheer Vandenberghe, ik heb zoveel echt werk dat ik geen tijd heb om te denken aan wat morgen of overmorgen zou kunnen gebeuren.

De heer Hugo Vandenberghe (CD&V). - U heeft geen tijd om de toekomst te voorzien!

De heer Antoine Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken. - Vandaag heb ik weer het genoegen naar u te mogen luisteren. Tot nu toe heb ik enkel dingen gehoord die ik in de Kamer reeds hoorde in de commissie en in plenaire vergadering en daarna nog eens in de Senaatscommissie. Terwijl ik met aandacht luister of u misschien toch iets nieuws zegt, heb ik geen tijd om me in hypothesen te verdiepen.

De heer Hugo Vandenberghe (CD&V). - Mijnheer de minister, regeren is vooruitzien.

Plots werkt men een nieuwe wetgeving uit en men verkoopt die als een democratische revolutie. Het woord revolutie wordt vaak misbruikt en hier is dat niet minder het geval. Het gaat niet om een revolutie want er is daar geen behoefte aan, maar om een politiek manoeuvre, ingegeven door zuivere electorale overwegingen.

De paarsgroene meerderheid zou minder zelfzeker geworden zijn. De kartonnen maquette van de Belgische modelstaat die ze heeft opgebouwd is immers maar een façade. Ze gebruikt een bekende truc om haar stemmen te optimaliseren zodat ze het stemmenverlies minder zwaar kan laten doorwegen dan in het bestaande systeem.

Het paarsgroene orkest dat in ieder geval geen harmonieuze symfonieën speelt, gebruikt voor het politieke spel een nieuw en bijzonder eigenaardig instrument, namelijk een apothekersweegschaal. Ik heb het dan niet over de weegschaal van vrouwe Justitia want zij was geblinddoekt zodat ze niemand kan bevoordelen. Deze apothekersweegschaal dient enkel en alleen om de belangen van de meerderheidspartijen af te wegen.

Alleen de belangen van de meerderheidspartijen worden op de weegschaal gelegd, zodat de coalitiepartners kunnen nagaan hoe ze de democratische gevoeligheid van het publiek kunnen verzwakken en zodoende hun wankele meerderheid alsnog kunnen overeind houden. Als de meerderheid zichzelf en dus de kiezer zou respecteren, zou ze dergelijke trucs niet net voor de verkiezingen uithalen.

Ik begrijp de meerderheid overigens niet. De geschiedenis toont immers aan dat de kiezer dit alles doorziet. In Vlaanderen begrijpen de kiezers maar al te goed waarom de provinciale kieskringen worden ingevoerd en de arrondissementen verdwijnen uit de electorale indeling. De meerderheid beweert de oneerlijke effecten van de apparentering te willen wegwerken, maar ze voegt wel de apparentering in tussen de Franstalige lijsten van Brussel-Halle-Vilvoorde en die van het kiesarrondissement Nijvel, dat in een andere provincie ligt. Collega Tobback verklaarde bij een vorige gelegenheid dat de apparentering volstrekt geen probleem vormt en dat de eventuele negatieve gevolgen ervan in de kleine arrondissementen kunnen worden ontweken of gemilderd.

Een andere semi-revolutionaire hervorming is de invoering van de kiesdrempel van 5%. In tegenstelling tot vroegere aankondigingen werd niet geopteerd voor de invoering van een echte kiesdrempel, maar voor een kiesdrempel op provinciaal niveau. Dat betekent dat het effect ervan verschillend is. De `kiesdrempel' blijft ongewijzigd in West-Vlaanderen en Limburg, wordt licht opgetrokken in Oost-Vlaanderen, wordt omzeild in Vlaams-Brabant en wordt opgetrokken in de provincie Antwerpen.

De talrijke berekeningen over de effecten van de wijzigingen van het kieswetboek hebben geen groot realiteitsgehalte. De kiezer zal echter inzien dat het de bedoeling van deze hervorming is sommige stemmen minder gewicht te geven.

Deze overwegingen brengen me tot de vraag of deze hervorming wel eerlijk is. Kan de kieswetgeving worden gewijzigd door de meerderheid alleen, die er voordeel bij heeft? De wijze waarop het ontwerp wordt behandeld, toont aan dat het antwoord negatief is.

Ik geef het voorbeeld van de timing. Iedereen herinnert zich ongetwijfeld dat de kieswet te allen prijze in de Kamer moest worden goedgekeurd vóór 21 juli 2002.

Er kwam een kink in de kabel omdat het advies van de Raad van State werd gevraagd. De heer De Croo heeft de Kamer dan in september bijeengeroepen, terwijl er volop werken aan de gang waren. De heer De Croo wil namelijk zoals president Mitterrand de geschiedenis ingaan als bouwheer van grote werken. Ga maar eens kijken in Parijs: la bibliothèque de monsieur le Président Mitterrand en wat weet ik allemaal. De heer De Croo vindt dat een goed idee en begint met aanpassingen op Belgisch niveau: het buffet van de Kamer en de stemmachines van de Kamer, die dan niet werken.

Tijdens deze werken eist de eerste minister dat de kamerleden vergaderen, maar niet in de Senaat, hoewel dat een evidente oplossing was. Achteraan in onze zaal is er ruimte genoeg om zetels bij te plaatsen en gezien het absenteïsme was er geen enkel probleem om de stemming hier te houden. Maar nee, dat mocht niet. De Kamer is dan maar naar de derde verdiepingvan het Huis van de Parlementsleden getrokken, naar de vroegere zaal van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad.

Is dat een bewijs van politieke eerlijkheid? Waarover moest er zo dringend gestemd worden in volle vakantie en in dergelijke omstandigheden?

De timing doet denken aan de trucs van de vierde Franse republiek, die vóór iedere verkiezingen de kieswetgeving wijzigde om de positie van de meerderheid, die wist dat ze de verkiezingen zou verliezen, te redden. Het gevolg was dat in 1951 de partijen die minder stemmen hadden, meer zetels kregen in het Frans parlement. Natuurlijk heeft zoiets negatieve gevolgen, niet alleen voor het imago, maar ook voor het vertrouwen in de politiek.

Een andere belangrijke `kieshervormer' was de Amerikaanse gouverneur Gerry. Hij legde een bewonderswaardige creativiteit aan de dag om de kiesregeling in zijn staat aan te passen aan de verlangens van de meerderheid. Zijn hervorming is de geschiedenis ingegaan als het salamandermodel, omdat de nieuwe kieskringen de vorm van salamanders kregen, zonder enige homogeniteit. Kieskringen uittekenen met plat electorale doelstellingen staat sindsdien bekend als `gerrymandering'. De heer Slangen vindt dat heel interessant. Nieuwe bustes en schilderijen en een nieuwe woord in de politicologie: de `guymandering'.

Wenste de kiezer deze hervorming? Stond hij voor de poorten van het parlement te betogen voor een nieuwe kieswetgeving? Werden er in heel Vlaanderen optochten met spandoeken gehouden om de afschaffing van de apparentering en een wijziging van de kieswetgeving te eisen? Ik heb er niemand iets over horen zeggen. De mensen spreken over de werkloosheid, over de sluiting van Alcatel, over Sabena, over de beurscrash waardoor tientallen miljarden verdwenen zijn, maar niemand heeft me aangesproken over de hervorming van de kieswetgeving. De politiek heeft de kans laten liggen om de moeilijke maatschappelijke en economische problemen aan te pakken.

Deze hervorming is dus oneerlijk en komt op het verkeerde ogenblik. De kieswet moet in het begin van een legislatuur worden hervormd, om de indruk te vermijden dat het om een partijpolitiek manoeuvre gaat. Voor een kieswetswijziging moet brede steun worden gezocht, bij meerderheid en oppositie. Dat is niet gebeurd.

