5-129

5-129

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 5 DECEMBER 2013 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Mondelinge vraag van mevrouw Helga Stevens aan de minister van Overheidsbedrijven en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden over «de toegankelijkheid van de infrastructuur van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen voor personen met een beperking» (nr. 5-1206)

Mevrouw Helga Stevens (N-VA). - De problematiek van de toegankelijkheid van het openbaar vervoer in België voor personen met een beperking ligt me na aan het hart. De voorgangers van de minister kunnen hiervan meespreken want ik stelde hen hierover verschillende vragen.

De NMBS heeft inmiddels stappen in de goede richting gezet. Zo voldoen steeds meer voertuigen van de NMBS aan de vereisten voor toegankelijkheid. Met de komst van de nieuwe treinstellen zal dat cijfer nog stijgen. Het aantal toegankelijke stations, een tweede belangrijke schakel in de vervoersketting, is daarentegen nog relatief beperkt en ook de inrichting van het openbaar domein blijft een groot pijnpunt.

In afwachting dat alle stations, perrons en treinen integraal toegankelijk zullen zijn, verleent de NMBS assistentie in de stations. Voorwaarde is wel dat de personen met een beperking dit tijdig, minstens 24 uur op voorhand, aanvragen. Dat blijkt met de regelmaat van de klok fout te lopen. Goede bedoelingen zijn in deze niet voldoende. Indien assistentie is beloofd, dan moet die ook werkelijk worden verleend. Dat moet echt wel worden gegarandeerd. Anders wordt het voor mensen met een beperking echt wel moeilijk om de trein te nemen omdat ze niet zeker zijn dat effectief assistentie beschikbaar zal zijn.

De minister moet dus nog veel drempels aanpakken. Het is absoluut nodig dat hij een versnelling hoger schakelt. De ervaringen van schrijver en rolstoelgebruiker Mustafa Kör die deze week worden weergegeven in De Standaard bewijzen dat.

Bovendien is het openbaar vervoer voor een grote groep personen met een beperking vaak de enige of toch zeker de belangrijkste manier om zich te kunnen verplaatsen. Zonder mobiliteit is voor mensen met een beperking geen volwaardige inclusie mogelijk. Vervoer maakt immers een belangrijk deel uit van onze dagelijkse activiteiten; we verplaatsen ons om te gaan werken, om boodschappen te doen, om naar school te gaan enzovoort.

Welke bijkomende acties zal de minister in de onmiddellijke toekomst ondernemen om de integrale toegankelijkheid van het spoorwegvervoer voor mensen met een beperking te verbeteren? Ik denk hierbij aan de inkorting of de afschaffing van de reserveringstermijn van 24 uur.

Kan de minister garanderen dat in de toekomst de gevraagde assistentie ook daadwerkelijk wordt verleend?

De heer Jean-Pascal Labille, minister van Overheidsbedrijven en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden. - De toegankelijkheid voor personen met beperkte mobiliteit is inderdaad een erg belangrijk aandachtspunt en de stappen die tot een integraal toegankelijkheidsbeleid moeten leiden, worden actief voortgezet.

De beheerscontracten van de drie huidige entiteiten van de Groep vermelden onder de titel van de toegankelijkheid de verbintenissen die de toegang tot het spoorvervoer voor personen met functiebeperkingen of gezondheidsproblemen moeten vergemakkelijken. De naleving van de verbintenissen van de beheerscontracten wordt nauwgezet gecontroleerd. Er worden ook rondetafelgesprekken met betrekking tot de toegankelijkheid gehouden.

Het Meerjareninvesteringsplan 2013-2025 voorziet op mijn verzoek in een investeringsbedrag van 400 tot 450 miljoen euro voor deze periode om de toegankelijkheid tot de infrastructuur en het rollend materieel te verbeteren. Parallel hiermee laat de Groep weten dat er sensibiliserings- en vormingsacties worden georganiseerd over het onthaal van personen met beperkte mobiliteit voor de medewerkers van de NMBS en dat er permanent contact wordt onderhouden met de Nationale Hoge Raad voor personen met een handicap.

Mevrouw Helga Stevens (N-VA). - Ik dank de minister. Ik heb evenwel geen antwoord gekregen op mijn vraag of hij kan garanderen dat de aangevraagde assistentie in bepaalde stations ook effectief zal worden aangeboden.

Zelf heb ik veel contact met blinden en rolstoelgebruikers, die zich bij mij beklagen over het feit dat ze op voorhand een assistent dienen aan te vragen en ter plaatse dan moeten vaststellen dat die er op het afgesproken tijdstip niet is. Nochtans vormt dit een belangrijk onderdeel van de integrale toegankelijkheid.

Het is dus essentieel dat de assistentie wordt aangeboden zoals ze werd aangevraagd. Ik acht het ook wenselijk de reservatietermijn in te korten. Het is immers moeilijk om steeds 24 uur vooraf te reserveren. Wie geen handicap heeft, kan op om het even welk ogenblik beslissen om de trein nemen. Daarenboven verwijs ik naar het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap, dat België mede ondertekend heeft. Ik hoop op de medewerking van de minister.