3-32 | Belgische Senaat | 3-32 |
Waarschuwing: de blauwe kleur geeft aan dat het gaat om uit het Frans vertaalde samenvattingen.
Voorzitter: de heer Armand De Decker
(De vergadering wordt geopend om 11.10 uur.)
Mevrouw Jeannine Leduc (VLD), voorzitster van het College van Quæstoren. - Als voorzitster van het nieuwe college dat nu enkele maanden in functie is, zal ik de boeken openen over de dotatie van de Senaat, over de uitgaven van het werkingsjaar 2002, over de begroting 2003 en de stand van zaken 2003 - want 2003 is bijna voorbij - en over de begroting van het komende dienstjaar.
Met enige trots kan ik zeggen dat de financiën van de Belgische Senaat gezond zijn. Dat blijkt duidelijk uit de cijfers.
Eerst wil ik namens het College van Quæstoren de diensten danken die alles hebben voorbereid, de documenten met zorg hebben opgesteld, en de boekhouding vakkundig hebben gevoerd. Ze hebben puik werk geleverd. Uiteraard gaat mijn dank ook naar het vorige College van Quæstoren, dat de verantwoordelijkheid droeg in 2002, en voor meer dan de helft van het dienstjaar 2003.
Ik begin met het dienstjaar 2002. De rekening van het dienstjaar 2002 vertoont een overschot van meer dan 812.000 euro. Uit nader onderzoek blijkt dat sommige posten te ruim waren begroot, en andere posten werden overschreden.
Het artikel 1a) `Vergoedingen voor de senatoren' werd met meer dan 90.000 euro overschreden. Die overschrijding is te wijten aan de indexaanpassing die vroeger kwam dan voorzien. Dat is dus een aanvaardbare overschrijding.
Voor het artikel `Spoorwegabonnementen eresenatoren' is er een overschot van 1.700 euro.
Voor de `Afscheidsvergoedingen' is er een belangrijk overschot van meer dan 820.000 euro. Inderdaad was het jaar 2002 niet alleen geen verkiezingsjaar, maar die som vormde een reserve met het oog op de parlementsverkiezingen van 2003.
Voor de post `Secretariaatspersoneel senatoren' is er een overschot van 160.000 euro. Dat is te wijten aan het feit dat een aantal senatoren later dan voorzien een medewerker hebben aangeworven of er geen hebben aangeworven. Ook de gemiddelde leeftijd van de medewerkers was lager dan gedacht, en bijgevolg ook hun salarisschaal.
Op de post `Secretariaten Voorzitter Senaat en Fractievoorzitters' is er een tekort van meer dan 125.000 euro. Dat is te wijten aan de personeelsuitbreiding van die secretariaten.
Voor `Afstandsvergoeding senatoren' is er een overschot van 9000 euro.
De post `Fractiesecretariaten' sluit af met een overschot van 47.000 euro. Ik wijs erop dat de bezoldigingen van de fractiesecretarissen en de werkingstoelagen van de fracties in het begrote bedrag zijn inbegrepen.
Bij artikel 2 `Bezoldigingen personeel' is er een kredietoverschrijding van 1.335.000 euro. Dat is te verklaren door de indexering met ingang van 1 maart en door de normale baremaverhogingen en de verhoging van het vakantiegeld voor de kaders 2, 2+, 3 en 4.
In artikel 3 `Kantoorbenodigdheden' werd een overschot geboekt van meer dan 7.000 euro.
In artikel 4 `Drukwerken, abonnementen, documenten' blijft de herstructurering van de dienst Verslaggeving haar vruchten afwerpen wat resulteert in een boni van 213.000 euro. Ook post 4a) `Gedrukte stukken van de Senaat' is met 144.000 euro gedaald.
De overschrijding van meer dan 37.000 euro voor post c) `Abonnementen, Publicaties, Informatie' is toe te schrijven aan de effecten van het contract dat met een privé-firma werd aangegaan in het kader van het `cameraproject'.
Voor artikel 5 `Verlichting, verwarming, water' is er een lichte overschrijding. Ik heb aan de betrokken diensten gevraagd ook in de Senaat die uitgaven beter onder controle te houden.
Wat artikel 7 `Onderhoud' betreft, stellen we een overschrijding vast. We betrekken een oud en stijlvol gebouw dat veel onderhoud vergt.
Artikel 8 `Werken' vertoont een saldo van ongeveer 310.000 euro. Dat komt doordat sommige werken, meer bepaald de schilderwerken in de binnenplaats Leuvenseweg en de airconditioning in de salons van het voorzitterschap werden uitgesteld en doordat de vernieuwing van de ramen in de binnenplaats Leuvenseweg 3a, minder gekost heeft dan geraamd.
Voor `Meubilair' is er een overschot van 73.000 euro en voor `Materieel' een tekort van 37.000 euro.
De Senaat heeft weinig kunstwerken aangekocht. Die begrotingspost vertoont een overschot van 57.000 euro.
Artikel 10 `Protocol en Reizen' vertoont sedert het jaar 2000 een structureel tekort. De overschrijding bedroeg meer dan 340.000 euro vanwege de talrijke commissiereizen. We hebben gevraagd dat men zich strikt zou houden aan de afspraken inzake reizen, namelijk twee reizen binnen de EU en twee reizen buiten de EU binnen één legislatuur. Bij het boeken van reizen en vliegtuigtickets moeten we de concurrentie laten meespelen. De activiteiten van de onderzoekscommissie `Grote Meren' en de consequenties van het Belgische Voorzitterschap van de Unie hebben uiteraard een rol gespeeld bij de overschrijding.
