5-282COM

5-282COM

Commissie voor de Binnenlandse Zaken en voor de Administratieve Aangelegenheden

Handelingen

DINSDAG 11 FEBRUARI 2014 - OCHTENDVERGADERING

(Vervolg)

Vraag om uitleg van de heer Bert Anciaux aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen over «de aanhoudende absurditeiten bij het toepassen van gemeentelijke administratieve sancties» (nr. 5-4608)

De heer Bert Anciaux (sp.a). - Ik blijf beklemtonen dat bepaalde praktijken, zeker in stedelijke omgevingen, lik op stuk moeten krijgen en dat onze justitie daar momenteel onvoldoende competent voor lijkt te zijn. Dat pleit voor een verstandig gebruik van de GAS-wetgeving. In deze context herhaal ik mijn pleidooi om eerder de wetgevende macht hiertoe te wapenen dan de gevaarlijke schemerzone te betreden waar de uitvoerende macht zowat het volledige traject van beschrijving, vaststelling en strafbepaling van een overtreding invult. Men morrelt niet zomaar aan het principe van democratie.

Bij de voorbereiding van deze wetgeving vroeg ik de minister naar externe monitoring en vooral naar een snelle en eerlijke evaluatie. De minister volgde mijn bekommernissen niet echt, maar heeft daarnet wel meegedeeld dat dit nu toch tweemaandelijks zal gebeuren.

Tot spijt van wie het benijdt geeft de bijna dagelijkse realiteit mij met mijn argwaan voortdurend gelijk. Gelukkig ben ik niet de enige die alert is. Zelfs academisch hoog aangeschreven juristen blijven wijzen op de anomalieën en absurditeiten van deze wetgeving, die ze dagelijks vaststellen.

Een recent voorbeeld illustreert dit ironisch, maar vooral schrijnend. In Antwerpen, toch het summum van democratie, kreeg een volwassen man met een ernstige mentale beperking en van wie de verstandelijke leeftijd op acht jaar wordt geschat, een GAS omdat hij het waagde fluit te spelen op de openbare weg zonder voorafgaande toestemming. Hij werd daarop aangesproken door een GAS-ambtenaar. De betichtte muntte niet uit in een heldere verdediging of verklaring, waarop prompt een boete volgde van 50 euro. Dit verhaal bewijst bijna tragikomisch een van de achilleshielen van deze wetgeving, namelijk de bedenkelijke competenties van de ambtenaren. Als zo'n GAS-man er niet eens in slaagt om een man met ernstige mentale beperkingen te diagnosticeren en zijn optreden aan deze omstandigheden aan te passen, dan spat de incompetentie er wel vanaf.

Dit verhaal is er maar een uit het dagelijks dikker wordend GAS-blunderboek. Zoals velen opmerken, gaat het niet om de wetgeving, maar om de uitvoering ervan. Daar loopt het nu eenmaal fout en misschien moet via een aanpassing van de wetgeving de slechte uitvoering worden gecorrigeerd.

Bevestigt de minister de aanhoudende stroom van verhalen die op een potsierlijke, maar eigenlijk schrijnende wijze bewijzen dat de praktijktoepassingen van de GAS-wetgeving botsen op onder meer de grenzen aan de competenties van de GAS-ambtenaren? De minister verwees daarnet naar opleiding en ik vraag me dan ook af of de GAS-ambtenaren niet een uitgebreidere opleiding moeten krijgen. Misschien kan mijn mondelinge vraag ertoe bijdragen dat de minister inziet dat de wetgeving wel goed bedoeld is, maar dat bepaalde gemeenten ze idioot gebruiken en zelfs misbruiken. Dat groot aantal misbruiken moet worden weggewerkt.

Mevrouw Joëlle Milquet, vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen. - Ik ben van oordeel dat de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties en de bijhorende uitvoeringsbesluiten die op 27 december 2013 in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd werden en, zoals de wet, op 1 januari 2014 in werking traden, voldoende garanties bieden op een correcte toepassing van de GAS-wetgeving.

Het begrip "overlast" wordt niet in de wet zelf omschreven, aangezien de gemeentelijke autonomie ten volle speelt. Het komt het federale niveau niet toe voor elke gemeente te bepalen wat overlast is, omdat wat in de ene gemeente als hinder wordt beschouwd, dat in een andere gemeente misschien niet is. Bijgevolg moet de gemeenteraad een algemeen politiereglement goedkeuren over de gemeentelijke administratieve sancties en hun toepassing op de minderjarigen en over de gemengde inbreuken. In dit debat kunnen alle actoren, ook de plaatselijke jongerenorganisaties, hun stem laten horen.

In dit verband heb ik de gemeenten op 23 december 2013 per brief meegedeeld dat deze autonomie de gemeenten geen blanco volmacht geeft waarmee ze zonder beperking, zonder blijk te geven van gezond verstand en zonder respect van het proportionaliteitsprincipe, in hun gemeentereglement kunnen bepalen dat sommige gedragingen die het harmonieuze verloop van het leven van onze medeburgers niet verstoren, overlast zijn. Ik heb daarbij een kind dat muziek maakt, als voorbeeld aangehaald.

Het koninklijk besluit van 21 december 2013 tot vaststelling van de kwalificatie- en onafhankelijkheidsvoorwaarden van de ambtenaar belast met de oplegging van de administratieve geldboete en tot inning van de boetes in uitvoering van de wet betreffende de gemeentelijke administratieve sancties heeft de kwalificatie- en onafhankelijkheidsvoorwaarden vastgelegd waaraan de sanctionerend ambtenaar moet voldoen. Niet alleen moeten deze mensen beschikken over een specifiek diploma - master of bachelor in de rechten/rechtspraktijk of bij gebrek hieraan een universitair diploma van de tweede cyclus of een gelijkgesteld diploma - maar daarenboven is nu ook bepaald dat deze mensen een specifieke opleidingsmodule moeten volgen. Deze opleiding omvat een deel over conflictbeheersing en positieve conflictbeheersing met minderjarigen, en voor de houders van een universitair diploma van de tweede cyclus of een gelijkgesteld diploma ander dan een rechtsdiploma, de delen die handelen over de algemene principes van het strafrecht en de wetgeving betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.

Verder bepaalt de wet van 24 juni 2013 ook dat de minister van Binnenlandse Zaken om de twee jaar bij het Parlement verslag zal uitbrengen over de toepassing van de wet. Dit verslag moet ten minste een overzicht bevatten van het aantal administratieve geldboetes die werden opgelegd, voor welke categorieën van inbreuken en ook van de procedurele moeilijkheden waartoe de wet aanleiding heeft gegeven. Er wordt dan ook wel degelijk een evaluatie in het vooruitzicht gesteld, waaruit desgevallend passende conclusies worden getrokken.

De heer Bert Anciaux (sp.a). - Ik deel de bezorgdheid die uit het antwoord van de minister blijkt. Ik ben blij dat ik jong was toen er nog een grote vorm van tolerantie bestond. Nu zou ik van de ene boete in de andere vallen en ik weet niet hoe mijn eventuele verzet tegen de samenleving geëindigd zou zijn.

Ik geloof in een verdraagzame samenleving, wat niet uitsluit dat bepaalde misdragingen moeten worden uitgesloten. Ik banaliseer sluikstorten en andere overlast helemaal niet, maar fluitspelen op straat bestraffen vind ik toch wel waanzin.