5-2016/4 | 5-2016/4 |
11 FEBRUARI 2014
I. INLEIDING
De commissie heeft dit voorstel van resolutie besproken tijdens haar vergaderingen van 21 mei 2013 en 11 februari 2014. Op 21 mei 2013 heeft de commissie beslist het advies in te winnen van het Adviescomité voor gelijke kansen van vrouwen en mannen. Dat advies werd op 12 december 2013 uitgebracht (stuk Senaat, nr. 5-2016/2).
II. INLEIDENDE UITEENZETTING VAN MEVROUW ARENA, HOOFDINDIENSTER VAN HET VOORSTEL VAN RESOLUTIE
Het voorstel van resolutie behelst de kwestie van de preventie, de bestraffing en de strijd voor de uitroeiing van geweld tegen vrouwen. Het voorstel van resolutie werd kort na de Internationale Vrouwendag van 2013 ingediend. De Internationale Vrouwendag 2014 staat voor de deur en voor het zo ver is moet het voorstel van resolutie worden aangenomen.
Het voorstel van resolutie beklemtoont en onderstreept het feit dat vrouwen nog steeds het slachtoffer van geweld worden. Het geweld heeft allerlei vormen : het kan gaan om echtelijk geweld of het kan een oorlogswapen zijn, zoals in de Democratische Republiek Congo (DRC).
In het voorstel van resolutie werden een aantal aanbevelingen aan de regering betreffende de strijd tegen geweld tegen vrouwen geformuleerd (zie stuk Senaat, nr. 5-2016/1, blz. 13 tot 18).
III. ALGEMENE BESPREKING
Ingevolge het advies dat het Adviescomité voor gelijke kansen voor vrouwen en mannen heeft uitgebracht, dient mevrouw Arena enkele amendementen in.
De vertegenwoordiger van de minister van Buitenlandse Zaken stelt voor het voorstel van resolutie te actualiseren en aan te vullen, rekening houdend met de recentste resoluties van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties en de VN-Mensenrechtenraad.
Bespreking van de amendementen
Considerans
Punt 11
Mevrouw Arena dient amendement nr. 1 in, teneinde in punt 11, de woorden « alsook het voorstel van resolutie 5-227/1 — B.Z. 2010 van 6 oktober 2010 van de Belgische Senaat, tot invoering van een meestbegunstigingsclausule ten voordele van de Europese vrouw » te vervangen door de woorden « de wet van 8 mei 2013 tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, van de wet van 12 januari 2007 betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen en van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijke welzijn; alsook artikel 409 van het Belgisch Strafwetboek ».
Mevrouw Arena legt uit dat aangezien het voorstel van resolutie 5-227/1 nog niet werd aangenomen, er niet naar kan worden verwezen. Het is daarentegen nuttig om te herinneren aan de wettelijke instrumenten waarover België beschikt inzake genderaangelegenheden en geweld tegen vrouwen.
Amendement nr. 1 wordt eenparig aangenomen door de 9 aanwezige leden.
Dispositief
Punt A
De vertegenwoordiger van de minister van Buitenlandse Zaken merkt op dat in punt A de regering gevraagd wordt het Verdrag van Istanboel zo spoedig mogelijk aan het Parlement ter goedkeuring voor te leggen. Dit is ook een prioriteit voor de regering. Spreker verwijst naar een mondelinge vraag van mevrouw Fatiha Saďdi aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken over « de ratificatie van het Verdrag van Istanbul ». De minister van Buitenlandse Zaken heeft als volgt geantwoord : « Op federaal niveau hebben mijn diensten nog geen voorbereidend instemmingsdossier ontvangen. Wat de samenstelling van dit dossier betreft, verwijs ik naar mijn collega van Justitie. Op intern Belgisch niveau betreft het een gemengd verdrag. Van de deelstaatparlementen heeft enkel het Vlaams parlement het al goedgekeurd. Het Verdrag kan pas worden geratificeerd als alle bevoegde Parlementen het hebben aangenomen. Ik kan niet nader preciseren wanneer dat zal zijn, aangezien dit niet enkel van het federale niveau afhangt. » (Handelingen van 6 februari 2014, vraag, blz. 21, nr. 5-1292).