In artikel 11 `Dienst- en huurwagens', werd de kredietoverschrijding van bijna 40.000 euro veroorzaakt door de aankoop van twee voertuigen, waardoor het wagenpark voor meerdere jaren werd vervolledigd en gestabiliseerd.
Artikel 12 `Toelagen parlementaire assemblees en verenigingen' vertoont een saldo van meer dan 67.000 euro te wijten aan de terugbetalingen door diverse assemblees van kredieten die hun waren toegekend.
Wat artikel 12 `Restaurant' betreft, werd het krediet met iets meer dan 50.000 euro overschreden, tengevolge van de prijsstijging van de maaltijden en de opvoering van de hygiënische controles, wat absoluut noodzakelijk was.
In artikel 14 `Informatica' hebben we een overschot van 100.000 euro.
Op de post `Telefoon en Telegrammen' is er een overschot van 25.000 euro en op `Kosten van verzending' is slechts iets meer dan de helft van het vastgelegde krediet opgebruikt. Daarentegen was er gevoelige stijging met meer dan 32.000 euro voor de post `Koffiekamer-Economaat'. Van het krediet voor `Diversen' is slechts één derde aangewend.
Wat de kapitaalsuitgaven betreft, zijn de werkingskosten voor het Huis van Parlementsleden en het Regentgebouw veel lager uitgevallen dan vooropgesteld. Het krediet dat was uitgetrokken voor de investeringen inzake infrastructuur werd niet gebruikt aangezien het project om de bibliotheek te verbouwen niet werd gerealiseerd.
Op de rekening voor het jaar 2002 is er dus een overschot van 812.000 euro.
Dit brengt me bij de begroting 2003. In de eerste plaats was er op 1 juli 2003 een indexverhoging.
Artikel 1.1a) `Vergoedingen voor de senatoren' geeft een verhoging te zien met bijna 400.000 euro. Dit is hoofdzakelijk te wijten aan de substantiële verhoging van het vakantiegeld.
In de begroting 2003 was tweemaal zoveel vastgelegd voor de afscheidsvergoeding als voor 2002. Dit gebeurde met het oog op de federale verkiezingen van 2003. De Senaat was zo verstandig om reserves aan te leggen. Er was dan ook een overschot op deze post van meer dan 820.000 euro.
Voor de post `Secretariaatspersoneel senatoren' ligt het uitgetrokken krediet meer dan 520.000 euro hoger dan in 2002. De oorzaak hiervoor is de uitbetaling van de opzegvergoedingen.
In artikel 2 `Bezoldigingen van het personeel' moeten we rekening houden met de indexering van de salarissen vanaf 1 juli 2003, de gebruikelijke baremaverhogingen die een kredietverhoging rechtvaardigen en de verhoging van het vakantiegeld die in 2003 aan bepaalde categorieën van personeelsleden was toegekend.
Voor artikel 4 hebben we een positief saldo. Dat is het effect van de herstructurering van de dienst Verslaggeving. Ook voor 2004 verwachten we een aanzienlijke vermindering.
In april werd een nieuw contract gesloten met de drukker. De eerste gunstige effecten daarvan zijn al merkbaar in 2003 en voor 2004 verwachten we nog een beter resultaat.
In artikel 8 `Werken' was oorspronkelijk 850.000 euro vastgelegd. Dit bedrag zal waarschijnlijk niet worden overschreden; we verwachten zelfs een overschot van ongeveer 25.000 euro, ondanks het feit dat de kosten voor de verbeteringswerken aan de geluidsinstallatie in het halfrond hoger zijn uitgevallen dan geraamd.
Voor artikel 10 `Protocol en Reizen' zal er waarschijnlijk weer een overschrijding zijn die te wijten is aan de vele evenementen en activiteiten.
Voor `Informatica' werd een krediet van 715.000 euro ingeschreven, een forse stijging tegenover 2002. Die is te verklaren door diverse investeringen in de informaticadienst en door de toelagen aan de senatoren voor de aankoop van informaticamateriaal, aan het personeel in het kader van het pc-privé-project, en aan de fracties.
Uit dit overzicht blijkt dat we op een relatief evenwicht afstevenen voor 2003. De rekeningen van 2003 zullen we uiteraard volgend jaar kunnen bespreken.
Ik kom nu bij de begroting voor 2004. Vóór de nieuwe Senaat werd geïnstalleerd, is afgesproken dat onze dotatie niet hoger mag liggen dan die van het vorige jaar. Volgens dit principe werd er een dotatie toegekend van 64,6 miljoen euro, dat is 140.000 euro minder dan vorig jaar. Bij het opmaken van de begroting voor 2004 hebben we bepaald dat deze dotatie niet mocht worden overschreden. Rekening houdend met onze prioriteiten hebben we er dus naar gestreefd nieuwe voorzieningen te compenseren met besparingen op andere posten. Samen met de quæstoren heb ik trouwens gevraagd dat iedere dienst nagaat welke uitgaven verminderd kunnen worden. Door de evolutie in onze maatschappij zijn bepaalde uitgaven eigenlijk niet meer van deze tijd en kunnen dus worden geschrapt, terwijl we aan andere, nieuwe noden moeten beantwoorden. Die richtlijn werd alleszins aan de verantwoordelijken van alle diensten gegeven.
De vergoeding van de senatoren stijgt in de begroting met 1,082%. Het budget voor de pensioenkas is ongewijzigd gebleven. De heer Mahoux heeft hierover vragen gesteld. Desgewenst kunnen we hem meer uitleg geven of we kunnen hem ook de nota bezorgen.
