5-145 | 5-145 |
Mevrouw Dalila Douifi (sp.a). - Ter gelegenheid van de Internationale Vrouwendag hebben een veertiental Nederlandstalige en Franstalige vrouwenorganisaties een oproep gedaan om een systematisch en transparant genderbeleid te voeren bij de behandeling van asielaanvragen van Afghaanse meisjes en vrouwen.
Tussen de 70 en de 80% van de vrouwen en meisjes in dat land wordt tot een huwelijk gedwongen, discriminerende wetten en praktijken voorkomen dat ze het huis kunnen verlaten zonder toestemming van een man. Doen ze dat wel, dan krijgen ze gevangenisstraffen. Volgens gegevens van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens is 80% van de Afghaanse vrouwen het slachtoffer van geweld.
Een resolutie van de Raad van Europa vraagt zijn lidstaten uitdrukkelijk bij asielaanvragen aandacht te besteden aan het genderaspect omdat vervolging van vrouwen en meisjes danig van die van mannen verschilt.
Het is dan ook erg verbazend dat de rapporten over Afghanistan van CEDOCA, de documentatie- en researchdienst van het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen (CGVS), zelfs geen melding maken van vrouwen en meisjes. Het CGVS beschikt nochtans over een genderafdeling.
De vrouwenorganisaties vragen een doorlichting van het huidige genderbeleid van het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Dienst Vreemdelingenzaken en vragen dat maatregelen worden genomen opdat bij iedere asielaanvraag rekening zou worden gehouden met de genderdimensie. Hun eisen zijn de volgende:
a) Een heronderzoek voor afgewezen asielaanvragen waarbij geen rekening werd gehouden met de genderdimensie volgens de criteria die door de Raad van Europa werden aanbevolen.
b) Het verzamelen van gendergerelateerde informatie per land door CEDOCA.
c) Bij asielaanvragen systematisch rekening houden met de vrees voor vervolging op basis van geslacht.
d) Vrouwelijke asielzoekers specifiek over de genderproblematiek interviewen om zo een zelfstandig dossier op te bouwen.
e) Het professioneel opleiden van interviewers om met vrouwelijke slachtoffers van geweld of discriminatie om te gaan.
f) Automatisch discriminerende en schadelijke praktijken zoals het ontbreken van het recht op onderwijs en de voor de hand liggende risico's van vroege of gedwongen huwelijken als onmenselijke en vernederende praktijken beschouwen en de situatie van meisjes, ongeacht de positie van hun ouders, automatisch afzonderlijk laten onderzoeken.
Uit cijfers van een rapport van de Vrouwenraad blijkt bovendien dat alleenstaande vrouwelijke asielzoekers voortdurend in angst leven en op hun hoede zijn voor mannelijke medebewoners in asielcentra. Met machogedrag, oneerbare voorstellen, vandalisme, geweld en seksuele intimidatie zorgen mannen ervoor dat reeds getraumatiseerde en fragiele vrouwen zich geen enkel ogenblik veilig of gerust kunnen voelen. Helaas houdt Fedasil volgens een recent krantenartikel geen cijfers bij over agressie tegen vrouwen en wordt dus besloten dat er geen probleem is.
Is de staatssecretaris van plan het huidige genderbeleid van de Dienst Vreemdelingenzaken en het Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen te laten doorlichten en de zonet aangehaalde maatregelen door te voeren om zo tot een systematisch en transparant genderbeleid te komen?
De staatssecretaris heeft beklemtoond dat ze zich persoonlijk wil inzetten om kwetsbare vrouwen in asielcentra beter te beschermen. Zal ze Fedasil vragen voortaan specifieke cijfers over agressie tegen vrouwen bij te houden en extra maatregelen te nemen voor een betere vrouwenwerking in de centra?
Mevrouw Maggie De Block, staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding. - De individuele beoordeling van asielaanvragen gebeurt door het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen (CGVS). De wetgever heeft de beoordeling van asielaanvragen opgedragen aan die onafhankelijke instantie en een onafhankelijk rechtscollege, precies om politieke beoordelingen uit te sluiten.