Spreker legt uit dat de federale overheidsdienst (FOD) hem meegedeeld heeft dat het voorbereidend instemmingsdossier zich in de laatste fase bevindt voor de overzending naar de FOD Buitenlandse Zaken.
Punt C
Mevrouw Arena dient amendement nr. 2 in, dat in punt C de woorden « , over gevallen van therapeutische begeleiding » wil invoegen tussen de woorden « daders bij dergelijke misdaden » en de woorden « en over recidivegevallen ».
Mevrouw Arena legt uit dat het Adviescomité voor gelijke kansen voor vrouwen en mannen heeft gevraagd om ook de gevallen van therapeutische begeleiding in kaart te brengen, teneinde de gegevensinzameling te vervolledigen. Dit amendement strekt ertoe een antwoord te bieden op die vraag.
Mevrouw Tilmans meent dat aan de therapeutische begeleiding van slachtoffers hetzelfde belang moet worden gehecht als aan de therapeutische begeleiding van de plegers van de misdaden.
Mevrouw Arena antwoordt dat amendement nr. 6 bepaalt dat therapeutische begeleiding van plegers van geweld naast preventie en bescherming van slechtoffers moet plaatsvinden.
Mevrouw Tilmans beklemtoont dat een therapeutische begeleiding van slachtoffers echt nodig is.
Mevrouw Arena antwoordt dat de nadruk vooral moet liggen op de therapeutische begeleiding van de daders, wat een nieuwe benadering is.
Amendement nr. 2 wordt eenparig aangenomen door de 9 aanwezige leden.
Punt E
Mevrouw Arena dient amendement nr. 3 in, dat punt E wil vervangen door wat volgt : « erop toe te zien dat het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen, in samenwerking met de verschillende ministeries, daadwerkelijk instaat voor de gegevensinzameling, het uitwerken en ontwikkelen van de indicatoren, de jaarlijkse evaluatie, de effectieve toepassing van het nationaal beleid en de regionale en internationale verbintenissen die geweld tegen vrouwen willen uitbannen ».
Mevrouw Arena legt uit dat het Instituut voor gelijkheid van vrouwen en mannen (IGVM) de facto reeds belast is met de gegevensinzameling, maar dat die taak blijkbaar nog niet optimaal wordt uitgevoerd. Er moeten grotere inspanningen worden geleverd door aan iedere minister te vragen ervoor te zorgen dat zijn administratie aandacht heeft voor de inzameling van gegevens inzake genderaangelegenheden, waarbij het niet de bedoeling is om vanaf nu ieder jaar over te gaan tot een evaluatie maar wel om systematisch informatie te gaan inzamelen, aangezien daar al lang om wordt gevraagd. Zo zullen er in een volgende fase evaluaties kunnen volgen, zoals de minister van Justitie opmerkt in het verslag van het Adviescomité voor de gelijkheid van vrouwen en mannen.
Amendement nr. 3 wordt eenparig aangenomen door de 9 aanwezige leden.
Punt H
Mevrouw Tilmans dient amendement nr. 17 in, dat ertoe strekt in punt H de woorden « , onder andere door het waarborgen van therapeutische ondersteuning, » in te voegen tussen de woorden « slachtoffers van gewelddaden » en de woorden « en in hun acties ».
Mevrouw Tilmans verwijst naar de bespreking van punt C van het dispositief van het voorstel van resolutie.
Amendement nr. 17 wordt eenparig aangenomen door de 10 aanwezige leden.
Punt I
Mevrouw Arena dient amendement nr. 4 in, dat ertoe strekt in punt I de woorden « voor zover er middelen beschikbaar zijn » in te voegen tussen het woord « jaarlijks » en de woorden « een studie ».
Amendement nr. 4 wordt eenparig aangenomen door de 10 aanwezige leden.
Punt J
Mevrouw Arena dient amendement nr. 5 in, dat ertoe strekt punt J te doen vervallen.