Het krediet voor de afscheidsvergoedingen kon tegenover 2003 worden verminderd met bijna 50,5% dankzij het gebruik van de reserves van 2002 en 2003. We doen het op dit punt dus duidelijk veel beter dan onze collega's in de Kamer.
Het budget voor de secretariaatsvergoedingen voor het personeel van senatoren - post 1e) - stijgt echter met 27,616% of 1,193 miljoen euro. Het College van Quæstoren en het Bureau hebben beslist dat elke senator een halftijdse universitaire medewerker krijgt. Onze collega's van de Kamer beschikten al over een dergelijke medewerker. We vonden dit voor senatoren ook een absolute noodzaak en zijn ervan overtuigd dat deze maatregel de globale werking van de Senaat ten goede komt. Niet alle senatoren zullen hun medewerker op hetzelfde ogenblik in dienst nemen, maar het kan in elk geval vanaf 1 januari 2004.
Ook is gebleken dat de medewerkers van onze collega's in de Kamer beter vergoed worden en betere sociale voordelen hebben dan onze medewerkers hier. We hebben dan ook een baremaverhoging van 3% toegepast voor de administratieve medewerkers en ervoor gezorgd dat hun sociale voordelen identiek zijn aan die van de Kamer door een verhoging van de transportvergoeding en de schooltoelage.
De kredietverhoging voor de secretariaten van het voorzitterschap en de fractievoorzitters - post 1f) - bedraagt 10,023% of 359.300 euro en heeft dezelfde redenen als deze voor de post 1e).
We hebben ook besloten dat de commissievoorzitters, net zoals in de Kamer, een halftijdse universitaire medewerker krijgen. Dit beantwoordt aan een echte nood. De maatregel geldt voor de zes gewone commissies en voor de twee speciale commissies, het Adviescomité voor gelijke kansen voor vrouwen en mannen en het Federaal Adviescomité voor de Europese Aangelegenheden.
Uiteraard zijn ook de transportvergoeding en de schooltoelage opgetrokken.
In artikel 2 werd een krediet van bijna 800.000 euro uitgetrokken om het hoofd te bieden aan eventuele indexaanpassingen en de herwaardering van sommige salarisschalen. Aangezien sommige wedden in 2003 werden verhoogd, waren wij van oordeel dat er voor alle personeelsleden een gelijklopende maatregel moest worden genomen.
Ik herhaal dat we ernaar hebben gestreefd alle verhogingen met het ons toegemeten bedrag te financieren. Daarom hebben we gezocht naar kostenbesparende maatregelen. Inzake drukwerken, abonnementen en documenten is er een globale kredietverlaging van 19,243%. De post `Gedrukte stukken van de Senaat' wordt verminderd met 509.460 euro. Meerdere redenen liggen ten grondslag aan deze vermindering. In de eerste plaats hebben we een nieuw contract met de drukkerij Guyot. Voorts zal er een geleidelijke overgang plaatsvinden van papier naar elektronische dragers en de herziening naar beneden toe van de verspreiding van drukwerken. Elke senator zal de stukken ontvangen die hij nodig heeft, maar hij wordt verwacht ze mee te nemen naar de commissie. In sommige parlementen wordt volledig overgestapt naar de publicatie van de documenten via elektronische dragers. We zullen moeten overwegen in welke mate we dat voorbeeld kunnen volgen. Minder papier gebruiken is overigens milieuvriendelijk.
Er is een kredietverhoging in post 4d) `Belga, kranten, boeken, archief' omdat de Senaat een collectief abonnement heeft afgesloten met Mediargus en Pressbanking dat vanaf 1 januari 2004 ingaat.
In de artikelen 5, 6 en 7 werden verscheidene verhogingen toegepast. Zo werden de werkingskosten van de bibliotheek verhoogd met 6,394%. De veroudering van het Paleis der Natie leidt tot bijkomende kosten. Wij zijn gehuisvest in een historisch gebouw en het is onze plicht het goed te onderhouden zodat we het in schitterende staat aan onze opvolgers kunnen overdragen.
De post `Werken' is met 51,847% gedaald tegenover 2003. In 2003 was er een belangrijk bedrag uitgetrokken voor de renovatie van de salons van de voorzitter. De werkzaamheden werden evenwel uitgesteld tot 2004.
In artikel 10 `Protocol en Reizen' werd een verhoging van 4% vooropgesteld. Uiteraard moet er rekening worden gehouden met de gebruikelijke stijgingen in de reissector. Het College van Quæstoren heeft beslist dat aan deze uitgaven, die in het verleden aanzienlijk zijn gestegen, paal en perk wordt gesteld door de zaken op een meer rationele en transparante manier aan te pakken. Ik heb deze uitgavenpost in het verleden steeds als een pijnpunt ervaren en ik ben van plan deze aangelegenheid in 2004 aan te pakken.
De kredietverlaging van artikel 11 `Dienst- en huurwagens' is te verklaren door de aankoop van twee voertuigen in 2002, waardoor we ons wagenpark hebben gestabiliseerd.
Wat de toelage voor parlementaire assemblees en verenigingen betreft, hebben we een lichte stijging met 0,241%. Dat komt doordat de WEU en de Raad van Europa zullen overgaan tot terugbetaling terwijl de IPU een buitengewone toelage heeft aangevraagd met het oog op het Belgische voorzitterschap van de conferentie van de 12+.
De verhoging voor het restaurant is enkel te wijten aan de prijsverhoging van de maaltijden.
