5-137

5-137

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 23 JANUARI 2014 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Mondelinge vraag van mevrouw Mieke Vogels aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding over «het ontwerpbesluit dat dringende medische hulp koppelt aan het verblijf in een terugkeercentrum» (nr. 5-1266)

Mevrouw Mieke Vogels (Groen). - In de krant stond een bericht dat de Antwerpse OCMW-raad volgende week een voorstel van besluit zal goedkeuren dat de dringende medische hulp voor uitgewezen gezinnen koppelt aan hun verblijf in een terugkeercentrum.

Op die manier probeert het Antwerpse OCMW het recht op dringende medische hulp opnieuw aan voorwaarden te verbinden. De vrijwillige terugkeer naar het thuisland wordt dus de facto een voorwaarde voor dringende medische hulp. De wet voorziet niet in het opleggen van extra voorwaarden aan die dringende medische hulp. Een jaar geleden floot de staatssecretaris voor Asiel en Migratie het Antwerpse OCMW reeds terug inzake een gelijkaardig voorstel, dat bepaalde dat aidsremmers alleen zouden worden gegeven aan sans-papiers die bereid waren vrijwillig terug te keren. De staatssecretaris benadrukte toen terecht dat de betrokkenen alleen behoeftig moeten zijn en dat een arts moet bevestigen dat het om dringende medische hulp gaat.

Het OCMW Antwerpen motiveert het nieuwe ontwerpbesluit met de stelling dat een illegaal gezin zichzelf behoeftig maakt door de hulp in een opvangcentrum te weigeren, waardoor het meteen ook het recht op dringende medische hulp verliest.

"Door te blijven hopen op een legaal verblijf in dit land, brengen de ouders de gezondheid van hun kind in gevaar. Op deze manier wijzen wij hen de weg naar hulp". Dat is de motivering die een OCMW-raadslid geeft in de krant.

Zo wordt de zaak wel omgedraaid. Het belang van het kind wordt misbruikt om ouders te stigmatiseren, alsof ouders zonder papieren het niet goed zouden voorhebben met hun kinderen. De meeste ouders zoeken immers andere horizonten op net omdat ze hun kinderen meer kansen willen geven.

Niet de ouders brengen die kinderen in gevaar, maar wel de OCMW-maatregel. Ouders zullen immers geen hulp meer zoeken uit vrees dat dat de eerste stap is naar een uitwijzing.

Onderschrijft de staatssecretaris, zoals vorig jaar, de stelling dat er geen extra voorwaarden kunnen worden gesteld aan dringende medische hulp?

Zal de staatssecretaris het OCMW eventueel terugfluiten met betrekking tot het geplande besluit om de dringende medische hulp enkel aan te bieden aan mensen die verblijven in een terugkeercentrum?

Mevrouw Maggie De Block, staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding. - Ik heb net als mevrouw Vogels via de media vernomen dat de Antwerpse OCMW-raad een debat wil voeren over dringende medische hulp aan illegale gezinnen met minderjarige kinderen. Voor zover ik weet, heeft de raad voor maatschappelijk welzijn het punt wel al geagendeerd, maar heeft hij tot dusver nog geen beslissing genomen.

Bijna een jaar geleden is in het parlement een gelijkaardig debat gevoerd. Ik heb toen heel zorgvuldig het wettelijke kader geschetst en zal dat vandaag opnieuw doen.

Inzake de dringende medische hulp is de regelgeving zeer duidelijk. De OCMW-wet bepaalt dat elke persoon recht heeft op maatschappelijke dienstverlening teneinde de menselijke waardigheid te garanderen. Artikel 57, §2, van dezelfde wet beperkt de taak van het OCMW tot het verlenen van dringende medische hulp aan personen die illegaal in het Rijk verblijven. De beoordeling over het dringende karakter komt een geneesheer toe, terwijl het OCMW de behoeftigheid van een hulpaanvrager moet vaststellen. De federale overheid betoelaagt honderd procent van de kosten. Ten slotte spreekt het voor zich dat een OCMW geen nadere voorwaarden aan de wet kan toevoegen.

Het debat in februari vorig jaar is ook toen losgebarsten op basis van een persartikel. Ook toen heb ik duidelijk het standpunt te kennen gegeven dat ik nu nogmaals heb uiteengezet. Bovendien heb ik destijds opgemerkt dat er, in tegenstelling tot de eerste berichten, een redelijke beslissing in de maak leek en dat de geesten op een week tijd waren gerijpt.

Op basis van de evolutie in de berichtgeving heb ik vandaag eenzelfde gevoel. Mijn besluit is dus dat ook ditmaal de redelijkheid het zal halen en dat de wet zal worden nageleefd.

Mevrouw Mieke Vogels (Groen). - Ik apprecieer het zeer duidelijke antwoord van de staatssecretaris. Ik hoop dat het Antwerpse OCMW rekening houdt met dit antwoord.