Bovendien is deze hervorming ongewenst, maar de regering heeft het tot haar waarmerk gemaakt bij elke gelegenheid Vlaanderen bont en blauw te slaan. We hebben het gezien met het Lambermontakkoord en het Lombardakkoord, waarmee de regering inging tegen alle grondwettelijke bezwaren, zelfs van Franstalige kamers van de Raad van State.

Blijkbaar is de minister-president van de Vlaamse regering ten einde raad, want vandaag las ik in een krant dat er volgens hem een Vlaams front tot stand moet komen. En dat op de dag dat in de Senaat de anti-Vlaamse kieswetgeving moet worden goedgekeurd! De meerderheidspartijen zullen de rekening gepresenteerd krijgen. De burgers van Zoutleeuw, Geetbets, Diest, Leuven en Tervuren zullen immers heel goed weten wat de draagwijdte van deze hervorming is. Zij weten dat de stemmen van de kiezers uit het arrondissement Leuven minder zwaar zullen wegen dan de stemmen van de kiezers uit andere arrondissementen. Hoe kan de Vlaamse minister-president nu geloofwaardig spreken over een Vlaams front? Het Vlaamse front dat hij zou voorstellen, wordt onmiddellijk weggewuifd.

Een kieshervorming zou op de grenzen van de gewesten moeten worden geënt, maar Leuven wordt bij Brussel-Halle-Vilvoorde gevoegd en er is een apparentering met Nijvel. Dit is de duidelijkst denkbare voorafspiegeling van le très grand Bruxelles de l'avenir. Deze maatregel is alleszins niet in het voordeel van de Vlamingen. De Franstaligen waren geen vragende partij. De Vlamingen hebben een prijs betaald voor de partijpolitieke koppigheid van enkele spindoctors.

Tegen de letter van de Grondwet in wordt er één kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde-Leuven gemaakt. De inwoners van de kieskring Leuven hebben volgens de Grondwet het recht zeven volksvertegenwoordigers aan te wijzen. Volgens dit ontwerp krijgt de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde-Leuven in feite één Vlaamse lijst per partij. De inwoners van het arrondissement Leuven zullen niet beslissen over hun zeven volksvertegenwoordigers, aangezien de inwoners van de kiesomschrijving Brussel-Halle-Vilvoorde-Leuven op dezelfde lijst stemmen waarop de kandidaten van de kiesomschrijving Brussel-Halle-Vilvoorde en de kandidaten van Leuven voorkomen.

Tijdens het debat over het Lambermont- en het Lombardakkoord heb ik gezegd dat het waarmerk van de regering erin bestond dat ze de Grondwet verkrachtte. Ik herinner me dat de heer Moureaux zei dat een dergelijke verkrachting hem veel plezier bezorgde.

Met dezelfde kiesresultaten als in 1999 zal het aantal Vlaamse zetels in Vlaams Brabant in 2003 met twee verminderen. Waar de Vlamingen vroeger in Brussel-Halle-Vilvoorde elf zetels behaalden en in Leuven zeven, zal de hervorming ertoe leiden dat de Franstaligen een aantal zetels bijwinnen. Daarvoor is er geen andere reden dan partijpolitieke koppigheid. De SP.A wil dat minister Stevaert voor Kamer én Senaat kandidaat kan zijn, hoewel hij zelf ronduit aan de kiezers zegt dat hij niet eens van plan is in Kamer of Senaat zitting te nemen. Zijn dat eerlijke verkiezingen? We weten al langer dat we met paarsgroen in de virtuele politiek zijn terechtgekomen, maar nu krijgen we ook virtuele verkiezingen. Politici stellen zich wel kandidaat, maar zeggen tegelijk openlijk dat ze niet van plan zijn een mandaat uit te oefenen. Waarom stemmen de kiezers dan? Dit is een volstrekt dieptepunt in de politiek.

Toppunt is dat dit model komt van de partijen die altijd de mond vol hadden van politieke vernieuwing en depolitisering. Daarvoor moeten de Leuvenaars betalen, want hun stemmen in Brussel-Halle-Vilvoorde wegen voortaan minder zwaar dan de Vlaamse stemmen in de rest van het land.

Dat is uiteraard nefast voor de politiek en voor het land. De kiezer zal paarsgroen daarvoor afstraffen. Herinner u de gemeenteraadsverkiezingen van 8 oktober 2000. Ook toen kondigde paarsgroen met veel klaroengeschal aan dat ze de CVP uit de gemeente- en stadhuizen zou verjagen en dat ze de plaatselijke democratische macht van onze partij zou vernietigen. We hebben de uitslag allemaal gezien. Van het klaroengeschal bleef niet veel over.

Volgens de meerderheid zijn de oppositiepartijen het grootste probleem in het land en die moeten ze dus met een nieuwe kieswet trachten uit te sluiten. Dat is de basis van deze hervorming. De kiezer, die deze mentaliteit doorziet, zal paarsgroen daarvoor opnieuw afstraffen.

Ik zie geen enkele reden waarom de Senaat op de voorgestelde weg zou verder gaan. Bovendien zijn er nog verschillende andere technische kwesties die alleen tot doel hebben de rechtstreekse greep van de partijen op het politieke leven te verhogen en die van de burger te verkleinen. `De burger'! Het is niet mijn geliefkoosde term. Ik heb het liever over mensen. Maar anderen beloofden dat eindelijk de burger ging beslissen over de toekomst van het land. En wat blijkt? De burger moet kiezen voor kandidaten die niet van plan zijn zitting te nemen in het parlement en dit op basis van een regeling die strijdig is met de Grondwet.

De adviezen van de Raad van State over de wetswijziging zijn - om het diplomatiek uit te drukken - striemend, vernietigend. Tot tweemaal toe noemde de Raad van State de regeling voor Brussel-Halle-Vilvoorde-Leuven ongrondwettig. De Raad van State zag ook een groot probleem in de dubbele kandidaatstelling voor Kamer en Senaat. De virtuele politiek van de paarsgroene regering, die reeds de virtuele regering van de volgende legislatuur meent te zijn, heeft immers virtueel ook de Senaat afgeschaft, ondanks het moedige verzet van de voorzitter. De vijand staat al ante portas, zoals een Romeins senator zei, maar ik verzeker u dat ze niet verder zullen geraken! Daarvoor heeft paarsgroen immers een tweederde meerderheid nodig.

De kieswet wordt hervormd in de veronderstelling dat de Senaat reeds is afgeschaft, terwijl Kamer en Senaat nog over die afschaffing met een tweederde meerderheid moeten stemmen. Het ontwerp bepaalt dat iemand zich zowel voor de Senaat als voor de Kamer kandidaat mag stellen, terwijl de Grondwet verbiedt dat verkozenen tegelijkertijd in Kamer en Senaat zitting hebben. Dat getuigt van de kleine, laag-bij-de-grondse partijpolitieke berekening van zogenaamde grote staatslieden en toont aan dat deze kieswetgeving strijdig is met de echte, fundamentele regels van de democratie, die ook in de internationale verdragen zijn opgenomen en die bepalen dat verkiezingen eerlijk en loyaal moeten zijn en de bevolking niet mag worden misleid. In een democratie heeft de kiezer het recht te weten waarover wordt gestemd en wat de inzet is van de verkiezingen.

Als de verkiezingen krachtens deze wet worden georganiseerd, bezondigt de wetgever zich aan democratische oplichting. Ik geloof dat de democratische gevoeligheid in ons land voldoende sterk is om weerstand te bieden tegen deze manoeuvres.

Onderhavig wetsontwerp bezegelt de vertrouwensbreuk tussen CD&V en de meerderheid. Een kieswetgeving is geen speelgoed. Wie de democratie wil dienen en de politiek wil herwaarderen, moet erop toezien dat een wijziging van de kieswetgeving met een brede meerderheid in Kamer en Senaat wordt goedgekeurd.