Voor informatica zien we een daling van 16,084%. Dit artikel heeft in het verkiezingsjaar 2003 een forse verhoging gekend, maar de uitgaven beginnen zich nu te stabiliseren. Het pc-privé-project gaan we verder uitvoeren zoals gepland.
In artikel 15 hebben we een globale vermindering met 12,656% vooropgesteld. Een belangrijk gegeven is de forse daling van de verzendingskosten met bijna 50%.
Wat de rubriek Kapitaalsuitgaven betreft, worden de werkingskosten van het Huis van de Parlementsleden in het Regentgebouw ingekrompen met 19,329%, zodat het algemeen totaal met inbegrip van de financiering van de politieke partijen een lichte verhoging vertoont van 0,625% tegenover de begroting van 2003. Er is een licht tekort van 404.650 euro op een totaalbedrag van 65.144.650 euro.
Tot zover de elementen die ik u wou verstrekken, indien nodig kan ik nog bijkomende uitleg geven of die kan ook nog door de betrokken diensten verstrekt worden. We willen dat onze Senaat beschikt over de nodige werkingsmiddelen maar die moeten op een meer rationele en meer vakkundige wijze besteed worden. De uitgaven moeten in de eerste plaats de senatoren in staat stellen goed werk te leveren en daarnaast willen we ook dat de personeelsleden die zich inspannen daarvoor beloond worden. Ik hoop dat de Senaat deze dotatie zal goedkeuren en voor het overige ben ik steeds bereid op bijkomende vragen te antwoorden.
Mevrouw Sabine de Bethune (CD&V). - De dotatie van de Senaat werd in het Bureau vorige week uitgebreid besproken. Nadien hebben wij er ook in de fractie een uitgebreide discussie aan gewijd.
Mijn eerste bedenking is er een van procedurele aard. Onze fractie betreurt dat de begeleidende commentaarnota bij de begroting van de diensten pas laat werd uitgedeeld. Het controleren van de rekeningen en begrotingen van de Senaat dient noodzakelijkerwijze in grote transparantie te gebeuren. Een beknopte commentaarnota niet volstaat. We menen dat er bij de dotatie een soort van beleidsnota moet zitten die inzicht geeft in de geplande uitgaven en investeringen over verschillende jaren, minstens in een perspectief van een volledige legislatuur. Ik hoop dat de quæstuur dit voorstel wil overwegen en dat we in de toekomst een ruimer inzicht krijgen in de geplande uitgaven en investeringen.
Mevrouw de voorzitter van de Quæstuur, we zijn verheugd dat de Senaat niet dezelfde begrotingslogica volgt als die van de federale regering, met ingrepen als verschuivingen en de Belgacomoperatie.
Dan heb ik ook enkele inhoudelijke kanttekeningen, meer in het bijzonder bij drie begrotingsposten.
Vorig jaar had onze fractie bedenkingen bij de post Personeel. Onze vrees in 2002 te zullen worden geconfronteerd met een tekort werd uiteindelijk bewaarheid. We dringen dan ook aan op een correcte en realistische berekening, ook op dit vlak.
Op de post Protocol en reizen noteerden we in 2002 reeds voor de vierde keer een substantiële overschrijding van het krediet. We kunnen bijna gewagen van een structurele overschrijding. In 2002 bedroeg ze 340.000 euro, of meer dan 50% van het ingeschreven bedrag. In 2002 werd 619.800 euro geraamd, maar werd 960.594,93 euro uitgegeven.
Voor 2003 werd hiervoor 625.000 euro ingeschreven. Toen we over deze dotatie discussieerden, kenden de quæstoren de werkelijk uitgegeven bedragen van 2003 niet en konden ze bijgevolg niet meedelen of het krediet volstond en of de structurele overschrijding zich voortzette.
Voor 2004 is een bedrag van 650.000 euro ingeschreven. Daar hebben we vragen bij, omdat onze vragen in verband met de reële uitgaven van vorig jaar nog steeds niet beantwoord zijn en de voorbije jaren jaarlijks een structurele overschrijding werd genoteerd.
Wij willen meer duidelijk op dit vlak. De CD&V dringt aan op volledige transparantie voor reizen en missies, die alle expliciet in het Bureau aan bod moeten komen, opdat we niet worden geconfronteerd met uitgaven waarvan het voltallig Bureau niet op de hoogte is.
De derde post waarbij we in de algemene bespreking een kanttekening willen plaatsen, is die van de werklunches en recepties. Hiervoor werd meer dan 157.000 euro ingeschreven. Er werd eveneens 50.000 euro voor relatiegeschenken ingeschreven.
De CD&V wil deze begroting constructief benaderen. Het is evident dat de Senaat, met een belangrijke bevoegdheid op het vlak van internationale verdragen en buitenlands beleid, een substantiële begroting heeft voor protocol, buitenlandse studies en missies, maar wij dringen aan op een duidelijk en stringent kader, met duidelijke criteria om de reizen, recepties en relatiegeschenken te verantwoorden. Een soort code of conduct lijkt ons daarvoor een wenselijk instrument te zijn. We verzoeken de quæstuur dan ook hiervan werk te maken.
Wij staan achter de samenwerking met andere parlementen, vooral in nieuwe democratieën en in landen waar men probeert een democratie op te bouwen. Desondanks moet dit in volle transparantie gebeuren. Die samenwerking moet worden geagendeerd in het Bureau en uitdrukkelijk in de begroting ingeschreven.
Sta me toe ook enkele aanvullende voorstellen in herinnering te brengen.