Amendement nr. 5 wordt eenparig aangenomen door de 10 aanwezige leden.
Punt Kbis (nieuw)
Mevrouw Arena dient amendement nr. 6 in, dat ertoe strekt een nieuw punt Kbis in te voegen, luidende : « om naast de preventie en de bescherming van de slachtoffers ook in heel het land de therapeutische begeleiding van de plegers van geweld tegen vrouwen te optimaliseren ».
Mevrouw Arena wijst erop dat, na het advies van het kabinet van minister Milquet, het Adviescomité voor gelijke kansen voor vrouwen en mannen gevraagd heeft om de maatregelen inzake therapeutische begeleiding voor de plegers van geweld te optimaliseren en een systematisch karakter te geven in het raam van de reďntegratieprogramma's.
Amendement nr. 6 wordt eenparig aangenomen door de 10 aanwezige leden.
Ondertitel « In het kader van de diplomatieke bilaterale relaties met onze partnerlanden » van het dispositief
Mevrouw Arena dient amendement nr. 7 in, dat ertoe strekt de woorden « met onze partnerlanden » in de ondertitel « In het kader van de diplomatieke bilaterale relaties met onze partnerlanden » van het dispositief, te doen vervallen.
Mevrouw Arena verduidelijkt dat de amendementen 7 tot 12 van technische aard zijn en ertoe strekken het woord « partnerlanden » te schrappen, teneinde verwarring te voorkomen met de partnerlanden voor ontwikkelingssamenwerking.
Amendement nr. 7 wordt eenparig aangenomen door de 10 aanwezige leden.
Punt L
Mevrouw Arena dient amendement nr. 8 in, dat ertoe strekt het woord « partnerlanden » te vervangen door het woord « staten » in punt L van het dispositief.
Amendement nr. 8 wordt eenparig aangenomen door de 10 aanwezige leden.
Punt M
Mevrouw Arena dient amendement nr. 9 in, dat ertoe strekt de woorden « in de partnerlanden » in punt M te doen vervallen.
Amendement nr. 9 wordt eenparig aangenomen door de 10 aanwezige leden.
Punt N
Mevrouw Arena dient amendement nr. 10 in, dat ertoe strekt punt N te vervangen door wat volgt : « in het kader van de politieke dialoog systematisch te herinneren aan de internationale verbintenissen inzake bescherming en naleving van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden in het algemeen en de vrouwenrechten in het bijzonder, alsook te wijzen op de verplichting om met de nodige spoed die rechten te verdedigen en te beschermen, met inbegrip van het recht voor vrouwen om een geweldloos bestaan te leiden ».
Amendement nr. 10 wordt eenparig aangenomen door de 10 aanwezige leden.
Punt O
Mevrouw Arena dient amendement nr. 11 in, dat ertoe strekt punt O te vervangen door wat volgt : « in het bijzonder toe te zien op de naleving van de rechten van de vrouw, meer in het bijzonder in landen waar broze of onstabiele staatsstructuren bestaan, meer bepaald vanwege conflicten, post-conflictsituaties, de overgang naar een democratische ordening, een humanitaire of economische crisis ».
Amendement nr. 11 wordt eenparig aangenomen door de 10 aanwezige leden.
Punt P
Mevrouw Arena dient amendement nr. 12 in, dat ertoe strekt in punt P het woord « partnerlanden » te vervangen door het woord « landen ».
Amendement nr. 12 wordt eenparig aangenomen door de 10 aanwezige leden.
Punt W
Mevrouw Arena dient amendement nr. 13 in, dat ertoe strekt punt W van het dispositief te doen vervallen.
Mevrouw Arena verwijst naar de verantwoording bij amendement nr. 1.
Amendement nr. 13 wordt eenparig aangenomen door de 10 aanwezige leden.
Punt X
Mevrouw Arena dient amendement nr. 14 in dat ertoe strekt punt X te doen vervallen.
Mevrouw Arena merkt op dat tijdens de hoorzittingen van het Adviescomité voor gelijke kansen van vrouwen en mannen, de vertegenwoordigster van de minister van Gelijke Kansen erop wees dat er al een European Institute for Gender Equality bestaat waarin België ook vertegenwoordigd is.
