5-148

5-148

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 3 APRIL 2014 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Wetsontwerp houdende instemming met de volgende Internationale Akten:
1º Protocol houdende wijziging van het Verdrag van 29 juli 1960 inzake wettelijke aansprakelijkheid op het gebied van de kernenergie, zoals gewijzigd bij het Aanvullend Protocol van 28 januari 1964 en bij het Protocol van 16 november 1982, gedaan te Parijs op 12 februari 2004;
2º Protocol houdende wijziging van het Verdrag van 31 januari 1963 tot aanvulling van het Verdrag van Parijs van 29 juli 1960 inzake wettelijke aansprakelijkheid op het gebied van de kernenergie, zoals gewijzigd bij het Aanvullend Protocol van 28 januari 1964 en bij het Protocol van 16 november 1982, gedaan te Parijs op 12 februari 2004 (Stuk 5-2759)

Algemene bespreking

Mevrouw Dalila Douifi (sp.a), rapporteur. - België is partij bij het Verdrag van Parijs van 29 juli 1960 inzake de wettelijke aansprakelijkheid op het gebied van de kernenergie en het Verdrag van Brussel van 31 januari 1963 tot aanvulling van het Verdrag van Parijs van 29 juli 1960 inzake de wettelijke aansprakelijkheid op het gebied van de kernenergie.

Beide verdragen creëren een internationaal kader voor de vergoeding van schade die wordt geleden door de slachtoffers van een kernongeval. Ze vormen de basis van het internationale recht betreffende de wettelijke aansprakelijkheid op het gebied van de kernenergie in West-Europa.

Het Verdrag van Parijs organiseert een systeem van wettelijke aansprakelijkheid. Het Aanvullend Verdrag van Brussel organiseert een mechanisme van internationale solidariteit dat is gebaseerd op openbare middelen, in de veronderstelling dat de dekking geboden door of namens de exploitant krachtens het Verdrag van Parijs onvoldoende zou blijken.

Dat mechanisme is uitsluitend toegankelijk voor de partijen bij het Verdrag van Parijs en het voorziet in twee opeenvolgende schijven van openbare middelen. De eerste schijf is in principe ten laste van de staat waar de installatie is gelegen die aan de oorsprong ligt van de schade. Indien die schijf ontoereikend blijkt te zijn, wordt een beroep gedaan op een internationale schijf. Die verzamelt de bijdragen van alle partijen. Elke partij draagt eraan bij naar rata van haar geïnstalleerd nucleair thermisch vermogen en van haar bruto nationaal product.

Op 12 februari 2004 waren de twee verdragen het voorwerp van wijzigingsprotocollen die tot doel hadden het bestaande regime te verbeteren.

Voor beide protocollen geldt dat de beschikbare verdragen worden verhoogd, dat de mogelijkheid voor de partijen wordt opgenomen om de exploitant een onbegrensde aansprakelijkheid ten laste te leggen en dat de euro als rekeneenheid wordt gebruikt.

Voor het Verdrag van Parijs onthouden we de volgende hoofdlijnen. Nieuwe schadetakken waarvoor een vergoeding verschuldigd zou zijn, zoals schade aan het milieu of de kosten van de preventieve maatregelen, worden ingevoerd en vooral preciezer gedefinieerd. De lijst van de gedekte installaties wordt uitgebreid met de installaties waarvoor een procedure van buitenbedrijfstelling loopt en met de installaties die voor de definitieve opslag van nucleaire stoffen zijn bestemd.

Het door de exploitanten van kerninstallaties te verzekeren minimumbedrag wordt verhoogd. De te verzekeren minimumbedragen voor de installaties die worden beschouwd als beperkt risicodragend en tijdens transporten wordt eveneens verhoogd. De verjaringstermijn voor vorderingen tot vergoeding van lichamelijke schade tegen de exploitanten van nucleaire sites wordt verlengd tot dertig jaar. Het geografisch toepassingsgebied van het Verdrag van Parijs wordt uitgebreid. De mogelijkheid om de exploitant vrij te stellen van elke aansprakelijkheid in geval van natuurrampen van uitzonderlijke aard wordt opgeheven. De laatste hoofdlijn, ten slotte, is de noodzaak aan een enkel forum.

Sommige punten, zoals de verlenging van bepaalde verjaringstermijnen, de onmogelijkheid om vrijstelling van aansprakelijkheid te verlenen bij natuurrampen of de noodzaak aan een enkel forum, waren reeds ingeschreven in de vermelde Belgische wet van 22 juli 1985.

De inwerkingtreding van de Protocollen zal betekenen dat deze elementen gemeenschappelijk worden voor alle partijen en dat de Belgische slachtoffers niet meer worden geconfronteerd met verschillende bepalingen bij een ramp die onderworpen is aan de rechtspraak van een rechtbank van een andere partij bij het Verdrag van Parijs.

Met betrekking tot het Aanvullend Verdrag van Brussel vestig ik de aandacht op volgende punten: een verhoging van de schijf ten laste van de Staat van de installatie, een verhoging van de internationale schijf, een nieuw evenwicht in de berekening van de bedragen van de partijen aan de derde schijf die meer nadruk legt op het nucleair thermisch vermogen geïnstalleerd op het grondgebied van elke partij, de vervanging van het bruto nationaal product door het bruto binnenlands product voor de berekening van de bijdragen, aangezien dit cijfer betrouwbaarder is tussen de lidstaten van de Europese Unie in het licht van de interne markt. De omzetting van de derde schijf, die internationaal is en voorheen vast was, is voortaan een variabele schijf die verhoogt bij bekrachtiging van het Verdrag door bijkomende partijen. Er wordt meer rekening gehouden met de situatie van de partijen die een regime van onbegrensde aansprakelijkheid van de exploitant bieden.

Alle artikelen van het wetsontwerp werden door de negen aanwezige senatoren goedgekeurd bij een onthouding.

-De algemene bespreking is gesloten.