De CD&V-fractie wil de quæstuur aanmoedigen van de Senaat een voorbeeld van een publieke instelling en werkgever te maken waar een proactief beleid wordt gevoerd en vooruit wordt gedacht.
Hoewel er al inspanningen werden gedaan om de Senaatgebouwen meer toegankelijk te maken voor mensen met een handicap, moeten deze inspanningen nog worden uitgebreid.
Wij vinden het ook heel belangrijk dat er, naast de stappen die al gedaan zijn, nog meer inspanningen worden geleverd om van de Senaat een gezins- en kindvriendelijke organisatie te maken ten aanzien van de senatoren, maar vooral ten aanzien van het personeel. Op die manier kan de Senaat ook op gezinsvlak een modelinstelling zijn.
Wij onderschrijven volledig alle inspanningen die gebeurd zijn om de hygiënische controle op te drijven. Daarnaast vragen wij de quæstuur om meer werk te maken van een eerlijk aankoopbeleid. De ondersteuning van eerlijke handel moet een van onze concrete streefdoelen zijn. Wij willen er ook op aandringen dat er meer werk wordt gemaakt van een duurzaamheidsbeleid in de Senaat. Dat omvat water- en energiebesparing, isolatie, enzovoort. De Kyotonorm is een bijkomende aansporing om op milieuvlak een voorbeeldfunctie te spelen en daarvoor de nodige investeringen uit te voeren.
Wegens de hierboven vermelde opmerkingen over de transparantie zal de CD&V-fractie zich onthouden bij de stemming over de dotatie van de Senaat.
De heer Philippe Mahoux (PS). - Ik feliciteer de voorzitter van de quæstuur met de kwaliteit van haar uiteenzetting en de quæstuur in het algemeen met het geleverde werk. De doelstelling bestond erin de parlementsleden en het personeel in optimale omstandigheden te laten werken. Ik wijs ook op de virtuositeit van deze begroting.
Ik wil vier punten aanhalen.
Het eerste heeft betrekking op de toegankelijkheid. Er zijn weliswaar inspanningen gedaan, maar we moeten het voortouw blijven nemen, niet alleen voor mensen met een beperkte beweeglijkheid, maar voor alle soorten handicaps. Ik denk meer bepaald aan de slechtzienden.
Over het tweede punt, energiebesparing, moeten we samen met de Kamer nadenken. Ik weet niet of in dat verband al iets is gedaan, maar de quæstuur zou daarover een studie kunnen maken.
Ten derde moeten we ook nadenken over kinderopvang, mevrouw de Bethune heeft daar al op gewezen. Er was sprake van een kinderdagverblijf of een opvangstructuur.
Op korte afstand van elkaar zijn vier parlementen werkzaam. Als een dergelijk initiatief wordt genomen dat hoofdzakelijk het personeel ten goede komt, zouden we de vier assemblees daarbij kunnen betrekken.
Ten slotte moeten we ook zorg besteden aan de kwaliteit van de producten die in onze instelling worden gebruikt en vooral een eerlijke handel bevorderen.
Sommigen kunnen dit overdreven vinden, ik denk evenwel dat een parlementaire assemblee het voorbeeld moet geven.
Ik dank nogmaals de quæstuur en zijn voorzitter.
Mevrouw Isabelle Durant (ECOLO). - Ik ben `nieuw' als senator en ik maak geen deel uit van het Bureau. Daarom neem ik de gelegenheid te baat om enkele opmerkingen te maken over de dotatie van de Senaat.
Ik dank mevrouw Leduc voor de kwaliteit van haar werk, haar streven naar een strikte begroting en naar transparantie.
Net als de heer Mahoux wijs ik op de mogelijkheden inzake energiebesparing en eerlijke consumptie. Mijn kabinet, dat van minister Olivier Deleuze en andere federale kabinetten hadden de EMAS-normen aangenomen. Die normen inzake duurzame ontwikkeling zijn perfect uitvoerbaar als men de nodige tijd neemt. Dat ernstige label moedigt eerlijke consumptie aan op de werkplaats. Dat geldt uiteraard niet alleen voor koffie!
Als de Senaat de voorkeur geeft aan eerlijke consumptiegoederen heeft dat een voorbeeldfunctie.
Ik steun de vraag van mevrouw de Bethune inzake kinderopvang. Maar we moeten uiteraard met anderen samenwerken om oplossingen te kunnen bieden aan de senatoren en vooral aan de personeelsleden. Zij moeten soms laat en onregelmatig werken en kunnen dus problemen ondervinden inzake kinderopvang.
Het onthaal van bezoekers met een beperkte mobiliteit moet worden verbeterd waar het nog kan. Er is overigens een wetsvoorstel ingediend met betrekking tot blinden en hun geleidehond.
Mevrouw de Bethune had het over de missies en de reizen. Ik maak geen deel uit van de instanties die deze zaken bespreken, maar ik heb wel een voorstel om iets te doen aan het soms slechte imago dat ontstaat door de wijze waarop de overheidsinstellingen en de Senaat in het bijzonder geld zouden verspillen. Voor de opdrachten in het buitenland die door de commissies of het Bureau terecht worden georganiseerd, stel ik een meer systematische regel voor met betrekking tot de politieke doelstellingen en de verslagen van de missie. Die verslagen zouden in de commissie moeten worden besproken en zouden dus publiek zijn. Dat geldt ook voor de reizen. We moeten aantonen dat we ons niet hoeven te schamen voor wat we doen en we moeten de georganiseerde missies, de contacten en de opvolging vurig verdedigen in het openbaar.