Politics must be seen to be done. Wie de regels voor de organisatie van de verkiezingen vastlegt, moet een vorm van onpartijdigheid in acht nemen, moet laten zien dat de kiezer de kaarten in handen krijgt, mag niet de indruk wekken dat de verkiezingen in feite nutteloos zijn, omdat de meerderheid hoe dan ook heeft beslist dat ze verder regeert.

Ik hoop dat de leden van de Senaat de verschillende adviezen van de Raad van State nog eens zullen doornemen. De Raad klaagt de ongrondwettigheid van de hervorming aan en maakt duidelijk dat deze kieshervorming een optie inhoudt voor de werking van de Senaat als tweede Kamer die CD&V onder geen enkele omstandigheid, noch in deze zittingperiode, noch in de volgende, zal steunen.

Wij zullen met overtuiging tegen deze hervorming stemmen en wij betreuren dat de Senaat over deze hervorming geen breed eigen debat heeft kunnen voeren. Wij hebben die kans laten liggen en de publieke opinie zal dat mijns inziens niet appreciëren.

Mevrouw Anne-Marie Lizin (PS). - In het regeerakkoord van 7 juli 1999 werd het parlement gevraagd een commissie voor politieke vernieuwing op te richten.

De beide Kamers hebben onmiddellijk gereageerd. In de Kamer van volksvertegenwoordigers werd in 1999 een commissie opgericht en in de Senaat op 20 januari 2000. De beide commissies werken trouwens samen.

In het regeerakkoord werd in duidelijke termen gepreciseerd: "Een democratie moet haar wijze van besluitvorming en de inspraakmogelijkheden die zij biedt permanent evalueren en verbeteren. De burger moet daarbij opnieuw centraal worden geplaatst zodat hij terug greep krijgt op het politieke gebeuren. De Regering nodigt daarom het Parlement uit een commissie politieke vernieuwing op te richten, die onder meer de modernisering en de aanpassing van ons kiesstelsel zal onderzoeken, de omvang van de kiesomschrijvingen, het versterken van de politieke participatie van alle groepen in de samenleving."

De samenleving verandert en we moeten onze besluitvormingsstructuren aanpassen aan de verwachtingen van de burgers. Daarom moeten wij ons buigen over onderwerpen als de evenredige vertegenwoordiging, de pariteit op de kieslijsten, de omvang van de kieskringen, de invoering van kiesdrempels, de uitbreiding van het stemrecht en het systeem voor de verdeling van de stemmen.

De PS-fractie meent dat het huidige systeem een aantal gebreken vertoont. Het heeft geleid tot een onvoorspelbare en soms willekeurige toekenning van zetels door het systeem van de apparentering en tot de versplintering van het politieke landschap. Ik ben voorstander van deze wet. Ik hoop dat ze de dynamiek in Wallonië zal versterken door twee echte bevolkingspolen te creëren, namelijk Bergen en Luik, en dat ze een einde maakt aan een aantal gebreken van het huidige systeem. Zo werd ik ooit verkozen met 12.000 stemmen, terwijl een andere kandidaat, via apparentering, verkozen werd met slechts 60 voorkeurstemmen. De voorgestelde wijziging zal de kwaliteit van de politieke en parlementaire werkzaamheden verbeteren.

Wij zijn het volkomen eens met de rapporteur, de heer Wille. We zijn verheugd over deze wet, want er moeten opnieuw echt representatieve territoriale structuren komen. We zijn ook blij dat het systeem van de plaatsvervangers opnieuw wordt ingevoerd. Door de wetten van 27 december 2000 en 22 januari 2002 tot beperking met de helft van de devolutieve kracht van de lijststemmen werd ook het systeem van de plaatsvervangende kandidaten afgeschaft, zodat alle niet gekozen kandidaten plaatsvervangers werden.

De heer Istasse en ikzelf hadden al eens geprobeerd om dat te corrigeren voor de kleine kieskringen. Wij zijn er dan ook voorstander van om het systeem van plaatsvervangende kandidaten opnieuw in te voeren. De wijziging van de kieskringen zal immers heel wat veranderingen teweegbrengen, zodat enkele correcties via het systeem van plaatsvervangers zeer nuttig zullen zijn, vooral met het oog op een betere vertegenwoordiging van de jongeren. De PS meent dat de ideeën, programma's en waarden van de partijen voorrang moeten hebben op de populariteit van de kandidaten.

Voor de verkiezing van het federale parlement is het probleem bijna opgelost. Voor de verkiezing van de deelstaatparlementen moet het systeem van de plaatsvervangers snel opnieuw worden ingevoerd. Ik verwijs naar een wetsvoorstel in die zin.

De PS-fractie was geen vragende partij voor de uitbreiding van de kieskringen tot de provincies. Sommigen, die nu trouwens niet aanwezig zijn, drongen daar sterk op aan, en wij zijn loyaal tegenover hen.

We zijn wel verheugd over de afschaffing van de apparentering. Daardoor wordt de situatie voor de kiezer duidelijker en worden de bevolkingspolen in Wallonië versterkt.

Ik heb gisteravond een interessant debat bijgewoond over de hervorming van de RTBF. Dat is geen federale bevoegdheid, maar wat daar gezegd werd, past wel in onze gedachtegang. De hervorming zal het beeld van Wallonië de komende tien jaar sterk veranderen en zal ons gewest de capaciteiten geven die het nodig heeft om een volwaardig gewest in Europa te worden. Die maatregel zal de situatie voor de kiezer duidelijker maken en de gekozenen meer legitimiteit geven.

De PS-fractie is ook blij dat het arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde blijft bestaan. De Franstaligen van de rand kunnen dus nog voor een Franstalige kandidaat stemmen.

De invoering van de kiesdrempel van 5% zorgt voor veel onrust. Is die drempel te hoog of te laag? Is die maatregel democratisch of niet? De belangrijkste betrokkenen zijn hier vanochtend niet aanwezig. Voor ons heeft dat punt niet veel belang, maar we willen deze wet geen antidemocratisch karakter geven. Ik wijs er evenwel op dat er al een kiesdrempel bestaat, die dikwijls nog hoger is dan de door deze hervorming vooropgestelde drempel.

Volgens deze regel heeft een partij die in een provinciale kieskring de drempel van 5% niet haalt daar geen gekozene. Toch kon ze tijdens de kiescampagne de bevolking kennis laten maken met haar programma en haar ideeën. Dat ze de vereiste drempel niet haalt, betekent dat ze niet erg veel kiezers heeft overtuigd.

Wij steunen dan ook deze maategel die door anderen gewenst werd, maar voor ons niet zo belangrijk is.

Samen met deze hervorming worden ook wetsontwerpen ingediend met het oog op een gelijke vertegenwoordiging van mannen en vrouwen op de kieslijsten. Door al die hervormingen zullen de volgende verkiezingen in een totaal nieuwe context plaatsvinden.

In de volgende regeerperiode zal het ritssysteem worden ingevoerd voor heel de lijst. Ik had dat liever nu al gehad, maar we hebben een compromis moeten sluiten dat ons gedeeltelijk voldoening schenkt. Een ritssysteem over de gehele lijst is volgens ons de enige waarborg voor objectieve verkiezingen.

We wijzen er ook nogmaals op dat onze fractie het stemrecht bij de lokale verkiezingen wil uitbreiden tot alle niet Europese inwoners.

Mevrouw Jeannine Leduc (VLD). - Na de Kamer zal vandaag de Senaat, na een grondig en intens debat, de nieuwe kieswet goedkeuren. Ik feliciteer de heer Wille die hier beknopt, maar zeer vakkundig verslag heeft uitgebracht. Voorts dank ik de diensten voor hun inzet. Het goed gestoffeerde commissieverslag telt 160 bladzijden. De Senaat is dus duidelijk niet over een nacht ijs gegaan. Ik wil daarbij de werkkracht van de oppositie zeker niet ontkennen; ze heeft zich enorm ingespannen om de nieuwe kieswet te bekritiseren. De oppositie heeft ons verweten de ware belangen van de bevolking niet voorop te stellen. Dat de bespreking zo veel tijd heeft gevergd, bewijst echter dat de oppositie evenmin aandacht schenkt aan wat de bevolking werkelijk bezighoudt.

