5-141 | 5-141 |
De heer Bert Anciaux (sp.a). - Gezondheidseconoom Lieven Annemans stelt in zijn boek De prijs van uw gezondheid een tragische paradox. Enerzijds moet drastisch worden bespaard in de gezondheidszorg, maar anderzijds worden tot 15% van de middelen in de gezondheidszorg door overconsumptie verspild.
Volgens cijfers van de OESO scoort België op het vlak van overconsumptie opvallend hoger dan het EU-gemiddelde. Daarvan zijn volgens Lieven Annemans oneindig veel voorbeelden.
Het gaat trouwens niet alleen over overconsumptie, maar ook over onderbehandeling. Bij arme patiënten wordt de behandeling vaak te vroeg gestaakt omdat ze niet voldoende oplevert. Daarenboven groeit het aantal arme mensen die ongezonder zijn voortdurend. Het dichten van de toenemende kloof tussen arm en rijk zou echter een besparing tot 20% kunnen opleveren.
Ik ben me ervan bewust dat de minister daar tegen strijdt. Het is echter opmerkelijk dat de consumptie van gezondheidszorg in Vlaanderen, en overigens ook in Wallonië, aanzienlijk groter is dan in Brussel, dat de armste bevolking tot haar inwoners telt.
De minister heeft fors gereageerd op het boek van Lieven Annemans, maar dat neemt niet weg dat het een ernstig boek is met heel wat bedenkingen en vragen. Ik had van de minister daarom graag vernomen hoe ze de analyse van gezondheidseconoom Lieven Annemans evalueert. Is de minister het eens met zijn analyse dat er in de Belgische gezondheidszorg een alarmerende paradox bestaat van een zware verspilling door overconsumptie, enerzijds, en een onderbehandeling van arme, oudere, en dus meer kwetsbare patiënten, anderzijds? Welke maatregelen moeten volgens de minister worden genomen om die alarmerende tendens te counteren?
Mevrouw Laurette Onkelinx, vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen. - De vaststellingen uit het boek van professor Annemans zijn al lang geleden gedaan, zowel door wetenschappelijke instellingen als door politici. De oplossingen die hij voorstelt, heb ik in de meeste gevallen tijdens deze regeerperiode in gang gezet, in overleg met de actoren van de gezondheidszorg.
Ons systeem moet evolueren om de toekomstige uitdagingen inzake vergrijzing en technologische vooruitgang aan te kunnen gaan en om de duurzaamheid ervan te garanderen. Dat is precies de bedoeling van mijn beleid tijdens deze regeerperiode. Ik geef enkele voorbeelden.
Een eerste voorbeeld betreft de hervorming van de ziekenhuisfinanciering en de rationalisering. In dat verband heb ik het systeem van de referentiebedragen toepasselijk gemaakt en uitgebreid, zodat de ziekteverzekering de overschrijding van de kosten voor de courante aandoeningen kan terugvorderen.
Ik heb echter vooral een breed reflectieproces op gang gebracht dat gevoerd wordt door het KCE en dat de grondslag moet leggen voor een ambitieuze hervorming van de ziekenhuisfinanciering. Ik wou dat die bezinning in een sereen klimaat kon verlopen, met een langetermijnvisie en zonder ideologische oogkleppen.
Ik heb trouwens niet gewacht op het boek van professor Annemans om hem bij die reflectie te betrekken: afgelopen dinsdag nog heeft hij deelgenomen aan een focusgroep.
Een tweede voorbeeld is de oprichting van een taskforce. Tijdens het begrotingsconclaaf van 2013 heb ik gevraagd om een taskforce op te zetten om de domeinen en verrichtingen in kaart te brengen waar men grote verschillen inzake de medische praktijk vaststelt, teneinde aanpassingen voor te stellen op basis van evidence-based criteria.
In dat verband werden belangrijke financiële maatregelen genomen met betrekking tot de heropnames in het ziekenhuis. Zo kwam er een gemeenschappelijke monitoring tussen het RIZIV en de FOD Volksgezondheid om de praktijken inzake heropnames te objectiveren. Om de ziekenhuizen voor hun beleid te responsabiliseren, werden de opnameforfaits tot 82% beperkt in geval van een heropname in eenzelfde ziekenhuis binnen een termijn van tien dagen.
Ten derde verwijs ik naar mijn geneesmiddelenbeleid sinds 2012, dat ervoor gezorgd heeft dat zowel de ziekteverzekering als de patiënten minder moesten uitgeven, met een daling van 15,6% sinds 2006. De prijsdalingen, zoals die van 1 april 2013, hebben het remgeld zelfs met 10 miljoen euro verminderd.
Ten vierde werden er gerichte informatiecampagnes opgezet om professionals en patiënten bewust te maken van hun gezondheidsgedrag, namelijk "Geneesmiddelen zijn geen snoepjes" en "Medische beelden zijn geen familiekiekjes".
Naast die fundamentele hervormingen heb ik tijdens deze regeerperiode vele andere belangrijke maatregelen genomen. Het betreft onder meer de afschaffing van de honorariumtoeslagen in tweepersoons- en gemeenschappelijke kamers, de hervorming inzake de verhoogde tegemoetkoming waardoor de potentiële rechthebbenden proactief in kaart kunnen worden gebracht, en de invoering van een statuut en een maximumfactuur voor mensen met een chronische ziekte. Dat zijn allemaal belangrijke stappen inzake de zorgtoegankelijkheid en ze tonen mijn bijzondere aandacht voor kwetsbare personen in deze moeilijke tijden.
Dat zijn maar enkele antwoorden op de problemen waarop professor Annemans de aandacht heeft gevestigd. Ik zou er nog veel meer kunnen geven.
Op elk begrotingsconclaaf heb ik moeten horen dat het volstaat om besparingen met negen cijfers te realiseren. Ik hoop dat ik tijdens deze regeerperiode het verschil tussen theorie en praktijk heb kunnen aantonen.
De heer Bert Anciaux (sp.a). - Rekening houdend met haar temperament is de vice-eersteminister vrij rustig gebleven. Haar reactie was bijzonder hoffelijk.
Voor een regeringslid is het niet aangenaam wanneer er een boek uitkomt dat heel wat punten aanklaagt waaraan hij of zij al enkele jaren hard werkt. Aan de andere kant heeft een professor wel tot taak de pijnpunten binnen onze samenleving aan het licht te brengen. Daarom zou ik hem veeleer als bondgenoot dan als tegenstrever zien. Het is trouwens een goede zaak dat de vice-eersteminister hem al heeft uitgenodigd en dat hij bij een aantal werkgroepen is betrokken.
Als gezondheidseconoom kijkt Lieven Annemans uiteraard naar de gezondheidszorg vanuit een economisch standpunt. Het is wel interessant te vernemen dat ons systeem van gezondheidszorg - in het algemeen zonder enige twijfel het beste ter wereld - nog een aantal kwetsbare punten vertoont, zeker op een ogenblik dat de overheid moet besparen.
Dat die bedenkingen aan de orde komen, is voor mij geen probleem, ook al onderschrijf ik dat er tijdens de lopende regeerperiode al vele inspanningen zijn gedaan. De bevindingen van Annemans blijven hoe dan ook een uitdaging voor de komende regeerperiode. Ze maken duidelijk wat er nog moet worden aangepakt, bijvoorbeeld het aanpakken van de kloof tussen arm en rijk. De vice-eersteminister zal daarin een bondgenoot zijn.
Mijn besluit is bijgevolg dat er al veel is gebeurd, maar ook dat er nog een en ander kan gebeuren.