We moeten ervoor zorgen dat de kwaliteit van die missies niet wordt betwist of dat ze beschouwd worden als plezierreisjes. Als we onszelf verplichten een verslag op te stellen en aan de commissie te bezorgen zodat het openbaar wordt, kunnen we dus ook de transparantie garanderen. Dat geldt ook voor de reizen van de quæstuur. Ik zie trouwens niet in wat de doelstelling daarvan is. De quæstuur is een beheersorgaan. Ik zie dan ook niet in waarom ze moet reizen, maar dat is een andere vraag. De reizen van de commissies daarentegen zijn perfect verdedigbaar, als een gedetailleerd verslag wordt opgesteld, dat ook handelt over de kostprijs, de doelstellingen en follow-up ervan.
Mevrouw Jacinta De Roeck (SP.A-SPIRIT). - Ik wil even dieper ingaan op het idee van energiebesparing. Mevrouw Leduc heeft daarnaar in het verslag verwezen. Niet enkel het college van quæstoren, maar ook de fracties dragen op dit vlak verantwoordelijkheid. Alle fractieleden moeten de opdracht krijgen toe te zien op het efficiënte verbruik van elektriciteit.
Naar aanleiding van de dag van de eerlijke handel hebben Jan Van Duppen en ik het college een mand met duurzame producten aangeboden. Het heeft onze actie au sérieux genomen en de resultaten ervan zijn merkbaar in de meeste van onze vergaderlokalen. Het is een eerste stap, waarmee het college zijn bereidheid toont om verdere initiatieven te steunen.
Ik ben ervan overtuigd dat we de nieuwe leden van het college het volle vertrouwen kunnen geven.
De heer Hugo Vandenberghe (CD&V). - Ik neem het woord in het kader van de bespreking van de begroting van de Senaat omdat dit de enige gelegenheid is om in de plenaire vergadering een evaluatie te maken van de werkzaamheden van de Senaat en van de wijze waarop er word gewerkt.
In de begroting wordt een enorm bedrag voorgesteld. De vraag is of de middelen wel doeltreffend worden aangewend. Ik heb het hierbij niet enkel over de materiële goederen en de reizen, maar ook over de aanwezigheid van de senatoren tijdens de debatten en over de wijze waarop de besluitvorming verloopt.
Een van de redenen waarom de CD&V zich bij de stemming over de dotatie van de Senaat zal onthouden, is dat bij de regeling van de werkzaamheden op essentiële punten geen rekening wordt gehouden met het standpunt van de oppositie. Dat is voor ons onaanvaardbaar omdat op die manier de oppositie in het debat wordt benadeeld. Het is een objectieve discriminatie van de oppositie.
De heer Paul Wille (VLD). - De bespreking van de uitgaven en de begroting van de Senaat is aan de orde is, maar de heer Vandenberghe houdt een moraliserend betoog over de werkwijze van de Senaat.
De heer Hugo Vandenberghe (CD&V). - Mijnheer Wille, ik zeg op de tribune wat ik wil. We hebben gezien hoe de liberalen omspringen met mensen die hun mening geven. Wat u met de heer Coveliers hebt gedaan, zal met mij niet lukken.
De heer Paul Wille (VLD). - U mag uiteraard zeggen wat u wil, maar u wekt de indruk dat wij er over de kwaliteit van het werk van de Senaat een andere mening op nahouden als u.
De heer Hugo Vandenberghe (CD&V). - Er worden ettelijke miljarden besteed aan de werking van de Senaat. Het is dus zinvol niet uitsluitend aandacht te besteden aan de materiële diensten, maar ook aan de grondwettelijke functie die de Senaat geacht wordt te vervullen.
We hebben geen andere mogelijkheid om publiek te reageren dan nu, tenzij door het veroorzaken van incidenten. Dat is evenwel onwenselijk omdat het de sfeer vertroebelt, maar in sommige omstandigheden is men wel verplicht iets dergelijks te doen.
Wanneer men de werkzaamheden op elk essentieel ogenblik zo organiseert dat men zich niet bekommert over het akkoord van de oppositie of geen rekening houdt met de voorstellen die zij formuleert, is het vanzelfsprekend dat we naar aanleiding van stemmingen die inderdaad een symbolisch karakter hebben, van geen goedkeuring blijk kunnen geven. We worden verplicht de debatten te voeren in onredelijke omstandigheden en daarbij worden de partijen ongelijk behandeld. Indien men weet hoezeer in andere debatten, hetzij in een democratisch debat, hetzij voor een rechtbank, de gelijkheid in het aanvoeren van de middelen tot de essentie van de billijke procedure behoort, dan moet u toch met mij erkennen, dat dit hier niet het geval is.
Wanneer we, zoals gisteravond, zonder kennis te hebben van het commissieverslag of van de besprekingen in de Kamer over de eenmalige bevrijdende aangifte, zonder de tekst te kennen of te weten hoe de regering zal antwoorden op het laatste advies van de Raad van State, tot de behandeling van dat ontwerp moeten overgaan, is het duidelijk dat al deze objectieve elementen bij elke andere ernstige instantie die beslissingsbevoegdheid heeft altijd als een ernstig argument in overweging zouden worden genomen, mijnheer Wille. Wanneer wij dit hier doen, met redelijke argumenten, zonder de stem te verheffen, wordt geantwoord dat de meerderheid gewoon doorgaat. We kunnen daar niets aan doen, behalve onze stem verheffen. We kunnen hier alleen zeggen dat u ons verplicht, met betrekking tot een aantal fundamentele dossiers, te werken in omstandigheden die democratisch voor ons onaanvaardbaar zijn.