Mevrouw Erika Thijs (CD&V). - Dat is ongehoord. Hebben wij dan zelfs geen recht meer op een grondige bespreking? U verwijt ons het debat te lang te hebben gerekt.

Mevrouw Jeannine Leduc (VLD). - U hebt het debat inderdaad nodeloos lang gerekt door lange citaten uit boeken voor te lezen. Als u ons de gegevens over uw bronnen had bezorgd, hadden we veel tijd kunnen besparen. Wij hadden ons trouwens degelijk voorbereid.

Hoewel wij veel aandacht hebben besteed aan de voorbereiding van deze hervorming van de kieswetgeving en aan de behandeling in Kamer en Senaat, hebben we de belangen van de bevolking zeker niet verwaarloosd.

In de commissie werden grote woorden gebruikt om het wetsontwerp te bestrijden: manipulatie van de spelregels, ondermijnen van de democratische loyaliteit, een kaakslag voor Vlaanderen, schending van de Grondwet. Ik hou mij lang genoeg met politiek bezig om dergelijke overdrijvingen te relativeren. Dat zal ik punt voor punt doen.

Elke kieswethervorming wekt angst op, niet bij de bevolking, maar bij de parlementsleden, zowel van de oppositie als van de meerderheid. Die angst is overigens terecht omdat een hervorming de spelregels kan wijzigen. Het zou kunnen dat, vergeleken met de vorige verkiezingen, een zelfde aantal stemmen geen zetel oplevert.

Toch zal de voorgestelde hervorming op dat vlak weinig veranderen. De zetelverdeling over de partijen blijft identiek. De kiesdrempels veranderen immers niet. Mocht men op basis van de uitslag van 1999 provinciale kieskringen vormen en alle verkozenen opnieuw op de verkiesbare plaatsen zetten, dan zouden ze opnieuw verkozen zijn. De angst is dus grotendeels ongegrond en ingegeven door het onbekende.

De enigen die echt kwetsbaar zijn, zijn de kandidaten die met een lage stemmenscore door het toeval van de apparentering een zetel hebben behaald. Het mechanisme van de nieuwe kieswet wijzigt de uitslag van de vorige keer in principe niet. Het is uiteraard mogelijk dat partijen hun strategie veranderen, maar dat is een zaak die binnen de partij moet worden uitgevochten.

Omdat we het bestaan van angstgevoelens niet ontkennen, heeft de VLD ingestemd met de herinvoering van de lijst van opvolgers. Ik geef toe dat het geen staaltje van fraai wetgevend werk is om de opvolgers in de loop van dezelfde regeerperiode af te schaffen en ze daarna opnieuw in te voeren. De VLD heeft zich bij de herinvoering neergelegd, hoewel de afschaffing in feite ons stokpaardje was.

Een kieswethervorming is altijd het resultaat van een compromis. Ik begrijp dat na de halvering van het belang van de lijststem - wij waren trouwens voorstander van de volledige afschaffing van de lijststem - en na de invoering van de pariteit tussen man en vrouw, waarover ik zeer verheugd ben en waarvoor ik mijn hele leven heb geijverd, de onzekerheid in vele fracties zeer groot was. In het verleden is het systeem van de opvolging ook gebruikt om jongeren, vrouwen en deskundigen een kans te geven om parlementslid te worden. In alle partijen bestaan daar voorbeelden van. Ik vind het dus goed dat de opvolging opnieuw wordt ingevoerd om verdienstelijke mensen, die wel deskundig zijn, maar die door de invoering van de pariteit of omdat ze geen stemmentrekkers zijn uit de boot vallen, een kans te geven.

De heer Joris Van Hauthem (VL. BLOK). - Voor de vrouwen gaat het dus om excuus-Truzen?

Mevrouw Jeannine Leduc (VLD). - Neen. Ik heb er altijd voor geijverd om mensen met veel kwaliteiten op de lijsten te plaatsen. Maar sommige mensen zijn nu eenmaal populairder dan anderen.

De heer Wim Verreycken (VL. BLOK). - Heeft de VLD-eerste minister die in 2000 kwam vragen om de opvolgers af te schaffen, het parlement dan voorgelogen? Ik hoor u nu immers de tegenovergestelde argumentatie ontwikkelen. In 2000 juichte u de eerste minister toe.

Mevrouw Jeannine Leduc (VLD). - Ik heb destijds, samen met de eerste minister, gepleit voor de afschaffing van de opvolgers. Wij beslissen echter niet alleen over de wijziging van de kieswetgeving. Ideeën van de verschillende meerderheidspartijen worden samengebracht. Als we de pariteit tussen mannen en vrouwen, de halvering van het belang van de lijststem en de provinciale kiesomschrijving kunnen realiseren, heb ik er begrip voor dat sommige partijen vragen de lijst van opvolgers terug in te voeren.

De heer Wim Verreycken (VL. BLOK). - Zeg dan gewoon dat u dat doet onder druk van de SP. A.

Mevrouw Jeannine Leduc (VLD). - Er is druk van heel wat mensen geweest. Uw partij heeft in het verleden ook gebruik gemaakt van het systeem van de opvolgers. Er zijn positieve kanten aan elk systeem. Wij hebben de opvolging nu opnieuw aanvaard. En ik heb daarstraks al toegegeven dat ik het niet zo fraai vind om in eenzelfde legislatuur van opstelling te veranderen.

Volgens sommigen zou de invoering van provinciale kieskringen een radicale breuk vormen met de electorale tradities van het land. De kloof tussen burger en politicus zou enorm vergroten. In feite gaat het om de voltooiing van een ontwikkeling die al lang aan de gang is. In de negentiende eeuw steunde de zetelverdeling enkel op de arrondissementen, maar de zetelverdeling over de politieke partijen gebeurt al sedert 1919 op provinciaal niveau. De apparentering werd ingevoerd om de schijn op te houden dat de kiesstrijd in de arrondissementen werd gevoerd. In tegenstelling tot wat sommige oppositieleden hebben verkondigd, was de apparentering helemaal geen rechtvaardig systeem. Rekenkundig gezien is het een loterij.

Er zijn in alle fracties voorbeelden te vinden van parlementsleden die met weinig stemmen door de loterij van de apparentering een kandidaat met een aanzienlijker aantal stemmen verdrongen.

In 1994 heeft de vorige regering, waar de VLD geen deel van uitmaakte, al vier provinciale kieskringen gecreëerd: Limburg - waar ik aanvankelijk sceptisch tegenover stond maar waar ik nu helemaal achter sta - Luxemburg, Namen en Waals-Brabant. Elders werden kieskringen vergroot of gebeurde er niets. Ik zal iets duidelijker zijn. Mechelen en Turnhout werden samengevoegd tot één kieskring van tien zetels: een lange, dikke worm rond Antwerpen als het ware. Die kieskring bevatte een groep gemeenten die nauwelijks bij elkaar horen. Veurne-Diksmuide-Ieper-Oostende en Brugge die samen een mooie kieskring langs de kuststreek hadden kunnen vormen, werden apart gehouden, hoewel ze samen maar negen zetels opleverden, één minder dan in Mechelen-Turnhout. Ik zal maar niet proberen te achterhalen waarom het de ene keer zus moest en de andere keer anders. Die operatie deed mij denken aan de fusies van de gemeenten. Ook toen werden fusies voorgesteld louter om CVP-meerderheden veilig te stellen.

Wij creëren nu negen volwaardige provinciale kieskringen. Alleen Vlaams-Brabant en Brussel vormen uitzonderingen. De grenzen van die negen kieskringen kunnen niet worden betwist. Er is één lijst per partij en hetzelfde systeem van zetelverdeling als vroeger. De apparentering en ingewikkelde procedures over lijstverbinding worden uitgesloten. Het systeem is eenvoudig, helder en transparant, tot grote tevredenheid van de VLD.

