5-2320/2

5-2320/2

Belgische Senaat

ZITTING 2013-2014

28 JANUARI 2014


Wetsontwerp houdende instemming met het Tweede Protocol ter amendering van de Overeenkomst met betrekking tot de Europese Luchtmachtgroep, gedaan te Londen op 12 december 2011


VERSLAG

NAMENS DE COMMISSIE VOOR DE BUITENLANDSE BETREKKINGEN EN VOOR DE LANDSVERDEDIGING UITGEBRACHT DOOR

DE HEER VERSTREKEN


I. INLEIDING

De commissie heeft dit wetsontwerp besproken tijdens haar vergadering van 28 januari 2014.

II. INLEIDENDE UITEENZETTING VAN DE VERTEGENWOORDIGER VAN DE HEER REYNDERS, VICE-EERSTEMINISTER EN MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN, BUITENLANDSE HANDEL EN EUROPESE ZAKEN

Het Tweede Protocol ter amendering van de overeenkomst tussen de regering van het Koninkrijk België, de regering van de Franse Republiek, de regering van de Bondsrepubliek Duitsland, de regering van de Italiaanse Republiek, de regering van het Koninkrijk der Nederlanden, de regering van het Koninkrijk Spanje en de regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, van 6 juli 1998 met betrekking tot de Europese Luchtmachtgroep, zoals gewijzigd bij het Protocol van 16 juni 1999 bij deze overeenkomst (ELG-Overeenkomst), integreert enkele kleine wijzigingen.

Onder voorbehoud van enkele terminologische wijzigingen in de artikelen 1 en 2, wordt de ELG-overeenkomst contextueel aangepast aan artikel 3 (betreffende de wijziging van artikel 24 van de ELG-Overeenkomst) en artikel 4 (betreffende artikel 26 van de ELG-Overeenkomst) van het Tweede Protocol.

In artikel 3 wordt de facturatie, zoals vastgelegd in artikel 24 van de ELG-Overeenkomst, herzien. Voortaan betalen de Overeenkomstsluitende Partijen jaarlijks en vooraf hun deel van de gemeenschappelijke begroting aan de Europese Luchtmachtgroep, overeenkomstig de kostenverdeelsleutel vastgelegd in bijlage B van de ELG-Overeenkomst. De Britse overheid regelt de betalingen aan de Royal Air Force High Wycombe uit deze gemeenschappelijke begroting.

Op grond van de gewijzigde tekst, verbinden de Overeenkomstsluitende Partijen zich ertoe hun deel van de gemeenschappelijke begroting te storten bij het begin van het financiële boekjaar, overeenkomstig de bepalingen van artikel 22 van de ELG-overeenkomst.

De ratificatieakte zal worden neergelegd bij de regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, die als depositaris optreedt.

Het Tweede Protocol zal in werking treden op de eerste dag van de tweede maand volgend op de dag van de notificatie van de neerlegging van de laatste ratificatie-, aanvaardings- of goedkeuringsakte door de depositaris aan de overeenkomstsluitende partijen.

III. BESPREKING

De heer Hellings wil weten of de bijdrage van België aan de Europese Luchtmachtgroep ongewijzigd blijft ten opzichte van de vorige overeenkomsten.

De vertegenwoordigster van de minister van Defensie antwoordt dat er geen enkele budgettaire wijziging is op dat gebied.

De heer Verstreken vraagt welke landen lid zijn van de Europese Luchtmachtgroep en of dit kan gesitueerd worden binnen de Europese Defensiepijler.

De vertegenwoordigster van de minister van Defensie antwoordt dat België, Frankrijk, Duitsland, Italië, Nederland, Spanje en het Verenigd Koninkrijk lid zijn van de Europese Luchtmachtgroep. De Overeenkomst verwijst weliswaar naar het NAVO-verdrag maar kan toch binnen de Europese Defensiepijler worden gesitueerd.

De heer Vanlouwe stelt vast dat het tweede Protocol een herziening inhoudt van het financieringsmechanisme van de Europese Luchtmachtgroep. Het Verenigd Koninkrijk stort de bijdragen van de lidstaten niet langer vooraf maar deze laatsten moeten onmiddellijk zelf instaan voor de betaling. Hoeveel wordt er elk jaar betaald ?

De vertegenwoordigster van de minister van Defensie antwoordt dat het globaal ELG budget 123 320 Britse pond bedroeg voor 2013 en dat de effectieve bijdrage voor ons land 15 039,37 Britse pond was. Voor 2014 bedraagt het globaal budget 144 750 Britse pond en 19 039 Britse pond voor ons land.

IV. STEMMINGEN

De artikelen 1 en 2, alsmede het wetsontwerp in zijn geheel, worden eenparig aangenomen door de 10 aanwezige leden.

Vertrouwen werd geschonken aan de rapporteur voor het opstellen van dit verslag.

De rapporteur, De voorzitter,
Johan VERSTREKEN. Karl VANLOUWE.

De door de commissie aangenomen tekst is dezelfde als de tekst van het wetsontwerp (zie stuk Senaat, nr. 5-2320/1 — 2013/2014).