Dat is voor ons nog veel belangrijker dan de kwaliteit van de koffie.
Ik wil erop aandringen dat de verdere onteigening van de parlementaire assemblees een halt zou worden toegeroepen. Als men kijkt naar de werkzaamheden van het parlement over de jaren heen, dan hebben we geen Franse revolutie nodig, maar wel een parlementaire revolutie. Steeds meer verdwijnt het noodzakelijke respect van de uitvoerende macht voor de wetgevende macht, die gekozen is door het volk. Steeds meer werkt de democratie op parallelle wijze. Ik nodig alle collega's uit om hier eens ernstig, zonder vooroordeel en los van het partijbelang over na te denken in het belang van de werking van de democratische instellingen.
Ik vind het onaanvaardbaar dat ministers of staatssecretarissen allerlei plannen en ideeën eerst bij werkgroepen, op persconferenties, bij de betrokken groeperingen enz., naar voren brengen, zonder dat van die ministers wordt geëist dat ze het parlement daarover inlichten en waarbij we als parlementsleden zelf het initiatief moeten nemen om een parlementaire vraag te stellen over zaken die op allerlei plaatsen worden besproken en waarop we dan een antwoord van vijf minuten krijgen. Dit is toch niet de wijze waarop de uitvoerende macht met het parlement moet omgaan, ongeacht de werkverdeling die moet gevonden worden tussen Kamer en Senaat.
Ten slotte wil ik terugkomen op een praktisch punt met een vraag aan de Quæstuur. In de zomer heeft het Europees Parlement beslist de vergoedingen van de meeste parlementsleden te verhogen. Daarnaast besliste het ook nog de forfaitaire onkostenvergoedingen per dag en de pensioenregeling van de Europese parlementsleden te wijzigen.
Dat werd geheimgehouden en de Europese Raad heeft de edelmoedige gulheid van het Europees Parlement niet gevolgd.
Het punt stond eergisteren dus opnieuw op de agenda omdat de Europese Raad tijdens de eerste periode niet had ingestemd met de bijkomende financiële, fiscale en pensioenstatuutregeling voor de Europese parlementsleden. De parlementsleden van het huidige Europees Parlement willen het nu behandelen omdat ze vrezen dat daartoe geen kans meer zou bestaan na de uitbreiding.
Ik beweer niet, zoals gewezen senator Nelly Maes, dat de leden van het Europees Parlement recht hebben op een veel hogere vergoeding dan de nationale parlementsleden omdat ze taken moeten vervullen die veel verhevener zijn en veel meer inspanning vergen. Vooreerst zijn zij voor vijf jaar verkozen. Het Europees Parlement kan bovendien niet worden ontbonden en het sociaal engagement dat de federale parlementsleden in het sociaal en cultureel leven ontwikkelen is, vergeleken met de Europese parlementsleden, heel verschillend. Ik geef grif toe dat de Europese parlementsleden veel meer reisactiviteiten hebben dan de nationale parlementsleden.
De regering moet de beslissing van het Europees Parlement goedkeuren. Daarom zou ik de quæstuur tegen begin volgend jaar transparantie willen vragen inzake het financieel, fiscaal en pensioenstatuut van een Europees Parlementslid, meer bepaald inzake alle inkomsten en alle pensioenrechten. Het gaat niet alleen om een wedde van ongeveer 350.000 Belgische frank per maand. Men zal ook de reiskosten reglementeren. Vroeger kregen de leden van het Europees parlement een reisvergoeding zonder te bewijzen dat de verplaatsingen werkelijk gedaan werden. Dat leidde soms tot misbruiken.
De Europese parlementsleden krijgen echter ook een dagelijkse forfaitaire onkostenvergoeding, vrij van belasting. Daar wordt in het statuut niet over gesproken. Voor iemand uit Madrid die dagelijks in Brussel verblijft, is deze vergoeding verantwoord, maar de Belg die in Brussel verblijft en dezelfde niet-belastbare onkostenvergoeding ontvangt zal netto meer overhouden. (protest van mevrouw Durant)
Mevrouw Durant moet niet zo geëxciteerd doen. Ik mag dat probleem toch aan de orde stellen. Ik ben daar niet afgunstig op, ik vraag alleen transparantie. (protest van mevrouw Durant)
Voelt u zich nu al zo ongemakkelijk, mevrouw Durant, omdat u kandidaat bent voor het Europees Parlement?
Als een parlementslid een inkomen heeft van rond de 500.000 Belgische frank per maand, dan mag ik toch weten hoe het zit. Dat is mijn inschatting vergeleken met het nationaal parlement.
Mevrouw Isabelle Durant (ECOLO). - Dit is een aangelegenheid van de Kamer.
De heer Hugo Vandenberghe (CD&V). - Ecolo-parlementsleden zijn geweldige democraten. Ik ben geshockeerd door uw optreden, mevrouw Durant. (algemeen protest)
U komt hier binnen zoals de vliegtuigen. U komt binnen, u neemt het woord en u vertrekt weer. Dat beschouwt u als uw deelname aan parlementaire debatten.
Ik zou in elk geval willen weten of men de wet-Wijninckx ook toepast op de pensioenen van de Europese parlementsleden en zo ja, onder welke voorwaarden.
Ten slotte, wens ik duidelijkheid over het fiscaal statuut, want daarover werden verschillende verklaringen afgelegd. Ik begrijp dat de quæstuur vandaag geen antwoord kan geven, maar ik stel vast dat heel wat mensen daar vragen over hebben of verklaringen over afleggen. Ik wil graag weten hoe het nu precies zit. Worden de Belgische wetten op dezelfde wijze toegepast voor de Belgische parlementsleden als voor de Europese parlementsleden?