Het aspect gender is wel degelijk aanwezig bij de beoordeling van een asielaanvraag door het CGVS. Voor alle vrouwen - alleenstaande of behorend tot een gezin - houdt het CGVS rekening met eventuele bijzondere situaties en met indicaties voor een gegronde vrees voor vervolging. Het CGVS interviewt elke vrouw. Zij krijgt de mogelijkheid om specifieke elementen ter ondersteuning van haar asielaanvraag voor te leggen. Voor vrouwen houdt het CGVS wel degelijk rekening met specifieke gronden voor vervolging.
Ik betreur dat sommigen een onjuist beeld blijven geven van de genderproblematiek en de wijze waarop het CGVS de asielaanvragen beoordeelt. Het rapport van CEDOCA over Afghanistan waarnaar in de vraag wordt verwezen, handelt over de algemene situatie, ongeacht het genderaspect. De aanvullende informatie over het genderaspect wordt geleverd door tal van andere bronnen, onder andere door de gespecialiseerde gendercel van het CGVS. Dat hieruit door sommigen steevast geconcludeerd wordt dat het CGVS geen rekening houdt met gender, is pure desinformatie. Ik heb dat vorige week al gezegd in antwoord op een vraag van senator Piryns en zal dat blijven herhalen.
Het onderzoek van de Vrouwenraad, waaraan Fedasil trouwens heeft meegewerkt, is gebaseerd op veldonderzoek in de opvangstructuren uit 2008 en 2009. Men mag niet voorbijgaan aan de talrijke projecten en initiatieven die er sindsdien in het opvangnetwerk werden genomen om het leven voor vrouwen in de opvang te verbeteren.
Fedasil werkte bijvoorbeeld in 2013 verschillende projecten uit om kwetsbare vrouwen die in het opvangnetwerk verblijven beter te beschermen en te versterken, zoals in Arendonk en Rixensart.
Sinds januari 2012 organiseert de Vrouwenraad, met de hulp van lokale vrouwenorganisaties, uitstappen en sensibiliseringsacties voor asielzoeksters in de opvangcentra in Antwerpen. In 2013 breidde de Vrouwenraad zijn werkterrein uit naar Limburg en Vlaams-Brabant, en in 2014 is het de beurt aan Oost- en West-Vlaanderen.
Fedasil zal verder inzetten op een gendergevoelige aanpak en een specifieke opvang voor vrouwen. Tijdens een maandelijkse workshop zal Fedasil telkens een bestaand project rond vrouwenwerking in de kijker zetten, dat dan als voorbeeld kan dienen voor de andere opvangstructuren.
Wat betreft de registratie van geweld tegen vrouwen, wordt van elke incident een gedetailleerd rapport opgemaakt. Fedasil houdt op centraal niveau een registratie bij van incidenten die zich voordoen in de opvangcentra. Momenteel wordt die registratie geoptimaliseerd. Er zal bij die oefening ook werk worden gemaakt van een aparte statistische registratie van gendergeweld. Aan alle incidenten die worden geregistreerd wordt er gevolg gegeven.
Bewoners die zich schuldig maken aan grensoverschrijdend gedrag of gendergeweld kunnen het voorwerp uitmaken van een disciplinaire transfer of een andere sanctie. Strafbare feiten worden aan de politie gemeld.
Mevrouw Dalila Douifi (sp.a). - De oproep van de vrouwenorganisaties heeft er alvast toe geleid dat de problematiek vandaag in het parlement aan bod komt.
Blijkbaar is de staatssecretaris het met me eens dat de genderdimensie zowel in de procedures als in de opvang heel belangrijk is. De afgelopen jaren is op dat vlak inderdaad al heel wat in beweging gezet.
Ik moedig de staatssecretaris aan voort te doen. Wanneer de opvangcentra naar aanleiding van een crisis vol zitten, kan ik me immers voorstellen dat het soms moeilijk is de privacy te respecteren. Nu de centra minder druk bevolkt zijn, is er tijd en ruimte om meer rekening te houden met de genderdimensie.
Ik heb begrepen dat de gevallen van agressie tegen vrouwen wel degelijk worden geregistreerd en dat de cijfergegevens momenteel worden verwerkt. Ik ga er dan ook van uit dat het op termijn mogelijk moet zijn jaarlijks een evaluatie te maken.