5-146 | 5-146 |
De heer Guido De Padt (Open Vld). - Uit het verslag van de federale verkiezingen van 10 juni 2007 blijkt dat sommige personen die bij nagenoeg elke verkiezing als voorzitter of bijzitter worden aangewezen, terecht lieten verstaan zich ontmoedigd te voelen omdat ze elke keer weer worden opgeroepen. Bij de daaropvolgende verkiezing van 2009, 2010 en 2012 was dat eveneens het geval.
Uit een studie van de algemene directie Instellingen en Bevolking blijkt echter dat België genoeg kiezers telt die als voor- of bijzitter van een stembureau kunnen zetelen zonder dat eenzelfde persoon meer dan twee keer in zijn leven moet worden opgeroepen. Ik heb in 2011 een wetsvoorstel ingediend dat bepaalt dat wie in zijn leven ten minste twee keer een functie in een stembureau heeft uitgeoefend, vrijstelling kan krijgen voor een nieuwe uitoefening van een functie in een stem- of stemopnemingsbureau. Kiezers kunnen natuurlijk beslissen deze vrijstelling niet te gebruiken en aanvaarden steeds de functie van voorzitter of bijzitter uit te oefenen.
In 2009 heb ik als toenmalig minister van Binnenlandse Zaken een omzendbrief uitgevaardigd. Daarin vroeg ik de gemeenten eenzelfde persoon niet meer dan twee keer in haar of zijn leven aan te wijzen voor een functie in een stembureau. Ik besefte dat dat van de gemeenten extra inspanningen vroeg en om hen daarbij te ondersteunen zouden ze vanaf mei 2009 in het Rijksregister kunnen vermelden hoeveel keer een persoon al had gezeteld. Zo wordt het in de toekomst makkelijker om na te gaan of iemand al meerdere keren is opgeroepen.
Deelt de minister de visie dat iemand die reeds twee keer in zijn leven zetelde, een vrijstelling moet kunnen genieten voor de volgende verkiezingen?
Wat is er met de richtlijnen uit mijn omzendbrief van 2009 gebeurd? Zal de minister dit jaar ook zo'n omzendbrief sturen?
Mevrouw Joëlle Milquet, vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen. - Ik deel het standpunt dat een kiezer niet meer dan twee keer in zijn leven zou moeten zetelen als lid van een kiesbureau, behalve natuurlijk als hij dit wenst. Ik heb mijn administratie dus gevraagd om in een omzendbrief aan de gemeenten en de kantons te vragen om, in de mate van het mogelijke, kiezers niet meer dan twee keer aan te wijzen als lid van een bureau bij verschillende verkiezingen. Om na te kunnen gaan of een persoon al twee keer heeft gezeteld als lid van een kiesbureau, voorziet het Rijksregister sinds mei 2009 in de mogelijkheid voor de gemeente om deze informatie te vermelden.
De omzendbrief bevat een aanbeveling, aangezien zo'n vrijstelling niet formeel in het Kieswetboek is opgenomen. Uiteindelijk beslist de voorzitter van het kantonhoofdbureau, die de leden aanwijst, of een persoon die al twee keer gezeteld heeft, wordt vrijgesteld.
Mijn administratie is een samenwerking aangegaan met de Kruispuntbank voor de sociale zekerheid, de Rijksdienst voor arbeidsvoorziening en de Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten. Deze samenwerking maakt het mogelijk om, dit jaar voor de eerste keer, automatisch en via de computer aan de gemeenten de gegevens door te sturen van de ambtenaren en het onderwijzend personeel en zo over een grotere pool van potentiële bijzitters te beschikken. Ter herinnering, de ambtenaren en het onderwijzend personeel maken krachtens het Kieswetboek van 2009 deel uit van de zogeheten voorkeurscategorieën om lid te zijn van een kiesbureau.
Ik zal in de omzendbrief de kantons aanbevelen om een beroep te doen op vrijwilligers, een mogelijkheid die sinds 2009 in het Kieswetboek is opgenomen, om te vermijden twee personen van eenzelfde koppel of een alleenstaande persoon met een of meerdere jonge kinderen ten laste op te roepen, om rekening te houden met de bijzondere situatie van de studenten bij de aanwijzing van de bijzitters voor de verkiezingen van 25 mei 2014, die in de blokperiode vallen, en om te vermijden dat personen worden opgeroepen die al twee keer gezeteld hebben.