Ik heb het zware verwijt gehoord, vanmorgen nog van de heer Vandenberghe, dat de kieswet de vedettencultus zou versterken. Dat verbaast mij van CD&V die destijds met Leo Tindemans de personalisering in Vlaanderen heeft ingevoerd, die later met Wilfried Martens en Jean-Luc Dehaene monsterscores behaalde en die de jongste verkiezingen met Stefaan De Clerck de hoogste penetratiegraad liet optekenen, waarmee die zich nog vóór Herman De Croo plaatste. Het verbaast me dat CD&V opkijkt naar Jan Peter Balkenende, de man die in Nederland twee keer zoveel voorkeurstemmen behaalde als Pim Fortuyn.

Het is toch niet de fout van de kieswet dat CD&V er niet in slaagt om Pieter De Crem in Oost-Vlaanderen, Luc Van den Brande in Antwerpen of Jean-Luc Dehaene in Brabant uit te spelen! Daar is de partij zelf verantwoordelijk voor.

De heer Hugo Vandenberghe (CD&V). - Zal ik u onze kieslijsten laten opmaken?

Mevrouw Jeannine Leduc (VLD). - Toch niet, we hebben het al moeilijk genoeg met de onze!

De heer Hugo Vandenberghe (CD&V). - Al die nieuwe kandidaten die staan te trappelen om toe te treden!

Mevrouw Jeannine Leduc (VLD). - Zoals u weet willen wij de grootste volkspartij worden en dan moeten we open staan voor iedereen en we doen dat graag. Zij die recent voor onze partij gekozen hebben, hebben zich trouwens al helemaal geïntegreerd en zij zullen bewijzen dat ze wel degelijk bagage hebben. De verkiezingen zullen dat bevestigen.

De nieuwe kieswet zal mandatarissen met een lokale uitstraling in de toekomst niet weghouden uit het parlement. Het verwijt dat de kieskring te groot wordt, gaat niet op. De kiesdrempels veranderen immers niet. Bovendien wordt door de regionale televisie elke politicus een bekende Limburger, Antwerpenaar, Brabander, enzovoort. En dat is niet anders in Wallonië.

Bovendien vind ik de provinciale dimensie geen slechte zaak. Iedere politicus, ook degene die vooral in de eigen gemeente actief is, moet voortaan zijn blikveld verruimen. Hij of zij moet lokale toestanden toetsen aan wat elders in de provincie gebeurt. We doen dat in Limburg al sedert 1994. Ik denk niet dat bij ons nog iemand naar het oude systeem terugwil.

Dit beantwoordt trouwens aan een maatschappelijke realiteit. De horizon van de mensen beperkt zich niet meer tot hun gemeente en enkele gemeenten daar rond. Veel mensen in mijn provincie werken in Maastricht of Eindhoven, Brussel of Antwerpen, Luik of zelfs Keulen. Wat in de Kamer besproken wordt, heeft overigens ook vaak een dimensie die het lokale overstijgt, van de spoorwegen over de ontwikkelingssamenwerking tot de ruimtevaart. De invoering van provinciale kieskringen is dus allesbehalve een horrorscenario. Het is integendeel een goede zaak.

Over de andere aspecten van de nieuwe kieswet wil ik kort zijn. Over de kiesdrempel is zowat alles gezegd. Hij zal alleen effect hebben in Oost-Vlaanderen, Antwerpen en de Vlaamse kieskring van de Senaat. Het gaat dus om een kleine en terechte correctie op de versnippering van het Vlaamse politieke landschap. Ik geef collega Moureaux gelijk; we moeten met kiesdrempels voorzichtig omspringen. Als we het Turkse systeem, met een kiesdrempel van 10 procent, in België zouden invoeren op nationaal niveau, zouden er maar vier partijen overblijven: VLD, MR, PS en CD&V. We hadden dan ofwel een rooms-rood kabinet ofwel misschien een homogeen blauw. We mogen af en toe toch eens dromen. Een kiesdrempel van 5 procent is hoe dan ook een goede zaak. Alle partijen krijgen de kans hun programma aan de kiezer voor te leggen. Als ze dan geen 5 procent halen, is er duidelijk iets mis.

De dubbele kandidatuur voor Kamer en Senaat lijkt op het eerste gezicht een dubieuze zaak, zeker als ook kandidaten van andere niveaus, onder meer uit de Vlaamse Gemeenschap, meestrijden in 2003. Maar ook dat moeten we relativeren. Partijen en hun principes worden vandaag vooral aan de man of vrouw gebracht via opvallende persoonlijkheden. We kunnen ervoor zijn of ertegen, maar we kunnen er niet omheen.

Sommige leden zijn van oordeel dat kiezen voor partijen en principes veel duidelijker was. Ik vind dit onderscheid enigszins overdreven. Staat Steve Stevaert niet voor de SP.A, Guy Verhofstadt niet voor de VLD en Stefaan De Clerck niet voor CD&V? Eerlijk gezegd denk ik dat de kieswet daaraan niets verandert. Als de stembus na het sluiten van de bureaus wordt leeggemaakt, is de eerste handeling het stembiljet op naam van een politicus op de stapel van zijn partij leggen. Politici worden nu eenmaal geïdentificeerd met hun partij.

Tot slot nog een woord over Vlaams-Brabant. In de commissie heb ik erop gewezen dat ik in deze materie geen expert ben. Desondanks kan ik grotendeels instemmen met de uitleg van de heer Tobback.

Ook wij gaven de voorkeur aan de splitsing van het kiesarrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde, omdat dit duidelijke provinciale kieskringen zou hebben opgeleverd. Toen dit evenwel niet mogelijk bleek, hadden we kunnen opteren voor een status-quo. Daarvan zouden de politici van Vlaams Brabant echter de dupe zijn geweest. De heer Vandenberghe weet toch hoe belangrijk de perceptie is in de eerste dagen na de verkiezingen, ook al zijn de verkiezingsuitslagen niet volledig. Zou de heer Jean-Luc Dehaene zo snel een stap opzij hebben gezet als hij niet op donderdag, maar op maandag had geweten welke monsterscore hij had behaald?

Het risico van een status-quo is dat de Vlaamse politici uit Brabant door de blijvende verdeling van hun provincie in twee kieskringen in de dagen na de verkiezing worden beoordeeld als politici met weinig voorkeurstemmen in vergelijking met hun collega's uit Antwerpen, Limburg of Vlaanderen. Daarom hebben we een Vlaams-Brabantse kieskring gemaakt die even groot is als de andere.

Dat heeft twee bijkomende voordelen opgeleverd. De grote namen van de kieskring Leuven kunnen mee worden ingezet tegen de grote Franstalige namen uit Brussel en daarenboven laten we de Vlaamse Brusselaars niet alleen in een aparte kieskring Brussel.

Toen de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde niet mogelijk bleek te zijn, is de meerderheid op een andere formule teruggevallen die door sommigen ongrondwettig wordt genoemd. Ik ben terzake te weinig expert om hierover te oordelen, maar de minister van Binnenlandse Zaken heeft elk bezwaar in commissie uitvoerig weerlegd. Bij een communautair geladen onderwerp komen altijd ingewikkelde constructies uit de bus. Ook toen wij in de oppositie zaten, noemden we dergelijke oplossingen steeds ongrondwettig.

Ik verneem dat de oppositie het oordeel van het Arbitragehof zal vragen. Dat lijkt me niet onzinnig te zijn, aangezien het arrest van het Arbitragehof van 1994 mee de ruimte schiep voor de huidige constructie voor Vlaams-Brabant. Overigens wijs ik erop dat de vraagtekens van de Raad van State inzake de grondwettigheid van het ontwerp, op de overtrokken opmerking met betrekking tot de kiesdrempel na, alleen slaan op de constructie over Vlaams-Brabant en niet op de negen overige provinciale kieskringen.

