5-148

5-148

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 3 APRIL 2014 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Mondelinge vraag van mevrouw Elke Sleurs aan de minister van Justitie over «de open brief van de organisatie Met Lege Handen» (nr. 5-1400)

Mevrouw Elke Sleurs (N-VA). - Deze ochtend lag er op vele krantenredacties een open brief van de organisatie Met Lege Handen, een vereniging van en voor ouders van een overleden baby. In deze zelfhulpgroep ontmoeten lotgenoten elkaar. Zij bieden steun aan ouders die na een dergelijke traumatische ervaring behoefte hebben aan erkenning en herkenning van hun verdriet. Naarmate de zwangerschap vordert, groeit ook de pijn bij een miskraam of foetaal verlies.

Sinds 1999 is de wetgever ten dele tegemoetgekomen aan de nood van deze ouders. Zo werd de mogelijkheid ingevoerd om een voornaam aan de akte van aangifte van een levenloos geboren kind toe te voegen. Deze akte kan enkel worden opgesteld na een zwangerschapsduur van meer dan 180 dagen. In dat geval kunnen ouders genieten van sociale rechten en is er een aangifteverplichting.

De wet van 27 april 1999 schrijft voor dat de akte van aangifte van een levenloos geboren kind in het register van de akten van overlijden moet worden ingeschreven. Een omzendbrief ter verduidelijking van de wetgeving voegde eraan toe dat het aan te raden is om de nodige wijzigingen aan te brengen in het trouwboekje. Een omzendbrief van de vorige eeuw op zijn beurt schrijft echter voor dat levenloos geboren kinderen nooit in het geboorteregister, maar enkel in het overlijdensregister mogen worden ingeschreven.

Voor ouders van een levensvatbaar, maar levenloos geboren kind is het zeer moeilijk te begrijpen dat hun kind kan sterven zonder ooit geboren te worden. Dat leidt ertoe dat de naam van hun kind in het overlijdensregister en in het trouwboekje opduikt, maar niet in het geboorteregister.

Omdat deze arbitraire toepassing van de wet ouders nodeloos lijden bezorgt, had ik graag vernomen wanneer de minister stappen zal doen om een inschrijving in het geboorteregister mogelijk te maken zonder deze actie te koppelen aan rechten, maar enkel vanuit het oogpunt de ouders de gelegenheid te geven hun rouwproces volledig te beleven.

Mevrouw Annemie Turtelboom, minister van Justitie. - De problematiek van de levenloos geboren kinderen ligt mij na aan het hart ligt. Zoals de spreker heeft aangehaald, heeft de wetgever in 1999 een kleine stap vooruit gedaan door in de mogelijkheid te voorzien een voornaam aan de akte van aangifte van een levenloos geboren kind toe te voegen.

Daarmee werd tegemoetgekomen aan de nood van deze ouders, maar het volstaat niet voor alle ouders. Sommigen hebben meer erkenning nodig om het verdriet van hun verlies te kunnen verwerken.

Te dien einde heb ik een wetsontwerp voorbereid met het oog op de inschrijving van levenloos geboren kinderen in een register bij de ambtenaar van de burgerlijke stand, wanneer een zwangerschap eindigt tussen de 140e en de 179e dag. Anders dan bij het opmaken van een geboorteakte worden hieraan geen gevolgen gekoppeld. Daarnaast bepaalde de tekst dat voor de kinderen levenloos geboren vanaf de 180e dag op het uittreksel niet meer vermeld wordt dat het gaat om een uittreksel uit het overlijdensregister.

De regeling voor de levenloos geboren kinderen behoorde samen met de vrijheid van familienaam en een regeling voor meeouders tot mijn prioriteiten op het vlak van familierecht.

Voor de naamgeving heeft de regering een akkoord bereikt. Dit dossier zal na de paasvakantie ter stemming aan de Senaat worden voorgelegd. Over het meeouderschap werd in de regering geen compromis bereikt. De regeling werd doorverwezen naar het Parlement. Het wetsvoorstel werd vandaag ter stemming voorgelegd aan de Senaat en zal vandaag of morgen ter stemming liggen in de Kamer.

Over het dossier van de levenloos geboren kinderen werd geen akkoord bereikt in de regering. Ik ben echter niet bij de pakken blijven zitten en heb het aan diverse parlementsleden bezorgd. Senator Taelman bijvoorbeeld heeft ter zake inmiddels een wetsvoorstel ingediend. De besprekingen in de regering vormen alleszins een goede aanzet om dit dossier succesvol af te ronden, liefst nog vóór de verkiezingen.

Mevrouw Elke Sleurs (N-VA). - Wat dit dossier betreft, kan de minister op onze steun rekenen. We hebben ook het wetsvoorstel houdende de vaststelling van de afstamming van de meeouder goedgekeurd.

Na de verkiezingen moet het nieuwe parlement het familierecht aanpakken, zodat ook voor de overblijvende problemen een oplossing kan worden gevonden.