Belgische Senaat

ZITTING 2013-2014

23 JANUARI 2014

Voorstel van bijzondere wet tot wijziging van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof

AMENDEMENTEN

Nr. 1 VAN DE HEER MAHOUX C.S.

Art. 10

In dit artikel de woorden « Hoofdstuk IV » telkens vervangen door de woorden « Hoofdstuk V ».

Verantwoording

Het betreft technische aanpassingen ingevolge de recente goedkeuring van de bijzondere wet van 6 januari 2014 tot wijziging van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof en van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse Instellingen, om de organisatie van gewestelijke volksraadplegingen mogelijk te maken. De voornoemde bijzondere wet van 6 januari 2014 voegde reeds een hoofdstuk IV in, in titel I van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof. Bijgevolg dient het in te voegen hoofdstuk in dit voorstel van bijzondere wet te worden hernummerd.

Nr. 2 VAN DE HEER MAHOUX C.S.

Art. 11

De volgende wijzigingen aanbrengen :

1º de woorden « hoofdstuk IV » vervangen door de woorden « hoofdstuk V »;

2º de woorden « artikel 30ter » vervangen door de woorden « artikel 30quater »;

3º de woorden « art. 30ter » vervangen door de woorden « art. 30quater ».

Verantwoording

Het betreft technische aanpassingen ingevolge de recente goedkeuring van de bijzondere wet van 6 januari 2014 tot wijziging van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof en van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse Instellingen, om de organisatie van gewestelijke volksraadplegingen mogelijk te maken. Ten gevolge van de wijzigingen die werden aangebracht door de voornoemde bijzondere wet van 6 januari 2014, dienen de door dit voorstel van bijzondere wet voorziene invoegingen van hoofdstukken en artikels te worden hernummerd.

Nr. 3 VAN DE HEER MAHOUX C.S.

Art. 34/1 (nieuw)

Een artikel 34/1 invoegen, luidende :

« Art. 34/1. In artikel 118bis van dezelfde bijzondere wet, ingevoegd bij de bijzondere wet van 6 januari 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

1º in het eerste lid wordt het woord « 78bis, » ingevoegd tussen het woord « 67, » en het woord « 79 »;

2 ^o in het tweede lid worden de woorden « 110, 111, 1º, 2º en 4º, 112, 113, 1º tot 3º, 115 tot 117 » vervangen door de woorden « 110 tot 117 »;

3 ^o het vijfde lid wordt opgeheven. ».

Verantwoording

Het betreft technische aanpassingen ingevolge de recente goedkeuring van de bijzondere wet van 6 januari 2014 tot wijziging van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof en van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse Instellingen, om de organisatie van gewestelijke volksraadplegingen mogelijk te maken. Door deze aanpassingen kunnen de wijzigingen die in onderhavig voorstel worden voorgesteld, coherent worden toegepast op de controleprocedures van de volksraadplegingen.

Nr. 4 VAN DE HEER MAHOUX C.S.

Art. 35

De woorden « 21 en 27 » vervangen door de woorden « 21, 27 en 34/1, 1 ^o ».

Verantwoording

Het betreft een technische aanpassing die tot doel heeft de elektronische procedure voor de controleprocedures van de volksraadplegingen tegelijkertijd in werking te laten treden met de elektronische procedure voor de andere procedures voor het Grondwettelijk Hof.

Nr. 5 VAN DE HEER CLAES C.S.

Art. 11/1 (nieuw)

Een artikel 11/1 invoegen, luidende :

«Art. 11/1. In artikel 34 van dezelfde bijzondere wet, gewijzigd bij de bijzondere wetten van 16 juli 1993, 9 maart 2003, 27 maart 2006 en 21 februari 2010, wordt paragraaf 5 vervangen als volgt :

« § 5. Het Hof telt rechters van verschillend geslacht, zowel wat betreft de rechters bedoeld in § 1, 1 ^o, als deze bedoeld in § 1, 2 ^o.

Het Hof telt ten minste een derde rechters van elk geslacht. ». ».

Nr. 6 VAN DE HEER CLAES C.S.

Art. 36 (nieuw)

Een artikel 36 toevoegen, luidende :

«Art. 36. Artikel 34, § 5, tweede lid, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, zoals ingevoegd bij artikel 11/1, treedt in werking op de dag waarop het Hof ten minste een derde rechters van elk geslacht telt.

Tot die datum benoemt de Koning een rechter van het minst vertegenwoordigde geslacht wanneer de twee vorige benoemingen het aantal rechters van dat geslacht niet hebben verhoogd. ».