Deze hervorming is klein, maar nuttig en zal ons verkiezingssysteem helderder, eerlijker en ook iets competitiever maken. Het zal allicht dan ook niet verbazen dat de VLD het wetsontwerp zal goedkeuren.

De heer François Roelants du Vivier (MR). - Ik zal in het kort enkele punten aanhalen die ik belangrijk vind voor de democratie, de politieke vernieuwing en de Franstaligen.

Als senator van het Brussels Gewest verheugt het mij dat het arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde blijft bestaan. Hiermee wordt bevestigd dat de Brusselse realiteit verder reikt dan de 19 gemeenten en dat het recht van de Franstaligen van de rand zegeviert.

Er wordt geen inbreuk gepleegd op het algemeen kiesrecht in dat arrondissement. De Vlaamse stemmen van het arrondissement Leuven hebben geen enkele invloed op de verdeling van de zetels tussen de Nederlandstalige en de Franstalige lijsten in Brussel, want ze worden alleen in het arrondissement Leuven geteld.

Het behoud van de apparentering tussen de Franstalige lijsten van Brussel-Halle-Vilvoorde en de lijsten van de kieskring Waals-Brabant wijst op een sterke band tussen Brussel en Wallonië. Die verwezenlijking kwam er op vraag van de MR, meer bepaald het FDF.

Dankzij de provinciale kieskringen wordt de legitimiteit van de gekozenen verhoogd en zullen het politieke debat en de confrontatie van ideeën minder bekrompen verlopen dan in het verleden. Met deze hervorming wordt overigens het evenredig kiesstelsel bevestigd, dat nog altijd de meest evenwichtige en zinnige oplossing is in ons ingewikkelde land.

Ik wil het ook nog hebben over de voorgenomen hervorming van de Senaat. Een paritaire Senaat, als ontmoetingsplaats van de deelstaten, past in het kader van een federale Staat. We willen echter niet dat de Senaat zijn bevoegdheden verliest.

Naast de samenstelling van de Senaat, moet opnieuw worden nagedacht over zijn rol. Ook na de hervorming die zal plaatshebben als gevolg van de Grondwetsherziening moet de Senaat zijn evocatierecht en initiatiefrecht behouden. Voor de aangelegenheden waarin onze assemblee uitmunt, namelijk de debatten over de maatschappelijke keuzes, lijkt dit meer en meer noodzakelijk en zelfs onvermijdelijk.

De idee om de Senaat de controle en de follow-up van het buitenlands beleid toe te vertrouwen, het beleid van de Europese Unie incluis, lijkt mij fundamenteel met de voortdurende mondialisering van het beleid, het vrijwillig afstaan van soevereiniteit via verdragen en de activiteiten van de talrijke intergouvernementele organisaties.

De voorgestelde en aangekondigde hervormingen verdiepen dus ons federalisme. De leden van de MR-fractie zullen de voorgelegde tekst dan ook goedkeuren.

Samenstelling van een parlementaire onderzoekscommissie

De voorzitter. - Bij de Senaat is een voorstel ingediend om in de parlementaire onderzoekscommissie belast met het onderzoek naar de legale en illegale exploitatie van en de handel in natuurlijke rijkdommen in de regio van de Grote Meren de heer Philippe Monfils door de heer Olivier de Clippele als lid te vervangen. (Instemming)

Wetsontwerp houdende verschillende wijzigingen van de kieswetgeving (Stuk 2-1280)

Wetsontwerp tot wijziging van het Kieswetboek (Stuk 2-1281) (Evocatieprocedure)

Wetsvoorstel tot wijziging van verschillende kieswetten teneinde de bestraffing van kiezersbedrog mogelijk te maken (van de heer Wim Verreycken, Stuk 2-49)

Wetsvoorstel tot wijziging, wat de kieskringen voor de verkiezingen voor de Kamer van volksvertegenwoordigers betreft, van het Kieswetboek (van de heer Frans Lozie, Stuk 2-449)

Voortzetting van de algemene bespreking

De heer Wim Verreycken (VL. BLOK). - Enkele weken geleden, in deze preverkiezingstijd, beviel premier Verhofstadt van een politiek stationsromannetje dat hij Liberaal project voor de nieuwe eeuw noemde. Daarin heeft hij nogal wat aandacht voor de democratie en één zaak valt daarbij op. Wanneer Verhofstadt over democratie praat, heeft hij het steevast over kieshervormingen en over institutionele hervormingen. De premier heeft het nooit over de overheidsbetutteling die bijvoorbeeld huiseigenaars verbod oplegt om te verhuren aan wie zij willen, over het beperken van de vrijheid van meningsuiting en van vergaderen, over de gedachtepolitie van pater Leman die onder zijn bevoegdheid ressorteert, en allerminst over zijn pogingen om journalisten te doen zwijgen, zeker wanneer hij hen via Europese connecties kan broodroven. Kortom, de fundamentele waarden van de democratie worden verkracht door ze te verzwijgen in het Liberaal project. Alle liberalen worden geacht deze tekst als het evangelie van de heiland uit Toscane te slikken.

In het licht van deze bijna Messiaanse denkwereld wordt de haast waarmee de teksten door de Senaat worden gejaagd, verklaarbaar. Het Parlement moet goedkeuren, zonder enige wijziging, wat door de regering als alleenzaligmakend werd verklaard. Dat een dergelijke houding ruikt naar dictatuur, net het tegenovergestelde van democratie, zal de regering worst wezen.

De regering schreef de teksten die wij vandaag behandelen en liet ze ondertekenen door enkele slaafse kamerleden om te ontsnappen aan een beoordeling door de Raad van State. Men was daarbij zo slordig, dat in de toelichtingen geregeld verwijzingen bleven staan naar de oorspronkelijke opstellers. Ik kan onder meer verwijzen naar de toelichting bij het stuk 1806/001, bladzijde.6: "omdat de regering overal provinciale kieskringen wil creëren (...) stelt zij een regeling voor." Dat werd dan ondertekend door zes parlementsleden. Uiteraard kwam de tekst van de regering en slikten de ondertekenaars gewoon wat hen werd voorgekauwd. Voor mij is dit intellectuele valsheid in geschrifte die moet worden beteugeld en worden afgestraft.

Vroegere nationalisten, denk maar aan Coveliers, Geens en Vankrunkelsven, moeten vandaag goedkeuren dat de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde niet wordt gesplitst, een eis waar zij alle drie ooit voor op de barricaden stonden. Zij moeten slikken dat Wallonië een eigen kamervertegenwoordiging weigert te geven aan 70.000 Duitstaligen, want dat zijn toch maar Duitssprekende Walen zoals Koerden voor Turkije geen Koerden zijn maar bergturken. Dat heb ik hier, onder andere door de Groene partij, al horen veroordelen.

Anno 2003 zullen kiezers uit Halle, Galmaarden, Gooik, Roosdaal, Lennik, Vilvoorde en vele andere Vlaams-Brabantse gemeenten hun stem kunnen geven aan Waalse en Frans-Brusselse kandidaten. Welnu, het is mijn overtuiging dat een federaal bestuur dat zelf de grenzen van zijn deelstaten miskent een onwaardig bestuur is.

Een verenigde oppositie doorkruiste de haast van de regering en zorgde ervoor dat de Raad van State toch om advies werd gevraagd. Dit advies beviel de regering niet en werd verticaal geklasseerd. Een federaal bestuur dat de adviezen van het hoogste rechtscollege wegwuift is eveneens een onwaardig bestuur.

