5-291COM | 5-291COM |
De heer Bert Anciaux (sp.a). - De recente overeenkomsten tussen Iran en de VN-Veiligheidsraad stipuleren dat Iran vanaf nu de productie van 20% verrijkt uranium zal verminderen en dat de ingrijpende economische internationale restricties zullen worden versoepeld.
Alhoewel velen met mij betwijfelen dat Iran de voorbije jaren sowieso een agressief nucleair programma wou uitvoeren, betekent deze overeenkomst toch een belangrijke stap naar meer normale relaties met een staat die qua democratische verwezenlijkingen verre van perfect is, maar toch veel hoger scoort dan zowat alle omringende landen en zeker dan de door het Westen gekoesterde Golfstaten, met Saoedi-Arabië als dubieus kampioen van de onverdraagzame dictatuur.
De economische straffen leidden naar een acuut tekort van onder andere medicijnen en andere levensnoodzakelijke producten in Iran. Het komt er nu op aan snel en adequaat de vrijgekomen mogelijkheden in te vullen. Voor mij spelen in de eerste plaats humanitaire redenen, maar het zal niemand verbazen dat ook economische belangen zwaar doorwegen.
Bevestigt de minister dat door het recente akkoord over een gereduceerd nucleair programma in Iran de mogelijkheden tot uitvoer naar dat land sterk toenemen? Op welke wijze zullen Belgische exporteurs van deze nieuwe markt gebruik kunnen maken? Zijn er hieromtrent al duidelijke spelregels en werden er afspraken gemaakt? Welke beperkingen blijven gelden? In welke mate en binnen welk tijdsbestek? Plant de minister een economisch offensief dat de Belgische bedrijven moet stimuleren om de Iraanse markt te exploreren? Is de minister op de hoogte van initiatieven hieromtrent, zowel van zijn collegae als van private partners? Welke gevolgen zal het wegvallen van een aantal straffen hebben voor de Belgische diplomatie? Zal België zijn diplomatieke aanwezigheid uitbreiden? Zo ja, hoe en wanneer en met welke doelstellingen? Zo neen, waartoe blijft onze aanwezigheid dan beperkt?
Hoe zullen de relaties tussen ons land en Iran verder evolueren? Welke prognoses hanteert de minister en welke doelstellingen wil hij in dit verband graag verwezenlijken of gerealiseerd zien?
De heer Didier Reynders, vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken. - Het voorlopig akkoord van 24 november 2013 inzake het nucleaire dossier tussen de E3+3 en Iran schept een kader voor de daaropvolgende onderhandelingen over het dossier met het oog op een alomvattend akkoord binnen het jaar. Het akkoord legt actiepunten vast die de verschillende partijen moeten uitvoeren. Voor Iran gaat het om de bevriezing van de nucleaire expansie en het terugschroeven van enkele realisaties, zoals de conversie van de voorraad 20% verrijkt uranium naar minder gevaarlijke vormen. De VS en de EU engageren zich ertoe geen nieuwe sanctiemaatregelen te nemen en een beperkt aantal sancties op te schorten of te verlichten in afwachting van een definitief akkoord. De wederzijdse uitvoering van de actiepunten is ingegaan op 20 januari en zal 6 maanden van kracht blijven, tot 20 juli 2014. Hopelijk kan er tegen dan een alomvattend akkoord gesloten worden.
Meer concreet hebben de VS en de EU de sancties met betrekking tot de invoer van petrochemie en de handel in goud en edele metalen opgeschort. Er wordt ook een versoepeling doorgevoerd met het oog op de veiligheid van de Iraanse burgerluchtvaart. De VS schort sancties in de automobielsector op. De financiële restricties op legitieme handel worden verlicht en er komt ook een nieuw financieel kanaal om de humanitaire handel te faciliteren. Deze maatregelen zullen een positief effect hebben op onze handel, maar de omvang ervan is moeilijk te voorspellen.
De meeste sancties tegen Iran blijven dus van kracht en moeten ook verder worden nageleefd, zodat de druk op Iran om tot een akkoord te komen zo groot mogelijk blijft.
Onze exporteurs tonen ondertussen meer belangstelling voor Iran. Sommigen zullen voor de eerste keer de markt benaderen, anderen zullen aanknopen bij de handel uit het verleden en wellicht hun reeds bestaande contacten aanspreken.
Uiteraard volgen zowel mijn diensten als ikzelf de ontwikkeling van de Iraanse markt. De kamers van koophandel ontwikkelen initiatieven om de Iraanse markt te benaderen. Op 2 december 2013 had in Brussel een seminarie plaats met de inbreng van de regionale exportorganisaties. BECI (Brussels Enterprises Commerce and Industry) werkt momenteel aan een missie naar Iran, die eind april zou plaatshebben.
Onze post in Teheran beschikt momenteel over twee diplomaten: een consul en een visumagent. FIT is er aanwezig met een vertegenwoordiger. Op korte termijn zal dat zo blijven.
Met betrekking tot Iran kunnen zich op middellange termijn velerlei ontwikkelingen voordoen. We mogen echter niet voorbarig handelen. Allereerst moet worden nagegaan hoe de onderhandelingen over een definitief akkoord evolueren. Het akkoord van 24 november 2013 is een voorlopig akkoord. We mogen ook niet uit het oog verliezen dat we ons nu nog steeds in een periode van sancties bevinden ten opzichte van Iran. Het zal van de daden van Iran afhangen in hoeverre hierin verandering komt.
Toen ik enkele weken geleden in Iran was, heb ik daar dezelfde boodschap gegeven. Ik vind het immers nuttig dat er nog sancties van kracht zijn. Er zijn veranderingen aan de gang, maar vóór er nieuwe handelsbetrekkingen kunnen worden aangeknoopt met Iran, moeten we een definitief akkoord bereiken. Ikzelf ben daar voorstander van. Normaal zou dat akkoord bereikt worden in juli en dan duurt het nog zes maanden vóór het kan worden uitgevoerd. Ik hoop dat dit het geval zal zijn, anders is het bijna onmogelijk om nieuwe beslissingen te nemen in verband met de sancties en moeten we misschien terugkeren tot de vroegere situatie.
De heer Bert Anciaux (sp.a). - Ik dank de minister voor zijn duidelijk antwoord. Ik hoop dat alle betrokkenen werkelijk een akkoord willen bereiken en dat er geen stoorzenders optreden. We hebben de reacties van Israël gehoord, dat zonder enige twijfel druk uitoefent op andere landen, zoals de Verenigde Staten en misschien ook een aantal EU-landen. Ik begrijp dat er enige argwaan heerste ten opzichte van Iran. Zelf heb ik vertrouwen in het huidige regime en ik hoop dat het alle kansen krijgt. Ik heb begrepen dat de minister de situatie ook positief bekijkt en dat hij de wil heeft om een akkoord te bereiken.