Mevrouw Jeannine Leduc (VLD). - Mevrouw de Bethune, ik dacht dat ik duidelijk geweest was wat betreft de secretariaatskosten voor de medewerkers van de senatoren en voor het secretariaat van de voorzitter van de Senaat en de fractievoorzitters.
Ik ben het ermee eens dat we de uitgaven voor Protocol en Reizen beter, transparanter en prijsbewuster managen.
Ik wens de uitgaven 2003 wat meer te detailleren. Tot op heden werd een bedrag uitgegeven van 770.000 euro. Dat bedrag omvat de nieuwe outfit van de kamerbewaarders voor een bedrag van 100.000 euro. Een grote voorraad relatiegeschenken werd aangelegd. Het gamma was verouderd en moest worden aangevuld en vernieuwd. Hiervoor werd 170.000 euro uitgetrokken.
De Belgische delegaties in het buitenland kostten ongeveer 151.000 euro, de buitenlandse delegaties in België 21.100 euro.
De lunches van het Bureau en de colleges, de buitenlandse delegaties en recepties kostten 116.200 euro. Iedereen is het ermee eens dat deze uitgaven bijdragen tot de uitstraling van de Senaat. Voor bloemen werd 2.500 euro uitgegeven, voor hotelkamers voor late vergaderingen 6.250 euro, voor de uniformen van de kamerbewaarders en de schoenen 126.000 euro, voor kentekens en medailles 56.000 euro, voor de voorraad relatiegeschenken 170.000 euro, voor agenda's, P-platen, openhuisdagen 4.700 euro, voor diversen 26.000 euro.
Ik zie geen enkel probleem om de reizen aan het Bureau voor te leggen. Sommige reizen kunnen echter niet worden vermeden zoals de observatieopdrachten bij verkiezingen in het buitenland, de reizen voor NAVO en Benelux. Voor de commissiereizen moeten alle commissieleden erover waken dat deze op correcte wijze worden georganiseerd.
We streven ernaar het aandeel van de producten uit derdewereldlanden op te drijven, zonder hiermee nadeel te berokkenen aan onze eigen handelaars.
We moeten onze inspanningen voor gehandicapten opdrijven. Ik zal daar persoonlijk op toezien.
Een opmerking over een eerlijk aankoopbeleid heeft me enigszins gekwetst. Onze vorige quæstoren hebben altijd een eerlijk aankoopbeleid gevoerd.
Ik kom nu bij de Senaat als kindvriendelijke organisatie. In het verleden is reeds gesproken over de inrichting van een kinderopvang in de omgeving. Er werd geopperd dat die opvang beter werd georganiseerd in de woonplaats van de parlementsleden; de discussie kan altijd opnieuw worden geopend.
Ik ben er echt van overtuigd dat de Senaat een voorbeeldfunctie vervult inzake het transparante en het correcte gebruik van middelen. Het College van quæstoren en het Bureau staan altijd open voor opmerkingen. In de vijf maanden dat we zijn aangetreden hebben we nog geen aanwijzingen gevonden dat het vorige Bureau niet goed heeft gewerkt.
De Senaat heeft een voorbeeldfunctie en we moeten samen het imago van de Senaat hoog houden.
De voorzitter. - Dank u, mevrouw Leduc. Ik feliciteer u voor het werk dat u en de andere quæstoren hebben geleverd.
Mevrouw Durant maakte een opmerking over de reizen. Ik vind het vanzelfsprekend dat van iedere reis een verslag wordt gemaakt dat eventueel wordt besproken in de commissie. Een bepaalde commissiereis heeft evenveel gekost als alle recepties in de Senaat tijdens een heel jaar samen. Daar moet toch eens over worden nagedacht.
-De bespreking is gesloten.
-Over de dotatie van de Senaat wordt later gestemd.
De voorzitter. - Het Bureau stelt voor deze namiddag volgende agenda voor:
's namiddags om 17 uur
Om 17 uur:
Naamstemming over het ontwerp van programmawet; Stuk 3-424/1.
Naamstemming over het ontwerp van wet houdende diverse bepalingen; Stuk 3-425/1.
Naamstemming over de dotatie van de Senaat. - Uitgaven van het dienstjaar 2002, begroting voor het dienstjaar 2003 en begrotingsramingen voor het dienstjaar 2004.
Evocatieprocedure
Wetsontwerp houdende wijziging van de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen en de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de bemiddelaars en beleggingsadviseurs; Stuk 3-426/1 en 2. (Pro memorie)
Evocatieprocedure
Wetsontwerp houdende invoering van een eenmalige bevrijdende aangifte; Stuk 3-427/1 tot 3. (Pro memorie)
Evocatieprocedure
Wetsontwerp tot wijziging van artikel 215, derde lid, 4º, van het wetboek van de inkomstenbelastingen 1992; Stuk 3-428/1 en 2. (Pro memorie)
's avonds om 19 uur:
Hervatting van de agenda.
Vanaf 19 uur: Naamstemmingen over de afgehandelde agendapunten in hun geheel.
-De Senaat is het eens met deze regeling van de werkzaamheden.
De voorzitter. - We zetten onze werkzaamheden voort vanmiddag om 17 uur.
(De vergadering wordt gesloten om 12.20 uur.)
Afwezig met bericht van verhindering: de heer Delacroix, om gezondheidsredenen, de heer Chevalier, in het buitenland.
-Voor kennisgeving aangenomen.