Er kwam ook nog tegenkanting vanwege de artificiële intelligentie. De stemcomputer van de Kamer begreep dat de ontwerpen een geheel van draken vormden en weigerde de stemming te registreren. Wanneer de politieke intelligentie verdwijnt dan grijpt blijkbaar een artificiële intelligentie in. Dit computerfenomeen zorgde wel voor een droevige episode in het dossier. Wetende dat de meerderheid der Kamerleden verplicht een kadaverstem zouden uitbrengen, liet de Kamervoorzitter de stukken reeds versturen aan de Senaat, met de vermelding "tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat". Toen bleek dat de computer democratischer reageerde dan de menselijke stemmachines van de meerderheid, stuurde dezelfde voorzitter een brief aan de senatoren waarin hij de schuld voor het voortijdige verzenden afwentelde op de ambtenaren. Wat kleintjes is, zeer kleintjes, en alleszins een politicus met een beetje ruggengraat onwaardig.

Na het reces kwamen de bewuste stukken dan toch, voor de tweede keer, in de Senaat terecht. Daar werd in de commissie voor de Binnenlandse Zaken zonder meer de karwats bovengehaald. Er werd hier opgemerkt dat de nodige tijd werd genomen om de stukken te bespreken, maar dat was zeker niet te danken aan de meerderheid. Want, als er geen minister aanwezig was, dan merkte die meerderheid op dat ze het wel met de medewerkers zou doen. Wou de oppositie gebruik maken van haar grondwettelijk amenderingsrecht dan zou desnoods dag en nacht worden vergaderd!

Ook de fundamentele vragen werden even arrogant weggewuifd.

Is het herinvoeren van de opvolgers strijdig met alle voorgaande liberale verklaringen? Antwoord: de meerderheid heeft altijd gelijk, zelfs als zij geen gelijk heeft!

Zorgt het systeem van grotere kiesomschrijvingen ten gunste van enkele kandidaten voor een infantilisering van de profileringsdrang? Dan moeten de parlementsleden die geen mediaproduct zijn maar meer stunts uithalen!

Maakt de kiesdrempel van 5% elke echte politieke vernieuwing niet onmogelijk? De enige politieke vernieuwing is degene die gepredikt wordt door deze regering!

Werd het computerstemmen ondanks alle beloften nog niet geëvalueerd? Wanneer de regering in haar oneindige wijsheid beslist de kiesspelregels te wijzigen, dan kan ze zich niet laten hinderen door een parlementaire controlecommissie!

Wordt Vlaanderen niet bedrogen door de niet-splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde? De geografische Vlamingen uit de meerderheid kennen de hiërarchie der politieke waarden: eerst het partijbelang, dan veel later het belang van het volk dat politici geacht worden te vertegenwoordigen!

Uit deze opsomming blijkt dat het beginadagium van de democratie "Geen macht zonder tegenmacht" volkomen wordt genegeerd. België is geen democratie maar een ziekte, een vorm van politieke AIDS, waarbij de samenstellende lichaamsdelen worden opgevreten door tijdelijke heersers. En met een ziekte praat men niet, die bestrijdt men. Ik ben dan ook van mening dat dit land, dat minder dan ooit het democratische vaderland van de Vlamingen wil zijn, best zo snel mogelijk van de wereldkaart verdwijnt, ten voordele van een onafhankelijk Vlaanderen.

Ik wil nu op die fundamentele vragen dieper ingaan.

De eerste is die over de opvolgers. In 2000 werd het systeem van de opvolgers afgeschaft. Daarbij werden de meest ronkende verklaringen afgelegd, die vooral wezen op het fenomeen dat kandidaten reeds op voorhand wisten dat zij de kiezer zouden bedriegen, omdat ze hun mandaat in geen geval zouden uitoefenen. De plaats van opvolger werd daardoor een zekere plaats van titularis, zonder enige noodzaak aan campagne, zonder enige echte democratische legitimiteit. Let op, ik vat hier enkel de verklaringen van 2000 samen. Vandaag, zonder dat ooit één verkiezing zonder opvolgers werd georganiseerd, voeren dezelfde hardroepers van toen het systeem van opvolgers opnieuw in. Zo kan men de wetgevende kamers nog lang bezighouden. En dit alles omdat enkele `gemediatiseerde' politici kandidaat willen zijn voor Kamer én voor Senaat, zonder hun lucratieve Vlaamse ministerpost op te geven.

Een eerste betrouwbare raming toont aan dat van de 113 rechtstreeks verkozen kamerleden en senatoren er minstens 30 nooit hun mandaat zullen uitoefenen. Meer dan een vierde van de mandaten zal ingevuld worden door niet-verkozenen. Dit alles onder het motto dat de burgerdemocratie heeft gezegevierd.

Mijn wetsvoorstel strekkende tot het bestraffen van kiezersbedrog, toegevoegd aan dit ontwerp, zou met beide handen moeten worden aangegrepen door al degenen die echt het belang van de burger voorop stellen. Ik maak me uiteraard geen illusies, want niet het belang van de burger, niet de burgerdemocratie, maar het belang van de regerende partijen, het belang van enkele `gemediatiseerde' figuren vormt de drijfveer voor dit regeringsontwerp.

Een van die figuren is een zekere De Croo, de man die zeventien miljoen oude Belgische frank uitgeeft om een koffiekamer te restaureren. Zeventien miljoen, daarmee zet men al een kast van een villa!

Met zeventien miljoen bouwt de burger prachtige huizen en mooie villa's, maar de heer De Croo restaureert daarmee een koffiekamer! Dat is zo'n klap in het gezicht van de burger dat ik daar onmogelijk aan kan voorbijgaan. Diezelfde mijnheer De Croo verklaarde in een interview in Knack: "Na de verkiezingen van 2003 krijgen we een parlement van plaatsvervangers. Er zal een colonne van politieke slaven ontstaan die iedere dag bidden want hun politieke lot kan elke minuut veranderen. De partijen zijn strak geleide politieke parastatalen die beslissen over het bestaan van de parlementsleden". En na deze vernietigende woorden duwde mijnheer De Croo het ja-knopje in. (Gelach)

De heer Hugo Vandenberghe (CD&V). - Hij is gewoon consequent met zichzelf, hij dacht aan zijn postje!

De heer Wim Verreycken (VL. BLOK). - En allicht ook aan zijn koffiekamer!

De tweede vraag betreft de `mediatisering'. De mogelijkheid om voor Kamer én Senaat op te komen zal door de partijcenakels enkel worden geboden aan gevestigde waarden, de zogenaamde politieke `vedetten'. Ook de mediaknuffels, degenen die zich politiek prostitueren om op te draven in alle mogelijke tv-spelletjes, krijgen een kans. Een politicus die vanuit zijn eigen arrondissement een degelijke intellectuele bagage wil opbouwen om met dossierkennis aan een bestuursopdracht te beginnen, krijgt daarentegen geen enkele kans. Het was een zekere Guy Verhofstadt die een Radicaal Manifest schreef, en zich daarin keerde tegen kiesdrempels en tegen de personalisering van de macht. Ik citeer: "Politieke campagnes worden gevoerd in een ultra-gepersonaliseerde, haast gedepolitiseerde stijl, ten volle ondersteund door een nieuwe, machtige verleidingsindustrie, het zogeheten campaign management. Volgens de moderne methodes van marketing, verkooppromotie, public relations en publiciteit wordt de publieke opinie bespeeld, overstroomd met impulsen en emoties, kortom geïnfantiliseerd".

Dezelfde Verhofstadt duwt ons vandaag een infantiliseringsinstrument door de strot, dat niets te maken heeft met het belang van de kiezer, maar alles met de institutionalisering van het vedettendom. Waarbij het toevoegsel `dom' een taalkundige vingerwijzing van formaat omvat.

En het zal zeker geen toeval zijn dat in politieke kringen - mevrouw Leduc heeft het daarjuist trouwens zelf toegegeven - deze operatie wordt omschreven als `het redden van de SP.A'.