Amendement nr. 14 wordt eenparig aangenomen door de 10 aanwezige leden.
Punt DD
De vertegenwoordiger van de minister van Buitenlandse Zaken verwijst naar punt DD van het dispositief waarin de regering wordt verzocht absolute voorrang te geven aan de verdediging van de rechten van de vrouw. Dit thema vormt al één van de prioriteiten van het buitenlandbeleid van de regering in het kader van de verdediging van de rechten van de mens. Bijgevolg zou het volgende moeten worden geschreven : « om voorrang te blijven geven aan ... ».
Geweld tegen vrouwen komt steeds vaker voor en wordt vaak gebruikt als oorlogswapen. Bovendien hecht de minister van Buitenlandse Zaken veel belang aan het bestrijden van seksueel geweld dat in veel Afrikaanse landen, zoals de DRC, welig tiert. Hij steunt in het bijzonder de strijd van dokter Denis Mugwege, in Oost-Congo.
Recentere resoluties van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties of van de VN-Mensenrechtenraad zouden in bepaalde paragrafen kunnen worden ingevoegd.
Punt FF
De vertegenwoordiger van de minister van Buitenlandse Zaken merkt op dat punt FF van het dispositief de regering verzoekt te pleiten voor het opstellen van een nieuwe Millenniumdoelstelling die gericht is op het wegwerken van geweld tegen vrouwen.
Dat lijkt spreker vrij ambitieus. Hij stelt voor om dat veeleer te integreren in de bestaande Millenniumdoelstellingen, zoals bijvoorbeeld de derde doelstelling die gericht is op de bevordering van gendergelijkheid en meer autonomie voor vrouwen.
Punten GG en HH
Mevrouw Arena dient amendement nr. 15 in dat ertoe strekt de punten GG en HH te vervangen als volgt : « tijdens de 58e zitting van de Commissie voor de status van de vrouw, die van 10 tot 21 maart 2014 in New York zal plaatsvinden, alle aanbevelingen van deze resolutie uit te dragen, en daarbij het vaststellen van meetbare doelstellingen met duidelijke termijnen te verdedigen ».
Mevrouw Arena wijst erop dat het om een actualisering gaat.
Amendement nr. 15 wordt eenparig aangenomen door de 10 aanwezige leden.
Punt JJ
Mevrouw Arena dient amendement nr. 16 in dat ertoe strekt het woord « 57e » te vervangen door het woord « 58e » in punt JJ van het dispositief.
Mevrouw Arena legt uit dat het ook om een actualisering gaat.
De vertegenwoordiger van de minister van Buitenlandse Zaken stelt voor om in dit punt te verwijzen naar de door de 57e VN-conferentie van de Commissie voor de status van de vrouw goedgekeurde teksten. Ze reiken veel verder dan de verwachtingen van de deelnemers en waren specifiek gericht op het bestrijden van geweld tegen vrouwen.
De agenda van de 58e VN-conferentie is veel uitgebreider en minder gericht op geweld tegen vrouwen. Het zal in de eerste plaats gaan om de post 2015-agenda van de Millenniumdoelstellingen.
Mevrouw Arena denkt dat het goed is om wel degelijk dit specifieke punt van de strijd tegen geweld tegen vrouwen, dat nog ver van een oplossing staat, op de post 2015-agenda van de Millenniumdoelstellingen te plaatsen.
Amendement nr. 16 wordt eenparig aangenomen door de 10 aanwezige leden.
IV. STEMMINGEN
Het geamendeerde voorstel van resolutie in zijn geheel wordt eenparig aangenomen door de 10 aanwezige leden.
Vertrouwen wordt geschonken aan de rapporteurs voor het opstellen van dit verslag.
| De rapporteurs, | De voorzitter, |
| Dominique TILMANS. Olga ZRIHEN. | Karl VANLOUWE. |
Tekst aangenomen door de commissie (zie stuk Senaat, nr. 5-2016/5 — 2013/2014).