Ik vind dit eigenaardig, want artikel 1 van het ontwerp van nieuwe statuten van de SP.A die zullen worden voorgelegd op hun congres van 22 en 23 november aanstaande en die door een gelukkige wind op mijn tafel zijn beland, luidt: "SP.A verwerpt alle systemen of regimes waarin de beslissingsmacht in handen van weinigen berust." Dat is toch om te lachen! Ik herhaal: SP.A verwerpt alle systemen of regimes waarin de beslissingsmacht in handen van weinigen - van teletubbies - berust. Hoe kan zo iets worden goedgekeurd op een congres van een partij waarin alle beslissingsmacht volledig in handen van twee of drie personen berust. Dit is zo onzinnig, dat ik inderdaad begrijp dat de redding van de SP.A als hoofdthema voor de mediatisering wordt aangegrepen.

Deze regeringspartij beschikt over enkele vedetten en wil deze - koste wat het kost - in heel Vlaanderen uitspelen. Dat men daar dan ook voor uitkomt. De SP.A heeft in de vroegere partijburchten, denk maar aan Antwerpen, geen enkele politicus met klank meer en hoopt deze leemte te kunnen opvullen door mediastunters uit te spelen. Welnu, het is mijn overtuiging dat de kiezer, die van deze kieshervorming allerminst wakker ligt, deze manipulatie zal doorzien en de poppenkastfiguren zal uitjouwen.

Een volgende fundamentele vraag betreft de kiesdrempel. Het is moeilijk een regel te vinden die meer op eigenbelang wijst dan de kiesdrempel van 5%. De implosie van de Volksunie, reeds begonnen ten tijde van het onzalige Schiltz-voorzitterschap, heeft de honger van de gewoontepartijen steeds meer aangescherpt. Niet het Vlaamse gedachtegoed, maar het aantal kiezers deed hen hongeren. En wanneer de Volksunie - voorzitters Gabriëls, Anciaux, Vankrunkelsven, één na één het zinkende schip verlieten, al dan niet door een spiritistische verschijning bezield, werd besloten de Volksunie-restanten in te pikken. De peilingen wijzen op iets meer dan 3% voor die restanten. Dus zetten we de kiesdrempel op 5%. Mochten dezelfde peilingen 8% hebben aangetoond, dan zou de kiesdrempel waarschijnlijk op 10% zijn bepaald.

Nevenverschijnsel van deze lijkenpikkerij is dat nieuwe politieke formaties enkel via stuntwerk aandacht kunnen krijgen. Figuren als Van Rossem of de Nederlandse Pim Fortuyn maken nog een kans om in één klap 5% te halen. Al de anderen worden verwezen naar de politieke vergeetputten, tot meerdere eer en glorie van de sleurpartijen die elke echte vernieuwing haten en afwijzen. Deze kiesdrempel is de perfecte illustratie van de strijd om het lijfsbehoud door machthebbers. En wie ons deze kiesdrempel wil verkopen als een strijd tegen de politieke versnippering of zelfs als een overwinning voor de democratie, die liegt.

Het gaat er alleen om de restanten van de Volksunie in te pikken. Zo platvloers electoraal-politiek zijn wij.

Een andere fundamentele vraag gaat over het computerstemmen. Met veel gedruis werd er ooit een evaluatiecommissie aangekondigd, maar het computerstemmen werd nooit ten gronde geëvalueerd. Ondanks de belangrijke fraudemogelijkheden, de onzekerheid over de plaats van de breuklijnen op het computerscherm, de terechte opmerkingen van de informatici die in opdracht van kamerleden en senatoren hun opmerkingen neerschreven, werd in onderhavige ontwerpen geen letter geschreven over het computerstemmen. Ik ben me ervan bewust dat het computerstemmen in een andere wet staat, maar in dit ontwerp worden meerdere kieswetten gewijzigd. Ik kan enkel vermoeden dat de regering geen probleem heeft met de fraudemogelijkheden noch met de ontoereikende controles of evaluaties, maar wel met de gewone kieswetgeving die de tijdelijke machthebbers blijkbaar niet genoeg mogelijkheden gaf om de eigen kaste te bevoordelen.

En ten slotte is er Brussel-Halle-Vilvoorde. Deze kieshervorming gaf de regering een enige gelegenheid om in verband met Brussel-Halle-Vilvoorde de dure eden uit de Vlaamse regeringsverklaring, ondertekend door dezelfde partijen die de federale regering vormen, in te vullen. Provinciale kieskringen hadden door de invoering van Vlaams-Brabant als kieskring, los van Wallonië of Brussel, kunnen leiden tot consequentie in Brabant. Franstalige partijen zullen dus verder hun oude belgicistisch-franskiljonse annexatiedrang kunnen demonstreren, met de schuldige medewerking van de Vlaamse ministers in de Belgische regering.

Senator Van Hauthem, inwoner van Vlaams-Brabant, zal deze nederlaag voor het federale denken zo dadelijk verder uitspitten.

De Raad van State wees reeds op de grondwetsartikelen die elke ongelijkheid afwijzen, en op artikel 64 dat de verkiesbaarheidsvoorwaarden voor kamerkandidaten omschrijft met de slotzin: "Geen andere voorwaarde tot verkiesbaarheid kan worden vereist". Toch zullen sommige kandidaten - en het woord `sommige' wijst al op de ingebakken ongelijkheid - hun taalaanhorigheid moeten bepalen om verkiesbaar te zijn.

De regering wijst in haar motivering en in haar antwoorden tijdens de commissiezittingen op de senaatsverkiezingen, maar in de grondwetsartikels die de Senaat aanbelangen is de bewuste slotzin niet te vinden! Voor de Senaat kan men er van uitgaan dat de wetgever wel de bijkomende taalverklaring kan opleggen, voor de Kamer is dit door de grondwetgever uitdrukkelijk verboden.

Uiteraard zal het Arbitragehof hierover het laatste woord hebben, maar dan zal de politiek der voldongen feiten en de onmogelijkheid om een ganse verkiezing over te doen, reeds spelen.

Samengevat, de hervorming van de kieswetten ligt volledig in de logica van paarsgroen. Alleen de macht telt, niet het belang van de bestuurde burger. Indien het nodig is - om die macht langer te behouden - dat wetten worden aangepast en zelfs grondwetten worden verkracht, dan moet dat maar gebeuren.

Deze anti-Vlaamse regering speelt een potje paniekvoetbal. Er worden opvolgers afgeschaft en opnieuw ingevoerd. Provincies worden afgeschaft en provinciale kieskringen worden geïnstalleerd. Ondertussen voelen de panikerende Franstaligen dat Vlaanderen hen ontglipt en dat de onafhankelijkheidsidee steeds meer veld wint. Dus chanteren zij de eerste minister die hen alles toegeeft uit loutere machtsgeilheid en anti-CD&V-rancune. Deze anti-Vlaamse regering stuurt haar vazallen ten strijde tegen het Vlaams Blok, via een politiek proces. Deze anti-Vlaamse regering verhoogt de de facto kiesdrempel van het systeem-D'Hondt om de restanten van de Volksunie en nieuwkomers uit het parlement te houden, tot meerdere eer en glorie van zichzelf. Deze anti-Vlaamse regering duldt geen tegenmacht, geen democratische aanpassing van slechte teksten. Deze anti-Vlaamse regering minacht de meerderheid in dit land door nu reeds een paritaire, dus ondemocratisch, samengestelde Senaat aan te kondigen. Deze anti-Vlaamse regering is de vleesgeworden dictatuur van de machtsmisbruikers.

De kiezer zal haar rekenschap vragen. Deze slechte en ondemocratische kieswet zal de regering kiespijn bezorgen.

De voorzitter. - We zetten onze werkzaamheden voort vanmiddag om 15 uur.

(De vergadering wordt gesloten om 12.25 uur.)

Berichten van verhindering

Afwezig met bericht van verhindering: mevrouw Cornet d'Elzius en de heer Galand, om gezondheidsredenen, de heren Dedecker, Remans en Van Quickenborne, in het buitenland.

-Voor kennisgeving aangenomen.